éénkiemig suikerbietenzaad
COPA-presidium
legt eensgezind
minium-eisen
op Lardinois tafel
verdient uitbreiding
door goede resultaten
- Kapelle
VERZEKERINGSINSTELLINGEN
VAN DE ZLM
Aansprakelijkheid
mede-passagiers
EE!
yioJbrd&n kafrvtdt I&Ö'S
17
i
Nadat het COPA-presidium reeds in de december-
vergadering overeenstemming had bereikt over een al
gemeen percentage, dat als richtpunt voor de gewenste
prijsverhogingen voor landbouwprodukten voor het sei
zoen 19741975 zou moeten dienen, kwam dit hoogste
bestuurscollege van de georganiseerde landbouw in de
E.G. vorige week vrijdag in Brussel tot een eensluidend
standpunt voor de prijsverhogingen, die het voor de ver
schillende produkten noodzakelijk acht.
Het is duidelijk dat aan deze beslissende vergadering)
veel arbeid vooraf ging van alle deskundigen waarover
de landbouworganisaties van de negen landen beschik
ken. Ook vond nog op 3 januari een diepgaande bespre-
king plaats met een aantal functionarissen van het direc
toraat Landbouw van de Europese Commissie, over de
methode van het bepalen van de kostprijsverhogende
factoren en het wegen hiervan ten opzichte van de prijs
vaststelling.
Dit samen bestuderen en vergelijken van methode en
cijfers werd van de zijde van het COPA zeer op prijs
gesteld. Het was voor de eerste keer dat dit begin yan
de zo gewenste Annual Review, zoals de Engelsen het
noemen, plaatsvond, dankzij de medewerking van de
heer Lardinois, die hiervoor zijn toestemming gaf.
Reeds tijdens deze bespreking tussen deskundigen
bleek, dat er grote verschillen van mening waren over
de te volgen methode, waardoor de berekeningen van de
commissie en die van het COPA nogal ver uiteenliepen.
VERSCHILLENDE UITGANGSPUNTEN
De COPA-experts gingen uit van de op zeer goede
gronden berekende 13,6 pet., die na enkele correcties,
o.m. voor verhoogde produktiviteit, teruggebracht werd
tot 12,4 pet. gemiddelde prijsverhoging, nodig om de
sterk gestegen kosten op te vangen. Zij gingen daarbij
zeer terecht uit van de cijfers over 1973, voorzover be*
kend. Deze zijn hoog, maar de kostenverwachtingen voor
1974 zijn eerder hoger dan lager. En door het systeem
van prijsvaststelling, waarbij de prijzen voor een komend
jaar gelden, wordt de boer toch achteraf beloond. Zulks
in tegenstelling tot de lonen en salarissen die direct aan
gepast kunnen worden, althans op veel kortere termijn.
In een tijd van als maar en zeer sterk stijgende kosten
voor de landbouw een nadeel.
De commissie daarentegen meent uit te moeten gaan
van een zogenaamde trend, waarin de beweging van lo
nen en kosten van bedrijfsbenodigdheden, machines,
pachten, rentepercentages enz. over de laatste vier jaar
gemiddeld moeten worden om het cijfer voor het komen
de jaar te vinden. Deze methode leidt vanzelfsprekend
tot een aanzienlijke lager percentage in een jaar, waarin
de prijzen van alle grondstoffen en diensten en ook de
lonen de pan uitrijzen. Voor het COPA totaal onaanvaard
baar, mede omdat ook in vorige jaren de uitkomsten
van deze methode noch door de commissie, noch door de
Raad van Ministers zijn toegepast. Wij merken hierbij op,
dat een dergelijke methode alleen in een evenwichtige
en gestabiliserde staatkundige eenheid kan worden toe
gepast en dan wettelijk dient vastgelegd te zijn.
GERECHTVAARDIGDE EIS
Het presidium kwam dan ook al snel tot de conclusie,
dat een gemiddelde prijs- of zo u wilt inkomensverhoging
van ongeveer 12,4 pet. een zeer gerechtvaardigde eis zou
zijn. Tevens werd groot belang geacht aan het naar bui
ten komen met één standpunt ten aanzien van de verschil
lende produkten.
Met dit goede voornemen voor ogen kwam het pre
sidium onder voorzitterschap van ir. Knottnerus binnen
de twee uur tot het volgende standpunt:
1. De prijzen van de verschillende produkten zouden als
volgt verhoogd moeten worden in percentages:
Zachte tarwe 7,5; rogge 8,5; gerst 7,5; mais 9; harde
tarwe 16; rijst 13; suikerbieten 11; koolzaad 13; melk
12; varkensvlees 13; rundvlees 17, groenten en fruit
11; olijfolie 15; tabak 15.
