VERZEKERINGSINSTELLINGEN
VAN DE ZLM
De fiskale oudedags- [III]
reserve voor zelfstandigen
f
Bijdrage-regelingen
Schaalvergroting
vraagt
ander type
le.ding Jgv
4
SI
In hel vorige artikel is een storende zetfout ge
slopen. Er staat namelijk dat er tegenover de fis-
kale oudedagsreserve „EEN pensioen staat". Dit
moet uiteraard zijn „Er staat GEEN pensioen te
genover! Met nadruk willen wij daarom nogmaals
stellen, u reserveert, zonder dat u reserveert, en
daarom staat er geen pensioen tegenover!
VERHOGING LIQUIDITEIT
J
AAOCHTEN wij in do twee vorige artikels het hoe en
waarom van de fiscale oudedagsreserve bespre
ken, th«ns willen wij op enkele details nog nader ingaan.
Natuurlijk gaan wij er vanuit dat iedere zelfstandige deel
neemt aan de regeling fiskale oudedagsreserve. Daarmee
is uw belang in ieder geval gediend. De wet beoogt, dat
door belastingbesparing er geld vrij komt om meer te
kunnen investeren in het bedrijf waarmede de liquiditeit
van het bedrijf verhoogd wordt. Er komt belastinggeld
vrij voor de oudedagsverzorging en dit geld mag door u
in het bedrijf gebruikt worden. Verzekeringsmensen ech
ter zien daarin reeds brood en proberen bij u een oude-
dagsverzekering te sluiten. Dat is hun goed recht maar
evenveel recht hebben wij om een waarschuwend geluid
te laten horen! Zo op het eerste gezicht ménen wij dat
het niet verstandig zou zijn alle gespaarde belastinggel
den te gaan gebruiken voor het betalen van een premie
voor een levensverzekering welke zowel uitkeert op 65-
jarige leeftijd als bij een eerder overlijden van de onder
nemer, om aldoende in ieder geval de belasting welke
dan verschuldigd zal zijn te kunnen betalen. Bij bedrijfs
beëindiging moet u ook overdrachtswinstbelasting beta
len over de stille reserves welke dan te voorschijn ko
men, maar ook daarvoor hebt u geen polis van levens
verzekering gesloten om dat te kunnen betalen. Alles
kan verzekerd worden, maar pas op dat u niet alleen voor
toch al hoge premies moet gaan werken! Er moet ook
tnog wat voor uw gezin en bedrijf overblijven! En dat nu
is de bedoeling van de wet fiskale oudedagsreserve!
AL OF NIET DE F.O.R. VERZEKEREN? - MAATWERK I
TQAAROP moeten wij u in dit artikel het antwoord
schuldig blijven. Het zal u duidelijk zijn dat een
en ander individueel bekeken moet worden. Via doorlich
ting moet dat maatwerk zijn! De verschillen liggen teveel
uiteen. Men kan verschillende richtingen uit. Laten we
er enkele noemen:
Je Verzeker een kapitaal ter grootte van de (vermoe
delijke) totaal te vormen fiskale oudedagsreserve.
U sluit dan een verzekering welke uitkeert bij in leven
zijn van de man op b.v. 65-jarige leeftijd of terstond bij
diens eerder overlijden. Het verzekerde kapitaal moet
ongeveer gelijk zijn aan het door de fiskus geboekte be
drag f.o.r. Daarmee bereikt men dat u op 65-jarige leef
tijd een pensioen kan kopen of zo men dat liever wenst
met de fiskus kan afrekenen en nog een kapitaaltje daar
van overhouden voor de oudedag. Bij overlijden voor de
65-jarige leeftijd kan, indien de weduwe geen pensioen
wenst, ook afgerekend worden met de fiskus.
Dit zou dè verzekeringsvorm kunnen zijn, ware het niet
dat de premie aanmerkelijk hoger zal zijn dan de belas
tingbesparing! Inplaats dat u meer kunt investeren in het
bedrijf gaat u uw jaarlijkse lasten verhogen. Beslist niet
de bedoeling van de wet!
2© Verzeker een dusdanig kapitaal dat daarmede on
der alle omstandigheden de maximaal derïkbare in
komstenbelasting voortvloeiende uit de f.o.r.-regeling kan
worden betaald. Men kiest dan dezelfde verzekerings
vorm als onder 1 genoemd. De premie zal dan ongeveer
gelijk zijn aan het belastingvoordeel en vergt dan geen
liquiditeitsoffer.
3e Verzeker alleen een dusdanig kapitaal, uit te keren
bij overlijden van de ondernemer, zodat met de
uitkering bij overlijden in ieder geval de verschuldigde
belasting over gevormde f.o.r. betaald kan worden. Door
deze verzekeringsvorm te kiezen bereikt men in de eer
ste plaats dat de weduwe in ieder geval geruisloos kan
afrekenen met de fiskus, en in de tweede plaats doet u
wat de wetgever voor ogen staat, namelijk het grootste
gedeelte van de belastingbesparing investeren in het be
drijf. Wij zouden ons kunnen voorstellen dat de meeste
zelfstandigen de voorkeur aan dit laatste zullen geven.
