Samenwerking tusssen
loonwerker en telers
bij de suikerbietenoogst
11
In dit sam e nwe rkingsnimtme r past
deze bijdrage van de heer C. Zijde
wind van het Akkerbouwconsulent-
schap te Schagen, die opgenomen
werd in „Landbouwmechanisatie" no
vember 1973. Het betreft eén samen
werkingsvorm waarvan er nu reeds
acht in het betreffende gebied aan het
werk zijn en waarvan ook voor de
aardappeloogst een soortgelijke vorm
van de grond komt.
MET de komst van de zesrijige Franse bietenrooiers in
1970 is er dn de kop van Noord-Holland een vorm
van samenwerking bij de oogst ontstaan tussen telers eh
loonwerker, dlie sindsdien een snelle uitbreiding heeft onder
gaan. In de Waard- en Groetpolder waar deze samenwer
kingsvorm startte, werd in 1972 al ruim 400 ha suikerbieten
gerooid door twee zesrijige machines. In de Wieringermeer
wterkten in 1972 vijf combinaties met in totaal 90 bieten
telers, die met elkaar 940 ha suikerbieten verbouwden. Hier
van hadden de drie grootste combinaties met 67 boeren
samen 746 ha suikerbieten.
Van één rooicambinatie zijn de volgende bijzondierheden
verkregen. De betrokken loonwerker deed in de winter 1971-
1972 het voorstel om bij voldoende 'belangstelling een zes
rijige zelfrijdende bietenrooimachine aan te schaffen, een
tweefasen systeem dus van in langszwad rooien in de eerste
werkgang en laden in de tweede werkgang. Een groep land
bouwers, voor een deel al bestaande klanten wilde, mede
gezien het voorgestelde tarief, hier wel op ingaan. Een be
langrijke voorwaarde was, dat de loonwerker de zekerheid
wenste om gedurende een periode van vier jaar de suiker
bieten te mogen rooien, met het oog op de benodigde inves
tering. Dit werd in een contract tussen de betrokkenen vast
gelegd.
In 1972 werd toen bij 24 deelnemers 258 ha suikerbieten
gerooid, dus een gemiddelde oppervlakte bieten per bedrijf
van 10,7, op grondsoorten variërende van zavel tot vrij
zware klei.
Het zij hier vermeld dat het voor een goede werkorgani
satie -belangrijk is dat de transportafstanden niet te groot
zijn. Het (betrokken loonbedrijf ligt midden in het werkge
bied en de grootste afstand tot een van de deelnemers aan
de combinatie is 10 km.
CONTRACT EN LEIDING
De leiding bij het rooien en laden is in handen van de
loonwerker. De volgorde van het rooien wordt vooraf en in
overleg met de deelnemers vastgesteld). Het transport van
de bieten van het -land wordt door de landbouwer waar
wordt gerooid, in overleg met de loonwerker geregeld. De
betrokken teler is er verantwoordelijk voor dat er bij het
laden van de suikerbieten uit het zwad voldoende kipwagens
aanwezig zijn.
Een voorbeeld van zo'n vierjarig contract staat 'hier boven.
Het rooi- oplaadtarief bedroeg in 1972 280,per ha.
De verhoging per jaar die voor 1973 is berekend, (bedraagt
20,per ha.
Contractueel is overeengekomen dat een tweede zesrijige
machine zal worden ingezet indien de weersomstandigheden
dit noodzakelijk maken. Deze tweede machine is een oude
Franse zesrijige opbouwmachine (4- lader), die al in het
bezit van de loonwerker is. De rooicombinatie wordt als
één leverancier bij de suikerfabriek ingeschreven, zodat per
bedrijf, niet aan leveringstermijnen behoeft te worden vol
daan. De afrekening van de bieten komt echter per bedrijf.
Lange ligtijden van de hopen suikerbieten op het erf worden
hierbij voorkomen.
DE ROOICAPACITEIT IN 1972
De nieuwe zelfrijdende Herriau zesrijige rooimaohine
wordt door een man van het loonbedrijf bediend, evenals de
Herriau ibietenlader.
