Landbouwaktualiteiten
in Zeeland en
W. Noord-Brabant 1973
9
Het is alweer enige weken geleden dat de leden van
de verschillende Verenigingen van Bedrijfsvoorlichting
het nieuwe exemplaar voor 1973 van Landbouwaktualitei
ten in de brievenbus hebben gevonden. Vorige week ont
vingen ook wij een exemplaar en gaarne willen we aan
deze uitgave van de Consulentschappen voor de Akker
bouw en de Rundveehouderij te Goes en Zevenbergen,
de Federatie van Verenigingen voor Bedrijfsvoorlichting
op de Zeeuwse Eilanden, de Stichting ter Bevordering
van het Landbouwkundig Onderzoek in Zeeuwsch-
Vlaanderen en de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting
Brabants Westhoek, aandacht besteden.
Voor diegenen die op toezending prijsstelten is het nut
tig te vermelden dat het boekje verkrijgbaar bij de Pro
vinciale Direktie voor Bedrijfsontwikkeling in Zeeland,
„Landbouwcentrum Zeeland", Westsingel 58 te Goes,
tegen overschrijving van f 4,op girorekening no.
674611 onder vermelding „Landbouwactualiteiten 1973".
LANDBOUWAKTUALITEITEN 1973 is evenals de drie
voorgangers in het bijzonder afgestemd op de ont
wikkeling die in Zuid-West Nederland aktueel zijn. Hetgeen
niet wil zeggen dat het onderwerpen zijn die elders in Ne
derland, niet aan de orde zouden zijn! De uitgave is op de
bekende wijze keurig verzorgd en de heren Van de Weele,
Hamming en Boonman die de eindredaktie ieder voor hun
onderdeel verzorgden hebben hun taak uitstekend verricht.
Uit de gevarieerde inhoud vermelden wij:
BODEM- EN BEMESTINGSVRAAGSTUKKEN
I
J. KODDE ENA.M.V. d. VEEKEN
De waarde van dierlijke organische mest (stalmest)
De waarde van stalmest van verschillende diersoorten
loopt nog sterk uiteen en is ook mede afhankelijk van voe
dering .wijze van opslag en verwerking. Daarom vrij grote
spreiding in gehalte en bemestingswaarde. Uit de gemiddel
de ibemestingswaarde blijkt dat de meeste mestsoorten be
langrijk meer waard zijn dan waarvoor zij worden aange
boden. „Organische mest als puur natuur is voor grond
haast nooit te duur!"
De waarde van ondergeploegd stro
Alhoewel bij lage stroprijzen veel graantelers zich afvra
gen of de kosten en moeite van het persen en verzame
len van stro nog wel verantwoord zijn, heeft onderge
ploegd stro een bepaald gunstige invloed op de opbreng
sten. Verbranden heeft grote bezwaren, omdat het groot
ste gedeelte van de organische stof verloren gaat; te
taxeren op zo'n 100/ha. Bedrijfseconomisch dus bepaald
niet aan te bevelen. Van onderploegen van stro kan ech
ter alleen een gunstig effect worden verwacht als het
stro wordt gehakseld en ook verder de nodige zorg eraan
wordt besteed. Wordt dit nagelaten, dan zal stro vooral
op zwaardere gronden zelfs negatief kunnen werken.
De op het bedrijf aanwezige arbeid en machines bepalen
mede de prijs waarvoor men het stro nog kan oogsten.
De ontkalking van akkerbouwgronden
Ontkalking van akkerbouwgronden is een proces dat
steeds door blijft gaan, al lopen de jaarlijkse verliezen
aan kalk van polder tot polder en van kavel tot kavel
sterk uiteen. Bekalking met schuimaarde, een goedkope
kalkmeststof, is een bittere noodzaak, voorafgaand aan
de teelt van kalkminnende gewassen.
