TUINBOUW KLANKEN Een laatsteoverzicht Toch niet pessimistisch aan t jaareinde DINGEN VAN DE WEEK Als wij deze laatste THOOLSE tuinbouwklanken zitten op te maken, gaan onwillekeurig onze gedachten nog eens terug naar hetgeen ons, het nu verstreken jaair, heeft gebracht. Wat het klimaat betreft, konden wij het af gelopen voorjaar in de vollegrond, vroeg en met een goede struktuur van de grond beginnen. Bij de opkomst van de gewassen was het in mei echter veel te koud en in juni bijzonder droog, zodat er toen al een flinke achterstand in de groei van de verschillende teelten was. Juli en augustus brachten voldoende neerslag, maar septemlber was weer te droog, zodat al met al, niet alle gewassen tot volledige wasdom konden komen. Novem ber en december brachten weer te veel regen en een te ruw klimaat met hagel en sneeuwbuien, zodat wij niet kunnen juichen dat alles zo vlot is verlopen. De geldelijke opbrengst van de verschillende vollegronds produkten is echter wel goed te noemen,want de af zet en de prijzen blijven voortdurend aan de goede kant. Nu is het in onze agrarische ondernemingen de laatste jaren al gewoon geworden dat wij niet in de best-betaalde hoek zitten, zodat het nu vlugger opvalt dat het onderste regeltje weer eens wat beter uit de bus komt. Het was dikwijls wél zo, dat alléén door extra veel uren te werken en niet te veel prakkizeren Ook uit WALCHEREN zal dit de laatste bijdrage zijn die we in het nu bijna afgelopen jaar mochten verzor gen. Over vele en velerlei onderwerpen, in directe zin, teelt en verzorging gewassen, en indirect, de vele rand- •beslommeringen rond onze bedrijven en veilingen en economische omstandigheden hebben we onze mening gegeven. Mogelijk zijn we wel eens wat scherp geweest zodat de redactie een waarschuwende vinger opstak. Ook diverse reacties hebben we gehoord, die ons zijde lings bereikten, van lezers die onze mening wel, niet of niet geheel deelden!! Dit zal elke schrijver in ons blad wel overkomen, maar we hopen toch weer rustig ver der te gaan. Dit gedachtig aan de uit de botsing der meningen het ware te voorschijn komt! We herinneren ons nog dat we begonnen zijn met de mening dat er o.i. voor een goede tuinder ook in 1973 wel weer een redelijke boterham in zou zitten ondanks de ups en downs die ons ongetwijfeld te wachten ston den. En nu aan het einde der rit, de zaak overziende, geloven we dat de meeste collega-agirariërs, we nemen het wat ruimer dan de tuinders alléén, financieel niet ontevreden zijn. Het is natuurlijk zich op glad ijs wagen met voren staande bewering, want juist het jaareinde 1973 stelt ons voor nog onoverzienbare feiten die van week tot week veranderen kunnen. Toch zijn we niet zo erg pessimistisch. Het hoge peil waarop zich onze agrarische industrie, dus ook onze groente,- fruit- en aanverwante industrie zich bevindt, heeft een grote innerlijke kracht. De energiecrisis waar we momenteel mee geconfronteerd worden zal het uiterste vragen van de flexibiliteit der ondernemers. Maar deze aanpassing geloven we dat er sneller gevon den zal worden door onze collega's, dan we zelf ver moeiden. Overal merkt men reeds een zekere aanpassing. We kennen bedrijven op verschillend terrein, ook buiten onze eigen kring, waar enkele maanden terug alles de dood in de pot leek en waar nu reeds een flink herstel en aanpassing heeft plaats gevonden. Groter gevaar vin den wij zelf de geldontwaarding. Hopenlijk wordt daar een oplossing voor gevonden, maar de inflatie is zo in ternationaal, dat men van ons land niet verwachten kan dat wij overgeslagen worden! Hoewel anders dan ze gerekend hadden, hebben de vele schreeuwers voor boycot van land A tot land Z een dreun gekregen nu we zelf een geboycot land zijn! nrZ ri J l. /n Ynje zaterdagen, de inkomsten toch nog rond konden komen. Vandaar dat er ook in het S?