Rond de Schelde Suikeroverpeinzingen Redelijk inkomen - Kosten drukken „Achter de markt aan telen" Oogstjaar bijna afgesloten Ingezaaide gewassen staan er wisselend voor 5 Als we op „THOLEN EN PHILIPSLAND de stand van de werkzaamheden bezien, kunnen we konstateren dat we de afgelopen 14 dagen flink zijn opgeschoten. Op de ak kerbouwbedrijven zijn de laatste bieten allemaal ge rooid, meestal onder vrij gunstige omstandigheden, wat zo op het eind der campagne wel eens anders is geweest. Op de gemengde bedrijven zit er hier en daar nog wel een stukje in om nog over wat vers blad voor het vee te beschikken. Het gehalte is in de loop der campagne jammer ge noeg weinig gestegen en oogst 1973 zal dan ook de ge schiedenis ingaan als een jaar met een (zeer!) laag ge halte. Helaas, want de kosten worden noch op de boer derij, noch aan de fabriek, lager, zodat het onderste re geltje in ongunstige zin beïnvloed wordt. Zou het nu niet mogelijk zijn om bij het gehalte, net als bij de tar ra, met een premie en kortingstelsel te werken? Hier door zou de drang naar hooggehaltige rassen toenemen. Dit zal dan waarschijnlijk wel gepaard gaan met minder kg per ha, maar daar staan dan kostenbesparingen te genover in de vorm van vervoer en verwerking, enz. De campagne zou vroeger beëindigd zijn met weer minder vorstrisico's! Want als we de „aanwijzingen" van de fabriek moeten geloven (en dat doen we) is het vorst- Wat nu nog aan suikerbieten, knolselderij en winter wortelen op ZUID-BEVELAND geoogst moet worden is van geringe betekenis. We hebben nog al wat negen ge had, maar het is toch niet zodanig geweest dat dit grote moeilijkheden heeft gegeven. De laatste jaren zien we dat bij de bietenoogst men in het algemeen niet tot het uiterste wil wachten met het rooien. Toch zijn er nog enkele bietentelers die om deze tijd nog niet zoveel haast schijnen te hebben. We zien dan toch dat het rooi en dan minder goed en vlot gaat, de verliezen worden dan groter en de struktuur wordt verknoeid wat dan aan of in het volgende gewas te zien kan zijn. Het zijn alle punten die toch geld kunnen kosten. De opbrengsten van de suikerbieten lopen nogal uit een. Wat de suiker betreft komen zeer uiteenlopende gehaltes voor. Ten opzichte van de mooie en zonnige zo mer die we hebben gehad, valt het gemiddelde veel te gen. Naar ruWe schatting was rond half november zo rond. de 75 a 80 van de te verwachten oppervlakte wintertarwe uitgezaaid. Als het weer niet te veel tegen zit dan zullen de eerstkomende weken nog wat percelen bietenland geploegd en ingezaaid worden, 't Valt wel op In WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN dreigt dit al vanouds bekende gezegde meer dan ooit ten uitvoer te zullen worden gebracht. De zeer goede uienprijzen zul len, als we zo ons oor eens te luisteren leggen, leiden tot een nog grotere oppervlakte dan in 1973; o.a. mede veroorzaakt door nieuwe telers. Nu mogen we toch wel aannemen dat de goede prijzen van nu (voor het 2e jaar in successie) voornamelijk te danken zijn aan de lage kg-opbrengsten. Het areaal was in 1973 belangrijk gro ter dan in 1972. Zal dus volgend jaar het areaal nog groter worden en een normaal kg-peil bereiken, dan zou dit wel eens tot grote teleurstellingen kunnen leiden. Ditzelfde zien we ook bij de aardappelen, alhoewel hier de abnormaal hoge pootgoedprijzen de zaak wel wat af zullen remmen. Ook groene erwten liggen goed in de markt en menig perceel zal daarvoor worden bestemd. Wij hebben de indruk dat het uitgezaaide areaal win tertarwe lager is dan men eerst verwachtte. Behalve bovengenoemde oorzaken kan daar tevens de lage tar- weprijs en de weinig rooskleurige vooruitzichten voor dit gewas bij het EEG-beleid een rol spelen. Men wil daar n.l. de tarweprijs gaan „bevriezen" ten gunste van de mais- en gerstprijzen. Dit leidt onherroepelijk tot een inkomensdaling omdat tot nu toe het saldo van wintertarwe een stuk hoger is dan van gerst en nog de dat men vrijwel overal de wielsporen ziet van uitvoering van de chemische onkruidbestrijding. Op vele bedrijven is al heel wat op wintervoor ge ploegd. De grond ploegt dit jaar vlot en gemakkelijk. De struktuur na het ploegen is vrijwel overal zeer goed, de rond ligt heel wat beter dan het Vorige jaar. Er ligt wat meer karwij dan in de herfst van 1972. De ontwikkeling was gedurende de droogte zeer gering. Sommige percelen kampen met opslag van granen en onkruid. Nu het nog mogelijk is dient beslist te worden om de karwij te laten liggen of zonder meer om te ploe gen. Met welke problemen we het voor 1974 rond te zetten bouwplan te maken krijgen is nu nog moeilijk te zeg gen. Van verhogingen van de prijzen is weinig te ver wachten en de opbrengstverhogingen gaan te langzaam om duidelijk verbetering te kunnen geven. Te verwach ten is wel dat vele voor ons noodzakelijke hulpmiddelen duurder zullen worden. Willen we nog een goed inkomen behalen dan zullen we het voornamelijk moeten beha len door het drukken van de te maken kosten. meer van mais. De kleine verhoging van de prijzen van mais en gerst zal dit nooit kunnen goed maken. Boven dien zitten we in Nederland met een marginaal klimaat voor de maisteelt, getuige het jaar 1972. Genoemde maatregel zou één van de vele voorstellen van Lardi- nois zijn om te komen tot een bezuiniging op de uitga ven van het markt- en prijsbeleid. Door de regen hebben de gewassen van onder een dekvrucht zoals, karwij en graszaad, zich vrij aardig hersteld. Sommige percelen karwij en ook koolzaad met een achterblijvende ontwikkeling kunnen echter beter worden uitgereden. Wat dan ook vaak gebeurt. De aardappeloogst blijkt te zijn meegevallen. De op brengsten liggen kort bij de 40 ton per ha. Ook de kwaliteit en sortering zijn beter dan men aanvankelijk veronderstelde. De oogst van suikerbieten wordt geraamd op onge veer 48 ton per ha. Dit is voor onze streek aan de lage kant. Binnenkort begint men in ons gebied met het rooien van zo'n 4000 bomen die aangetast zijn door de popu lierenziekte. Het is jammer dat zoveel bomen tegelijk uit het landschap moeten verdwijnen. Laten we hopen dat de nieuwe in te planten bomen dit gemis weer snel goed maken! Wanneer we dit vanuit NOORD-BE VEL AND schrij ven is het 19 november en gelukkig droog weer. Overal ziet men de bietenrooiers de laatste percelen klaar ma ken. Het wordt dan ook de hoogste tijd als het half no vember is geweest. De streefdatum van de eerste week november de bieten van het land is maar door een en keling gehaald. De meerrijige rooisystemen die in ons gebied nogal wat opgang hebben gemaakt, voldoen over het algemeen zeer goed. Wanneer er voldoende wagens beschikbaar zijn voor afvoer komt men tot hoge uurca paciteit. Jammer is het dat zulke dure machines soms 2x3 maal per dag naar een ander perceel moeten. Mis schien kan hiervoor nog wel eens een oplossing worden gevonden. Het lijkt ons toch niet onmogelijk dat dit ge regeld kan worden met de ontvangstplaats, dat een groep bietentelers die allen met dezelfde oogstmethode werken, als één leverancier worden behandeld. Ook de goede wil van 15 boeren moet daarbij aanwezig zijn. Voorwaarde is echter wel dat men dan over voldoende opslagcapaciteit beschikt. Persoonlijk vinden wij het een bezwaar dat de zesrijige machines het land zo onge lijk achterlaten. Vooral wanneer onder niet al te droge omstandigheden wordt gerooid, komt de uitgezeefde grond nogal op ruggen te liggen. risico wel erg groot. De stelregel na 1 november geen hoopjes en langszwaden 's nachts op het land zouden we uit moeten breiden met na 20 november geen hopen meer verspreid op boerenerven door geheel het land! Dit dan zo wat overpeinzingen zoals de naam van deze rubriek aangeeft, maar toch alleszins het bestude ren waard. Al blijft het streven dan hetzelfde n.l. een optimaal geldelijke opbrengst per ha. Nog wel een opmerking over de harde weg-levering. Toen deze van kracht werd voor Tholen werd van de zijde van de fabriek gesteld dat op moeilijk bereikbare plaatsen (en dat zyn er nogal wat, gezien de gemiddel de bedrijfsgrootte) met enkele wagens gewerkt zou worden. Voorzover ons bekend worden echter alle bieten met grote combinaties afgehaald. We hadden dat gezien, de kosten, ook wel verwacht en als het uiteindelijk in ons eigen voordeel is, nemen we wat knoeiwerk en be schadigingen met het keren van grote combinaties op onze erven wel voor lief. Nou ja, je kunt het onze „suiker"mensen nauwelijks kwalijk nemen dat ze wel eens met een „zoethoudertje" werken! Wel moeten ze natuurlijk oppassen op deze wijze geen „s(j)acharinige" leden te krijgen! Het ploegwerk vlot goed en al moet er hier en daar nogal wat tarwe gezaaid worden, zullen de meesten toch begin december met het veldwerk klaar komen. Als het weer uiteraard niet al te veel tegen zit. Dan krijgen we ook weer wat meer tijd voor de orga nisatorische kant van ons bedrijf. We zouden u dan ook willen opwekken aan de uitnodiging van uw diverse be sturen gevolg te willen geven. Niets werkt immers fnuikender voor een bestuur dan dat de leden geen be langstelling tonen. P.S.: Toch wel lekker rustig wandelen hè op de pol derwegen afgelopen zondag! Tot 16 nóv. hebben we in DE WESTHOEK nog geen nachtvorstjes gehad, die schade zouden hebben kunnen doen. Gelukkig ook maar, want wanneer we dit schrij ven staat er nogal wat knolselderie in de grond en juist dit gewas verdraagt vorst heel slecht. Laten we het zo maar houden voorlopig, want er is toch nog genoeg te doen. Vooral het ploegwerk vraagt nog heel wat. Met de 'bieten is het beter gesteld, zo hier en daar staat er nog wel een stukje bieten in de grond, maar meestal betreft het dan bieten op de lichte grond en daar lukt het rooien meestal wel. Er zijn nogal wat collega's, dach ten we, die de dertien termijnen op de fabriek niet he lemaal vol zullen krijgen. Dat wil helemaal niet zeggen dat ze zwaar gezondigd hebben, want naast de voorleve ring zijn er ook nog wel andere perioden geweest, waar in men de kans kreeg, wanneer men voorraad had, de bieten te leveren. De verwachtingen die we in 't begin van de bieten- oogst hadden, zijn toch wel wat tegengevallen. Zowel gehalte als kilogrammen hebben het wat laten zitten, 't Zou ons niets verwonderen dat dit wel eens van in vloed zou kunnen zijn op de uitzaai van volgend jaar. De gewassen die momenteel al weer gereed staan, staan er wisselend voor. De grassen, die bijtijds zijn uit gezaaid staan er wel goed voor. Tarwe begint er zo hier en daar goed door te komen. £n 't algemeen is ook de tarwe wel laat gezaaid en ook nu moet er nogal wat tarwe gezaaid worden. De karwij die er staat, staat aan de magere kant; de ontwikkeling van de wortels kon echt wat beter zijn. 't Is nog druk, maar we ruiken echt de eindstreep wel. Weinig collega's,* die daarom treuren, dachten wij. Voorwaarde is toch wel dat men dan overdwars kan ploegen. Het ploegen is ook een eind klaar. Eind deze week zullen ook velen hiermee klaar zijn. Er wordt hier en daar nog wat tarwe gezaaid. Wanneer dit alles achter de rug is komt de z.g. rustige periode. Dit is echter maar schijn, want in de winter is er ook op de veeloze bedrij ven nogal wat te doen. Wanneer we alle machines een goede onderhoudsbeurt willen geven in deze korte win terdagen met eventuele vacantie- en vriie dagen rond de jaarwisseling, dan is het weer vlug februari. We heb ben dan weer een oogstjaar afgesloten, met over het al gemeen weinig moeilijkheden wat het weer betreft en vrij goede opbrengsten. We kunnen in deze tijd ook weer ons nieuwe zaai- en bemestingsplan opmaken. Of we dat. goed gedaan hebben, weten we een jaar later pas. (Zie verder pag. 15) De feestelijke viering van het zeventigjarig bestaan van de vereniging van oud-leerlingen van de rijksmiddelbare land- en tuinbouwschool in Goes is bijzonder goed geslaagd. Alleen al de daaraan gekoppelde reünie was de moeite waard om er deelgenoot van te zijn en veel oude koeien werden dan ook uit de sloot gehaald. Jaargenoten herkent men niet direct allemaal terug, want ouder geworden zijn zij veranderd en maar in een tijdsbestek van 35 jaar heeft voor ons zelf ook de klok niet stilgestaan en heeft de tijd ook aan ons geknaagd, doch dat zien we eerder van een ander dan van ons zelf! Terugziende zijn die twee winter- cursussen van toen een hele mooie tijd geweest en wel niet alleen op de school, maar ook in de vrije uurtjes die ons daarbij resten en waarbij we ons kosthuis verlieten om elders wat vertier te zoeken. In die jaren lag de studie op een geheel ander vlak als nu. Het boek van plantenziekten was wel al van een behoorlijk formaat, maar over gewas bescherming was haast nog niets bekendi. Met was kennis van Bordeouxe-pap en derris was al een behoorlijk cijfer te behalen. Het vak paardenkennis werd echter wel zo gewel dig uitgediept en zo ontzettend veel beengebreken moesten we uit het hoofd kennen, dat we ons soms wel eens afvroe gen hoe zo'n dier eigenlijk nog wel draven kon. Verder strekte het vak motorkennis zich bijna niet verder uit dan de één-cilindermotor. En met dat diploma op zak werden we na de oorlog geconfronteerd met de grote omwenteling in de landbouw waar eerst de mechanisatie en later de chemie haar intrede deed. De toenmalige directeur sprak op onze diploma-uitreiking vele lovende woorden en onder streepte dat we dit diploma niet moesten zien als een „punt" achter onze studie, maar slechts als een „komma". Hiermede er op doelend, dat we bezig moesten blijven met het ver garen van nog meer kennis. Nooit heeft onze directeur wij zere woorden gesproken als toen, want hij heeft volkomen gelijk gehad en mede door onze vereniging van oud-leerlin gen hebben we vele bijscholende cursussen kunnen volgen. Lezingen en excursies waren mede middelen om dat doel te bereiken en dat alles lijkt in deze tijd misschien een over bodige luxe, maar ook de jonge boer van vandaag zal er ondanks de ruime voorlichting toch niet aan kunnen ont komen om te trachten „bij te blijven", want goed vakman schap is in de huidige bedrijfsvoering, waarbij de arbeidsbe zetting nihil of heel gering is geworden, nog meer gewens dan vroeger. De eerste winterganzen hebben zich reeds vroeg hoog in de lucht vertoond; de val van de eikels is dit jaar vroeg en geweldig geweest; de rozen hebben veel en langdurig ge bloeid en zo zijn er nog meer symptomen op te noemen welke op een naderende strenge winter wijzen. Voor een totale opruiming van alle aardappelopslag door het gehele bedrijf zou dit weertype beslist gewenst zijn. De oorzaaK van al deze opslag is louter toe te schrijven aan het huidige rooisysteem. De rooikettingen van de machines zijn in deze wel de grote boosdoeners te noemen. Op vele manieren wordt naar een oplossing van dit euvel gezocht en misschien is die wel te vinden door de rooimachines niet meer uit te rusten met rooikettingen, maar te construeren naar het principe van de moderne stortbakken welke bij de ontvangst van de aardappelen op sommige bedrijven reeds worden gebruikt. In de landen waar het iedere winter behoorlijk vriest kent men niet het probleem van de aardappelopslag, dus zal de oplossing wel in belangrijke mate in eigen land apioojaS loq uba uajaArqno }9I<m -uapjo/a uajaoui uapuoA9§ aardappelland alleen komen we er niet, want we hebben nu al opslag van opslag en dat is een nare zaak!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 5