looi >ate inzaag Jaarvergadering CEBECO- Handelsraad Openingsrede A. M. Geluk w^ijokhorst> nieuwe voorzitter „cebeco-handelsraad" Boer en tuinder klem tussen de wielen van twee systemen 8 CAB1BO wintertarwe zijn «er geschikt jfraH/dbcplunni kapelle VANDAAG zijn wij hier gekomen om de balans op te maken, onze balans over het verstreken boekjaar 1972/ '73. Het was het eerste boekjaar van de samenwerking, de fusie tussen Cebeco, De Handelsraad van de ABTB te Arnhem en de Centrale Coöperatie van de LTB te Haarlem, in onze nieuwe organisatie Cebeco-Handels- raad. Wij maken vandaag ook een andere balans op, name lijk een balans waar wij aan de debetzijde aantreffen posten als onzekerheid en afhankelijkheid, terwijl aan de kreditzijde solidariteit en gezamenlijke kracht zijn ge boekt. En wij vragen ons terdege af hoe he in deze ba lans is geseld met het eigen vermogen, met onze eigen reserves, onze onafhankelijkheid. Vandaag zijn wij verder hier tezamen om afscheid te nemen in verband met hun pensionering van onze pre sident-directeur de heer ir. IJ. de Boer, en het lid van onze algemene directie, de heer W. Hoefnagels. Aan dit afscheid zal in het middaggedeelte vrn onze algemene vergadering aandacht worden besteed. Aldus de voorzitter van Cebeco-Handelsraad", de heer A. M. Geluk in zijn openingswoord van de Algemene Vergadering. Zoals bekend treedt de heer Geluk om ge zondheidsredenen als voorzitter af maar blijft wel lid van het bestuur. Aan de rede v?.n voorzitter A. M. Geluk ontlenen wij in het volgende enkele passages. heer Geluk ging onder meer nader in op de posi tie van een aantal grondstoffen, namelijk voeder- granen, eiwitten, aardolie en meststoffen. Wanneer wij met voedergranen beginnen, kunnen wij vaststellen, dat de E.E.G. van de negen (de bekende 6 en Engeland, Ier land en Denemarken) in sterke mate afhankelijk is van de import van voedergranen. De netto invoerbehoefte voor de negen bedraagt ruim 10 miljoen ton per jaar. Voor 1973/74 raamt men de invoer op circa 15 miljoen ton en de uitvoer op circa 4 miljoen ton. De invoer 15 miljoen ton bestaat voor 12 miljoen ton uit mais; de uitvoer 4 miljoen ton bestaat voor 3V2 miljoen ton uit gerst. Mais is dus verreweg het be langrijkste produkt bij de voedergranen. De prijs op de wereldmarkt bedraagt momenteel rond 38 cif per 100 kg. Dit is ongeveer 65 meer dan het gemiddelde over de jaren 1971 ei 1972. Door de wijzigingen evenwel in de onderlinge prijsverhoudingen tussen granen en ei witten wordt het graangebruik in het mengvoeder eerder rond 30 langzaamaan hoger en zal nu de 40 gaan benaderen. Binnen dit graanpakket eist de mais zijn plaats op en stijgt van ruim 50 vorig jaar töt nu al ruim 65 9£. Het is geen wonder dat Frankrijk zijn korrelmaispro- duktie aanzienlijk uitbreidt. Jammer is het dat in Ne derland ons klimaat niet of nauwelijks geschikt is voor een produktieve en rendabele teelt van dit gewas. Daar entegen gaat de snijmaisvoorziening een steeds belang rijkere plaats innemen, die alle aandacht in ons coöpe ratief verband verdient. De E.E.G. van de negen is voor zijn ei wit voorziening voor 80 afhankelijk van de wereldmarkt; Nederland voor bijna 100 Wanneer de jaarlijkse groei vaji de consumptie van rund- en varkensvlees, van gevogel.e, eieren en melk doorzet, stijgt de vraag naar eiwit met 3 tot 5 per jaar. De toename van het verbruik van sojabonen is mede toe te schrijven aan 'het achterblijven van de levering van vismeel uit Peru, waar overfoevissing voorkomen moest worden. Het prijsverloop van soja was en is onder andere door de opgetreden schaarste buitengewoon^ gril lig. Lag medio 1972 de notering voor sojaschroot op rond 40,per 100 kg, de hoogste prijs in 1973 was 160,Half oktober j.l. gold een prijs van rond 50, en nu, half december 1973 is deze al weer opgelopen tot 74,50. De meeste deskundigen in de wereld beoordelen de toekomstige produktie en marktpositie zeer uiteen lopend; zij weten het ook niet. Bij een teruggang in de economie wordt er minder vlees gegeten. Daarnaast kan schaars en duur eiwit een direktere weg vinden naar de consument dan via de omweg van de magen van runde ren, varkens en kippen en ook dat is een punt dat onze aandacht verdient bij het oplossen van het vraagstuk van de honger in de wereld. 