Samenwerking
in de akkerbouw
Machines en
aardappelen voor
gezamenlijke rekening
0
De oogst van de spinazie en het laden op de vrachtwagen. De heer Groenewege en de arbeider van de heer Wijtvliet maaien de spinazie die bij de gebouwen van de heer WljtvUet
op een betonnen plaat wordt gestort. Daarna wordt de spinazie op een vrachtwagen geladen voor transport naar de conservenfabriek.
De totale oppervlakte van het bedrijf van de heer Groene
wege beslaat 53 ha en dat van de heer Wijtvliet 62 ha. Zowel
op het bedrijf van de heer Groenewege als van de heer Wijt
vliet is 1 vaste man in dienst. Bovendien heeft de heer Wijt
vliet 40 stuks mestvee.
SAMENWERKEN
De eerste schreden op het pad van de gezamenlijke be
drijfsuitoefening werden gezet in 1965 toen een bietenrooier
voor gezamenlijke rekening werd gekocht. Tot dat tijdstip
werden de bieten gerodid door de loonwerker omdat de ge
teelde oppervlakte te klein geacht werd voor het aanschaf
fen van een rooier op elk van de bedrijven. Aan deze loon
werkperiode kwam een einde omdat het geleverde werk
met de toen in zwang zijnde rooiers kwalitatief onvoldoende
was en bovendien vrij duur.
omgekeerd) goed. De afstand) tussen de beide bedrijfsgebou
wen is 1500 meter. De gezamenlijke planning is erg belang
rijk. Het bouwplan zal zodanig moeten zijn opgesteld, dat
mensen en machines met een optimaal rendement kunnen
worden ingezet. Bedrijfsleiding, personeel en machines van
elk van de bedrijven stellen zich in voor een goede zorg en
afwikkeling van de oogst op beide bedrijven.
OP PAPIER
Een dergelijke financiële verwevenheid vereist een goede
basis. Er is een maatschap gesticht, die tot doel heeft het
voor gezamenlijke rekening exploiteren van werktuigen,
machines en het koelhuis tevens voor het telen, bewaren
en verkopen van aardappelen. In het opgestelde contract
zijn regels overeengekomen die bij de samenwerking zullen
gelden zoals de aanschaf van de machines, verrekening bij
WAAROM HIER WEL
Samenwerking tussen verschillende ondernemers vindt
plaats op velerlei wijze en op velerlei schaal. Op slechts
weinig bedrijven gaat men zover als in de hier geschetste
situatie. Een intrigerende vraag komt dan boven. Als deze
voordelen hier zo voor de hand liggen, waarom volgen dan
niet meer boeren dit voorbeeld? Lang niet overal zullen de
omstandigheden een dergelijke samenwerking mogelijk ma
ken, maar wel meer dan thans het geval is. Mogelijk is de
noodzaak van samenwerking nog niet overal aanwezig en
neemt men nog genoegen met de bestaande situatie. Toch
zouden we wensen, dat meer boeren de gelegenheid te baat
nemen om de samenwerking als middel tot verbetering van
de financiële resultaten en de sociale omstandigheden aan
te wenden. Wachten tot de nood aan de man komt kan jaren
lang verlies van voordeel tot gevolg hebben. Eigenlijk zou
niemand zich dat moeten veroorloven!
R. HOITING.
De schuur van de „Nassauhoeve" van de heer Groenewege. Gezicht op de boerderij van de heer Wytvliet.
Tussen Zevenbergen en Moerdijk ligt de Nassaupol-
der. Eeuwenlang heeft de landbouw hier gebruik kunnen
maken van de vruchtbare bodem, die in de 16e eeuw
droog kwam te liggen. De polder is eigendom van de
Domeinen. Mooie grote hoeven liggen verspreid over
de totale oppervlakte en bieden ook thans nog de mo
gelijkheid tot het verdienen van een goede boterham in
de akkerbouw. Daarmee is overigens allerminst een sta
tische situatie aangegeven. De omgeving is in de greep
gekomen van ontsluiting en industrialisatie: over rijks
weg 17 spoedt het verkeer zich voort en tegen de ach
tergrond rijzen de vele schoorstenen van Shell-Moerdijk
meer dan huizenhoog omhoog. Er diende werkgelegen
heid te worden geschapen, die goed bereikbaar is. De
prijs voor de arbeid en de mechanisatie ging omhoog,
duurder en groter. Ook in de Nassaupolder kon de me
chanisatie goed op gang komen, maar het was zaak om
de steeds groter wordende machines te blijven beheer
sen. De eigen bedrijven werden te klein en samenwer
king was een alternatief. En de heren Groenewege (50
jaar) en Wijtvliet (40 jaar) uit de Nassaupolder probeer
den dat.
SOORTGELIJKE BEDRIJVEN
De bedrijven zijn qua karakter soortgelijk, n.l. beide ak
kerbouwbedrijven op goede kleigrond waarvan de afslib-
baarheid grotendeels tussen 30 en 45 ligt. In de opper
vlakte is weinig verschil. Ook de leeftijden van de onder
nemers variëren niet wezenlijk. Bij de heer Groenewege
heeft zijn zoon zich inmiddels als bedrijfsopvolger aange
diend en bezoekt de M.L.S. te Dordrecht. Bij de heer Wijt
vliet is de opvolging nog niet aan de orde. Het bouwplan
bestaat uit de volgende gewassen met een globale aandui
ding van de jaarlijkse oppervlakte.
