EDE SCHOTHOR !S T Schaalvergroting en modernisering in de melkveehouderij Algemene Vereniging voor Melkvoorziening in Zuid-Nederland JAARVERSLAG clo-instituut voor de veevoeding 11 Korte onderzoekduur ruwvoeders te Oosterbeek In de melkveehouderij, de belangrijkste agrarische be drijfstak in Nederland, hefbben de laatste jaren grote structurele veranderingen plaats. Aan de ene kant daalt het aantal melkveehouders aanzienlijk. Aan de andere kant bouwt men in een hoog tempo nieuwe stallen, in stalleert men melkleidingen en diepkoeltanks waardoor het op Veel bedrijven mogelijk is de omvang van de melkveestapels belangrijk te vergroten. Ondanks de ver mindering Van het aantal melkveehouders is daardoor de laatste jaren het aantal melk- en kalf koeien sterk uitge breid. Ben onlangs verschenen LEE-rapport verschaft hierover actuele informatie. MINDER BEDRIJVEN GROTERE EENHEDEN Sinda 1970 is het aantal bedrijven met melkvee in Ne derland met 18.000 verminderd tot 08.000 in 1973. Deze daling is enerzijds het gevolg van het opheffen van voor al kleine bedrijven en anderzijds van het afstoten van een meestal kleine melkveestapel op gemengde 'bedrij ven In toenemende mate wordt het tmelkvee geconcen treerd op grotere bedrijven. Het aantal bedrijven met 30 of meer koeien is in de periode 19061972 meer dan verdubbeld. Op deze bedrijven wordt meer dan 40 van de melkkoeien gehouden tegen 20 in 1966. Sinds AOk in de sector van de consumptiemelkvoorziening voltrekt zich een integratie, die er toe leidt, dat binnenkort voor de drie zuidelijke provincies één ver eniging werkzaam zal zijn. De A.V.M.'s voor Noord-Bra bant en Limburg kwamen eind 1972 tot overeenstem ming over een fusie van de beide consumptiemelkver- enigingen, terwijl het overleg met de Zeeuwse Melk- federatie thans zo ver gevorderd is, dat het werkgebied van de nieuwe A.V.M. straks Zeeland, Noord-Brabant en Limburg zal omvatten. Het kantoor van de nieuwe A.V.M. is intussen geves tigd te Berkel-Enschot. In het bestuur zijn zowel de melkwinning als de melbverwerking en de melkdetail- handel vertegenwoordigd. In de groep melkwinning heeft namens de ZLM zitting in genoemd bestuur de heer C. de Zeeuw te Valkenswaard, met als plaatsver vanger de 'heer B. H. Maijers te Sprang-Capelle. Op 19 december j.l. hield de A.V.M. Zuid-Nederland 9 6> zijn jaarlijkse algemene ledenvergadering te Tilburg. Voorzitter F. Mikkers memoreerde in zijn openings woord de fusie-resultaten, die ongetwijfeld zullen leiden tot een sterkere positie van de consumptiemelkafzet via de straathandel. Steeds meer evolueert de A.V.M. tot een instituut dat zich volledig in dienst stelt van hand having c.q. verdere ontwikkeling van de ambulante melkhandel. De A.V.M. wil voor het „straatkanaal" van de afzet van consumptiemelk een optimale voedingsbo dem scheppen. De sociale fondsen voor verzekering bij arbeidsonge schiktheid en overlijden zullen worden samengevoegd. Goede sociale voorzieningen zijn voor de kleine zelfstan dige zonder meer noodzakelijk. Ook het boekhoud'bu- reau, de 'hulp bij credietvoorzieningen en de voorlich ting zullen verder worden uitgebouwd. Een belangrijke zaak is voorts de verkoop-promotie. Aan de ontwikkeling van de verkoopkracht van de melkhandelaar zal meer aandacht moeten worden ge schonken. Liep in 1972 het marktaandeel /an de straat verkoop met enkele procenten terug, dit jaar bleef de omzet gelukkig op peil en dat ondanks import