Iedere landbouwer heeft zich verplicht minstens 4 ha per
keer te laten rooien, behalve in de periode van voorlevering,
wanneer de kopeinden en kanten worden gerooid. Gemiddeld
werd er per uur ruim 1 ha bieten gerooid, bij een opbrengst
van gemiddeld 50 t/ha. Inclusief transporttijd, onderhoud
machines wordt gerekend met een totaal van 1 /2 u/ha -De
maximale afstand die het transport vroeg naar een ander
perceel was 3 km.
Een topprestatie werd geleverd in de droge periode van
eindi oktober 1972. Op een dag van 's morgens 7 uur tot
's avonds 18.30 minus een uur schafttijd, werd in 10l/2 uur
op 3 bedrijven 13*4 ha gerooid. Gemiddeld dus 1,28 ha/u.
Hierbij werden vanaf 15.30 uur een tweede bietenlader -inge
zet en meer wagens voor transport om 's avonds alle bieten
van het land te hebben (tarra 13 De slechtste prestatie
werd eind november 1972 geleverd op een 5 ha perceel met
zeer zware grond n.l. 0,75 ha/u (tarra 30 Uit ervaring
is gebleken dat het rooien meestal geen problemen geefte
maar dat het transport moeilijkheden kan geven.
Hoewel er naar gestreefd wordt om de suikerbieten voor
half november gerooid te krijgen, moest in de herfst 1972
nog 60 ha suikerbieten na de regenperiode van begin novem
ber gerooid worden. Een gebrek aan afvoer naar de fabriek
was de hoofdreden. Maar tevens hebben de landbouwers
begin oktober niet allen „hun deel" willen rooien.
HET TRANSPORT NAAR DE TUSSENOPSLAG
Afhankelijk van de afstand die met de bieten van -het per
ceel naar het erf moest worden afgelegd, werden vier, vijf of
zes kipwagens ingeschakeld.
Om 1 km vanaf het perceel naar -huis te rijdien waren
vaak vijf of zes wagens plus trekkers met bestuurders nodig.
Als er 60 ton bieten bruto van één ha komt moet er 1 t/min.
afgevoerd worden, of 5 ton in 5 min. Algemeen vond men
het geen groot voordeel om met achttonskipwagens te rijden
inplaats van met vijftonswagens, vooral niet in een natte
periode.
De moeilijkheden bij het transport waren dan ook in
hoofdzaak, dat de wagens in een natte periode maar gedeel
telijk geladen konden worden, wat extra wagens vroeg en
waarbij de capaciteit van de oplader niet vollediig kon wor
den benut.
De kosten van transport werden door de boeren van de
men er veel schieters voor die eveneens meer koptarra ver
oorzaakten dan normaal. In enkele andere combinaties werd
in een natte periode 's middags pas begonnen met bieten
laden, waarbij dan twee laders werden ingezet en daarvoor
de dubbele transportcapaciteit nodig was.
DE KOSTEN VAN HET BIETENROOIEN
Het tarief van het rooien laden was in 1972 280,—/
ha (excl. B.T.W.).
Dit tarief mag in 1973 worden veihoogd tot 300,De
belangrijkste reden dat het tarief zo laag gehouden kan, wor
den, ligt in het aantal hectaren dat per machine gerooid en
geladen wordt in dit soort combinaties. Om een inzicht te
krijgen in het tarief werden de volgende berekeningen ge
maakt:
Tabel 1 Kostenbegroting Herriau zelfrijdende zesrijige
bietenrooimachine 1973
Aanschaffingsprijs 96.000,
B.T.W. 4
1 januari 1973
3.840,—
Investering totaal
99.840,—
of Totaal
99.840,—
Restwaarde
Restwaarde
na 4 jaar
19.840,—
na 5 jaar
9.840,-
Afschrijven
Afschrijven
over 4 jaar
80.000,—
over 5 jaar
90.000,—
Aantal ha te rooien
bieten per jaar
200
200
250
250
300
Afschrijving in
4 j.
5 j.
4 j.
5 j.
4 j.
