Openingsrede ir. C. S Knottnerus voorzitter KNLC op algemene vergadering De Vaste Oeververbinding Westerschelde ,Vervoig va„ pag. n> Investeren in bedrijfsgebouwen, kennis en vaardigheid erfverharding, 15 (Vervolg ivan pag. 6) FUNDAMENTELE VRAGEN NOG NIET OPGELOST HET systeem van professor Van Riemsdijk lijkt 'bij zonder ingenieus uitgedacht, zelfs tot in veel de tails. De professor moet er heel wat tijd aan hebben besteed. Maar ik meen dat bepaalde fundamentele vra gen niet zijn opgelost. In de eerste plaats, waarop ba seert de schrijver de mening dat de landbouw in Neder land en in Europa er over 20 jaar uit zou moeten zien zoals hij dat zich voorstelt, om op de meest efficiënte wijze een bijdrage te leveren aan de voeding van de Europeanen en de economie van dit werelddeel. In de tweede plaats, ik wees daar al op, waarom zou den er na invoering van dit stelsel geen schommelingen meer op de wereldmarkt voorkomen? Moeten dan ook niet de andere producenten en met name ook de ont wikkelingslanden tot een dergelijk systeem over gaan? In de derde plaats, is het politiek mogelijk een z0 ri goureus vestigingsbeleid voor de landbouw in Europa in te voeren? Verder verschil ik met de heer Van Riemsdijk van mening over de kosten van het systeem en vooral over de bereidheid van het publiek om die op deze wijze, na melijk door een speciale belasting, op te brengen. Er wordt nu al geweldig gemopperd over de kosten van de landbouwpolitiek. Het lijkt mij d.at vooral het planmati ge strakke systeem een grote handicap is. Wereldland- bouw-produktie is niet een stabiele zaak. Het moet al leen al om klimatologische redenen zeer flexibel zijn. Bovendien heeft hierop ook de landbouwwetenschap een zeer speciale invloed. Uitvindingen die bedoeld zijn om de produktie enorm te verhogen hebben vaak de neiging ook prijsverlagingen te bewerkstelligen en dan kan de uitwerking een heel andere zijn dan was voorzien of om gekeerd zoals ten tijde van de grote vermeende door braak in de landbouwproductie door de Mexicaanse rassen. Wat wij nodig hebben is een betere coördinatie en een betere kennis van de produktie-mogelijkheden en een mijn mening zou de F.A.O. de organisatie kunnen zijn en is het wereldvoedselprogramma dat al op kleine schaal. Voor de betere coördinatie is op dit ogenblik geen beter instrument beschikbaar dan wereld-goederen overeenkomsten waarbij de regeringen van landen of blokken van landen zich verplichtingen ten opzichte van de overige partners opleggen, maar de wijze waarop zij aan deze verplichtingen voldoen binnen hun eigen territoir aan zichzelf houden. Toegegeven dat er tot nu toe weinig van terecht is gekomen, maar dat is dan ook de reden waarom de wereldvoedselvoorziening zo gebrekkig is geregeld en waarom wij enerzijds hongersnood zien en anderzijds produktieafremming. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden dat dit voor de wereld een onhoudbare situatie is. Dit probleem is technisch natuurlijk best op te lossen maar politiek en sociaal lijkt het onmogelijk. DE EEG-LANDBOUWPOLITIEK MU nog iets over de landbouwpolitiek van de Ge meenschap. Het Memorandum van de Europese Commissie geeft nog niet de uiteindelijke prijsvoorstel len voor 1974. Het filosofeert meer over mogelijke wij zigingen in het landbouwbeleid. Het komt ook tot de conclusie dat dat er niet zo heel veel zijn, maar dat deze toch een bezuiniging van 3,5 miljard gulden kunnen op leveren. Dat lijkt erg aantrekkelijk. De vraag is echter wie deze 3,5 miljard zal moeten betalen? Zijn dat alle maal efficiency-bezuiniginigen van de Commissie? Moet dat de consument betalen of is het een aderlating van het boereninkomen? Waarschijnlijk zullen ze alle drie een bijdrage moeten leveren. Maar het is ook duidelijk dat het boerennikomen nog steeds niet op het peil is van vergelijkbare beroepsgroepen en zeker niet in de hele Europese Gemeenschap! Daarom is een vermindering van het boereninkomen niet aanvaardbaar. Onder de huidige omstandigheden is het ook bijzonder moeilijk om voor de consument de prijzen te verhogen. Dat we ten wij ook wel en wij zullen dus zo efficiënt mogelijk de zaak moeten opzetten. Ik zei al: wij vinden dat de agrariërs