<~Door de <~Drouw
Vorming en ontwikkeling
21
Bond van Plattelandsvrouwen
Voor Zeeland:
Mej. Els Deudoo
Markt 1
Tholen
Tel. 01660—504
Voor Brabant:
A. den Engelseden Bakker
Noordschans 1
Klundert
Tel. 01682—984
\70RMING is een belangrijke taak van de Bond van
Plattelandsvrouwen. Vorming was altijd al een be
langrijke taak van de Bond, alleen hadden we geen of
ficiële Kommissie Vorming en Ontwikkeling. Niet landelijk
en niet provinciaal. Maar dat vormende element was en
is aanwezig in kadering, in kursussen, in dagen op volks
hogescholen, in gespreksgroepen en in discussie groe
pen. Veel vrouwen binnen onze Bond namen al aan der
gelijke aktiviteiten deel en gaven er iets van door aan
andere leden. Het doel van de Kommissie Vorming en
Ontwikkeling is, te proberen in alle Bondsaktiviteiten
naast de dienstverlening en de gezelligheid het vor
mend element nog bewuster in te bouwen.
Veel vrouwen zijn in hun jeugd niet aan verder onder
wijs of aan beroepsonderwijs toegekomen. Dat geeft la
ter vaak een gebrek aan zelfvertrouwen.
Daarom is het belangrijk in het klein nieuwe mo
gelijkheden te scheppen voor ontwikkeling. Hoe breder
iemands horizon, hoe sterker zijn zelfbewustzijn. Als"we
onze kennis van b.v. de maatschappij vergroten, kunnen
we meer betekenen voor de komende generatie.
Door scholings en vormingsmogelijkheden zullen we
beter mee richting kunnen geven aan een beleid binnen
onze Bond, onze provincie, onze afdeling. U weet alle
maal dat ons Bondswerk er niet gemakkelijker op ge
worden is. Het vraagt op ieder niveau een flinke inzet,
een bewust mee willen denken, een eigen mening.
KT IET alleen ons Bondswerk is veranderd, ook ons
gezin. Het grote gezin dat de zorg en de aandacht
van de moeder nodig heeft tot ze ver in de vijftig is, is
voorbij. Er is meer ruimte gekomen voor een tweede
leven en dat op vrij jeugdige leeftijd. Maar grijpen we dat
tweede leven? Vullen we dat bewust? Er is een grote
groep vrouwen die alleenstaand is, of die al vroeg het
geringe kinderaantal de deur heeft zien uitgaan, of die
al vroeg weduwe is geworden. Deze groep komt soms
in een vacuum terecht. Hier kunnen wij iets aan doen. Als
mens en als Bond. Het Vormings- en Ontwikkelingswerk
zowel binnen als buiten de Bond zal ons daarbij kunnen
helpen op alle mogelijke terreinen. Welk die terreinen
zijn? De leden en medewerksters van onze Kommissie
Vorming en Ontwikkeling gaan uit van ons tot dusver
gewone kommissiewerk. Zij lopen verder met open oog
en oor om nieuwe ideeën op te doen en zij staan klaar
om te proberen gestalte te geven aan de wensen en
voorstellen van alle leden. Een twee-richting verkeer
staat voor ons open.
"^ERDER verwachten we veel voordelen van het ge
concentreerd werken in één kommissie. U kunt met
alles wat betrekking heeft op het gebied van vorming en
ontwikkeling (en dat is veel!) bij deze kommissie terecht.
Eén ding wens ik ons allen toe, n.l. dit: dat we ons werk
zó kunnen doen, dat het oud en jong boeit. Onze oudere
leden zijn vaak de oprichtsters van de afdelingen van de
Bond geweest. Die willen we onder geen beding verlie
zen!
Onze jongere leden storten zich landelijk gezien
op onze kursussen. Zij hebben meer behoefte aan kur
sussen dan aan vertrouwde, min of meer gezellige afde
lingsavonden. Jonge leden zullen het Bondswerk voort
zetten. Misschien anders dan oudere leden het Zich ge
dacht hadden.
is soms een moeilijke taak voor afdelingsbe
stuursleden om jong en oud iets goeds te bieden.
