Langs de melkweg Is een korte droogstand wenselijk voor melkkoeien (XCVII) Werkelijkheid in cijfers 10 Machines van het melkleidingtype in Zeeland. Van de 11 Melktanks met diepkoelapparatuur op de boerderij in Zeeland. In Zeeland werd de eerste melktank met diep koelapparatuur in 1966 in Sint Kruis geplaatst. In de eerste jaren nadien was de toename minimaal. het melkkoelproject op Walcheren, waarmee in 1969 is gestart, nam het aantal echter sterk toe. De laatste jaren is de toename sterk progressief. Het aantal in gebruik zijnde melktanks op de boerderij was per 31 december al naar het merk per gebied als volgt: 12 Snelle verandering. Tot voor enkele jaren was de struc tuur van de Zeeuwse melkveehouderij en dientenge- gevolge ook van de mechanisatie van de melkwinning 11 „KEN UW KOEIEN!" C.R.A. - Eindhoven Fr. KUIJPERS de Rund vee verbetering in Tilburg subsidie verstrekt op het z.g. „koudbranden,", Deze methode, is gebaseerd op vernietiging van het pigment, in de huid, waardoor de dan gevormde witte haren nummers vormen in het rode of zwarte haarkleed. Indien uitgevoerd door vakmen sen, bleek het resultaat van het koudbranden goed te voldoen. Met het groter worden van de melkveebedrijven komt het kennen van iedere koe, van haar prestaties en haar verdere wel en wee in de knel. Toch is de individuele zorg voor ieder dier voorwaarde voor een goed veebe drijf. „Ken Uw Koeien" zou de slogan kunnen zijn. De gemiddelde leeftijd van de veestapel is vrij jeugdig en neemt van jaar tot jaar nog iets af. Dit is op zich niet zo erg, als we aannemen dat de selectie op zakelijke gronden scherper is dan in het ver laden. Wel erg is het als dieren te vroeg moeten worden opgeruimd, omdat ze bijvoorbeeld gust gebleven zijn door te weinig toezicht of te weinig produceren na een te korte droogstand. UOOR een goede individuele zorg staan de boer enkele belangrijke hulpmiddelen ter beschikking, waar van niet altijd voldoende gebruik wordt gemaakt. Aller eerst de melkproduktiecontrole. Gezien het feit dat er nauwelijks grote bedrijven zijn die bedanken voor de melkcontrole, mag deze onmisbaar worden genoemd. De informatie over ieder dier afzonderlijk wordt nog duide- lyker als binnen niet al te lange tijd overgegaan wordt tot de vermelding van de individuele standaardkoepro- duktie. Op ieder bedrijf hoort een koekalender. Er komen vele vormen voor van eenvoudig tot heel uitgebreid. Hoofd zaak is, dat de koekalender dagelijks gebruikt wordt. In de melkveehouderij is een goede vruchtbaarheid van grote waarde. Op de grootste bedrijven is een gemak kelijke indentificatie van de koeien wenselijk. Er zijn nogal wat manieren om koeien te nummeren. Tot heden toe is een in alle opzichten bevredigend systeem nog niet gevonden. Het afgelopen jaar is door de Stichting voor Individuele aandacht bevordert een regelmatige goede melkproduktie en een goede vruchtbaarheid. DE DROOGSTAND (IVE fokkerij levert tegenwoordig een steeds groter wor- dend getal zeer melkrijke dieren op. Bij royale voe ding wordt het soms moeilijk om deze dieren op tijd droog te krijgen. Een aantal dieren staat dan slechts kort of in het geheel niet droog. Hoe de produktie dan in de volgende laktatieperiode zal zijn is getracht na te gaan bij een onderzoek in de fokcentrale Bergeijk. De afgesloten melklijsten werden ingedeeld naar leng te van de droogstand in groepen van 20 dagen. Naast de volgende melklijst werd ter vergelijking ook de vooraf gaande mel-klijst genoteerd. Het onderzoek omvatte 100 koeien per groep. Wanneer op een bedrijf een koe voor kwam met een droogstand tussen. 