SAMENWERKEN Samen lasten dragen vjjpjév ERSTMiS 1973 valt aan het eind van een jaar, waarin op bijna al.le fronten van een betere onder linge samenwerking tussen mensen en volkeren op deze aardo maar bitter weinig is terechtgekomen. In heel wat gevallen kan 1973 zelfs gekenschetst worden als een jaar waarin eerder de conflicten op de voorgrond traden. De polarisatie vierde hoogtij ten koste van de harmo nische samenleving. Niettemin vinden wij het een goede gedachte om juist in dit kerstnummer speciale aandacht aan samenwer king in de landbouw te schenken. Herdenken wij immers niet juist met Kerstmis de start van het grootste samen werkingsverband dat de mensheid ooit heeft aangegaan. We zouden kunnen stellen dat samenwerking volledig bij de kerstgedachte past. Natuurlijk is de samenwerking, zoals in dit nummer wordt gepresenteerd gebaseerd op zakelijke overwegin gen. Niettemin treden toch ook bij bijna elk samenwer kingsverband de menselijke verhoudingen naar voren. Elke samenwerking, hoe klein ook, vraagt nu eenmaal van alle deelnemers dat men elkaar ook in het mense lijke vlak tegemoet treedt. Dat geldt zeer zeker ook voor de samenwerking tussen twee of meer gezinsbedrijven in de landbouw. Hier is immers de scheiding tussen privé en zakelijk leven vaak veel minder duidelijk aanwezig dan in vele andere sektoren. Terecht stelt Markusse dan ook als eerste vraag aan allen die het aangaan van een of andere samenwerkings vorm overwegen: „Verstaat u elkaar op zakelijk, maar ook op menselijk niveau?" Kon deze vraag positief be antwoord worden, dan heeft men zonder twijfel een eer ste belangrijke stap gezet. Over de mogelijkheden die er verder in het kader van samenwerkingsvormen open liggen, hoopt de extra bij lage van dit nummer u het een en ander duidelijk te ma ken. VERDEELDE LANDBOUW DRATEND en schrijvend over samenwerking tussen individuele landbouwbedrijven, kan het bijna niet anders of de vraag komt naar voren hoe het met de samenwerking tussen de vertegenwoordigende organi saties van deze individuele bedrijven zit. Wat dat betreft moeten we konstateren dat er ook op dit terrein nog heel wat te doen valt. Natuurlijk vinden er op vele niveaus tussen de diver se landbouworganisaties bepaalde vormen van samen werking plaats. Wij hebben evenwel de indruk dat deze samenwerking nog te veel alleen maar plaats vindt om dat het uit zakelijke overwegingen niet anders kan. Of er in al deze gevallen ook van een werkelijke wil tot sa menwerken sprake is, wensen wij nog te betwijfelen. Wij dachten dat men nog veel te weinig bereid is om het al gemeen belang van de Nederlandse boer en tuinder te laten prevaleren boven het belang van de eigen orga nisatie. De verdeelde opstelling van de georganiseerde landbouw tegenover de compensatie van de landbouw in het kader van de revaluatie van de gulden, is daar maar één van de vele voorbeelden van. Het gaat daarbij niet altijd om verschillen van mening tussen de organi saties op basis van de confessie, maar zeker ook om verschillen tussen de belangen van akkerbouw, tuinbouw en veehouderij. Overigens moeten we konstateren dat de achterban, de individuele boer of tuinder dus, steeds duidelijker gaat denken in de richting van één landbouworganisatie. Dat wijzen de veel opmerkingen in deze richting waar mee alle organisaties geconfronteerd worden ook wel uit. Wij vragen ons af of het dan ook niet de hoogste tijd wordt om als bestuurderen op alle niveaus niet lan ger om de hete brij heen te lopen, maar werkelijk tot concrete daden te komen. In dit kader is het ons inziens verheugend te kunnen konstateren dat de plattelandsjongerenorganisaties in ONS COMMENTAAR ons gebied al zeer ver gevorderd zijn op de weg naar één organisatie. DEMOCRATIE QOK op het nationaal politiek en maatschappelijk terrein is er van betere samenwerking nauwelijks sprake. Daarvan is uiteraard de langdurige kabinetsfor- formatie een duidelijk voorbeeld geweest. Te veel wordt het belang van de eigen groep, of die nu rechts, links of in het midden is gesitueerd gesteld boven het belang van de totale bevolking. Dat het uiteindelijke resultaat van deze kabinetsfor matie slechts weinigen bevrediging schenkt, is dan ook niet zo verwonderlijk. Het lijkt wel of naarmate de in- spraakmogelykheden toenemen, ook de ontevredenheid en de conflicten toenemen. Wij vragen ons af of we met de uitleg die vandaag de dag aan het begrip democratie wordt gegeven dan ook wel op de goede weg zijn. Naar onze mening bete kent democratie in feite de mogelijkheid voor alle bur gers om in volle vrijheid zijn vertegenwoordigers in alle beleidsorganen binnen de maatschappij te kiezen, dan wel zichzelf alsvertegenwoordiger kandidaat te stellen of te laten stellen. Daarnaast dat binnen het kader van de daartoe opgestelde regels gekozen vertegenwoordigers vervangen kunnen worden. Wil nu de democratische maatschappij redelijkerwijze kunnen funktioneren dan dienen deze gekozen vertegenwoordigers wel in de ge legenheid gesteld te worden een werkelijk beleid te voe ren. Vandaag de dag lijkt het er evenwel veel op dat de democratie steeds meer wordt uitgelegd in de zin dat iedere burger te pas en te onpas zichzelf in alle beleids organen moet kunnen vertegenwoordigen. Uitzichtloze en veelal voor niemand bevredigende inspraakprodures zijn daarvan dan het gevolg. In plaats van het aan de lopende band oprichten van aktiegroepen, het houden van protestoptochten en de monstraties, het plegen van bezettingen etc. ware het ons inziens veel beter indien men zich veel intensiever ging bezighouden met juist het kiezen van zijn vertegen woordigers en het bepalen van het beleidsprogramma wat deze vertegenwoordigers dienen mee te krijgen. Inspraak of niet, er dienen uiteindelijk besluiten ge nomen te worden. In democratische zin betekent dat nog altijd beslis sen met meerderheid van stemmen evenwel rekening houdende met de belangen van de minderheid. WERELDVOEDSELPRODUKTIE TATAT verder van huis kunnen we konstateren dat ook het wereldbeeld in 1973 niet overheerst werd door een streven naar nauwere samenwerking. Het mislukken van vele internationale conferenties en het stagneren van de ontwikkeling der E.G. zijn daarvan de voorbeelden. Alles overheersend is dan natuurlijk het weer tot uitbars ting gekomen conflict in het Midden-Oosten en de daar uit voortvloeiende olie- en energiecrisis. Zeker niet minder ernstig is naar onze mening even wel de aanmerkelijke verslechtering van de wereldvoed selsituatie gedurende het laatste jaar. Steeds duidelijker wordt immers dat we vandaag de dag nauwelijks in staat zijn de wereldbevolking van voldoende voedsel te voor zien. De veelbesproken overschotten en (schijnbare) voor raden zijn omgeslagen in tekorten op bijna elk terrein. In feite komt het erop neer dat de wereld zich voor het ko mende jaar geen misoogsten meer kan permitteren. Het tragische daarbij is natuurlijk dat van deze situatie juist de ontwikkelingslanden het eerst de dupe dreigen te wor den. De beste vorm van ontwikkelingshulp in de komen de tijd lijkt dan ook om met zijn allen, dus zowel arme als rijke landen, te trachten de voedselproduktie zoveel mogelijk op te voeren. En dat is dan een heel ander ge luid dan datgene wat men nog slechts kort geleden in sommige kringen kon