49e O «SENLIJST
BOUWPLAN, RASSENKEUZE EN ZAAIZAAD EN POOTGOED 1974
maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
'i -
mêmnmJ
'"L-
land-
tuinbouwblad
VRIJDAG 11 JANUARI 1974
62e Jaargang No. 3214
- y-
Ir. L. Th. J. M. DE WIT,
consulent voor de Akkerbouw
en de Rundveehouderij te Goes
VOALS te doen gebruikelijk verschijnt in een der eer
ste nummers in het nieuwe jaar een aantal over
zichten waarin de ondernemer hulp geboden wordt bij de
bepaling varThet meest gewenste ras. Hij zal echter eerst
duidelijk vastgesteld moeten hebben, welke gewassen
hij in 1974 zal telen. Er is immers thans voldoende aan
leiding om niet zonder meer het bouwplan van de laat
ste jaren te vervolgen maar duidelijk de perspectieven
van enkele andere gewassen in de beschouwing te be
trekken.
Bij het rassenbericht van enkele gewassen wordt op
dit perspectief ook in het kort ingegaan.
Wanneer het bouwplan vaststaat en de daarbij beho
rende rassenkeuze gedaan is, is hst duidelijk dat bij een
dergelijke bewuste keuze ook een duidelijke daad gesteld
wordt door gebruik te maken van goed zaaizaad en poot-
goed.
BOUWPLAN
TLIET graanareaal in Zeeland beweegt zich de laatste
jaren rond 40% van de oppervlakte bouwland.
Deze groep van gewassen vormt dus een belangrijke
basis. Als men daarbij de ca. 22% bieten en 16% aard
appelen telt, dan blijft voor het grote sortiment „overige
gewassen' 'toch nog 22 over. Waar het areaal gra
nen overwegend bestaat uit wintertarwe en waar aan
genomen mag worden, dat van dit gewas 9095 ge
zaaid is, blijft de keuze beperkt voor wat betreft de zomer
granen tussen zomergerst, zomertarwe en haver. Van
deze drie gewassen geven de inleidingen op de rassen-
keuze duidelijk weer, dat hier van e(sn afnemende be
langstelling sprake is. De teelttechniek, de weersinvloe
den en de prijzen hebben niet geleid tot concurrerende
financiële opbrengsten van deze zomergranen t.o.v. win
tertarwe. De vraag is zelfs gerechtvaardigd of men bij
het niet geheel kunnen voldoen aan de maximale win
tertarwe inzaai, in het voorjaar nog zomergranen zal moe
ten kiez;en of dat men z'n keuze zal moeten laten vallen
op enkele gewassen uit het sortiment „overige gewas
sen".
Zo zijn erwten en vlas toch weer gewassen die een
nadere overweging zeker waard zijn. De mogelijkheden
die deze gewassen bieden voor een aantal bedrijven kun
nen niet afgedaan worden met de opmerking dat het wel
slechts een tijdelijke opleving in 1973 zal zijn geweest.
De beide hier genoemde gewassen bieden naast uien,
rr.ais, bruine bonen, en blauwmaanzaad direkte mogelijk
heden voor 1974.
HET Zeeuwse bouwplan vraagt echter wel een be
schouwing op langere termijn i.v.m. de vastlegging
van een gedeelte van het areaal met meerjarige gewas
sen, zoals karwij en graszaad. De keuze van deze ge
wassen voor 1975 moet men „NU" doen. Een juiste dek-
vrucht en de teelttechniek bij deze dubbelteelt bepaièn
mede de slagingskansen voor de oogst van de onder
vrucht 1975.
Ongeacht de onzekerheid in de prijs, moet toch voor
op staan de hoogste kg-opbrengst per ha. Deze hoogste
opbrengst moet échter niet behaald worden door het
systeem: „Het moet; kost wat kost!"
RASSENKEUZE
IJ ET inleidlend woord kan over de rassenkeuze kort
zijn. Bij de diverse gewassen wordt nader op deze
rassenkeuze ingegaan. Het is duidelijk dat men een grote
keuze heeft uit een aantal rassen. Het is vaak als in de
„Ster"-reclame: „de een belooft al meer dan de ander".
Men zal echter als boer moeten kunnen vergelijken. Voor
de ondernemer in Zuid-West Nederland zijn speciaal in
dit nummer een aantal artikelen opgenomien om te hel
pen bij de vergelijking. Via de 49ste Rassenlijst voor
landbouwgewassen 1974 verkrijgbaar bij n.v. drukkerij
en uitgeverij Leiter-Nijpels, Postbus 1031, Maastricht, ad
f 5,op postgiro 1037754) kan elke geïnteresseerde
volledig geïnformeerd worden over de rasverschillen.
(Zie verder pagina 2)