20 tot 40 dagep, wer den op hetzelfde bedrijf de eerstvolgende koeien geno teerd met een droogstand tussen 40 tot 60 of tussen 60 en 80 dagen. Zodoende strekte het onderzoek zich uit over een groot aantal bedrijven. De sporadisch voorko mende dieren met een droogstand van minder dan 20 da gen werden wel verzameld, maar vormden slechts een klein, groepje. Uit,.dergelijk praktjjkmateriaal .kunnen slechts globale conclusies worden getrokken. De tendens is echter zo duidelijk, dat het goed' is om de uitkomsten hier te vermelden. GROEP I gemiddelden .van 19 dieren lft. melk vet tlagen eiwit vorige lijst 3,6 jr 5177 3,75 336 3.34 droogstand 020 dagen opvolgende lijst 4,6 jr 4036 4.02 291 3.64 GROEP II gemiddelden van 100 dieren vorige lijst 3,11 jr 4845 3.82. droogstand 2040 dagen opvolgende lijst 4,11 jr 4679 3.90 GROEP III gemiddelden van 100 dieren vorige lijst 4,0 jr 4661 3.83 droogstand 4060 dagen opvolgende lijst 5,1 jr 5247 3.86 GROEP IV gemiddelden van 100 dieren vorige lijst 4,6 jr 4864 3.78 droogstand 6080 dagen opvolgende lijst 5,6 jr 5403 3.82 330 305 316 311 306 310 3.40 3.44 3.38 3.37 3.33 3.33 „VAKANTIE" WORDT TOCH GENOMEN IN de groepen met korte droogstand komen veel mtlk- rijke dieren voor. Het is immers niet mogelijk om ©en matige koe door te melken, deze zet zich zelf wel op tijd droog. Het feit dat de tussenkalftijd in de 4 groepen niet veel verschilt, maakt het trekken van conclusies gemakkelijker. H.et beste resultaat geeft groep III. De koeien produceren daar ruim 580 kg melk meer dan in de voorafgaande lijst. In relatie hiermee zouden de koeien met een droogstand van 2040 dagen in de opvolgende lijst 500 tot 600 kg melk te weinig geven. Groep I'laat zien hoe funest een erg korte droogstand is. Abnormaal hoge vet- en eiwitgehalten komen dan vaak voor. Toch gaat het soms nog goed. In groep I pro duceerden 7 dieren na deze korte droogstand weer goed. De overige 12 zorgden echter voor het slechte gemiddel de door ver achterblijvende produkties. In mindere ma te geldt ditzelfde voor groep II. De meerderheid van de dieren produceert normaal een minderheid produceert veel te weinig, waardoor ook hier het gemiddelde on- gunstig beïnvloed wordt. Uit dit onderzoek komt naar voren, dat in het alge meen een droogstand van tot 2 maanden gewenst is en dat ook hoog produktieve dieren voldoende lang droog moeten staan. De koe blijkt later toch de vakantie te ne men die de boer haar eerst onthouden heeft Ing. J. H. LANTINGA Consulentschap voor de akkerbouw en rundveehouderij Goes J Grondgebruik. Het percentage grasland van de cultuur grond neemt in ons land nog toe. In 1973 was dit 62 In Zeeland is deze ontwikkeling tegengesteld. In 1939 bestond hier nog 27 van de cultuurgrond uit gras land]; in 1973 was dit gedaald tot 14 2 Rundveestapel. In de afgelopen 50 jaren is de totale rundveéstapel in ons land meer dan verdubbeld. In mei 1973 bedroeg onze rundveestapel 4,6 miljoen stuks rundvee. In dit tijdsbestek is de omvang van de rund veestapel in Zeeland vrijwel gelijk gebleven. Relatief gezien is ze gehalveerd. De Zeeuwse rundveestapel is 1,8 van het Nederlandse totaal. De ontwikkeling van het aantal melk- en kalfkoeien is dien overeen komstig echter met dit verschil dat de Zeeuwse melk veestapel 1 van het Nederlandse totaal omvat. 2 Samenstelling van de rundveestapel. De Nederlandse rundveestapel bestaat voor 45 uit melk- en kalf koeien (1973). In Zeeland is dit 25 Dit verschil ligt o.a. in het grotere aantal rundvee voor de vleespro- duktie. 4 Fabrieksmelkdichtheid. In ons land is de fabrieksmelk- dichtheid 3700 kg melk per ha cultuurgrond. In Zee land is dit 600 kg (1972)! Aantal melkveehouders. Het aantal melkveehouders is in Nederland in de afgelopen 15 jaar ongeveer gehal veerd tot ruim 100.000. In Zeeland is dit in deze perio de gedaald van rond 6.000 tot minder dan 1.400, wat dus betekent dat dit aantal tot een kwart is terugge bracht. Per eind december 1973 waren er exact nog 1325 melkleverende bedrijven. 