2. Niet alleen dienen de richtprijzen en oriëntatieprijzen
met deze percentages te worden verhoogd, maar ook
de erbij behorende innameprijzen of zoals bij groen
ten en fruit de basisprijzen.
3. Voor die produkten, waarvan de wereldprijs hoger ligt
dan de EG-prijs, moet gestreefd worden naar het door
de producent behalen van de richtprijs.
4. Gezien de uiterst onzekere situatie op de grondstof-
fenmarkten, waarbij natuurlijk in de eerste plaats ge
dacht wordt aan de olie behoudt het presidium zich
het recht voor tussen nu en bijvoorbeeld 15 maart,
wanneer voor de ministerraad het ogenblik van be
slissen nadert, aanvullende voorstellen naar voren te
brengen.
solorave
5. Voor Italië zijn enige extra maatregelen nodig in ver
band met de stiuatie rond de lire.
MINIMUM
Deze boodschap werd dezelfde middag in een bespre
king met landbouwcommissaris Lardinois door de heer
Knottnerus overgebracht en ondersteund door de ver
tegenwoordigers van de organisaties uit alle negen lid
staten, waarbij vele argumenten werden genoemd. Na
tuurlijk werd er daarbij ook op gewezen dat de georgani
seerde landbouw een bestrijding van de voorthollende
inflatie uiterst belangrijk acht. Juist daarom is men van
mening dat de eisen ten aanzien van de prijzen beheerst
zijn en als een minimum dienen te worden beschouwd.
Wij willen hier zelf nog eens wijzen op de grondstof-
fenprijzen, op de mededeling van het Consumenten Con
tact Orgaan dat er in korte tijd 1500 en daarna weer 800
prijsverhogingen zijn geconstateerd, op het zomaar door
berekenen van hogere grondstoffenprijzen van marga
rine met 14 cent per pakje en op de uitlating van minis
ter Lubbers, dat een prijsstop onmogejjjk maar ook on
rechtvaardig zou zijn. Wij zijn dan ook van mening, dat
de eisen van het COPA rechtvaardig zijn.
Of het COPA-standpunt bij de heer Lardinois goed
overkwam, wagen wij te betwijfelen, gezien zijn gezichts
uitdrukking bij het vernemen ervan. Maar één ding moet
hem duidelijk zijn geworden. De landbouw laat zich niet
afschepen met zoethoudertjes. Daarvoor is de tijd te
ernstig en de eigen Europese produktie te belangrijk.
Mr. J. F. G. SCHLINGEMANN.
- -.s..vi.vv. RfiÓCBC
EMBKBOBKHH
SM
(Vervolg van pag. 13)
AANSPRAKELIJKHEID
EN ander punt is de aansprakelijkheid van de be
stuurder tegenover zijn passagiers. Wie zo vrien
delijk is zijn collega of buurman mee te laten rijden naar
het werk of vergadering neemt daarmee wel een stuk
verantwoordelijkheid op zich.
De bestuurder is namelijk in het algemeen wettelijk
aansprakelijk voor de schade die door zijn schuld wordt
toegebracht aan passagiers. Het maakt daarbij in prin
cipe geen verschil of men passagier gratis of tegen ver
goeding mee laat rijden. Let wel voor de wetgever maakt
dat geen verschil. Wel volgens de verzekeringsvoorwaar-
den, waarbij wij verwijzen naar bovenstaande uitsluitings
clausule!
Deze aansprakelijkheid tegenover de passagiers levert
over het algemeen voor de bestuurder geen problemen
op omdat zijn verplichte W.A.-verzekering van de auto
dit risico dekt tot 1.000.000,1per gebeurtenis.
Kort en goed gezegd: Ligt de schuld van een aanrij
ding of ander ongeval bij de bestuurder van de auto dan
zullen zijn passagiers hun schade kunnen claimen bij
zijn verzekeraar. Ligt de schuld van de aanrijding bij een
tegenpartij dan kunnen daar alle kosten geclaimd wor
den, ook door de passagiers van het aangereden voer
tuig.
Er moet echter wel sprake zijn van schuld. Want wat
gebeurt er als een auto, waarin u met z'n vieren zit, een
klapband krijgt en over de kop vliegt? Is er dan schuld?
Óf indien het plaatselijk glad is wegens opvriezing en
de auto komt in de sloot terecht? Passagiers armen en
benen gebroken. Kunnen zij hun schade claimen? Kon
de bestuurder daar iets aan doen? Is hij schuldig aan
dit ongeval?
■S -od r:rxs bixori iïoToq toii toov 3is?Iv w ,81**04 ffi
In beide gevallen zal de bestuurder zich op overmacht
kunnen beroepen. Of een hond, die plotseling voor de
auto de weg oversteekt, een lelijk ongeval veroorzaakt,
maar de eigenaar van de hond onbekend blijft?