Maar wel een taak om je beste krachten aan te geven.
De leden hebben U niet voor niets gekozen! Ze verwach
ten iets van U. Dat vraagt verantwoordelijkheid van U!
En als we die verantwoordelijkheid eenmaal voelen, mis
schien eerst als een grote last of als iets waar we hui
verig voor zijn (het was altijd zo rustig en vertrouwd vroe
ger), dan moeten we er mee leren leven. Ons er bewust
van zijn, er iets mee willen doen. Door ons open te stel
len voor de vele mogelijkheden tot ontwikkeling op, al
lerlei gebied wordt onze horizon breder. Het gaat om
onze persoonlijke ontplooiing en in de tweede instantie
of we iets van het ons verworvene weten door te geven
aan anderen. Als ons dat lukt, helpen we daadwerkelijk
mee aan het scheppen van een leefbaar klimaat voor
mens en medemens!
Niet een afzetten tegen onze samenleving, maar een
persoonlijke positieve bijdrage aan onze samenleving zal
ons leven zin geven!
OPROEP
De perscommissie voor deze pagina „Voor de
vrouw" steli zich voor een aantal artikelen te schrij
ven over de ervaringen van emigranten. Een eerste
bijdrage zult U elders op deze pagina aantreffen.
Mevrouw Breunis stapte n.l. naar de familie Boot,
die wel niet geëmigreerd zijn maar toch de provin
cie enige tijd hebben verlaten. Wij verzoeken U
adressen op te geven van kennissen, vrienden en
familieleden, wij nemen dan contact met Ken op! Bij
voorkeur zouden wij graag zien dat het om emi
granten gaat die naar Nederland overgekomen zijn,
zodat wij een persoonlijke gesprekje zouden kun
nen voeren. U kunt de adressen sturen naar E.
Deurloo, Markt 1, Tholen. Vast bedankt!
t
BELANGSTELLING VOOR CURSUS
„SAMEN - LEVEN" IN DE WESTHOEK?
Terugdenkend over wat de bond ons het afgelopen
jaar allemaal gebracht heeft, was er toch wel één cur
sus die er voor mij bovenuit stak. Voorjaar 1973 kwa
men wij drie avonden bij elkaar in Willemstad om sa
men te praten over „Samen - Leven". „Wij", waren le
den van verschillende afdelingen uit de West-hoek.
Zou het niet leuk zijn om dit voorjaar weer zo'n ge
spreksronde te -houden en dan misschien wel van 5 of
6 avonden. Voelt u er iets voor? Laat u het mij dan zo
snel mogelijk weten, zodat ik bij voldoende deelname
de heer Mol kan benaderen om samen met hem de
eventuele data's vast te stellen. Inlichtingen en opga
ven bij: mevr. M. W. E. de RidderMol, Pootweg 3 te
Zevenbergen (tel. 016803804).
„TERUG VAN WEGGEWEEST!"
TN een riante bungalow aan de Hogezoom te Re-
nesse woont de familie BootDalebout met hun
jongste dochter, de andere drie kinderen zijn inmiddels
getrouwd. „Terug van weggeweest" kan men wel zeggen.
Toen er na de ramp in 1953 in de krant een adverten
tie stond, waarin de kans werd geboden om voor een
boerderij in de Noord-Oostpolder in aanmerking te ko
men, besloten de heer en mevrouw Boot hierop in te ha
ken en zo vertrokken zij naar Creil in de omgeving van
Emmeloord. De toekomst van de kinderen speelde hierin
ook een rol.
Aanpassingsmoeilijkheden, waarmee veel vrouwen te
kampen hebben als zij in een nieuwe omgeving komen,
heeft mevrouw BootDalebout niet gehad. Naast haar
werk in de huishouding, hielp deze flinke en vlotte vrouw
ook nog haar man op de boerderij, een gemengd bedrijf
van 10 ha met veel akkerbouw, wat erg veel werk met
zich meebrengt. Toen er dan nog een nakomertje kwam,
was haar hele dag gevuld.