0 Omvang melkveestapel per bedrijf. In 1965 waren er in Nederland gemiddeld 10 melkkoeien per bedrijf; in Zeeland 5 stuks. In 1973 waren deze aantallen geste gen tot 21 en 10 stuks. Op ongeveer *4 van de getelde bedrijven in Zeeland met melk- en kalfkoeien is het aantal van zo'n geringe betekenis dat deze geen melk leveren aan zuivelfabrieken. Het gemiddelde aantal melkkoeien per melkleverend bedrijf is evenwel 13 stuks. Hieruit blijkt een snelle ontwikkeling bij die schaalvergroting. Th.- Merk Gebied Sch.-D. St. Ph. Z.-Bev. Walch. Z.-V1. Zld. Alfa Lava! 4 20 4 3 9 40 Manus 15 9 28 16 68 Melotte 3 40 7 50 Miele 11 11 Senior 3 8 2 1 11 25 Surge 2 2 Westfalia 11 1 1 4 17 december 1973 44 30 19 73 47 213 december 1972 16 23 15 49 23 126 december 1970 6 8 35 9 58 december 1968 5 6 8 6 25 "J Melkaanvoer bij zuivelfabrieken. In 1939 waren er in ons land rond 900 zuivelfabrieken met een gemiddelde jaaraanvoer van rond 4 miljoen kg boerderijmelk. In 1972 waren er nog 256 zuivelfabrieken die gemiddeld in dat jaar 33 miljoen kg boerderijmelk ontvingen. De schaalvergroting in de melkverwerkingssector is in de tussenliggende periode groot geweest en dit proces zet zich nog voort. Zeeland heeft door o.a. de geringe melkdiohtheid en dus hoge kosten die de melkprijs drukten, nooit een krachtige zuivelindustrie gekend. Er zijn evenwel naar verhouding veel fabriekjes ge weest. Voo£ zover wij hebben kunnen nagaan zijn er 27 geweest, waarvan er verschillende slechts enkele jaren hebben bestaan. De eerste kwamen hier in 1891 tot stand, namelijk te Sluis en Zonnemaire. Rond 15 jaar geleden waren er nog 9 in bedrijf; thans nog 4. Over enkele jaren zal dit er waarschijnlijk nog hoog stens 1 zijn. 0 De kwaliteit van de Zeeuwse boerderijmelk staat thans met het percentage le klas blijkens de uitslagen van de Regionale Organen voor Melkhygiëne hoog op de nationale ranglijst geklasseerd. Bij berekening per pro vincie staat Zeeland bovenaan. 0 Melkvee in ligboxenstallen. Per 31 december zijn er in Zeeland op 37 melkveebedrijven ligboxenstallen in gebruik, waarvan 2 voerligboxenstallen. Voorts zijn er 6 gestrooide loopstallen waarvan er 3 in 1973 in ge bruik zijn genomen. Op deze 43 bedrijven, die 3 omvatten van het totale aantal melkleverende bedrij ven, is .momenteel 10 van de Zeeuwse melkveestapel gehuisvest. Van deze ligboxenstallen kwam de eerste, in het najaar van 1968 gereed. 1325 melkleverende bedrijven wordt op 1030 hiervan machinaal gemolken. Tot voor enkele jaren was het apparatentype algemeen. De laatste tijd worden deze meer en meer vervangen door een machine van het melkleidingtype. Per 31 december 1973 waren per gebied al naar het mérk de volgende aantallen machines van het melk leidingtype in gebruik: Bij Walcheren zijn de twee melkleidingen per 1973 op Noord-Beveland inbegrepen. Th.- Merk Gebied Sch. D. St. Ph. Z.-Bev. Walch. Z.'-Vl. Zld Alfa Laval 2 18 3 6 29 Etscheid 2 2 Girton 2 2 Linde 1 1 Mueller 22 36 19 77 Packo 8 27 10 4 24 73 Resolac 5 5 Vanadel 7 2 9 Zero 18 16 7 56 16 113 december 1973 57 68 20 96 70 311 december 1972 19 46 3 74 23 165 december 1970 64 11 75 december 1968 1 1 Bij Walcheren zijn de drie melktanks op Noord-Beve- land (1972 en 1973) inbegrepen. De toename was vooral in het afgelopen jaar croot. Ook dit jaar zal het aantal belangrijk stijgen daar er per 31 december 1973 al 154 tanks waren besteld die in 1974 zullen worden geplaatst. Per april van dit jaar zal op Tholen en Schouwen-Duiveland' het ophalen van melk uit bus sen worden beëindigd. po -brv"ar;n<-r !->!i Ovprlpn N0"-dé*"l'ind rv Ir jyio- menteel een aanpassingsproces gaande waardoor de achterstand in de mechanisatie van de melkwinning en -bewaring in deze provincie teniet gedaan wordt. Zo zal Zeeland vrij zeker in ons land de eerste provincie zijn waar alle boerderijmelk uit diepkoeltanks zal wor den geleverd!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 11