dezelfde rechten hebben als andere mensen. Zij hoeven beslist niet de dupe te worden van de be zuinigingswoede van de regeringen. Vooral de heffing op melk die 2 kan bedragen lijkt een onverteerbaar stuk in deze voorstellen. Daarnaast is er dan nog een heffing bij de zuivel-on- derneming die meer inlevert aan de interventiebureaus dan een bepaald door de Commissie vast te stellen ge deelte van zijn produktie. Voor dit gedeelte zal de in terventieprijs in feite worden verlaagd. Dat is dus ge woon een korting op het boereninkomen en dreigt niet alleen beperkt te worden tot dat gedeelte, maar dreigt nog over een veel groter kwantum zijn invloed uit te strekken als de Commissie het in te leveren kwantum maar laag genoeg stelt. Het kan dan zelfs ook de kaas organisatie om de konsekwenties ook te realiseren. Naar prijs gaan beïnvloeden. Hoewel ik, op basis van lange ervaring met de heer .Lardinois als Minister van Landbouw, niet twijfel aan zijn goede bedoelingen wat de landbouw betreft, zal aan deze voorstellen toch nog wel heel wat veranderd moe ten worden om te kunnen bereiken van wat hij zich voorstelt n.l. een soepeler werking van de afzet van overschotten en een zuinig beheer over de noodzake lijke voorraden, die zullen moeten worden aangehou den. Wij zullen de toekomstige landbouwpolitiek niet kunnen voeren zonder het aanhouden van voorraden. Ieders aandeel in deze voorraden zal als het enigszins mogelijk is door de verschillende landen bij wereld overeenkomst moeten worden vastgesteld, maar mocht dat niet lukkep dan meen ik dat de EEG gezien zijn po sitie in de wereld zich een eigen voorraad-politiek zal moeten aanmeten. De grootte daarvan in de verschil lende producten zal verband moeten houden met de zekerstelling van de voedselvoorziening van de Ge meenschap en dus verband houden met de schommelin gen in de oogsten niet alleen binnen de gemeenschap maar ook buiten de gemeenschap, vooral als het betreft producten die voor een groot deel moeten worden geïm- portei voorts hebben invloed de verplichtingen die voortvloeien uit voedselhulpprogramma's dit zijn in mijn opvatting langlopende verplichtingen met ontwik kelingslanden en verder met mogelijke calamiteiten. Hierdoor zullen de voorraden geen stabiele hoeveelhe den zijn maar van jaar tot jaar moeten worden beke ken of uitbreiding of inkrimping moet worden nage streefd. Zowel bij het houden van voorraden als bij het ver kleinen er van moet op een soepele wijze het bedrijfs leven worden ingeschakeld. Hierbij moet echter wel worden bedacht dat over voorraden in handen van par ticulieren net altijd kan worden beschikt. Er zullen wettelijke maatregelen nodig zijn om deze materie goed te regelen. De handel is immers geneigd om zodra er winstmogelijkheden zijn de zaak in eigen hand te ne men maar zien zij slechts verlies op voorraden aanko men dan wordt dat liefst op de overheid geschoven, dus inleveren. Hierdoor zouden er ook nog enorme schom melingen in de voorraden kunnen voorkomen, maar dan wordt een officiële vorraad ook niet meer dan een excuus om de overheid te laten betalen. Dat is dacht ik ook niet in het belang van de producent al lijkt het op het eerste gezicht misschien wel. Wanneer dit ook de bedoeling van de Commissie is, dan blijven de maatregelen zoals zij zijn voorgesteld toch nog onaanvaardbaar. Maar is er misschien toch wel een systeem te verzinnen wat ook de producent en misschien ook wel de handel en verwerking kan bevredigen. Wij zullen er in de komende dagen nog. eens flink op moeten studeren om zo mogelijk tot tegenvoorstellen te komen, want mAl enkel afwijzen komt men gewoonlijk niet ver, aldus ir. Knottnerus. Het nu geheel bestekklare plan voor de bouw van de VOW berust op een harde begroting, loon- en prijsstijgin gen inbegrepen. Het kan worden gezien als een school voorbeeld van het profijtbeginsel. Öp korte termijn brengt het geen extra kosten met zich mee; op lange termijn is er sprake van zelffinanciering. Er is een diepgaande analyse van kosten en baten gemaakt. Betreffende de exploitatie wordt opgemerkt dat de le ning voor het VOW-project na ruim 20 jaar in haar ge heel zal zijn afgelost. Het exploitatieplan