LANDBOUWSCHAP
VAN HET
Gewestelijke Raad
voor Noord Brabant
vergaderde
Sneile groei agrarisch bedrijfsleven in Noord-Brabant
Algemene Handelsvoorwaarden
landbouwwerktuigen
Gunstige financiële
resultaten Cebeco-
Handelsraad
boekjaar 1972/1975
12
In de begin oktober gehouden vergadering van de Gewes
telijke Raad voor Noord-Brabant van 'het Landbouwschap,
waarvan het kort verslag eerst de vorige week ons bereikte
wordt melding gemaakt van het onthouden van goedkeu
ring aan het bestemmingsplan van de gemeente Terheijden
door de Kroon van een tweetal artikelen van dit plan. Een
en andier naar aanleiding van een door de Raad ingediend
beroepsschrift. Goedkeuring werd er aan onthouden:
dat bij de hoogspanningsleiding de horizontaal gemeten
afstand van de bebouwing tot het hart van de hoogspan
ningsleiding ten minste 20 meter moet bedragen.
Artikel 23 lid D.
dat bij ondergrondse pijpleidingen de afstand van de be
bouwing gemeten uit het hart van die leiding, tenminste
10 meter moet bedragen.
De Kroon is van oordeel, dat bij deze voorschriften een
vrijstellingsbevoegdheid van Burgemeester en Wethouders
dient te worden opgenomen.
De gemeente Breda heeft het ontwerp bestemmingsplan
buitengebied ter visie gelegd. In afwijking op de algemene
regel is in het onderhavige plan op een deel van het buiten
gebied een positieve bestemming tuinbouw gelegd, waarop
maximaal 250 m2 vloerenoppervlak gebouwd mag wordien
voor het houden van varkens en pluimvee. Gelet op de uit
zonderlijke sitpatie, kan met deze bestemmingsregeling wor
den ingestemd, mits deze beperkt wordt tot het gebied, dat
in het kader van de ruilverkaveling als zodanig wordt inge
richt, de bestaande agrarische bedrijven alle ontwikkelings
mogelijkheden worden gelaten en een wijzigingsbevoegdheid
ex artikel 11 Wet Ruimtelijke Ordening wordt opgenomen,
waardoor het mogelijk wordt andere agrarische bedrijven
toe te laten als hieraan behoefte bestaat.
STRUCTUURPLANNEN
Bij bestudering van structuurplannen, zo is de Raad van
mening, blijkt regelmatig dat onvoldoende onderzoek heeft
plaatsgehad en de nodige deskundigheid) op het agrarische
terrein ontbreekt. Dit heeft tot gevolg dat vaak verkeerde
conclusies getrokken worden en aan de landbouw niet vol
doende armslag wordt gelaten! Aan het Provinciaal Bestuur
zal worden verzocht om te bevorderen dat bij het ontwer
pen van structuurplannen de nodige landbouwkundige des
kundigheid wordt ingeschakeld!
AARDAPPELTEELTREGELING
Door de Landbouworganisaties werd medegedeeld, dat de
invoering van een volledige teeltregeling in Noord-Brabant
in de huidige situatie niet gewenst is. Wel is aanvaardbaar
en gewenst maatregelen die zich richten op de bestrijding
en het voorkomen van Phoma. Daartoe zou nodig zijn, dat
alle pootgoed, ook dus partijen voor eigen gebruik op Phoma
onderzocht wordien. Om zulks te bereiken zou een verplichte
aanmelding en registratie van de eigen pootgoedteelt bij de
NA.K. moeten worden ingevoerd, waarna over alle partijen
pootgoed en monsteronderzoek kan worden uitgevoerd.
BESTRIJDING AKKERDISTELS
De Raad is van oordeel dat de bestrijding van de akker
distels deels een landelijke aangelegenheid is. Op Rijkster
reinen bijv. langs rijkswegen heeft een onvoldoende bestrij
ding plaats. In overleg met het Secretariaat van het Land
bouwschap in Den Haag zal verzocht worden om van Rijks
wege hierop toe te zien.