'Om in Europa de eiwitbehoefte aan te vullen beveelt de Ehropese Commissie onder andere aan de uitbreiding en verbetering van 'het graslandareaal en de uitbreiding van de teelten van sojabonen, zonnebloemzaad, kool zaad, veld'bonen en voererwten. De bereiding van industrieel eiwit lysine geniet op verschillende plaatsen belangstelling. Het verdient ons inziens echter eerder aanbeveling om vermeerdering van de produktie van eiwit via plantenveredeling en plantenteelt te bevorderen. yANZELFSPREKEND, aldus de heer Geluk, staat de aardolievoorziening ook in het middelpunt van onze belangstelling. Vloeibare brandstoffen, gasolie, benzine, plastics, bouwmaterialen, mestsoffen en gewasbescher mingsmiddelen zijn artikelen die vanuit een oliecrisis drect ond^r een beperking vallen. Onze afdeling Aard- olieproduktie spant zich tot het uiterste in om de voor ziening zo goed mogelijk te waarborgen. Wij achten het onze verantwoordelijkheid met deze afdeling het platte land in het algemeen en de land- en tuinbouw in 'het bijzonder zo goed mogelijk, ten dienste te staan in deze tijd van schaarste. Er is duidelijk gebleken, dat er bij de meststoffen een belangrijke wijziging optreedt in het p-ijzenbeleid. Al tijd hadden wij te maken met een markt die zidh uit strekte pver een jaarseizoen, en groothandel, de leden coöperaties en de boerenafnemers baseerden zich daar op. Door de grillige ombuiging van het prijzenbeleid nu, ontstaan tal van moeilijkheden en onbillijkheden. De Drijsverhogingen voor stikstofmeststoffen zijn aanzien lijk, (die voor fosfaatmeststoffen buitensporig, namelijk 6,per 100 kg voor super en 12,per 100 kg voor tripel fosfaat. De kostenstijging als gevolg van de hogere kunstmestprijzen wordt nu al becijferd op 32 miljoen voor de Nederlandse landbouw, met de vermelding dat het hierbij niet zal blijven. Wij moeten uitzien naar mo gelijkheden om de organische mest van onze verede- lingsbedrijven zo doelmatig mogelijk te verwerken en aan te wenden. Wij lossen dan twee problemen tegelijk op. Ook de voorziening van de gewasbeschermingsmidde len zal moeilijker worden en ongetwijfeld zullen ook van deze produkten de prijzen stijgen. Regelmatig en goed overleg betreffende de voorzie ning van de land- en tuinbouw tussen de direct belang hebbenden boeren en tuinders de leden-coöperaties en de centrale coöperaties zal zijn nut bewijzen voor alle schakels van de keten om eer> zo goed mogelijke voort gang te waarborgen. Naar de kant van de overheid is het onze taak on een breed vlak de problemen van het platteland te vertalen, objectieve voorlichting te ver strekken en voor knelpunten oplossingen te bepleiten. IN deze onzekere tijd moeten pessimisme en somber- heid niet de overhand krijgen in onze gedachten, uitspraken en handelwijzen. Het is realistisch om te con stateren dat bij hogere grondstoffenmarkten de resulta ten van de land- en tuinbouwbedrijven onder druk ko men te staan. Realistisch is het ook om aan te nemen, dat bij verminderde koopkracht en dalende welwaarts- groei de consumptieve bestedingen zorgvuldiger worden gedaan. Een terugslag in de economie zal voor onze hoog ontwikkelde veredelingslandbouw in alle schakels gevolgen hebben. Maar juist daarom dienen wij ons ex tra in te zetten om door wijzigingen waar nodig en waar De nieuwe voorzitter van Cebeco-Handelsraad, de heer W J. Lokhorst te Deïl, voorzitter van de Uelderse Mij van Landbouwis krachtens de statu ten uit het midden van het bestuur gekozen. De heer Lokhorsit is onder meer lid van het Dagelijks be stuur van het KNLC, bestuurslid van het Land- bouioschap en plv. D.B. lid daarvan, voorzitter van r ju c°mmissie voorlichting en heejt namens Landbouwschap en/of K.N.L.C. zitting in verschil lende commissies en organenZo heeft de heer bokhorst bijv. zitting in de commissie Bedrijfsont wikkeling en Agrarische Voorlichting van het Landbouwschap, in de landelijke Raad voor de Be drijfsontwikkeling in de landbouw en in het be stuur van de Stichting Hogere en Middelbare Land bouwschool van het K.N.L.C mogelijk ons aanpassingsvermogen te tonen. Bij de wij zigingen denken wij aan de manier van grondbewer king, transporteren, grondstofaanwending, de samenstel lingen van het mengvoeder, opzetdata, veranderde ver- wanmingssystemen en dergelijke. Wij verwachten en vertrouwen dat de voor ons belangrijke goederenstro men zonder al te ernstige stoornissen kunnen blijven functioneren maar verdere prijsstijging