Daarnaast was zij lid van de plattelandsvrouwen afd.
Creil, en had zij zitting in de ouder-commissie van de
openbare lagere school van Creil.
In het begin waren er wel problemen met het school
gaan. De school was nog in aanbouw en dus werd er
school gehouden in een landbouwschuur.
Het contact met de buren was goed maar niet over
dreven. Mevrouw Boot kon het goed in haar huis vin
den, zodat er van aanpassingsmoeilijkheden geen sprake
was.
CURSUS „MEEDOEN
OOK wel cursus Burgerschap genoemd
In samenwerking met de Chr. Vrouwenbond organi
seerde de Ned. Bond van Plattelandsvrouw en ajd. Bies-
bosch-Werkendam de cursus Burgerschapskunde. Deze
cursus bestond uit vier lessen en maakte de leden weg
wijs in het Nederlandse Staatsbestel.
Met belangstelling ziet elkeen uit naar de cursus Poli
tieke scholing. De gedrukte lessen kan rtien aanvragen
bij het landelijk secretariaat van onze Bond en worden
uitgegeven door de Verenigde Ned. Vrouwenbonden.
G. B. DE JAGER
(*"Y° dé vraag hoe het was, te leven in een land, waar
alles nieuw en zonder enige traditie is zei mevrouw
Boot: „Daar heb ik eigenlijk nooit bij stilgestaan. Ik
was altijd druk in de weer. Alleen als ik b.v. op de T.V.
zee en strand zag, dan kreeg ik een brok in mijn keel
en voelde het gemis van een heerlijke wandeling langs
het strand. Verder worden in Creil ook dorpsfeesten ge
houden, zodat men toch probeert een beetje traditie op
te bouwen".
Een dochter van de heer en mevrouw Boot is met een
boer getrouwd en woont op een veeteeltbedrijf in de
N.O.-polder. Toen de enige zoon voor de voortzetting
var het bedrijf van zijn vader niet veel voelde, besloot
de familie Boot naar Renesse terug te gaan.
„Wij hebben 20 jaar hard moeten werken en met ple
zier, maar nu op onze leeftijd (53 en 54 jaar) zouden wij
toch niet meer terug willen. Dit mooie huis hebben wij
samen verdiend en genieten er nu met ons dochtertje
dubbel van", aldus mevrouw BootDalebout. De heer
Boo: werk veel in zijn mooie tuin, want stilzitten is er
noc niei bij na zc'n werkzaam leven!
Mevr. j. BREUNIS—REBEL.
We hebben hiar de tiende verjaardag van 's lands on-
af-hanlij'kheid ook weer achter de rug. Men had er drie
volle dagen feest voor uitgetrokken. En waarlijk het
was ook wel de moeite waard om te feesten. Tien jaar
lang heeft Kenia een periode van stabiliteit achter de
rug zoals men maar zelden in een ontwikkelingsland
ziet. En dat niet met een militaire regering, maar met
een democratisch gekozen parlement. Welliswaar ken
nen we hier maar één partij, maar gezien de politieke
onervarenheid van de massa, is dat helemaal geen ramp.
De Kenianen kunnen iedere vier jaar hun eigen volks
vertegenwoordigers kiezen. En voor iedere zetel zijn
tijdens de verkiezingen wel enkele gegadigden. Het is
dan vaak ook een felle strijd. Nog enkele maanden en
we kunnen weer een verkiezing verwachten.