UITSTEL, BETEKENT IN DIT GEVAL GEEN AFSTEL
^^"ATUURLIJK moet men bij het kiezen van deze ge
dragslijn er extra attent op zijn dat de fiskus een
vordering op u behoudt welke t.z.t. moet worden veref
fend. Het grote gevaar van de f.o.r. is dat de fiskus voor
u reserveert terwijl u alles opeet en daardoor later niel
kan afrekenen. Met andere woorden het fiskale zwaard
van Damocles hangt boven de f.o.r. en dat zwaard vall
t.z.t. omlaag en dan moet worden afgerekend!
Het is maar dat men het weet! Men kan er dan in ieder
geval rekening mee houden. U moet dan ook de belaste
oudedagsreserve beleggen in uw bedrijf, via de bank
rekening of eventueel in een verzekering, of een combi
natie van deze. Het nadeel van de f.o.r. is dan ook hel
gevaar van een omvangrijke uitgestelde fiskale claim. Als
oordelen zouden we kunnen noemen, verschuiving van
belastinggelden naar een later tijdstip, grotere investe
ringsmogelijkheden en een betere liquiditeit.
Nogmaals, de nieuwe wet erkent deze behoefte en
biedt u met het oog hierop thans fiskale faciliteiten. Om
toekomstige problemen te voorkomen raden wij aan pas
sende maatregelen te treffen. Uw eigen organisatie is
u daarbij gaarne van dienst. En als het om een passende
verzekering gaat, u-weet het, wij zijn altijd goedkoper!
CEVAAL.
MEER BELANGSTELLING VOOR
DERDE GEWASSEN
(Vervolg van le pag.)
Steeds duidelijker wordt immers dat aan het eenzijdige
bouwplan van globaal 50 hakvruchten en 50 gra
nen nogal wat nadelen kleven. Nadelen in verband met
onder andere bietenmoeheid en voetziekte bij tarwe. Voor
al de voetziekte heeft in sommige gebieden al onrust
barende vormen aangenomen en voor heel wat tegenval
lende opbrengsten gezorgd.
Overigens vragen wij ons af of de arbeid, gezien de
gemiddelde omvang en arbeidsbezetting der akkerbouw
bedrijven in ons gebied, in de praktijk eigenlijk wel steeds
een werkelijk knelpunt is. Wanneer ook in de toekomst
het netto-overschot per ha voor deze teelten hetzelfde of
hoger zou komen te liggen dan voor tarwe, dachten wij
dat heel wat bedrijven qua arbeidsbezetting voor deze
teelten nog best in aanmerking komen.
In de eerste plaats is immers de oogst voor met name
de peulvruchten en hopelijk op korter termijn ook het
vlas, al met heel wat minder arbeid rond te zetten in
dien men van de traditionele oogstmethode afwijkt.
Daarnaast komen de belangrijkste knelpunten wat de
arbeid betreft steeds meer in het vroege voorjaar tijdens
de zaai en in de nazomer te liggen. In dat kader is er in
feite eind juni/begin juli op vele bedrijven nogal wat ar
beid beschikbaar, die voor de oogst van peulvruchten en/
of handelsgewassen ingezet kan worden. Zeker op de
kleinere akkerbouwbedrijven biedt een gunstige prijsont
wikkeling van de produfcten dan ook ongetwijfeld nieuwe
mogelijkheden.
KONTRAKTEN
In nogal wat gevallen worden de „derde" produkten
op kontrakt geteeld. Aansluitend op de huidige markt
situatie overweegt Cebeco Zuid-West nu ook in beperk
te mate de mogelijkheid open te stellen om landbouw-
erwten op kontrakt te telen. Wij dachten dat dit op zich
een ondersteuning van. deze teelt kan betekenen. Wel
dient daarbij een dergelijke mogelijkheid tot kontrakte-
ring tegen vaste prijzen in principe als een zaak van lan
gere termijn te worden geziien. De. teler is immers niet
gebaat bij kontraktering alleen wanneer de marktomstan
digheden daarvoor gunstig zijn.
Over het algemeen zóu trouwens een hechtere afzet-
basis voor peulvruchten en handelsgewassen de uitein
delijke teeltresultaten alleen maar ten goede komen. Ze
ker wanneer men daarbij ook de kwaliteitsverbetering
betrekt, zoals in de lintgehalte-kontrakten van de Coöp.
Vlasfabriek Dinteloord, waarop wij elders nog nader te
rugkomen.
Ook de duidelijkheid in de graszaadteelt met de parti
cipatie-contracten op basis 75/25, waarbij de EG-toeslag
volledig de teler ten goede komt, is een stap in de goede
richting.
Overigens hebben de problemen rondom de graszaad-
kontrakten en in sommige gebieden ook de kontrakten
voor conservenpeulvruchten, ons wel geleerd dat er op
dit gebied voor de georganiseerde landbouw nog heel
wat te doen valt! In dat kader dient naar onze mening
ook een bezinning op de positie van de NKTV plaats te
vinden.
LUTEIJN.