Grondonderzoek op stikstof en bemesting
Alhoewel het Instituut voor Bodemvruchtbaarheid te
Haren elk jaar adviezen geeft over de te geven stikstof
gift voor het komende seizoen, moet bedacht worden dat
e.e.a. niet meer kan zijn dan een algemene richtlijn. Deze
is voor de praktijk zeer waardevol maar geeft geen in
zicht in de concrete situatie per perceel. Daartussen
kunnen zeer grote verschillen optreden. De problemen
van monstername en advisering bij stikstof zijn echter
groter dan bijvoorbeeld bij fosfaat en kali. Grondmon
sters voor N-onderzoek kunnen pas na half februari
worden genomen en moeten i.vjm. omzettingen nog de
zelfde dag worden verzonden of gekoeld worden be-
wtaard. De diepte van bemonsteren is ongeveer gelijk aan
de bewortelingsdiepte, dus op de goede gronden is dit
'bijvoorbeeld bij tarwe ongeveer 1 m. Tot nu toe zijn de
monsters onderzoek op het UB. te Haren waarbij1 het ge
halte aan gemineraliseerde stikstof is bepaald.
Een grondonderzoekadvies over stikstofbemesting zal
waarschijnlijk, ook indien meer onderzoek op dit terrein
verricht is, onvolkomenheden blijven vertonen. De boer
zal een dergelijk advies moeten zien als een aanvulling
op zijn eigen kennis.
BEMESTING, OOGSTEN. BEWARING EN BLAUW-
GEVOELIGHEIDSONDERZOEK VAN CONSUMPTIE.
AARDAPPELEN IN RELATIE TOT DE KWALITEIT
Ir. C. D. VAN LOON, medewerker afdeling Teeltonderzoek,
Proefstation voor de Akkerbouw te Wageningen
Er zijn talrijke maatregelen te nemen, om de kwaliteit en
daarmede de geschiktheid voor verschillende bestemmingen
van consumptieaardappelen te beïnvloeden. Daar hierover
reeds op velerlei wijze in ons blad aandacht is besteedt.
Laten we het daarbij en verwijzen kortheidshalve naar het
betreffende artikel.
DE AARDAPPELTERMIJNMARKT
Drs. S. W. BRUINSMA, medewerker Hoofdafdeling Akker
bouw van het Landbouwschap te Den Haag
Werking van de aardappeltermijnmarkt, en de invloed
ervan op het marktgebeuren worden in het kort uiteenge
zet. Samengevat wordt gesteld dat als positieve punten van
de termijnmarkt aangemerkt kunnen worden
zekerheidsstelling van het inkomen uit de aardappelteelt.
Wel moet men zich daarbij realiseren dat men niet opti-
mlaal kan profiteren van een oplopende markt;
het verkrijgen van regelmatige informatie omtrent de
vraag- en aanbodvenhoudiingen gedurende het gehele af-
zetseizoenr,
G. J. GOVERS, bedrijfsvoorlichter akkerbouw te Aardenburg
MOGELIJKHEDEN CHEMISCHE ONKRUIDBESTRIJDlNG
IN DIVERSE GEWASSEN MET KARWIJ EN GRASZAAD
ALS ONDERVRUCHT
De laatste jaren neemt die belangstelling voor de teelt
van karwij en graszaad weer toe. Onder de telers van beide
gewassen zijn er verschillende die met de teelttechniek nog
weinig of geen ervaring hebben. Maar ook bij hen die reeds
jarenlang graszaad en karwij teelden rijzen vooral nu het
areaal erwten en vlas sterk is ingekrompen nogal wat
vragen met betrekking tot de geschiktheid van andere ge
wassen als dekvrucht. De ohemische onkruidbestrijding in
die dekvrucht speelt hierbij een belangrijke rol vandaar dat
in dit artikel speciaal aan de chemische onkruidbestrijding
aandacht wordt besteed.
Zijdelings wordt daarbij in bepaalde gevallen ook nader
ingegaan op andere factoren die mede de geschiktheid als
dekvrucht bepalen. Zo wordt bij karwij de eis gesteld dat
vóór de winter de wortels ongeveer de dikte van een potlood
bereikt hebben. Ook de dekvrucht, o.a. door het tijdstip van
oogsten is daarop van invloed.
HUWELIJKSVOORWAARDEN
J .P. M. SARNEEL, candidaat notaris te Hulst
Gescheurd grasland is bijzonder geschikt voor de snijmais-
teelt.
Transportbandje van een granulaat
strooier in de vorm van een V-snaartje.
de vergroting van het absorptievermogen van de effec
tieve markt. Omdat het prijs risico van de voorraden kan
worden verkleind. Zonder termijnmarkt zou men in on
zekere perioden de voorraad zo klein mogelijk houden,
wat de voortstuwing van de grondstof in de handels
keten zou kunnen belemmeren en het prijsverloop nega
tief zou kunnen beïnvloeden.