Maar goed, zoals gezegd, we hebben de feestelijkhe
den weer achter de rug. We 'hebben er ook intensief aan
deelgenomen, want na een verblijf van zes en een half
jaar in dit land, ben je niet meer zo maar een vreemde
ling. De dag vóór de werkelijke onafhankelijksfees-
ten hadden we een grote herdenkingsbijeenkomst bij
het oude Mau Mau-kamp hier in Hola. Nu was dit niet
zomaar een herdenkingsfeest. Wat door de Engelsen,
terroristen worden genoemd, heten nu uiteraard vrij
heidsstrijders. Daar werd in die dagen niet altijd even
zachtzinnig mee omgesprongen, vooral niet door de
Afrikaanse bewakers van andere stammen. In Hola
werden er op één dag elf door zulke bewakers doodge
knuppeld. De gevangenen hadden geweigerd om sloten
te graven, omdat ze het eten niet goed genoeg vonden.
De Engelse commandant had opdracht gegeven om ze
eens goed af te ranselen. Nu na tien jaren van onafhan
kelijkheid werden de namen van die elf ongelukkigen
even aan de vergetelheid ontrukt. Met zijn allen ver
trokken we 's morgens, na een vertraging van bijna een
uur, te voet naar het voormalige kamp. Het was bloed
heet. Maar de schoolkinderen die voorop liepen, zongen
luid het partijlied „Kanu ya dzjenga dzu". Op de plaats
van het kamp was het prikkeldraad, wat er nog steeds
lag, vrijgemaakt van 'het overwoekerende onkruid. Er
was ook een afdak gemaakt, waaronder we konden zit-
ten.En de namen van de elf waren op een groot bord
geschilderd, zichtbaar voor iedereen. De distrikts-com-
missioner hield een toespraak en schilderde nog eens
de barre tijden van toen, maar weerhield zich volledig
van een haatcampagne tegen de vroegere overheersers.
Wat voorbij is, is voorbij, gedachtig de woorden van
Mzee Kenyatta: „Let us forget the past, and build a
strong Kenya". Een twintigtal Kikuyu-boeren, die ook
hier als Mau Mau-leden gevangen hadden gezeten, ver
telden hoe het allemaal was geweest. Daarna richtten
we onze aandacht op de geroosterde schapen en de
flesjes bier. Die nacht om twalf uur werd er op het
voetbalveld een groot vreugdevuur ontstoken. Pokomo-
dansers drumden de stukken er af. Wat later gingen
we naar de dans op een echte band in de Social Hall. Het
was er bloedheet en het bie was op. Pas later konden
we nog om een kist of tien rijden in een bar in het
dorp en toen kon het feest pas weer echt goed doorgaan.
Het was vier uur in de nacht teen we de pijp aan Maar
ten gaven. Die dag daarop was er 's avonds in de Tana
River-Club een grote bijeenkomst, waar maar liefst acht
schapen werden geroosterd. Tevens waren er voor de
gelegenheid twintig kisten bier, gratis verstrekt door
het gouve: nement. Maar die mare van al dat vlees en al
dat bier was werkelijk goed rond gegaan want het was
stampvol in de club. En zoals overal: ..Maken vele var
kens de spoeling dun". We kregen nog net een stuk rib
te pakken, maar het moest van een zeer oud schaap
zijn geweest. We hadden evenzogoed een stuk van een
onze schoenen op kunnen eten. Niettemin zagen we een
aantal oude baasjes de bijna afgekloven botten onder
hun lendedoeken verstoppen. En zij bleven zitten tot
ze er helemaal zeke van waren dat er niets meer te
halen viel. Onafhankelijk zijn betekende voor deze oude
mannen niet veel anders dan lekker eten en drinken
en zorgen dat je er zoveel mogelijk van mee kon nemen.
En gelijk hadden ze, want het gebeurt niet iedere dag
dat er gratis vlees, rijst en bier wordt verstrekt.
Tien jaar onafhankelijkheid, Kenia staat er goed voor.
Welliswaar zijn er problemen genoeg, maar waar ter
we eld zijn die er niet? Onder het wijze staatsmanschap
van Kenyatta heeft Kenia een gewaardeerde plaats in
de wereld verworven. En het zou ons niets verwonde
ren indien Kenia in de toekomst een leidende plaats in
zwart-Afrika zal gaan innemen!
SCHRIJFKOUTER.