ii®8 LLfi; taffi
HSHUIK
LANDBOUW VEILIGHEIDSWEDSTRIJD
B" bepaalde werkzaamheden in de landbouw is het van
belang om een overzicht te hebben van het bewerkte
oppervlak. Zo is bijv. bij een veldspuit de controle op de
juiste dosering van de spuitvloeistof erg belangrijk. Hiervoor
is het noodzakelijk dat de bewerkte oppervlakte bekend is.
De eenvoudigste uitvoering van een hectarenteller 'bestaat
uit een telwerk dat het aantal omwentelingen van een
Denkt u eraan uw
adres verandering op te geven
aan het secretariaat
Postbus 46, Goes
HELOT
PROGRAMMEERBARE HA TELLER
wiel aangeeft. Door de tellerstand te vermenigvuldigen met
een omrekeningsfactor (werkbreedte x afgelegde weg per
wielomwenteling) wordt ihet oppervlak verkregen. Door het
ILR is een programmeerbare hectarenteller ontwikkeld
waarbij de omrekeningsfactor van te voren wordt ingesteld,
waardoor het bewerkte oppervlak direct in are's kan wor
den afgelezen. Het rekenwerk na het aflezen komt hierdoor
te vervallen.
Bij het plaatsen van een programmeerbare teller op een
trekker wordt bij elke omwenteling van het voorwiel een
puls aan de teller afgegeven (om de invloed van de slip te
verkleinen wordt van een nietiaangedreven voorwiel gebruik
gemaakt). De teller slaat het berekende oppervlak in zijn
geheugen op; zodra de waarde van 1 are bereikt wordt, ver
springt het telwerk 1 cijfer.
Een extra schakelaar zorgt ervoor dat de teller pas inge
schakeld wordt als de hefinrichting bij een gedragen werk
tuig in de werkstand staat. (Bij een veldspuit wordt de scha
kelaar bijv. door de kraan bediend.) Door de opgemeten af
gelegde weg van 10 wielomwentelingen in meters te ver
menigvuldigen met de werkbreedte in meters, verkrijgt men
de factor die op de teller met behulp van drieduimswiel-
sohakelaars ingesteld moet worden (bijv. 10 wielomwente
lingen 26,23 m, werkbreedte 2,25 m, in te stellen factor
26,23 x 2,25 0.5.9). Het oppervlak kan d.m.v. de duim-
wielschakelaars van 0,1 tot 99,9 m2/wielomwenteling inge
steld worden. De geprogrammeerde teller is in een kastje
met afmetingen van 20 x 12 x 8 cm ondergebracht. Het tel
werk op het frontpaneel heeft vier cijfers en is op nul terug
te stellen. De teller is tevens voorzien van een aan/uit scha
kelaar en een controleschakelaar. De voedingsspanning mag
tussen 10 en 15 V gelijkstroom liggen.
TREKKERBESTUURDERS WORDEN LAWAAIDOOF!
Het ILR heeft in samenwerking met de ArbeidsinsptCii -
en het Instituut voor Preventieve Geneeskunde een onder
zoek verricht naar de eventuele lawaaidoofheidi bij 101
trekkerbestuurders. Daaruit bleek dat:
bij 19 van de onderzochte personen door het lawaai
alleen reeds een matige tot ernstige handicap in de
spraakverstaanbaarheid is ontstaan;
op 65-jarige leeftijd van deze groep 6 zeer ernstig en
ruim 40 matig tot ernstig gehandicapt zal zijn in de
conversatie met anderen. Deze resultaten stemmen over
een met de verwachtingen omdat: het gemiddelde ge-
luiddrukniveau van de in ons land gangbare trekkers bij
ca. 95 dB(A) ligt en uit de onderstaande tabel blijkt dat
het percentage slechthorenden van een groep dagelijks
werkend bij 95 dB(A) ten opzichte van 80 dB(A) op 58-
jarige leeftijd bijna is verdubbeld van 33 tot 62
Percentage slechthorenden als functie van leeftijd en ge
luidsniveau.
Geluidsniveau in dB(A) Leeftijd in jaren
18
28
38
48
58
80
1
3
7
14
33
85
1
6
13
22
43
90
1
13
23
32
54
95
1
20
35
45
62
100
1
32
49
58
74
Op de ILR-stand op de R.A.I. was een en ander overzich
telijk in beeld gebracht. Aan de hand van een cabinemode'
werd het belang van een gesloten vloer en een goede afdich
ting van gaten en kieren daarbij aangetoond.
In ons vorig nummer waren de spelregels opgenomen die gelden om aan de Landbouwveiligheidswedstrijd
mee te doen die ter gelegenheid van de Landbouw R.A.I. wordt gehoucbn. Om onverklaarbare redenen is het wed
strijdformulier echter bij deze tekst weggevallen. Om dit verzuim goed te maken hierbij alsnog het formulier. Dit
moet vóór 2 februari opgezonden worden in een brief met een postzegel van 40 cent aan:
WERKGROEP LANDBOUWVEILIGHEID,
POSTBUS 570.0,
DEN HAAG - 2060.
WEDSTRIJDFORMULIER LANDBOUWVEILIGHEIDS-PRIJ SVRAAG
HOOFDPRIJS ƒ1.000,—
Tweede prijs 500,
Derde en vierde prijs 250,
Vijfde t/m negende prijs 100,
Kruis het goede antwoord aan en maak tevens ondersta ande zin af I
1. Een trekkercabine is alleen een veiligheidscabine, O voorzien is van twee deuren en een goed uitzicht
wanneer deze biedt;
O voldoet aan de keuringsnorrroen;
O ruimte biedt voor twee personen.
O indien er een veilige zit- of staanplaats aanwezig is;
O indien ze zich goed kunmen vasthouden;
O indien de trekker langzaam rijdt.