In de wet staat: „Vanaf het ogenblik der voltrekking van
het huwelijk bestaat tussen de echtgenoten van rechtswege
algehele gemeenschap van goederen, voor zover daarvan
bij huwelijksvoorwaarden niet wordt afgeweken".
De wet heeft dus zelf voor de mogelijkheid gezorgdi om
de algehele gemeenschap van goederen, geheel of gedeelte
lijk, te vermijden. Dat kan alleen maar door het maken van
huwelijksvoorwaarden. Op de verschillende vormen wordt
in deze bijdrage nader ingegaan zonder dat volledigheid
mogelijk is. Advies van een notaris is in deze onmisbaar.
MECHANISATIE VARIA
A. REMIJN en A. F. PEETERS, specialisten landbouwwerk
tuigen en arbeidsmethoden te Goes en Zevenbergen
Behandeld worden „Stroomagregaten op de boerderij"
zowel wat de mogelijkheden als de kosten betreft, en Granu
laatstrooiers en de toepassingsmogelijkheden mede in ver
band met de het granulaat Temik vvoor toepassing in bieten,
en waarvan gebleken is dat deze strooiers daarvoor hebben
voldaan.
ARBEIDS BEHOEFTE BIJ 40—60 EN 80 MELKKOEIEN
A. F. PEETERS, specialist landbouwwerktuigen en arbeids
methoden te Zevenbergen
De ontwikkeling naar een groter aantal melkkoeien per
bedrijf blijft nog steeds doorgaan. Dit is o,a. mogelijk gewor
den door een betere verkaveling van de grond, een meer
doelmatige huisvesting, rationelere werkmethoden en een
grotere kapaciteit van de machines. Ook is op veel bedrij
ven de zogenaamde burenhulp erg intensief geworden en
in sommige gevallen heeft dit zelfs geleid tot volledig' sa
menwerken en het gezamenlijk exploiteren van één bedrijf.
Het overgrote deel van de bedrijven zijn echter éénmans-
ibedrijven. Vrij zeker zal dit ook zo blijven. Het arbeidsaan
bod 'bestaat meestal uit de ondernemer en hulp van de ge
zinsleden. Ook op deze bedrijven is de uitbreiding met melk
vee zeer aanzienlijk. Vanuit arbeidsoogpunt bekeken, moet
echter in alle ernst worden afgevraagd of dit nog verant
woord is.
Het artikel geeft aan de hand van uitvoerige arbeidsbe-
hoefteschema's een goed inzicht voor verschillende veebe
zettingen en kan worden 'beschouwd als een waarschuwing
voor te snelle uitbreiding op gezinsbedrijven, zonder de
algehele ontwikkeling tegen te willen houden. Uit de be
grotingen blijkt duidelijk dat het op een eenmansbedrijf met
wat gezinshulp niet mogelijk is meer dan 4060 melkkoeien
in een redelijke werkdag te verzorgen. In de praktijk zijn
er echter toch bedrijven die verder gaan en het ook nog
„redden", maar zij zullen toe moeten geven dat dit werk
dagen vraagt van 1115 werkelijke uren. Op den duur moet
dit leidien tot het inzetten van extra arbeid of slechtere
eindresultaten.
Er moet namelijk niet vergeten worden dat het overgrote
deel van de 'bedrijven geen ideale gebouwen heeft en geen
ideale verkaveling. Al gauw stijgt op die bedrijven de ar-
beidsbeboefte met 1015 Is op de slecht verkavelde 'be
drijven bijvoorbeeld gehele of gedeeltelijke zomerstalvoeding
een oplossing, dan moet nog eens 10 extra arbeidsbe-
hoefte bijgeteld! worden (n.l. 0,5 tot 1,5 min. per koe per
dag). Op bedrijven van 4060 koeien waar men aan uitbrei
ding van het aantal melkkoeien denkt zal het goed zijn,
eerst te overwegen of dit arbeidstechnisch wel verantwoord
is. Een eventuele verhoging van de produktie van de melk
koeien is misschien gemakkelijker haalbaar met een even
goed of zelfs beter eindresultaat.
(Zie verder pag. 15).