Gewas Groenewege Wijtvliet
Tarwe 12 10
Gerst 6 6
Aardappelen 6 6
Suikerbieten 13 18
Graszaad 7 4
Conservenerwten 5 71/2
Spinazie 2voorjaar 10
5V2 najaar
Prinsesseboontjes 2 Sl/2 nateelt
Deze eerste stap werd niet betreurd. De financiële voor
delen waren opvallend. Van beide 'bedrijven konden de aan
wezige arbeidskrachten bij de oogst worden ingezet. Voor
zover op één van de bedrijven meer werd gewerkt door de
personeelsleden werd een en ander verrekend. Andere aan
schaffingen volgden, zoals een sproeimachine en een com
bine (na inruil van de beide kleinere combines). Ook de
overige machines werden over en weer gebruikt en zijn nu
gezamenlijk eigendom.
SAMEN AARDAPPELEN TELEN
|N deze jaren is gebleken, dat de samenwerking bij beide
ondernemers positief werd beoordeeld. Dat was de
basis om een stap verder te gaan. In 1969 werd met Van
Tuyll te Gameren een 5-jarig contract gesloten waarbij
overeen werd gekomen om in april/mei de opbrengst van
20 ha aardappelen te leveren. Daarom was de bouw van een
koelhuis noodzakelijk. Men besloot dan ook gezamenlijk een
koelhuis te bouwen. Domeinen verleende erfpachtsrecht
voor een bouwperceel waarop het koelhuis verrees met een
opslagcapaciteit van 1200 ton. Naast het reeds genoemde
contract werd nog een contract gesloten voor die levering
van 100 ton aardappelen herfstlevering en 200 ton voor
jaarslevering. Op de eigen bedrijven worden 12 ha aard
appelen geteeld en om aan de contractuele verplichtingen
te kunnen voldoen wordt 22 ha bij gehuurd. Zijn er meer
aardappelen dan nodig is voor de contractuele verplichtin
gen, dan kunnen deze als vrije aardappelen worden verhan
deld. De teelt van het aardiappelgewas is voor rekening en
risico van beide samenwerkende ondernemers gezamenlijk.
VEEL OVERLEG
Het spreekt vanzelf, dat een goed functioneren van het
geheel regelmatig overleg noodzakelijk maakt en veelal da
gelijks plaats vindt. De bedrijven liggen met hun grond
tegen elkaar en via een grindweg is de bereikbaarheid van
eikaars grond vanuit de verschillende bedrijfsgebouwen (of
uiteenlopende oppervlakten, onderhoud en stalling, verde
ling van winsten of verliezen, gang van zaken bij ziekte van
vennoten, verrekening van ontstane schade doordat gewas
sen niet kunnen worden geoogst en regels over de gang van
zaken als de maatschap zou worden beëindigd. Naast het
notarieel verleden contract vormen de balans en die verlies-
en winstrekening van de maatschap een belangrijke bron
van informatie voor de feitelijke gang van zaken. Overleg
met een boekhoudbureau kan daarom niet worden geimist.
Ook is het onder ogen zien van de gang van zaken na een
mogelijk overlijden genoodzaakt.
MOTIVATIE
Wat is nu de drijfveer geweest om zover met de samen
werking te gaan. Door de heer Groenewege wordt als eerste
motief genoemd het financiële voordeel. De grotere een
heden, die moeten worden bewerkt en geoogst maken het
mogelijk om aanzienlijk rationeler te werken. Dit geldt bij
het gebruik van alle werktuigen. Bovendien kunnen bij aan
koop van benodigdheden de voordelen van grotere hoeveel
heden worden benut.
De bedrijven sluiten goed op elkaar aan, waardoor het
mogelijk wordt om de mogelijke voordelen van gemakkelijk
te werken ook worden benut. Velen zien in het noodzake
lijke overleg een beknotting van de veelgeroemde zelfstan
digheid. Er zal veel gegeven en weinig genomen moeten
wordien van beide kanten en op deze noodzaak zijn al veel
samenwerkingen stuk gelopen! De heer Groenewege ziet
overleg niet als een belasting maar als een groot voordeel.
De bedrijfsvoering en het ondernemerschap vergen in deze
tijd omvangrijke investeringen en vérreikende beslissingen.
Consequenties van bouwplannen en afzetafspraken van de
geteelde produkten kunnen soms moeilijk alleen worden
overzien.
De mogelijkheid om met een collega deze problematiek
door te praten en op basis daarvan gezamenlijk beslissingen
te nemen geeft een verlichting van de zware verantwoorde
lijkheid en aansprakelijkheid die op elke moderne ondier
nemer rust. Het bezwaar van velen wordt hier als een voor
deel ervaren. Uit de beide genoemde argumenten voor sa
menwerking vloeit een derde voort. De beide ondernemers
krijgen de ruimte in tijd en inzicht om hun ondernemerschap
zo goed mogelijk waar te maken. Zij zijn geen slaaf van een
bedrijf, dat de ondernemer tot zijn eerste arbeider maakt.
Enerzijds het financiële voordeel en anderzijds -de minder
zwaardrukkende verantwoordelijkheid hebben een grotere
voldoening tot gevolg in de uitoefening van het ondernemer
schap int de landbouw. i