berust op prog noses, die gemaakt zijn ten aanzien van bevolking, ver keer, loon- en prijsstijgingen. Voor de exploitaties van het project wordt vanaf de bouw een naamloze vennoot schap opgericht, die in handen is van de overheid. Op grond van een verkeersprognose voor de veer diensten over de Westerschelde heeft rijkswaterstaat een inzetschema voor nieuwe dubbeldeksveerboten en aanleginrichtingen ontworpen. Daaruit rolt dus de bij drage die het rijk aan het VOF-project zou moeten ver lenen, wanneer deze voorzieningen voor een overbodig geraakte veerdienst achterwege kunnen blijven. De toe komstige tekorten op de exploitatie van de veerdiensten zijn vervolgens berekend op een kostenverdeling tussen het rijk en de gebruikers (van 60 40) zoals die thans ook wordt toegepast. Op deze opbrengsten en de op brengsten van de VOW is een tariefsstijging van 3,5 per jaar toegepast. De maximale kredietbehoefte te bereiken na zev/en jaar zal in de orde van grootte van 800 miljoen lig gen. Daarbij is uitgegaan van enige niet-extreme ver onderstellingen, van een redelijk matige verkeersprog nose en van normale loon- en prijsstijgingen. Het gehele bedrag kan dus omstreeks het jaar 2000 zijn afgelost. Zelfs wanneer deze becijfering tegenvalt kan nog een afschrij vingsperiode worden aangehouden, die voor een derge lijk omvangrijk project als gebruikelijk mag worden be schouwd. Er is dus sprake van een sociaal-economische en van een bedrijfseconomische rentabiliteit. In het eer ste geval gaat het om 14 Dat mag niet bijzonder hoog lijken, maar dan moet er onmiddellijk bij worden aange tekend dat eigenlijk alleen hogere percentages worden bereikt in congestiegebieden als de randstad Holland. En als men dat alleen als richtsnoer zou nemen, zou dat betekenen, dat de aanleg van nieuwe wegen en van ver bindingen als het VOW-project alleen in de randstad Holland van de grond zouden kunnen komen. Zo'n stand punt stimuleert de congesties, de VOW stimuleert juist decentralisatie. Uitstel van de beslissing over de uit voering van het VOW-project betekent een lager natio- naal-economisch rendement. Op langere termijn gerekend zou ook een groter beroep op de kapitaalmarkt moeten worden gedaan. BELANGEN VAN DE VASTE OEVERVERBINDING PEN veerverbinding over de Westerschelde kan zo snel en zo comfortabel niet zijn, ze levert de weggebruiker altijd tijdverlies en ongemakken op. Tijd verlies door varen en wachten. Ongemakken doordat er 's nachts niet gevaren wordt, bij mist en bij storm door uitvallen. Een vaste verbinding tussen de beide oevers van de Westerschede heft al die bezwaren in één keer op. Het verkeer tussen Zeeuws-Vlaanderen en de rest van Zeeland zal op alle mogelijke manieren van de vaste verbinding kunnen profiteren. Uiteraard reiken al deze voordelen ook over de Zeeuwse grenzen heen. Via de centrale deltaroute (over bruggen en dammen) en via westelijk Brabant zorgt een vaste oeververbinding van en naar de randstad Holland voor een snelle, directe lijn. Dit is van belang voor het bedrijfsleven in met name de kanaalzone van Zeeuws-Vlaanderen. Internationaal is een vaste oeververbinding Wester schelde van bijzondere betekenis als laatste schakel in een snelle route tussen Rijnmond en midden-Zeeland en een aantal andere havengebieden, Antwerpen, Gent, Zeebrugge en Noord-Frankrijk. Rond 1980 komt daar nog bij het verkeer, dat via een tunnel onder Het Kanaal van en naar de Engelse industriegebieden zal worden afge wikkeld. Dwars door de delta liggen voor dit verkeer (met een brugtunnel Westerschelde) de beste aanslui tingen naar bijvoorbeeld Rotterdam. Het vrachtverkeer kan worden uitgebreid: de mogelijkheid ontstaat om meer ritten per dag te maken. Verbeterde pendelmogelijkhe den leveren een ruimere en meer gevarieerde arbeids markt op. Kortom, het vestigingsklimaat in Zeeuws-Vlaan deren wordt in het algemeen gunstiger. Wonen aan de ene kant van de Westerschelde en werken aan de andere (of andersom) zal geen problemen meer opleveren. Voor de recreant komen er betere mogelijkheden: recreatiege bieden over en weer worden beter toegankelijk. En dan zijn er de voordelen voor onderwijs en gezondheidszorg. Daarbij komt dat het