Er zijn nog veel meer gevallen op te noemen, waarin
de bestuurder niet wettelijk aansprakelijk is voor het
letsel van zijn passagiers. In die gevallen moet de W.A.-
verzekeraar dan ook geen uitkering verstrekken.
MORELE AANSPRAKELIJKHEID
70EWEL de bestuurder/eigenaar van de auto in die
gevallen, dat hem geen enkele schuld te verwijten
valt, wettelijk vrijuit gaat blijft voor de één meer, voor
de ander minder, het nare gevoel zitten, dat het ongeval
toch met zijn wagen plaats vond. Gevoelsmatig vindt men,
dat de passagiers toch wel schadeloos gesteld zouden
moeten worden. Nogmaals wettelijk kunnen ze de be
stuurder niets maken maar de bestuurder zelf heeft daar
geen vrede mee, hij vindt zich wel moreel aansprakelijk.
Is daar iets aan te doen?
Jawel, want voor bijna alle denkbare risico's heeft men
wel een verzekeringsmogelijkheid. De enige goede op
lossing is, dat de passagiers een persoonlijke ongeval
lenverzekering hebben.
Is de passagier in loondienst dan doen zich t.a.v. de
morele kant van de zaak weinig problemen voor. Is de
passagier niet in loondienst dan zal het er van af hangen
of hij een persoonlijke ongevallen-(arbeidsongeschikt-
heidjverzekering heeft. Hij zou die moeten hebben, im
mers als hij geen auto rijdt, heeft hij die dekking even
hard nodig!
Wij nemen echter gaarne aan, dat u alvorens buur
man oï kennis mee te nemen-niet eerst bij hem gaat in
formeren of hij persoonlijk tegen ongevallen verzekerd is
en tegen welke bedragen en of hij ook nog een goede
levensverzekeringn lopende heeft. De buurman of ken
nis zou mogelijk meteen voor de eer bedanken met de
gedachte, dat u van plan bent het nodige stuntwerk op
de weg te gaan verrichten.
INZITTENDENVERZEKERING
KAEDE met het oog op de morele aansprakelijkheid,
welke toeneemt naarmate men regelmatiger pas
sagiers in de auto vervoert kan een ongevallenverzeke
ring voor inzittenden de gemoedsrust helpen verlichten.
Persoonlijk zijn wij nooit gecharmeerd geweest van deze
inzittendenverzekering omdat het slechts een zeer be
perkte dekking biedt. Deze verzekering wordt overigens
zeer veel gesloten en gaat aldus: Dekking per zitplaats:
ƒ5.000,bij overlijden, 25.000,bij blijvende invali
diteit, ƒ1.000,doktershulp; totale kosten 10,Bij
verdubbeling of verdrievoudiging van deze bedragen gaat
de premie onevenredig omhoog.
atriofi
7*7 dVLt, -rtjdtAA
Als men toch al een zgn. zitplaatsenverzekering wïl
sluiten dan adviseren wij dit per auto te doen d.w.z. geen
bedragen per zitplaats maar één totaal bedrag per auto.
Voorbeeld: ƒ40.000,bij overlijden en ƒ120.000,
bij blijvende invaliditeit: kosten ƒ48,
De dekkingsbedragen worden dan gedeeld naar het
aantal passagiers plus chauffeur, dat zich op het mo
ment van het ongeval in de auto bevond.
Deze inzittenden-verzekering is een sommenverzeke-
ring d.w.z. dat er vaste dekkingsbedragen worden ge
noemd. Vandaar ook de beperkte dekking. Als u b.v. een
dekking heeft van ƒ50.000,bij blijvende invaliditeit dan
zal dat voor een passagier van 75 jaar, die bij het onge
val invalide wordt ruim voldoende zijn maar voor de jonge
kostwinner van 25 jaar totaal onvoldoende. Overigens is
er bij de inzittenden-verzekering 'n variatie van dekkings
bedragen. Een belangrijk punt bij de inzittenden-verzeke
ring is dit, dat geen schuldvraagonderzoek plaats vindt
Resumerend zouden wij het zo willen stellen: Wette
lijk bent u, ook voor de passagiers, via uw W.A.-verzeke
ring tot 1.000.000,per gebeurtenis voldoende gedekt.
Wenst u ook dekking (uit morele overwegingen) voor uw
passagiers, indien u niet aansprakelijk bent, dan kunt u
als aanvulling een ongevallenverzekering voor inzitten
den sluiten. Als O.V.M. sluiten wij een dergelijke verze
kering niet.
Onze vertegenwoordigers zullen u gaarne over deze
inzittenden-verzekering nader informeren. Als u zo'n ver
zekering dan sluit komt die wel terecht bij een andere
maatschappij. Ook op het hoofdkantoor te Goes kunt u
alle informatie en bemiddeling op dit punt verkrijgen.
DEL.