van melk uit België. De A.V.M. omvat nu ruim 1.000 zelfstandige slijters, daarnaast zijn er in het Zuiden ongeveer 600 fabrieks- slijters. Door de directeur de heer Van der Poel werd meegedeeld, dat er een groeiende belangstelling bestaat De onderzoekduur van gewasmonsters (hooi en kuil- voer) 'bij het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Ge- wasonderzoek te Oosteibeek is thans weer kort. Dit houdt in dat de resultaten van het onderzoek twee a drie weken, nadat het monster getrokken is, terug zijn op het bedrijf. In vergelijking met andere jaren is het krachtvoer prijzig en dit betekent dat het alleszins kos ten en moeite loont om bij het vaststellen van evenwich tige en economisch verantwoorde rantsoenen, uit te gaan van juiste basisgegevens en dat zijn cijfers van onder zoek. Schatten blijft dus een dubieuze zaak. IN het jaarverslag CLO Instituut voor de Veevoeding komt duidelijk naar voren dat de schaalvergroting die ook in de mengvoederindustrie plaats vindt, nog net tot een einde is gekomen. Het aantal zelfmengende coö peraties daalde in dit boekjaar opnieuw en bedraagt thans 145 tegenover 350 in het boekjaar 1961/1962. Niet temin steeg de coöperatieve mengvoederomzet in het boekjaar 1972/1973 met 10,4 tot ruim 4,92 miljoen ton. Ongeveer de helft van deze omzet wordt geproduceerd door de grootste vijf coöperaties. Evenals in voorgaand boekjaar Vond de sterkste stij ging plaats in de omzet aan rundveevoeders met 20,4 Het toenemend krachtvoergëbruik tijdens de weidepe- riode is daaraan niet vreemd geweest. De omzet aan varkens- en pluimveevoeders steeg resp. met 5,8 en 6,6 procent. Uit het verslag blijkt dat door „De Schothorst" veel aandacht wordt besteed aan de controle op Verontreini ging van grondstoffen met HCB en andere pesticiden, die via de grondstoffen in het mengvoeder en daarmee in het dierlijk eindprodukt terecht kunnen komen. kort neemt vooral het aantal bedrij ven met 50 en meer koeien toe. De vorming van de grotere eenheden imelkvee com penseerde niet alleen de vermindering van de melkvee houderij op kleine bedrijven, maar leidde in deze jaren tot een toeneming van de landelijke melkveestapel met 20 Met name op de zandgronden in het zuiden en oosten van het land is sprake van een continue uitbrei ding van de melkveestapeL UGBOXENSTALLEN EN MELKAPPARATUUR De Vergroting van de 'melkveestapels is vooral moge lijk geweest door een snelle modernisering met name van de veeverzorging en de melkwinning. De opkomst van de ligboxenstal speelt hierbij een belangrijke rol. Op grote schaal wordt thans overgegaan op nieuwe stal len voorzien van liglboxen. -In de jaren l'y'68 tot en met 1972 werden 4500 van dergelijke stallen gebouwd waar van alleen reeds in 1972 ca 1800. In 1973 zal dit aantal waarschijnlijk worden overtroffen. Gemiddeld kunnen de stallen die in '1972 zijn gebouwd ca 60 melkkoeien huisvesten. Door de installatie van doorloopmelkstallen, melklei dingen en diepkoeltanks is een nieuwe mechanisatiefase ingetreden niet alleen in ligboxenstallen, maar ook in vele bestaande gebouwen wordt op deze wijze een be langrijke verbetering van de werkomstandigheden be reikt en de arbeidslbehoefte oer dier beperkt. Medio 1973 waren er in Nederland '12J500 bedrijven met een melk- leiding en bijna 10.000 met een diepkoeltank. I REGIONALE VERSCHILLEN Het merendeel zowel van de nieuwe stallen als van de moderne melkapparatuur is niet in de vanouds