VOW-project geheel past in het (nationaal bepleite) regionale stimuleringsbeleid tenein- (Vervolg van pag. 5) Oogst 1973 is op WALCHEREN ook weer bijna verleden tijd. Het rooien van de suikerbieten is vrijwel klaargekomen. Ondanks verschillende flinke regenbuien kon het werk toch in een redelijk vlot tempo voortgang vinden. Na een regen periode volgde meestal weer een periode met goed drogend weer. Zo af en toe wordt er nog een perceel wintertarwe ingezaaid. De hoofdgrondbewerking, het ploegen op winter- voor is ondertussen ook al ver gevorderd. Bij gunstig weer deze week zal men op vele bedrijven vrijwel klaar komen met dit werk. We mogen wel stellen dat het ploegen onder redelijk gunstige omstandigheden heeft plaatsgevonden. De kwaliteit van het werk is overwegend goed waardoor de basis voor een goed zaaibed in 1974 is gelegd. We zullen verder maar moeten afwachten wat de winter er mee doet Wat wij er nog aan kunnen doen is er voor te zorgen dat de ontwatering van de percelen goed is. Geregeld onder houd van de drainage en zonodig begreppeling kunnen een vlotte waterafvoer bevorderen. Voorkomen moet worden dat de bouwvoor met water verzadigd raakt of dat er op staand water voorkomt. Vooral op gronden met een minder de Zeeuws-Vlaanderen uit zijn isolement te verlossen en op Nederland gericht te houden. Ook past het project volledig in het werkloosheidsbestrijdingsbeleid van de regering en de daarmee samenhangende bevordering van de werkgelegenheid. De bouw van een vaste oeverver binding Westerschelde is in feite een typisch werkgele genheidsproject In Het zuidwesten van het lend komen binnen niet al te lange tijd nogal wat arbeidskrachten in de bouw vrij als gevolg van de afloop van de werken aan de Volkeraksluizen, de Schelde-Rijnverbinding, de Vlaketunnel, rijksweg 58 door midden-Zeeland en de ha ven Vlissingen-Oost. Spoedige start van het VOW-pro ject zou voor opvang kunnen zorgen. Er is voor het pro ject een speciale mankrachtbegroting" opgemaakt. Bui ten de uitvoeringsstaf zijn gemiddeld 700 Nederlandse arbeidskrachten voor de bouw nodig. In een bouwtijd van 4,5 jaar komt dat neer op 3.200 manjaren. Uitvoering van de vaste oeververbinding zou de nationale economie een besparing aan werkloosheidsuitkeringen opleveren van een bedrag tussen tenminste 60 en f 65 miljoen. En tenslottehetgeen de Stichting Vaste Overver- binding Westerschelde in 1969 reeds stelde: Stichting Vaste Oeververbinding Westerschelde: ,,Het gaat niet alleen om het belang van Zeeland maar om een stuk in tegratie van de zuidwestelijke delta in dé ruimste zin. De waarde van een vaste verbinding is niet geheel in geld uit te drukken. De scheepvaart op de Westerschelde wordt gehinderd door de veren. Er zijn voordelen in de persoonlijke sfeer. De toeristische baten zijn zeker gro ter dan uit de berekende bedragen blijkt. De rem op de regionaal-economische en -maatschappelijke ontwikke ling is nog onvoldoende tot uitdrukking gebracht, evenals de voordelen voor het deltagebied, Nederland en west- België van een betere aansluiting op ae internationale routes". BLANKSMA. stabiele structuur treedt dan meestal verslemping op. Colle ga's die overwegen deze winter de outillage van hun bedrijf nog wat te verbeteren door uitbreiding of verbeter n" vrm inr'chting van bedrijfsgebouwen zoals stallen, b ov van aardappelen of uien kunnen in aanmerking kom;. een bijdrage van het Rijk. Ook erfverharding. aanleg vn bedriifs- en toegangwegen alsmede drainage komen in aan merking. Door 25 bijdrage wordt de „lastentop" van eer dergelijke investering al direct wat afgevlakt. Overigens het vanzelfsprekend dat deze investering de rentabilit- van het bedrijf he'pt verbeteren. Men moet niet investeren om der wiUe van de bijdrage. Deze winter zal men ook w e kimnen investeren in kennis en vaardigheid. Een van de ver schillende mogelijkheden is het volgen van een cursus op de hindbouwpraktijkschool te Schoondiike Daarnaast is he' ook mogelijk één of meer instructiedagen bij te woner Spoedige aanmelding is gewenst. Benut de mogelijkheden van bedrijfs- en kennisaanpassing, die deze winter weer worden geboden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 15