speler wensen een goed 1974 Ên de kou c?* getuid Onder redaktie van: H. A. HARDERWIJK ontkomt er niet aan. In die laat ste we ken van het oude jaar laat je je gedachten toch nog eens teruggaan naa r al die achter je liggende we ken en maanden. Haanden, waarin je je intensief hebt beziq gehouden met Er zijn belangrijke vorderingen gemaakt op het punt van de samenwerking met de andere plattelandsjongerenorgani saties en -in mindere mate- met andere jongerengroepen. De deelname aan weekends en de gemotiveerdheid om deel te nemen aan dergelijke aktiviteiten groeit. In het aktivi- teitenpakket van de afdelingen zie je, dat men nieuwe dingen durft aan te pakken. Momenteel wordt er op alle fronten hard gewerkt aan een verbetering van de kommuni- katie tussen provincie-afde1 ingEen en ander had o.a. tot gevolg dat de samenstelling i__ van het H.B. werd gewijzigd. De afdelingen zijn nu rechtstreeks vertegenwoordigd in het H.B. Zo zijn er meer dingen te noemen die wijzen op een verandering -althans naar onze mening- ten goede van het plattelands jongere werk. Samen -de leden en de be sturen- werken aan een verbete ring van ons werk. Steeds weer aanpassen aan de veranderende si tuatie en aan de veranderende wensen en verlangens van de jon geren, de leden. Dat gaat lang zaam, omdat niet iedereen het zelfde werk en leeftempo heeft. De snelheid, waarmee het gebeurt, is minder belangrijk als het maar gebeurt. Als iedereen maar mee speelt in zijn/haar afdeling, of regio. In het belang van hem of haarzelf, zijn/haar afdeling. Een taak waar we in 197^ nog han den vol werk aan zullen hebben. Als we het willen èn met el kaar, moet het lukken. Europa staat letterlijk en figuurlijk in de kou. Tegen het eerste is nog wel wat te ondernemen, een extratrui, een paar warme sokken of een houtvuurtje kunnen het gebrek aan fossiele brandstof enigszins opvangen. Erger is dat we ook economisch lelijk op de tocht staan. Hoe erg dat is, hoe lang dat zal duren maar bovenal wat de gevolgen zullen zijn durft bijna nog niemand te zeggen. De somberste toekomstvoorspellers houden het erop dat de winter 1973-1974 het begin van de economische afgang zal inluiden. De westerse welvaartsmaatschappij begint te kraken, zo menen zij. Kaputt, finished, finito, afgelopen is de wegwerpeconomie. We gaan weer terug naar het wachtwoord van zon'n twintig, dertig jaar geleden: zuinig zijn. Vooral geen ouwe schoenen meer weggooien; van dat net gedr agen pak kan nog een jasje voor Jantje worden gemaakt; geen onnodig licht laten branden; touwtjes, knopen, blikjes, doosjes, bewaar maar, wie weet komen ze nog een s van pas. Vast staat dat, voorlopig althans, er van alles een beetje minder zal zijn. Voorlopig? Wie zal het zeggen, tenslotte zitten er aan dat minder doen ook nog een paar goede kanten. De voorgeschreven maximum snelheid van 100 km bijvoorbeeld. Wel jammer voor de mensen met dure Op afdelingsavonden, weekends en algemene gen kwamen deze vragen weer terug. Vragen, waarvan tijdens vergader i n- s teed s de ter diskussies te 1 1 ing moed vraagt want de mogelijkheid dat je de weinige zekerheden, die je hebt, overhoop gooit, is niet gering. Op alle niveaus-per afdeling en streek in sterkte verschillend- heeft men dat gevoel "van het niet meer zien zitten" aan den lijve ondervonden. De één is die periode nu wat te boven, de ande re zit er nog midden in. Toch is dit kritisch ter diskus- sie stellen van jezelf, je werk een positief ding. Het dwingt je bij de tijd te blijven. Dat bete kent bovendien, dat de keuze en de opzet van je aktiviteitenpak- ket anders moet worden. Dat de vorm en de struktuur aan deze tijd moet worden aangepast. Dat je je "isolement zult moeten in ruilen voor een grotere openheid naar andere groepen van jongeren, andere organisaties en dat je meer aktiviteiten organiseert voor de gehele dorpsbevolking. In de afdeling ligt nog steeds de kern van ons werk. Daar zul len we ons p1 at te 1andsjongeren werk inhoud en betekenis moeten geven. We probeerden dit in 1973 te doen door aktivering en bege leiding van de afdelingen in de vorm van weekends, bestuursin- struktiedagenenz. Met de orga nisatie van weekends, uitwisse lingen, doe-dagen, e.d. proberen de openheid naar anderen te sti muleren. Het afgelopen jaar in ogenschouw nemende, kunnen we stellen, dat er toch een vooruit gang te bespeuren valt. sleeën maar 35% minder auto-ongelukken, dus minder sociale kosten (ziekenhuis enz.). Er zullen minder auto's worden ver kocht en meer mensen zullen een beroep doen op het openbaar vervoer dat, onder de druk van de vergrote vraag, misschien wat efficiënter zal gaan draaien. Al met al lijkt de oliecrisis een lelijke streep door onze economische groei-rekening te zijn. Lijkt, want het menselijk vernuft in het algemeen en dat van de Europeaan in het bijzonder is voor geen kleintje vervaard. Oor logen, rampen en tegenspeod hebben de Europeaan geleerd voor allerlei zaken vervangingsmiddelen te zoeken. Daarin is hij vaak bijzonder goed geslaagd en de vervangingsmiddelen hebben in de loop der tijden het oorspronkelijke produkt ver drongen. Sommige aartspessimisten beweren dat ons hele leven wel eens zou kunnen veranderen. Is dat zo erg? Er lopen in de Gemeen schap al heel wat mensen rond die er al lang van overtuigd zijn dat onze economische en sociale structuur nodig aan verande ring toe is. In ons geval hoeft verandering zeker geen verslechte ring te betekenen. (WJR in „Europese gemeenschap", dec. 1973) U

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 15