be staande weidestreken maar juist op de zandgronden met name in het zuiden en oosten Van het land in gebruik genomen. De groei van de melkveestapel iS hier sterker geweest dan elders. Hierbij is echter van belang dat in de weidestreken infrastructurele factoren, zoals de 'be reikbaarheid van de gebouwen en de elektriciteitsvoor ziening, de veehouders ernstig in hun moderniserings activiteiten kunnen beperken. De publikatie kan uitsluitend worden besteld door overschrijving van ƒ4,50 op girorekening no. 412235 t.n.v. LEI, Den Haag onder vermelding: „Zend publi katie nr. 2.i53". voor het A.V.M. boekhoudbureau, dat nu 164 deelnemers heeft. Het sociale fonds telt 40 deelnemers. Voor verzekering van de motorvoertuigen kan thans gebruik gemaakt worden van de Onderlinge Verzekering Mij van de ZLM, die zeer aantrekkelijke premies heeft. Deze samenwerking verloopt bijzonder prettig. Het tweede deel van de vergadering werd gevuld met een inleiding van drs. F. J. Biruggeman, directeur van het Ned. Instituut voor Agrarisch Marktonderzoek (N.I.A.M.) over: „de plaats van de ambulante melkhan del in de consumptiemelkvoorziening. Spreker gaf aan de hand van grafieken een overzicht van het aandeel van de straat handel in de verkoop van consumptiemelk t.o.v. onder andere de supermarkten en de grootwinkelbedrijven. In 1970 had de zuivelhandel nog 82 van de omzet van melk en melkprodukten in handen, thans is dit te ruggelopen tot 49 Het gebruik van melk per hoofd van de bevolking neemt nog steeds af. In plaats daarvan is de omzet in frisdranken sterk gestegen. Mogelijk kan de energiecrisis in het voordeel werken van de huis aan huis bezorging. De winkelwagen biedt wat dat be treft perspectieven. De melkhandel zal moeten trach ten het verloren terrein weer terug te winnen en zal zich meer moeten toeleggen op een actieve verkoop- politiek. KWALITEIT GUNSTIG De kwaliteit van het ruwvoer is gemiddeld beter dan vorig seizoen. Dit is in bijzondere mate het geval bij hooi, waarvan de zetmeelwaarde in het produkt gemid deld vijf eenheden hoger ligt. De vre-gehalten zijn gelijk. Dit is echter een gemiddeld gegeven, dat niets zegt van een individuele partij. Opgaven voor gewas- en ook grondonderzoek kunnen rechtstreeks worden gericht aan de monsternemer en voorzover men deze niet kent is een telefoontje naar „Oostehbeek" (083074041) voldoende. DIJZONDER veel aandacht werd besteed aan de ei- witvoorziening van de veestapel, i.v.m. de in sep tember 1972 hoog oplopende prijzen van eiwitrijke grondstoffen. De normen dienden in deze situatie zoda nig te Worden aangepast, dat aan de belangen van de veehouders zo weinig mogelijk schade werd toegebracht. De automatisering van de mengvoederbereiding vraagt om nieuwe controletechnieken. Zo werd door het insti tuut een nieuwe methode ontwikkeld voor de controle op de homogeniteit van de mengsels. Het verslag bevat verder een uitvoerig overzicht van alle controle- en voorlichtingsactiviteiten. Naast een 80- tal lezingen werden niet minder dan 50 publicaties, mededelingen, circulaires en airtikelen geschreven over actuele onderwerpen ter informatie van coöperaties, voorliehting, dierenartsen en de land'bouwpers. In het tweede deel van het verslag zijn de verslagen gebundeld van een '15-tal voederproeven, die voor de mengvoederindustrie en de veehouder van direct prak tisch nut zijn.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1974 | | pagina 11