2. Op een trekker mogen alleen personen worden ver
voerd
3. Doodshoofd- en Andreaskruisbestrijdingsmiddelen
mogen alleen worden gebruikt door personen, die
4. De Arbeidsinspectie waarschuwt herhaaldelijk om
op trekkers, werktuigen en aanhangenwagens
5. Een aanhangwagen, voortbewogen door een vierwie
lige trekker, moet bij nacht en overdag bij slecht zicht
e.d. als achterverlichting
6. Bij het werken met een trekker op heliend terrein
dient met het oog op kantelgevaar als beveiligings
maatregel
7. Een eenassige aanhangwagen mag aan de trekker
niet hoger worden aangekoppeld dan
8. De wijziging van het Landbouwveiligheidsbesluit, in
gegaan op 1 december 1972, had betrekking op
9. De meeste dodelijke ongevallen in de landbouw wor
den veroorzaakt door
10. Aanhangwagens moeten van remmen zijn voorzien,
indien ze sneller worden voortbewogen dan
MAAK ONDERSTAANDE ZIN AF (met maximaal 10 woorden):
„Veilig werken is in het belang van
NAAM
LEEFTIJD
BEROEP OF SCHOOL
ADRES
WOONPLAATS
8
O 16 jaar of ouder zijn;
O 18 jaar of ouder zijn;
O 21 jaar of ouder zijn.
O geen kinderen mee te nemen;
O alleen kinderen mee te nemen, wanneer ze een vei
ligheidsgordel dragen;
O alleen kinderen mee te nenven als er een volwassene
toezicht op uitoefent.
O een achterlicht aan de rechterzijde voeren;
O twee achterlichten voeren;
O een achterlicht aan de linkerzijde oeren.
O de trekker aan de voorkant zo zwaar mogelijk te zijn
gemaakt;
O een veiligheidsframe of -cabine te zijn aangebracht
op de trekker;
O de band van het wiel aan de lage zijde van de trekker
met water te worden gevuld.
O 20 cm boven de hartlijn van de achterwielas van de
trekker;
O 10 cm boven de grond;
O de hartlijn van de achterwielas van de trekker.
O aanhangwagens en getrokken werktuigen op wielen
in de landbouw;
O het veilig inkuilen van gras en mais;
O het verplichte gebruik van veiligheidscabines en
-frames voor alle trekkers.
O onbeveiligde aftakassen;
O ongekeurde transporteurs;
O trekkers, die kantelen of achterover slaan.
O 25 km per uur;
O 6 km per uur;
O 16 km per uur.
SNIJMAIS NA GRAS
Om uiteenlopende redenen wordt op de zandgronden in
Z. Nederland snijmais geteeld, nadat er een snede gras (of
snijrogge) is geoogst. Uit een oogpunt van werkorganisatie
sdhept dit nogal wat problemen, wanneer men dit op de
traditionele werkwijze uitvoert. Er moet na de oogst van
bet gras en voor het zaaien van de mais een vrij groot aan
tal bewerkingen worden uitgevoerd, waardoor al spoedig
715 potentiële groeidagen verloren gaan. Een alternatief
hiervan is rechtsstreekse zaai in stoppel op de dag dat het
gras wordt weggehaald) en nadat met Grammoxone is ge
spoten.
Voorwaarde voor het slagen is een doeltreffende zaaitech
niek: er moet op constante diepte gezaaid worden en de
grond diént na door de kouters te zijn losgesneden goed
aangesloten te worden. De kiemvoorwaarden zijn dan gun
stig voor een begingroei, waardoor een goede opbrengstver
wachting gerechtvaardigd is.
Naast de vereenvoudiging van de werkorganisatie en het
beperken van het verlies aan groeidagen, biedt deze zaai-
techniek nog andere voordelen. Belangrijk is ook geringere
uitdroging van het zaaibed. Doordat de restanten van het
voorgewas aanwezig blijven bestaat er geen gevaar voor
stuiven.
Door het ILR wordt onderzoek gedaan naar de werkorga
nisatie in relatie tot -het tijdstip van de grasoogst en naar
de techniek van het zaaien, ondermeer met behulp van een
de grondbewerkings- en zaaikouters verbonden recorders,
die de werkdiepte continu registreren. Globaal zijn die pers
pectieven voor te stellen, zoals in bijgaand schema is aange
geven.
Onderzoek: Werkorganisatie en Zaaitechniek snijmais na
gras.
Traditioneel
Organisatie:
Grasoogst (10 mei)
Drijfmest uitbrengen
Stoppel bewerken
Ploegen
Egaliseren
Wiel aan wiel
aandrukken
Zaaien
Spuiten Atrazin (20 mei)
Kunstmest strooien
Opbrengst: (per ha)
Gras 4 5 ton ds
Snijmais 12 ton ds
16 17 ton ds
Kosten (per ha)
Gras 650,
Snijmais 1.680,
2.330,—
of 140,/ton ds
Voorwaarden:
Zandgrond in Z. Nederland
Vroege zaai van gras
Goede aansluiting met
ondergrond
Weinie kweek of vogelvoet
Zaai in stoppel
Grasoogst (10 mei)
Spuiten (Gramoxone
Atrazin)
Rechtstreeks zaaien
(10 mei)
IDrijfmest uitbrengen tot
max. 17 mei)
Kunstmest strooien
Gras 4 5 ton ds
Snijmais 12 ton ds
Gras
Snijmais
17 h 18 ton ds
600,—
1.665,-
2.265,—
of 130,—/ton ds
Zandgrond in Z. Nederland
Vroege zaai van gras
Goede zaaitechniek (con
stante diepte en goed aan
gesloten
Geen kweek of vogelvoet