® i°E!ü jaar wefr fnkele zelfstandigen er het bijltje by hebben neergelegd. Toch valt het op dat, waarvin men enige jaren geleden dikwijls bevreesd was, de teel ten die ook gedeeltelijk gemechaniseerd uitgevoerd kon den worden niet meer rendabel voor de kleinere onder nemers zouden zyn. Maar dit komt tot nu toe gelukkig toch nog ander uit! Om er dan een paar te noemen de vroege aardappelteelt wordt nog steeds ruimschoots beloond; en ondanks de mechanisatie zit het met de zaai-uien ook dit jaar heel best. Van de Brabantse spruitenteelt kunnen wij lezen dat de beteelde opper vlakte in drie jaar verdubbeld is en dat de prijs, de besteedde arbeidsuren goed betaald. Hetzelfde kan men bijna zeggen van de witloftrekkerij, waarvan de prijzen ook dit jaar goed zitten. Hier moet echter aan toegevoegd worden, dat de beste resultaten behaald worden, waar deze teelten zich reeds lang gevestigd hebben, zoals o.a. spruitenteelt in het Brabantse; uien en vroegeaardappe- len op het Thoolse land. Van groot nut is echter altijd geweest, dat in de streek waar een teelt het beste past, een goed ontwikkelde afzetorganisatie is opgebouwd ten bate van de telers. Ongeregelde tijden zal men ook, zo mogelijk, zich een teelt waar perspektief in zit, eigen dienen te maken, ook al zal men daar in 't begin leergeld mee moeten betalen. Op studieclubs en in goede vakbladen (zo men die goed benut) steekt men dikwijls nog wel het één en ander op, om de eigen bedrijven met de tijd mee te laten groeien. Laat ieder van ons, naar de gave die hij bezit, er ook met dit jaareinde eens over nadenken in hoeverre hij in zijn bedrijfsvoering is te kort ge schoten. Hopelijk dat wij ons werk in het nieuwe jaar weer met nieuwe lust en liefde voor het vak mogen tege moet gaan, om dan ook te doen wat van ons verwacht wordt. Langs deze weg dan ook aan alle bekende en onbekende lezers van ons ZLM Land- en Tuinbouwblad, nog een Gelukkig en Gezegend Nieuwjaar toegewenst! 't Kan verkeran", zei reeds Brede.ro, toen hij een blaauwtje liep! Hoewel we beslist niet pessimistisch zijn, verhelen we ons niet dat er momenteel nog meer onberekenbare fac toren zijn dan we normaal gewend zijn. Toch geloven we dat voor velen onzer, ongeacht deze diverse pluima- ge's veel waars schuilt in een dichtregel uit een Gezang, n.l.: „Leer mij slechts het heden dragen! (Gez. 293 3.) We eindigen met de wens dat onze lezers een gezel lig Oud- en een toch voorspoedig Nieuwjaar mogen hebben! Hoe genoeglijk rolt het leven Des gerusten Lantmans heen', Die zyn zaligh lot, hoe kleen, Om geen koningskroon zou geven I-IET was me het jaartje wel". Deze zucht zal menig een slaken aan het eind van dit jaar waarin de gebeurtenissen dikwijls als in een stroomversnelling over ons heen kwamen. Bij het begin vragen we ons af hoe het allemaal zal gaan en er is niemand die er dan een verstandig woord over kan zeggen! Wanneer we nu aan het einde van het jaar staan moeten we meestal erken nen dat het weer anders is gelopen dan we hadden ver wacht. We mochten in deze rubriek wekelijks schrijven over de dingen die ons bezig hielden en ze waren van velerlei aard. We hebben wel eens te horen gekregen dat uw rubriekschrijver pessimistisch was. Toch ligt dat niet in zijn aard. De omstandigheden waren er soms naar om het niet al te zonnig te zien! Wanneer de tuinder aan het eind van dit jaar de reke ning opmaakt zal hij in veel gevallen tot de conclusie komen dat het jaar hem financieel gezien niet heeft ge bracht wat hij er bij het begin van had gehoopt. De om zetten van de tuinbouwveilingen in ons gebied hebben de stijging van lonen en prijzen niet gevolgd en dat be tekent in feite een achteruitgang! De angst voor wat ons thans in verband met de energie crisis boven het hoofd hangt, is in