Afschrijving per jaar
20.000
18.000
20.000
18.000
20.000
Renteverlies: 8 p/j.1)
4.800
4.800
4.800
4.800
4.800
Onderhoud 20,p/ha1)
4.000
4.000
5.000
5.000
6.000
Assurantie/stalling
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Alg. kosten en diversen
1.500
1.500
1.750
1.750
2.000
Bedrijfsleiding:
5.000
5.000
5.625
5.625
6.000
9b gniiii
ll99D liC
combinatie onderling verrekend en (bedroegen per uur 22,50
voor een vijftonskipper en 25,voor een achttonswagen,
incl. bestuurder trekker.
DE ROOIKWALITEIT IN 1972
In 1972 kwam er gelukkig een lange periode voor dat
grondtarra geen problemen gaf. In november waren er ech
ter na een natte periode wel tarraproblemen. Tevens kwa-
(Per ha 25,—- bij 200 ha;
22,50 bij 250 ha en bij
300 ha 20,—)
Kosten per jaar
Kosten per ha
Brandstof en smeerolie
Bestuurder lasten
37.300 35.300 39.175 37.175 40.800
186
10
15
176
10
15
157
10
15
149 136
10 10
15 15
KONTRAKT
Ondergetekende, partij enerzijde:
landbouwer te
verklaart te zijn overeengekomen met hierna te noemen partij andere zijde:
loonwerker
Partij enerzijde zal in het oogstjaar 1972-1973-1974-1975 per jaar ha suikerbieten
laten rooien door partij andere zijde onder de volgende voorioaarden.
1. De bieten zullen worden gerooid en op de wagen geladen tegen een tarief van
per ha 1972.
Indien noodzakelijk zal in de volgende jaren per jaar een verhoging van ten hoogste
per ha mogen worden doorberekend i.v.m. de algemeen stijgende kosten.
2. Indien het bietenblad ten behoeve van veevoer op lagen van zes rijen moet worden ver
zameld, d.w.z. het blad wordt niet gekneusd, zal per ha f 50,meer worden berekend.
3. Partij andere zijde verplicht zich binnen het kader van diegenen welke deze vorm van
overeenkomst zijn aangegaan voorrang genieten opdat partij enerzijde verzekerd kan
zijn dat zijn bieten op een voor hem zo gunstig mogelijk tijdstip zullen worden ge
rooid.
4. Indien de weersomstandigheden van dien aard zijn dat een tweede zesrijige combinatie
moet worden ingeschakeld, dit in overleg met beide partijen, moet hiervoor worden
zorggedragen.
5. Bij eventuele geschillen zal een terzake-kundige worden geraadpleegd.
Aldus opgemaakt te
en getekend:
Partij enerzijde:
19
Partij andere zijdé:
Kosten per ha
i) 60 x 8
ƒ211 ƒ201 ƒ182 174 ƒ161
4,8 x 100.000.
EISEN WAARAAN EEN COMBINATIE MOET VOLDOEN
Op grond van de tot nu toe verkregen ervaringen kunnen
enige voorzichtige eisen voor een loonwerker/telers samen
werkingsvorm worden geformuleerd:
Bij inzet van één zesrijige Franse bietenrooier, per sei
zoen niet meer afspraken maken dan voor 200250 ha.
(In gebieden met lichte gronden kan 250 ha aangehou
den worden en in gebieden met zware gronden, wanneer
15 september wordt begonnen 200 ha).
Goede afspraken moeten worden gemaakt over de volg
orde van rooien en onderling transport.
Een goed contract voor minstens 4 jaar geeft de loon
werker en de teler meer (financiële) zekerheid.
De transportafstanden moeten 'klein gehouden worden.
Laat loonwerkers eventueel klanten „uitwisselen".
De combinatie moet er naar streven om rond 10 novem
ber klaar te zijn.
Bij een goed opgezette ihietenrooioombinatie kunnen dan
als voordelen worden genoemd dat:
die kosten van het rooien laag zijn;
er een optimale benutting van de rooimachine en lader
is;
er betere benutting van transportmaterialen en arbeid is;
de individuele landbouwer minder behoeft te investerep.