v
Ons Zeeuwsch verleden
9
de wanden vrijwel geheel met tegels bedekt, waaronder
diverse tableaux, o.a. pilaren met de spreuk „Honit soit
qui mal y pense" en een kroon daarboven.
In het oudste gedeelte van het pand is de vloer bedekt
met ongeglazuurde tegels in rood en grijs. Ook hier zijn
de muren, althans gedeeltelijk, van tegels voorzien, doch
uit een latere periode (17001800). De bouwperiode van
dit oudste gedeelte ligt in een tijd waarin wandtegels,
zoals we^die overal aantreffen, nog niet in zwang waren.
Opvallend zijn hier nog de zeer zware zolderbaken met
aangebrachte consoles. De kapconstructie van dit ooste
lijk gedeelte is daarentegen lichter uitgevoerd en mis
schien in latere tijd vernieuwd.
EEN RUSTPUNT IN DE MIDDELEEUWEN
LIIERVOOR schreven we al dat dit hoogliggend ge-
bied vroeger ten dele tot de geestelijke bezittin
gen behoorde. Ook oefende de middeleeuwse adel er
gezag uit. De vroonlanden waren vrij van lasten. Het zou
denkbaar zijn, dat de geestelijkheid hier aan de rand van
de Poel, onder bescherming van kerk en adel (het kasteel)
en toevluchtsoord voor reizigers, zwevers, zieken, e.d.
had gebouwd, waarvan het oudste deel der gebouwen
een zij het later nog verbeterd 'deel zou kunnen
zijn en dat omstreeks de 17e of begin 18e eeuw de hui
dige boerderij met het woongedeelte daartegen gecon
strueerd werd. Het is, zoals als werd verduidelijkt, een
feit dat beide gedeelte van zeer uiteenlopende ouderdom
zijn.
wegt heeft diverse percelen in eigendom, die hij echter
niet zelf bewerkt. De boerderij wordt kennelijk verpacht
aan Cropmijnken Joris. Weer wat jaren later is de situa
tie grondig gewijzigd. Bepaalde percelen behoren dan
aan Christiaan Adr. zn. Pover, die ze zelf bewerkt, ter
wijl de gronden van de Armen van Goes (voormalige S.S.
goederen), ter grootte van 2.025 gemeten en 1.088 gem.
in pacht zijn bij Jacob Vermuyden (Vermue).
AN omstreeks 1683 tot ca. 1691 is Christ. Adr. zn.
Pover dan zeker degene, die de boerderij in eigendom
heeft en enkele percelen in de omgeving. Het was overi
gens zo, dat steeds vrij veel gronden van het bedrijf ge
legen waren in andere hoeken van Baarsdorp. Vóór 1698
vindt er dan weer een wijziging plaats en we zien nu dat
Cornelis Huybrechtse Boonman een belangrijk deel der
percelen in de Hemhoek in eigendom heeft verkregen,
waaronder de vroonen en tevens de hofstede.
Hij bewerkt ook de grond, die eigendom is van de Ar
men in Goes.
Van genoemde Cornelis H. zn. Boonman vonden we
dat hij op 18 november 1704 in het huwelijk trad met
Leuntje Barents. Hun dochter Maria, die op 27 januari
1710 werd^gedoopt, ontmoeten we in het verloop van dit
verhaal nogmaals.
In 1719 wordt vermeld, dat zowel Boonman als zijn
vrouw overleden zijn en wel resp op 9 december en 22
december. Hoewel we dat niet zeker weten, is het mo
gelijk dat ze het leven lieten als gevolg van een besmet-
Deze oudste zoon werd tevens tot enige en universele
erfgenaam benoemd. Verder zouden enkele kinderen uit
een eerder huwelijk van Marijke Cornelisse Boonman,
n.l. Cornelis Driedijk en Leuntje en Jacomijntje Dreidijk,
kinderen van haar en wijlen Cornelis Leinse Driedijk, wor
den gelegateerd.
MADAT Mattheus de Baar was overleden, verkochten
in maart 1782 zijn erfgenamen aan zijn reeds ge
noemde zoon Jan, geb. 16 juli 1752, deel in de helft
van de hofstede gelegen in Hemhoek te Baarsdorp. De
situatie daarvan was: ,,zuyd de wegt, west idem, noord
de Armen van Goes, verder andere percelen in dezelfde
hoek. (Lasonder nr. 2512, mrt. 1782).
Jan de Baar ging, om deze aankoop te betalen, op 8
maart 1782 een lening aan van 600,VI. en wel van
de Heer Carolus Sandijk. Als onderpand gold de hof
stede bovengenoemd, met in totaal 80 gemeten en 163 r.
aan landbouwgronden.
Korte tijd daarna, n.l. op 16 juli van laatstgenoemd jaar,
trad hij in het huwelijk met Cornelia Marinusse Alleme-
kinders, doch nog voor dit huwelijk werd voltrokken werd
door hen ten overstaan van de secretaris van Baarsdorp
en drie schepenen een testament opgemaakt met betrek
king tot hun in gemeenschap van goederen eventueel
na te laten bezittingen.
Het bedoelde stuk is gedateerd 29 juni 1782 en be
halve door de beide betrokkenen mede-ondertekend door
de vader van de bruid Marinus Jacobse Allemekinders
de schepenen Christiaan Eversen, Jacob van Dooren
Het woonhuis, gezien.aan de oostzijde.
l
Detail van de oostgevel (oudste deel van het complex).