sterke mate aanwezig. Er is veel onzekerheid. Het is er niet alleen op econo misch gebied binnen onze sektor. Het is er ook op maat schappelijk gebied en niet minder op politiek terrein. Het leven van de agrariër rolt beslist niet meer on gestoord en genoeglijk heen. In het begin van de acht tiende eeuw bezingt Huibert Cornelisz Poot in ydillische woorden het leven van de landman. We kennen het allen: En dan volgen er vele regels over de geneugten van het leven op het platteland. Het is een vaak aangehaald gedicht. Dikwijls gebruiken we het om aan te geven dat net nu heel anders is geworden. We hebben echter uii onze geschiedenisboeken wel begrepen dat het leven van de landman in die tijd ook niet zo genoeglijk was als dit gedicht ons wil doen geloven. Benden soldaten zwierven door het land en bedreig den de landman. Er heerste een grote kindersterfte. Dik wijls was er sprake van mislukte oogsten. Er was vaak oorlog. Heus, het was ook toen beslist niet allemaal roze- geur en manneschijn. T^AT is het nog niet. Vooral in deze laatste maanden van het jaar 1973 zijn we er oijzonder pijnlijk aan herinnerd dat al de zekerheden die we rondom ons dach ten te hebben opgebouwd, niet zo vanzelf zijn als we meenden. Er is een nieuwe bezinning gekomen in de afgelopen periode op datgene wat zich de laatste jaren in een dui zelingwekkend tempo heeft ontwikkeld. We waren en zijn tot enorm veel dingen in staat. Het is hier niet de plaats om ze te gaan opnoemen maar ieder voor zich weet er van. En toch komt bij het overdenken van die dingen en bij het stil staan bij de voorrechten die we hebben de vraag naar boven of dit alles de mensen als zodanig gelukkiger heeft gemaakt. Dikwijls blijkt dit niet het ge val te zijn. Er is bijzonder veel onvrede en er is ook veel angst voor de toekomst. De televisie brengt ons dag aan dag de meest uitge breide gruwelijkheden, weldadigheden en onrust. Onze kinderen worden er door geïndoctrineerd en zij groeien op in een sfeer waarvan het gevolg gemakkelijk kan zijn dat zij het spoor bijster raken op hun weg naar volwas senheid. PR zijn veel beangstigende vragen en juist rond de jaarwisseling komen ze naar boven. We behoeven er niet dagelijks aan te denken, maar af en toe er bij stil staan kan geen kwaad. Een ieder zal er dan op zijn ma nier het antwoord op trachten te vinden. Voor velen ligt dit antwoord in de Bijbel waarin staat dat de Zoon van God naar de aarde is gekomen om het antwoord te zijn de vragen van de mensen. Anderen zoe ken het antwoord in de kunst of de cultuur. Arm zijn degenen die het antwoord nergens kunnen vinden. Wat de toekomst verborgen houdt zouden we zo graag weten, maar we komen er gelukkig nimmer achter. De vragen hieromtrent zijn in alle tijden en onder alle om standigheden gesteld. We hebben echter pas het Kerst feest gevierd. Het Kerstfeest dat ons wil zeggen dat God in deze wereld is gekomen om het antwoord te zijn op de vragen van de mensen. Wie daaraan vast houdt zal dit jaar niet in een pessimistische stemming besluiten. Misschien vindt u dat we in wel erg zware bewoordin gen deze rubriek in 1973 besluiten. We hebben bij dit alles stilgestaan omdat het gaat om de zin van ons be staan en daar zal over nagedacht behoren te worden. Bewust hebben we deze week geen opsomming ge geven van de financiële resultaten van de verschillen de sektoren van de tuinbouw. Niet omdat dit allemaal minder belangrijk is. Er zijn echter in het leven ook an dere waarden, al willen we niet zeggen dat het niet be langrijk is hoe de bedrijfsuitkomsten zijn. Daarom mag u rustig verwachten dat we daar in het komende jaar weer bij herhaling bij stil hopen te staan! Voor deze week wensen wij al onze lezers een Gelukkig Nieuwjaarl regiem van de Prijzenbeschikking. Deze beschikking, die weliswaar de