lijkt ook hierbij onvermijdelijk. Dit alles vereist van iedere ondernemer begrip voor zijn eigen stituatie, vindingrijkheid en voor wat betreft onze groep de noodzaak om in Solidariteit voor de pro blemen te staan. Daarnaast bestaat er zeker reden om onze internationale contacten te verbreden en te concre tiseren. Wij zien grote internationale ondernemingen zich strategisch bewegen naar onze Nederlandse markt. De zelfde eisen van strategie, belangenspreiding en schaal vergroting gelden voor onze coöperaties. Het zal nood zakelijk zijn |dat Wij in Me komende jaren vanuit deze visie met een hogere reikwijdte deze problematiek aan vatten. Een goede basis voor de internationale contacten is al aanwezig. Wij moeten antwoord geven op penetra ties van buitenaf, waarbij 'de boer en zijn produktie in hun zelfstandigheid worden beperkt. Niet de boer is de pion die op het schaakbord wordt verzet. ODe boer zelf (heeft in zijn coöperatie en in zijn bestuurlijke kracht zelf ide stukken van het schaakbord in handen. Maar om dit spel goed te hunnen spelen is eenheid in optreden, jis eenheid in beleid nodig, zowel tussen de centrale coöperaties als binnen onze eigen groep van Cebeco-Handelsraad. De Commissie Organisatiestructuur heeft in novem ber j.l. een discussienota verspreid, waarin duidelijk is gesteld dat naar haar mening tal van functies landelijk in één onderneming van onze aan- en verkoopcoöperatie dienen te worden samengebracht. Daarbij dient er zorg voor te worden gedragen, dat boer en tuinder aan de voet hun invloed blijven houden voor wat betreft de uitoefening en de verzorging van de regionale taken. De Commissie Organisatiestructuur 'heeft stippellijnen ge trokken. In de komende maanden zullen wij in gesprek ken de besluitvorming moeten voorbereiden, om die stippellijnen om te zetten in getrokken lijnen. Het zal van het inzicht en de kracht van ons allen, besturen en directies, afhangen of wij slagen. Namelijk of wij slagen in het tot stand brengen van één financiële verantwoor delijkheid gekoppeld aan één beleidsverantwoordelijk heid voor de Cebeco-Handelsraadgroep als geheel. De noodzaak van coöpereren, van coöperatie, is in 1974 evenzeer aanwezig als 5 jaar geleden bij de oprichting van het Centraal Bureau in 1899. Wat de boeren destijds samenbracht, 'houdt ons ook in de toekomst bijeen. Het is alleen een andere versie van hetzelfde lied: Samen sterker dan alleen. Aldus de heer A. M. Geluk. AP de algemene vergadering van Cebeco-Handelsraad te Amsterdam op 20 december j.l. ging alg. direc teur F. de Wit in zijn inleiding in op het zakelijk ge beuren. Speciaal op één aspect dat voor de Nederlandse land- en tuinbouw in het geheel naar voren komt, ging hij nader in. Een aspekt dat niet' nieuw is maar in de huidige situatie van belangrijke prijsstijgingen een spe ciaal accent krijgt, n.l. het probleem voor bepaalde groe pen in de maatschappij van evenwicht tussen uitgaven en inkomsten. In de eerste plaats is er de grote groep van werknemers. Zij hebben te maken met kostenstij gingen, die hun vertaling vinden in de kosten van levensonderhoud. Nu bestaat er in ons land een aan vaarde systematiek, waardoor voor alle werknemers, wanneer de bedragen aan de uitgavenkant van het huis houdboekje toenemen, ook de bedragen aan de inkom stenkant groeien. Lonen en salarissen worden aangepast op grond van de kosten van levensonderhoud. Daarnaast worden de afgelopen jaren ook reële verbeteringen toe gekend. Dat een en ander wordt afgevlakt door een ni- velleringsbeleid en de belastingprogressie over de correctie waarvan zeer voorzichtig wordt gedacht neemt het uitgangspunt van de gevolgde gedachte niet weg. Vast staat dat in deze systematiek de erkenning ligt, dat stijging aan de uitgavenzijde vraagt om een stij ging aan de inkomstenkant. Een fundamentele erken ning, die in het systeem vorm heeft gekregen. Het bedrijfsleven in 'het algemeen heeft ook te maken met stijgende uitgaven. Daaruit vloeit de opdracht voort tot verbetering van de rationaliteit, tot opvoering van de produktiviteit. De mogelijkheden hiervan kunnen echter worden overtroffen door stijgingen van bijv. grondstof- fenprijzen. Deze stijgingen kunnen dan binnen de markt- mogelijkheden worden doorberekend, echter onder het (Zie verder pag. 11) tel 01102-1441

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 8