De achterzijde (noord) van het wooncomplex.
Plattegrond van het woonhuis, met opvallend zware fundering van het oudste ge
deelte.
mm** XÖO»T*S,
Onderkomens als hierboven bedoeld bevonden zich in
de late middeleeuwen ook in de omgeving van Wemel-
dinge, Biezelinge en elders. Een vaag nog bestaand ge
rucht, dat ook te Baarsdorp een klooster of soortgelijke
stichting zou hebben bestaan, doet nog steeds de ronde
en het is denkbaar, dat reizigers, trekkende over de
Groote Dijk of door de Poel, te Baarsdorp een rust- en
overnachtingsmogelijkheid vonden.
DE EIGENAREN SEDERT HET EIND DER 16e EEUW
DEEDS uit het jaar 1599 zijn enige gegevens bekend
lv omtrent de eigenaars en bewerkers van de gron
den in de Hemhoek te Baarsdorp. Verschillende perce
len vroonland zijn dan eigendom van Jan Meeuwse en
hij bewerkt ook de zgn. S.S. goederen. Het is waarschijn
lijk, dat de hofstede zo die toen al bestond zijn
eigendom was en door hem werd bewoond.
In 1606 is de situatie als voren, terwijl in 1613 en 1627
op naam van Jan Meeuwse of Jan Bartelmeeuwes de per
celen staan, die ook in latere eeuwen steeds bij de hof
stede behoorden. De grootte daarvan wordt hierna nog
genoemd.
Ook tussen 1634 en 1648 blijven hoeve en omringende
percelen eigendom van genoemde familie. De eigenaar
is dan C. J. Meeuws of C. J. Bartelmeeuws. In 1655 staat
het bezit op naam van C. J. Meeuwse's Weezen. Cornelis
Jan is dan kennelijk inmiddels overleden.
In de jaren daarna omstreeks 1662 komen dan
nieuwe eigenaars en ook pachters. Huybrecht Casteel-
telijke ziekte, waartegen men in die tijd weinig verweer
had. Omtrent de grootte van het landbouwbedrijf dat zij
achterlieten, krijgt men een indruk als we zien, dat niet
veel minder dan 80 gemeten in Baarsdorp en omgeving
daartoe behoorden.
M A het overlijden van hun ouders staan de hofstede
en bijbehorende landerijen op naam van Corn.
Huybr.sse Boonman's Weezen en deze situatie is waar
schijnlijk een aantal jaren zo gebleven.
Dan treedt op 'december 1745 een dochter van het over
leden echtpaar Boonman, n.l. Maria (hiervoor reeds ge
noemd) in het huwelijk met Mattheus de Baar (zie ook
P. A. Harthocrn, Honderd Zeeuwse families, blz. 12).
In de overloper van Baarsdorp van 1748 treffenwe De
Baar als eigenaar va nde hofstede en bijbehorende gron
den aan. Zo o.a. in Hemhoek de percelen groot 2.020
gem., 1 gem. 248, 0.150 gem., 1 gem. 020 (vroon) en 0.063
gem., welke door hem werden bewerkt en ten dele be
woond. Behalve de genoemde percelen bij de kern van
Baarsdorp lagen de betreffende percelen in Papenhoek,
Adolfshoek, Ongereedhoek, Daniëlshoek en in de Huy
brechtse Merken (alle in de heerlijkheid Baarsdorp).
Mattheus de Baar was vele jaren boer op deze hof
stede. Vermoedelijk tot in 1781, daar hij overleed vóór
maart 1782. In mei 1775 (inv. Lasonder 2518) hadden hij
en zijn echtgenote ten aanzien van hun na te laten goe
deren bepaald, dat naast andere legateringen aan hun
zoon Jan de Baar 16.13.4 VI. zou worden uitgekeerd.
en Marinus Sandee. De genoemde secretaris, t.w. J. L. P.
van Steveninck plaatste zijn handtekening ,,ter kennisse".
Korte tijd daarna werd het voorgenomen huwelijk vol
trokken.
Jan de Baar was kennelijk geen onbelangrijk man in
het kleine Baarsdorp. In de jaren 1810 tot 1813 treffen
we zijn handtekening onder diverse stukken aan in kwa
liteit van maire (burgemeester) en schepen.
(Zie verder pag. 16.)
WIJ ONTVINGEN
Schetsen, legenden, folklore, historie, plaats- en
persoonsbeschrijving en kerkhistorie, geschreven
door A. M. Wessels, historicus te Goes.
Een ongewijzigde herdruk van de uitgave van 1933, mo
gelijk door de moderne copieer- en drukmethoden. Zowel
druk als de reproduktie van de illustraties zijn van hoge
kwaliteit. Door het gevolgde offsetprocedé kon de prijs
(f 35fnaar verhouding redelijk worden gehouden; ge
bonden in linnen, met titel in goudopdruk op zwart op
rug, 347 pagina's met 16 gravures. Uitgever Gijsbers
Van Loon te Arnhem en Boekhandel Bikker, Badhuisstr
15 te Vlissingen, tel. 1184—2483, die voor Zeeland de ver
spreiding verzorgt. Ook te bestellen bij de boekhandel.
Een boek dat de lezer meeneemt in de rijke historie en
volksgebruiken van Schouwen, Tholen, Noord- en Zuid-
Beveland, Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen.