10
INLEIDINC GEHOUDEN DOOR DE
DIREKTEUR-GENERAAL VOOR
Dl- LANDBOUW
Ei VOEDSELVOORZIENING
IR. A DE ZEEUW
OF DE ALGEMENE VERGADERING DER ZLM
OF 3 DECEMBER TE GOES
t N Brussel is de vraag aan de orde, aldus ir. De
I Zeeuw, of het de laatste 10 jaar gevoerde ge
meenschappelijk landbouwbeleid moet worden voortgezet
dan wel of daarin grote veranderingen moeten worden
aangebracht. Het resultaat van dit overleg zal voor elke
boer in Nederland van grote betekenis zijn en in een
dialoog met de boeren zelf zal tot uiting moeten komen
hoe het bedrijfsleven er zelf over denkt! Medegedacht
moet worden, hoe dat landbouwbeleid vc .n moet krijgen.
Het gaat er daarbij niet alleen om wat er in Nederland
gebeurt, maar alles moet in de E.E.G. op elkaar afge
stemd zij.i, om het mogelijk te maken dat daar de land-
bouwprodukten worden geproduceerd waar men in staat
is dit te doen tegen de laagst mogelijke kostprijs. Alvo
rens echter op het memorandum" van de E.E.G.-com
missie in te gaan enkele woorden op verzoek van de
voorzitter, over de oliesituatie.
IVEZE week vindt tussen regering en bedrijfsleven
intensief overleg plaats hoe voorkomen kan worden
dat de economie in Nederland stuk gaat lopen als ge
volg van de oliecrisis. Zonder uitvoerig op alle aspekten,
die hierbij in het geding zijn, in te gaan, ligt het in de
eerste plaats voor de hand dat in het kader van de wet
van vraag en aanbod olie duurder zal worden. Dat zal
aanvaard moeten worden, alsmede dat daardoor de ener
gieprijs hoger wordt. Belangrijk is echter dat de bedrij
ven kunnen blijven draaien. Daarom is het van veel
betekenis dat de regering besloten heeft om de schaarste
extra zwaar te laten aankomen in de privé-sector,
waardoor de energie zoveel als mogelijk voor de bedrij
ven beschikbaar kan blijven. Daardoor is de kans op een
grote toeneming van de werkloosheid geringer. Of dat
inhoudt dat volledig voor 100 de energievoorziening
gewaarborgd blijft, is niet te voorspellen. Het standpunt
op het ministerie van landbouw dienaangaande is dat,
mocht er een dreigende grotere schaarste komen, liever
tct distributie wordt overgegaan dan alles over te laten
aan de oliemaatschappijen. Men moet dit dan zien als
een veiligstelling, zodat die sectoren als de land- en
tuinbouw niet afhankelijk worden van alleen maar de
wet van vraag en aanbod! Voorlopig is er nog alleen
sprake van benzine-distributie en zijn diesel- en gasolie
nog vrij. Dit wil echter niet zeggen dat dit niet zal ge
beuren, want het is de bedoeling zo lang mogelijk de
werkgelegenheid centraal te stellen om de gevolgen van
de oliecrisis op te vangen.
IR De Zeeuw bracht vervolgens het optreden van de
nieuwe regering, een half jaar geleden, in herinne
ring die zich o.m. het „bestrijden van de inflatie als
belangrijk doel" voor ogen had. Door revaluatie van de
gulden en een strak prijsbeleid wilde men de inflatie-
bestrijding een optimale kans van slagen geven. Dat
dit nu dreigt te mislukken, kan niet verweten worden
aan de regering. Hoogstens kan men zich afvragen of de
revaluatie wel een geslaagde ingreep is geweest. Maar
zoiets is altijd gemakkelijker achteraf te concluderen. Er
is vanuit het bedrijfsleven enorm veel kritiek geweest
t.a.v. de opwaardering van de gulden. Deze betekende
automatisch voor de landbouw lagere prijzen voor de
gegarandeerde produkten.
Het is jammer te moeten constateren dat door de
oliecrisis de prijsstijgingen nog wat sneller lopen dan
het vorig jaar! Ook jammer voor de landbouw, die in
sterke mate het slachtoffer van de inflatie is, door
stijgende prijzen van grondstoffen, lonen, enz.
IR De Zeeuw stond in het kort stil bij de geschiede
nis van het .Gemeenschappelijk landbouwbeleid in
de EEG en de voordelen die de gemeenschappelijke
markt voor de boeren tot gevolg heeft gehad als een
heid van markt, vrije afzet van de produkten binnen de
gemeenschap en financiële solidariteit bij overschotten.
Dit betekende dat de overheden bereid waren prijzen
te garanderen aan ae landbouw middels opkopen van
overschotten, restitutieregelingen, ïnvoerneinngen. Jtie-
gelingen aie de gemeenschap grote oedragen Kosten,
echterat kan geconstateera woruen dat net jammer is
dat de lanubouw zo vooruitgelopen is op het gemeen-
schappenjK maken van anaere zaxen!
Tegenover aeze positieve zaken is er echter ook plaats
voor kritiek, Gr is veel kritieK, vooral van buiten de
landbouw, op ae noge Kosten uie net EGor-iana'oouw-
beleid met zien meebrengt: ivritiek op de te noge prij
zen in de gemeenschap, waardoor eigennjK ae consu
ment te veel zou betalen. (Jok KritieK van Duiten ai,
dij v. van AmeriKa en aerae lanaen, die ae arzetmoge-
lijKheaen van hun proaukten oeiemmerd zagen, Een
niet geheel redelyKe kritieK, zo meende ir ue z^eeuw,
want er is eigenlijk geen land die niet op een of andere
wijze lanu'oouwbeieia voert en mogelijKneaen scnept op
dat de prijzen van de nationale lanaioouwproauKten met
ten prooi vallen aan de pr ïjsschommenngen van oe
wereldmarkt en waarbij het lanuDouwinKomen voor ae
agrarische producenten op de een of andere manier
min of meer gegaranaeerd wordt.
jyiEER in het bijzonder ging ir. De Zeeuw in op de
interne kritiek, waarvan 'het memorandum duide
lijk blijk geeft. Geconstateerd wordt dat er gebrek aan
evenwicht is tussen de proaukties. Van sommige pro
dukten ontstaan regelmatig overschotten (boter, zacnte
tarwe), van anaere heeit de Gemeenschap een teKort
(rundvlees). EenneiijK hebben de pnjsvernouuingen
tussen de produkten nog onvoldoende gewerKt. uat
moet opnieuw bekeken worden. In net memorandum
wordt ook gesteld dat de gemeenschappelijke markt in
feite geen eenheidsmarkt is. Goor revaluaties en deva
luaties van munteenneaen zijn de onderlinge verhou
dingen verstooru. In ae uemeenscnap is een scelsei ont
wikkeld waardoor de verschiünae nationale markten
weer uitéén gevallen zijn. Aan de grenzen zijn weer
„compenserendmaatrgelen van kracht.
Met recht zegt de Europese commissie dat weer terug
gekeerd moet worden naar de eenheidsmarkt, want het
aan de grenzen manipuleren met hellingen en kortin
gen is geen goede zaak. Git is een naaeel geweest van
het destijds snel tot stand komen van een gemeenschap
pelijk landbouwbeleid, terwijl nog geen monetaire eco
nomische unie tussen de EEG-ianaen tot stand werd
gébracht.
IN het memorandum wordt dan ook gesteld, dat tus
sen nu en vier jaar later de deelmarkten afgeschaft
zullen moeten worden en tot één monetaire-economische
Unie gekomen moet worden. Daarbij wil de commissie
het nogal stroef werkende administratief ingewikkelde
beheersstelsel vereenvoudigen. De bedoeling is de 130
a 150 regelingen die er zijn tot 30 a 4U terug te brengen.
Daarnaast moet een gemeenschappelijk regionaal-, so
ciaal-, fiscaal-energiebeleid tot stand komen; het af
stemmen van het beleid van de verschillende landen op
elkaar. Er zijn bijv. nog allerlei verschillenüe fiscale- en
sociale stelsels die ae maatschappelijke ontwikkeling
beïnvloeden. Het ontbreken van een gemeenschappelijk
energiebeleid komt momenteel bijzonder sterk naar vo
ren! Om hiervoor een oplossing te zoeken, wordt nu een
plan door de commissie ontvouwd dat het overwegen en
bediscussiëren waard is. Een breder beleid dan tot nu
toe gevolg is en een zuiniger beleid. Zuinig beheer
dat vooral de agrarische bevolking moet aanspreken,
met dien verstande dat zuinigheid geen doel maar mo
del is om tot een efficiënt beleid te komen, aldus ir De
Zeeuw.
URAGEN als: moeten we wel doorgaan met het nu ge-
voerde markt- en prijsbeleid, met het afschermen
van de EEG-markt op dit prijspeil tegen de wereld
markt; is het niet verstandiger de prijzen te laten zak
ken en de boeren inkomenstoeslagen geven, worden ge
steld. Ir. De Zeeuw gaf twee redenen om hiertoe niet over
te gaan. Ten eerste dat het prijsbeleid nog meer geld
zal gaan kosten. De andere is waarom de kostprijs van
een produkt voor de boer niet door de consument be
taald zou moeten worden.
Ik zie niet in, aldus ir De Zeeuw, waarom een mo
dern bedrijf met een op moderne leest geschoeide pro-
duktie de prys van de produkten niet mag doorbere-
!J ,zou m<^ bV d°orvoeren van dit alterna
tief beleid volslagen afhankelijk worden van de wereld
markten van derde landen buiten de gemeenschap.
i v^n ziJde van commissarissen van
verschillende landen in de commissie wel degelijk over
inkomenstoeslagen is gesproken, is er in de Europese
commissie van geen wezenlijke beleidsverandering
sprake. Wel stelt de commissie voor enkele vrne pro
dukten als aardappelen en schapevlees alsnog onder een
marktordening te brengen.
QOK zijn er bijv. ten aanzien van de melk en de gra-
nen voorstellen" die een goedkoper beleid kun-
nGIii lr\"ouden- Zo wil de Europese Commissie dat voor
melk de veehouder zelf, als er van een overschot sprake
is, de financiële gevolgen daarvan moet dragen. Dat
betekent een heffing in tijden van belangrijke overschot
ten, die in feite een lagere melkprijs tot resultaat heeft.
Ook wordt voorgesteld het vetgehalte van de melk lager
te waarderen dan het eiwitgehalte. Daar kan niet veel
bP tegen zijn, zo meende ir. De Zeeuw. Frankrijk is
echter sterk tegen het voorstel van een „melk-over
schotheffing" gekant.
WAT de granen betreft, zo zei ir. De Zeeuw, zijn er,
althans voor wat Nederland 'betreft, ingrijpende
voorstellen ingediend. In verband met de grote over
schotten aan zachte tarwe in de gemeenschap, worden
lagere richt- en interventieprijzen voorgesteld. In de
gemeenschap is er een overschot van ca 8 miljoen ton
zachte tarwe; een overschot dat niet verwerkt wordt tot
broodgraan. Er wordt uit derde landen ca 5 miljoen ton
harde tarwe geïmporteerd, die gemengd met zachte tar
we uit de gemeenschap tot broodgraan van goede kwa
liteit wordt verwerkt. Van het totaal van 13 miljoen ton
wordt zo'n 6 a 7 miljoen ton gedenatureerd tot veevoer.
In Nederland wordt zo'n 700.000 ton zachte tarwe gepro
duceerd, waarvan echter maar 15 (ca. 100.000 ton) als
broodgraan wordt verwerkt! )De rest wordt gedenatu
reerd, hier of elders in de gemeenschap en gaat in de
voerbak! De prijsvaststelling in de gemeenschap is ech
ter zodanig dat voor tarwe ca ƒ3 meer betaald wordt
dan voor voergranen. Door het geven van denaturatie-
premie wordt echter voor de veevoederfabrikanten de
prijsverhoging tussen tarwe en voergranen ongeveer
gelijk. Dit alles kost de gemeenschap veel geld. De vraag
kan dan ook gesteld worden of het niet juist is dat de
Europese Commissie de vinger op deze „wond" legt en
zegt dat in de gemeenschap tot nu toe een graanbeleid
is gevoerd, waarbij de tarwe in prijs overgewaardeerd
is t.o.v. de voedergranen. Het voorstel van de com
missie is dan ook bij de eerstvolgende prijsbesprekingen
gedurende 3 a 4 jaar te trachten de tarweprijs te laten
zakken en de voergraanprijzen te laten stijgen, zodat ze
dichter bij elkaar komen. En als ze zodanig dicht bij
elkaar zijn gekomen, kan de denaturatiepremie afge
schaft worden. Dan is de situatie bereikt, waarbij het de
boer vrij staat een keus te maken welk graan hij gaat
telen. Of de tarwe dan als brood- of voergraan wordt
gebruikt, maakt voor de gemeenschap financieel niets
uit.
Ook is' de commissie van plan om de regionalisatie-
verschillen in de prijsstelling, die tussen de overschot
en tekortgebieden bestaat, weg te werken. Op het ogen
blik zijn er verschillen in prijzen tussen twee soorten
regio's van 4 a 5 per 100 kg. De heer De Zeeuw had
de indruk dat dit zou kunnen betekenen dat de tarwe
prijs terecht zou komen op het niveau van het tekortge-
bied met de laagste interventieprijs dan wel iets hoger.
Ook hierdoor wordt een afremming van de tarwepro-
duktie indirekt bereikt.
Tenslotte wil de commissie de minimum kwaliteits
eisen nog verscherpen opdat selectiever wordt ingeleverd.
ALS deze voorstellen van de commissie gerealiseerd
worden, zal inderdaad over enkele jaren het ver
schil tussen de tarwe- en de voergraanprijs zijn weg
gewerkt. In Nederland is het akkerbouwareaal de laatste
tien jaar met meer dan 15 teruggeopen. In Zeeland
daarentegen is dit areaal nog vrijwel constant gebleven.
Liep in Nederland de laatste tien jaar het graanareaal
met bijn 200.000 ha terug, in Zeeland is dit praktisch
nog even groot. Het Zeeuwse akkerbouwareaal bestaat
voor ruim' 40 uit graan.
Tevens wordt echter in de gemeenschap een consumen
tenbeleid gevoerd en treft men maatregelen als er mo
gelijke grote prijsstijgingen in de eerst levensbehoeften
zouden kunnen optreden. Voorkomen moest worden dat
door de tekortsituatie op de wereldgraanmarkt en de
daarmee samenhangende hogere graanprijzen, de voor
raden uit de gemeenschap zouden wegvloeien. Door de
Europese Commissie werd dan ook een uitvoerbeleid
gevoerd door middel van een uitvoerheffing, dat ver
hinderde dat tarwe werd ge-exporteerd. De graanprijs
bleef als gevolg hiervan dicht bij het interventieniveau
en de tarwe binnen de gemeenschap.
Op het ogenblik is de regeling van kracht dat men
bij inschrijving tarwe naar de wereldmarkt kan laten
wegvloeien, maar het stelsel is erop gericht om deze
wegvloeiing beheerst te laten verlopen. De heer De
Zeeuw was van mening dat dit laatste wel iets eerder
had mogen worden ingevoerd. De inschrijvingen gaan
pas in de loop van december echt goed lopen. Verwacht
mag worden dat in de komende maanden de tarwe
prijs dichter bij de richtprijs dan bij de interventieprijs
zal komen te liggen.
OVER het EEG-suikerbeleid, aldus ir De Zeeuw, zijn
de eerstvolgende twee jaar felle discussies te ver
wachten rondom de vraag hoe moet het met de suiker -
produktie in de wereld. Afgezien van de aktiecomités
die van mening zijn dat wij de suikerproduktie moeten
beperken en suiker uit ontwikkelingslanden moeten
importeren is er in feite op het ogenblik een groot
suikertekort; er is dus geen concurrentie tussen ont
wikkelingslanden en ontwikkelde landen op het punt
van de suikerproduktie. Dit beeld kan binnen enkele
jaren omslaan. De Commissie heeft daarom voorgesteld
dat de EEG zich mede verantwoordelijk moet voelen
over wat er op het punt van de suiker in de wereld ge
beurt. Aan ontwikkelingslanden moet toegang met suiker
tot de EEG-markt worden verleend. Het voorstel is, dit
voorlopig op 1,4 min ton suiker per jaar te stellen. Dit
is de hoeveelheid suiker die oorspronkelijk Engeland uit
de ontwikkelingslanden invoerde. Verder is voorgesteld,
niet meer dan 800.000 ton suiker per jaar te exporteren
naar derde landen. Gevolg is een EEG-importsaldo van