vernemen, die zich voorstander toonden van een beperking der Westerse landbouwpro- duktie ten gunste van de produktie in de derde wereld. Bij deze voedselschaarste op zich komt nu dan nog de oliecrisis, waardoor ook het transport van over- schotgebieden naar tekortgebieden steeds moeilijker en kostbaarder wordt. Dat laat nog eens zien hoe riskant het kan zijn om voor een belangrijk gedeelte van zijn voedsel van overzeese aanvoer afhankelijk te zijn. Overi gens zullen ook in dit geval de ontwikkelingslanden om getwijfeld het eerste slachtoffer van de tekorten aan brandstof voor schepen en vliegtuigen zijn. Naar onze mening noopt de huidige energiesituatie tot een nadere bezinning op de huidige situatie, waarbij onder meer enorme voedseltransporten tussen de op on derling grote afstanden gelegen contingenten plaatsvin den. Willen we zuiniger met de mondiale energievoorra- den omspringen, dan zou een grotere zelfvoorziening der aparte werelddelen, met name voor wat de voedings- produkten betreft, wel eens gewenst kunnen zijn. GEVOLGEN ENERGIESCHAARSTE I-TET wordt steeds duidelijker dat het leven in 1974 in belangrijke mate zal worden beïnvloed door de olie- en energieschaarste. Duidelijk is ook dat de land bouw niet helemaal aan de gevolgen van de energie crisis zal ontkomen. Zoals het er nu uitziet zal de landbouw weliswaar over voldoende olie- en olieprodukten kunnen beschikken, de vraag is evenwel tegen welke prijzen. Daarbij komt nog dat voor vele andere, meer indirekt van olie afgeleide produktiemiddelen met aanzienlijke prijsstijgingen rekening gehouden moet worden. Dat geldt voor kunstmest en bestrijdingsmiddelen, maar ook voor bijvoorbeeld machines en onderdelen daarvan. Daarnaast zal uiteraard ook het levensonderhoud, inclusief de so ciale verzekeringen, voor het boerengezin aanmerkelijk duurder worden. Een kostenstijging over de hele lijn dus. Zo langzamerhand is ook in grote lijnen duidelijk ge worden met welke distributiemaatregelen de landbouw de eerstkomende maanden te doen zal krijgen. Wij heb ben ze nog eens voor u op een rijtje gezet. 1. Toewijzing benzine voor privé-gebruik auto 15 liter per week. 2. Extra toewijzing benzine en propaangas voor gebruik in landbouw aanvragen via D.B.H. 3. Extra toewijzing benzine voor zakelijk gebruik auto aanvragen vanaf 2 januari 1974 via de gemeentelijke secretarie; toewijzing 75 van het aantal gereden km per jaar boven de 13.000. 4. Dieselolie voor gebruik in de landbouw zal voorlopig niet onder de distributie komen te vallen, doch na kleuring beschikbaar worden gesteld. Wij dachten dat uit bovenstaande zeer terecht duide lijk blijkt dat de landbouw bij de toewijzing van brand stof grote prioriteit geniet. Wij hopen dat dit ook het geval zal zijn voor het transport van land- en tuinbouw- produkten. Overigens geeft de benzinedistributie voor het parti culiere autogebruik op het platteland nauurlijk wel spe ciale problemen. Dit geldt des te rrieer waar het open baar vervoer in grote delen van ons werkgebied in ont wikkeling duidelijk is achtergebleven bij 'dat in de stad. Zodanig zelfs dat er nu per hoofd van de bevolking op het platteland veelal minder geld door 'de overheid in het openbaar vervoer wordt gestoken dan in de stad. Houdt de benzineschaarste voor langere tijd aan dan zal men ons inziens ofwel het platteland meer benzine moeten verstrekken ofwel het openbaar vervoer aanmer kelijk moeten verbeteren. Al met al houdt de start van 1974 ook voor de land- en tuinbouw nog heel wat onzekerheden in. Niettemin mogen wij U met uw gezin prettige Kerst dagen toewensen. LUTEIJN. Drs. J. DIJKGRAAF, L.C»C. - Goes. I-IET