AANVRAGEN
WOORUITLOPEND op de definitieve regelingen kun-
nen aanvraagformulieren worden verkregen en in
gediend vanaf 1 december 1973 bij de districtsbureauhou
der in wiens werkgebied de ondernemer woont. De aan
vrage moet vergezeld gaan van bestek en tekeningen van
de voorgenomen investering, alsmede een gespecificeer
de opgave van de totale investeringskosten. Deze dienen
voor wat de bedrijfsgebouwen betreft te zijn opgemaakt
door een aannemer en voor wat de particuliere cultuur
technische werken betreft door een aannemer of loon
werker. De werken moeten wórden uitgevoerd door ejen
aannemer, resp. door een aannemer of loonwerker.
Drs. J. DIJKGRAAF,
L.C.C. Goes. V
QVER één ding kunnen we het wel eens zijn: schaal-
vergroting van coöperaties roept niet alleen bij
sommige leden bepaalde bedenkingen op, maar ook bij
de medewerkers van de coöperatie. Een fusiebesluit
moge dikwijls moeizaam tot stand komen, maar de uit
werking van zo'n besluit kost eveneens vele hoofdbre
kens. En dan vooral bij de medewerkers, die dikwijls
het gevoel hebben in de nieuwe opzet totaal door elkaar
gehutseld te worden. Veruit de meeste personeelsleden
proberen hun eigen hachje te redden, maar de ervaring
leert dat ze van een fusie niet allemaal beter worden. Dit
zowel wat betreft positie, het dragen van veranwoordei
lijkheid en de toekomstmogelijkheden. En als er verhui
zingen aan te pas komen dan komt ook het gezin van het
personeelslid extra in het geding. Nee, schaalvergroting
is voor de medewerkers beslist geen sinecure.
LEIDING
T}E leiding heeft eveneens een eigen problematiek.
Door fusies en andere vormen van samengaan
moet het leiding geven en controleren van de gang van
zaken anders worden aangepakt. De centrale positie bin
nen het kleine overzichtelijke met weinig delegatie aan
anderen verandert van karakter. De wat vaderlijke en
soms autoritaire leiding gaat tot het verleden behoren
om plaats te malden voor een goede taakverdeling tussen
de medewerkers binnen een wat strak organisatieschema
voor de werkzaamheden. Vooral direkties, die de coöpe
ratie van de grond af mee hebben opgebouwd, hebben
het hier dikwijls moeilijk mee. Ze komen vanuit de pio
niersfase door de schaalvergroting in de organisatiefase
terecht en dat vraagt om een andere instelling. Fusie
betekent niet alleen groter worden zonder meer, maar ook
een struktuurverandering. Twee maal één is niet twee,
maar drie. Vandaar dat het bij fusies bijvoorbeeld in de
banken, zuivel en aan- <en verkoopwerëld zo belangrijk
is om te weten of het management het aan kan. Beleids
voorbereiding, planning, overleg, beheers- en controle
technieken, kostenbewaking etc. gaan dan duidelijk tot
het beroep van de manager behoren. Zo komt een bank-
direkteur er niet alleen meer met een goede financieel-
administratieve opleiding en ervaring of een zuiveldirek-
teur met een zuiveltechnische opleiding en ervaring of
een aan- en verkoopdirecteur alleen met een commer
ciële inslag. Schaalvergroting vraagt om een ander type
management. In de komende tijd zal de coöperatie hier
aan naar onze mening veel aandacht moeten besteden
om een optimaal rendement uit de fusies te ha^en. Met
een zwak management komen we namelijk niet veel ver
der. En dan denken we niet alleen aan de huidige situatie,
maar ook aan de opvolging dus aan het toekomstige ma
nagement.
TEAM
I-TET is duidelijk, dat ook onze bestuurders door de
1 1 schaalvergroting met een andere taakinhoud te
maken krijgen. Ad-hoc beslissingen maken plaats voor
een weloverwogen beleidsplanning en bijsturing en zon
der voor een deskundige door te gaan moet een bestuur
der toch wel weten, waarmee en hoe hij moet helpen stu
ren. Conferenties pn kursussen kunnen hem helpen om
de nodige beleids-technische kennis op te doen en om
een beter inzicht te verkrijgen. Ook wat dit betreft ligt er
voor de coöperaties een duidelijke taak. Wij vinden het
altijd nog jammer, dat binnen de coöperatie het accent
te veel gelegd wordt op de taakverdeling tussen bestuur
en direktie. Ondanks verschillen tussen taken en be
voegdheden is er toch ook veel taakovereenstemming.
En ook binnen het bestuur wordt vaak te veel de nadruk
gelegd op het verschil tussen de voorzitter en de overige
bestuursleden! Juist het teamverband binnen het bestuur
en binnen bestuur en direktie vinden wij namelijk zo be
langrijk en dat vraagt om even zekere gelijkwaardigheid
van de leden van bestuur en direktie. Management slaat
niet alleen op de direktie, maar ook op het bestuur. Sa
men hebben ze leiding en richting te geven aan de coöpe
ratie. Daarom hoort bij de schaalvergroting niet alleen
een ander type direkteur maar tevens een ander type
bestuurder. Alleen dan zal tfe schaalvergroting pas goed
tot z'n recht komen!