prijsontwikkeling beheerst en afremt, heeft toch tevens in zidh de erkenning dat een stijging aan de uitgavenkant vraagt om een stijging aan de in komstenzijde. piüLDT dit alles nu ook voor de agrarische bedrijven? Zij worden geconfronteerd met kostenstijgingen, als de stijging van energieprijzen, de stijging van de prijzen van kunstmeststoffen en de stijging van de mengVoederprijz'en. Voor een deel komen deze stijgin gen tot stand onder het regiem van de Prijzenbeschik king. Zij zijn dus een gevolg van de toegepaste systema tiek, van het toegepast beleid. Met name komt dit dui delijk naar voren bij energie en bij kunstmest. De uit gavenkant van het kasboek van de boer laat hogere be dragen zien. De inkomstenkant heeft ook hier uiteraard te maken met een markt. Everiwel hebben de inkomsten van de boer ook een relatie met een systematiek, met een beleid en wel het prijsbeleid van Brussel. De Nederlandse boer 'heeft dus met twee soorten be leid te maken, n.l. een beleid, een landelijk beleid dat van doen heeft met prijzen die voor hem uitgaven zijn, in welk beleid erkend wordt dat hogere uitgaven om hogere ontvangsten vragen en een tweede beleid, een E.E.G.-beleid dat voor de Nederlandse boer geen erken ning inhoudt van de onder zijn omstandigheden geste gen kosten en de daaruit voortvloeiende noodzaak van een stijging van inkomsten. Hoewel ik mij realiseer, aldus de heer De Wit, dat boer en tuinder wat hun inkomsten betreft, niet uitslui tend afhankelijk zijn van het Brusselse systeem, kunnen zij niet aanvaarden het gevaar te lopen tussen de wielen van twee systemen klem te raken. Bij de eerste twee groepen was in feite de erkenning aanwezig, dat stijging aan de uitgavenzijde vraagt om een antwoord aan de inkomstenkant, hoe beheerst dan ook, hoe afgebakend dan ook. Gelijke erkenning ten be hoeve van de agrarische bevolkingsgroep is niet aan wezig! IIET is duidelijk dat hier belangen aan de orde zijn, "die slechts door de boeren en tuinders gemeenschap pelijk kunnen worden behartigd. Hun organisaties, standsorganisaties Landbouwschap èn hun com merciële instellingen, waartoe ook onze Cebeco-Han- delsraad-groep, dienen in hun belang te handelen. Wat ons dan ook van vele andere ondernemingen on derscheidt is dat onze doelstelling niet uitsluitend wordt gevonden de Cebeco-Handelsraad-onderneming als zoda nig, maar in haar functioneren ten behoeve van haar leden, ten behoeVe van de bij onze groep aangesloten boeren en tuinders. De zin aan onze organisatie ontvalt, wanneer ons bezig zijn niets meer te betekenen zou hebben voor de individuele boer en tuinder. Naast het directe zakelijk verkeer gericht op boerderij en tuinde rij, zullen wij ons bezig moeten houden met de vraag, op welke wijze kan worden onderstreept en duidelijk gemaakt, dat de gezamenlijke agrarische ondernemers ook via hun organisaties deel uitmaken van het totaal economisch gebeuren. Vroeger was het beeld zeer eenvoudig. Het boeren- produkt bereikte de consument direct via een eenvoudig systeem van verhandeling en verpakking. Van het boe renbedrijf af liep als het ware een dunne lijn naar de consument. De consumenten-gulden die tegenover het produkt de weg terugliep, kwam voor een groot deel de boer ter beschikking. Thans staat er tussen de boer en tuinder en de consument een lange, druk bewoonde straat. Via deze straat bereikt het agrarisch produkt na veel verhandeling en verwerking de consument, die in zijn pakket vaak nauwelijks meer dat produkt herkent. De consument betaalt zijn gulden en tegen de tijd dat die gulden over de lange weg terug bij de boer is ge komen, heeft ieder zijn deel er vanaf geknabbeld en is er slechts een restant voor de agrarische producent over gebleven! Aldus de heer De Wit.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 11