leven lijkt in deze sombere decembermaand en door de merkbare gevolgen van het energietekort duidelijk te verkillen. We worden op heel harde feiten gedrukt, die ons bestaan onmiddellijk raken. Zodanig zelfs, dat december als maand van het licht dreigt te degraderen tot een periode van zware schaduwen. Ze ker in materieel opzicht. Toch moeten we proberen, al thans ons inziens, daar bovenuit te stijgen, zodat de laatste maand van het jaar ondanks alle zorgen ook een maand van verstilling in ons persoonlijk leven wordt. Met de kerstdagen in zicht worden we in het bijzonder be paald bij de hogere waarden in het leven. Waarden, die van grote betekenis kunnen zijn om anders tegen onze ongemakken aan te kijken. Met vertrouwen de toekomst tegemoet zien behoeft namelijk geenszins te betekenen, dat dit vertrouwen ongefundeerd is. Wat ons bestaan be dreig is niet sterker dan ons vertrouwen, ook al kennen we allemaal onze twijfels van tijd tot tijd. BEZfNNFNG jET schckeffekt van de energiecrisis met name brengt ons weer eens tot bezinning op het broze van ons dagelijks bestaan. Zo'n bezinning vraagt om ak- tie om datgene te doen wat gedaan kan worden en dusj niet bij de pakken te gaan neerzitten Het drukt ons bo vendien op 'de betrekkelijkheid der dingen en op het feit, dat de bomen niet tot in de hemel groeien! Uit materieel verlies kan geestelijke winst voortspruiten om het eens in de wat kille boekhoudkundige termen te zeggen. En enige wijziging van onze mentaliteit en daarmee van onze geestelijke instelling lijkt ons geen kwaad te kunnen. Ons bestaan is toch altijd nog meer 'dan een financiële en materiële rekensom zonder daarmee aan de problemen van de minimumlijders in onze maatschappij voorbij te gaan. Integendeel, wellicht zien we deze mensen door de omstandigheden juist veel beter staan. Dat is dan ongetwijfeld een winstpunt, waardoor we ons welvaarts- verlies rechtvaardiger gaan verdelen. Andere mensen ontdekken en hun zorgen delen en verlichten is een voorwaarde om tot een betere maatschappij op een lager economisch pitje te komen. Nogmaals aantasting van onze welvaart en de verspilling 'die daarin optreedt kan in geestelijk opzicht een gunstig effekt hebben. LASTENDRAGER FJAT alles neemt niet weg, dat we ook in materieel opzicht de handen ineen moeten slaan. Boeren en tuinders zullen met hun coöperaties en onderlingen de schade moeten overzien en de lasten naar billijkheid ver delen. Samenwerkingsvormen vragen nu eenmaal tevens om een stuk solidariteit. Dit kan een uitgangspunt zijn voor het beleid, dat de besturen en direkties voeren in een schaarse economie met prijsstijgingen en mondjes maat verdelen. Het verdelen van een kleinere en duur dere koek, leidt nu eenmaal tot het snijden van dunnere en wat gelijkmatiger plakjes. Uiteraard zijn de gevolgen nu nog niet geheel te kwan tificeren, zodat de mate van de beperkingen en de duur daarvan slechts bij benadering is aan te geven. Maar onze instelling zal niet meer zijn van hoe verdelen we het meerdere doch hoe verdelen we het mindere! Dat is niet om over te juichen,maar wel om de dingen uit een nieuwe gezichtshoek te gaan bezien. Voor nu en la ter. Er zal veel veranderen, dat staat wel vast. Daardoor ontstaan nieuwe kansen. Kansen, die als basis hebben om meer met elkaar rekening te houden. Voor een co- operatie geen nieuwe zaak, maar wel een nieuwe impuls. Met elkaar en zonder teveel groepsegoïsme onze op dracht inhoud geven: de ledenbelangen dienen in voor maar ook in tegenspoed. Samen lasten dragen. Wij blij ven er in geloven. U toch ook hopen wij?

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 11