ELECTRICITEITSVOORZIENING TEN PLATTELANDE
Door de P.N.E.M. is bezo^dheid uitgesproken over de
mogelijkheid om in de toekomst alle agrarische bedrijven
van voldoende electriciteit te kunnen voorzien. Voor de in
dustrie is verzwaring van netten noodzakelijk, hetgeen voor
de landbouw ook gewenst c.q. noodzakelijk zal zijn. Om aan
de gesignaleerde problematiek meer aandacht te besteden,
zal in een van de volgende vergaderingen een bespreking
plaats hebben met de Directie van de P.N.E.M,
AANSLUITING PROVINCIALE GEZONDHEIDSDIENST
VOOR DIEREN IN NOORD-BRABANT
Door de vergadering werd besloten aan de Hoofdafdeling
Veehouderij van het Landbouwschap voor te stellen, om de
verplichting tot aansluiting bij de Provinciale Gezondheid-
dienst voor Dieren op te leggen aan die houders van beren
voor de Algemene Dekdiensten, met ingang van 1 januari
1974.
INZAMELINGSACTIE BESTRIJDINGSMIDDELEN
IN NOORD-BRABANT
De' inzameling van restante-bestrijdingsmiddelen zal
plaats hebben van 19 t/m 23 november a.s. In alle gemeen
ten zal een inzamelingspunt worden aangewezen. Alle agra
riërs ontvangen hierover nader bericht. De Gewestelijke
Raad verzoekt alle agrariërs van deze gelegenheid om zich
op een verantwoorde manier te ontdoen van onderlinge be
strijdingsmiddelen, gebruik te maken.
De produktie in het agrarische bedrijfsleven in Ncford-
Brabant groeit sneller dan elders in ons land. De teelt
van snijmais maakt een snelle ontwikkeling door en de
Brabantse mekveestapel zal binnen afzienbare tijd die
van Friesland hebben voorbijgestreefd en na Gelderland
de tweede plaats in ons land innemen. Kort samengevat
zijn dit de resultaten van de telling die het landbouw-
consulentschap in Noord-Brabant in mei van dit jaar
heeft gehouden.
In enkele jaren tijds heeft de teelt van snijmais in
Noord-Brabant een grote vlucht genomen. Van de 86.500
ha akkerbouw worden er nu al 20.000 ha in beslag ge
nomen. Deze groei is vooral ten koste gegaan van de teelt
van rogge en in mindere mate van die van haver. Het
aantal ha rogge nam sinds 1960 af van 45.000 tot iets meer
t
dan 7.000 ha. Gerst en tarwe weten zich nog redelijk te
handhaven. Men verwacht dat snijmais in 1975 meer dan
de helft van het Noordbrabantse akkerbouwareaal zal be
slaan.
De melkveeteelt in Brabant groeit ook> sterk. In 1973
nam het aantal melkkoeien met 10,3 procent toe bij een
landelijke stijging van zeven procent. Er is een duidelijk
streven om het aantal koeien per bedrijf sterk uit te brei
den. Nu is het gemiddelde nog 21, maar men denkt aan
zestig koeien per bedrijf over enkele jaren. Noord-Bra
bant heeft vijftien procent van de nationale melkveesta
pel. Het jongveepercentage bedraagt achttien. Daaruit kan
worden afgeleid dat Brabant in één tot twee jaar Fries
land als melkproducent voorbij zal streven.
Het bestuur van het Landbouwschap heeft zich in de
openbare vergadering van woensdag 7 november positief uit
gesproken voor toepassing van Algemene Handelsvoor
waarden Landbouwwerktuigen (A.H.L.) bij koop en ver
koop van nieuwe landbouwwerktuigen en machines.
De Algemene Handelsvoorwaarden Landbouwwerktuigen
zijn het resultaat van overleg in de Stichting Mechanisatie
Centrum, waarin samenwerken organisaties van de groot
handel, importeurs, dealers en fabrikanten van landbouw
werktuigen en machines en het Landbouwschap als ver
tegenwoordiging van die gebruikers.
Het is voor het eerst, dat leveranciers en gebruikers tot
algemeen geldende en uniforme voorwaarden komen bij de
levering van landbouwwerktuigen. Met deze voorwaarden
wordt beoogd meer duidelijkheid te brengen in de weder-
zijdse rechten en verplichtingen van leveranciers en gebrui
kers. De belangrijkste aspecten van de A.H.L. betreffen:
de voorwaarden die bij het afsluiten van die transactie
in acht moeten worden genomen
de garantie die het gehele werktuig omvat
de aansprakelijkheid voor schade aan of veroorzaakt
door het geleverde werktuig
arbitrage bij geschillen door een commissie, bestaande
uit deskundigen van gebruikers en leveranciers, geregeld
in een arbitragereglement.
•Het ligt in het voornemen dat de Algemene Handelsvoor
waarden Landbouwwerktuigen ter gelegenheid van de ko
mende werktuigententoonstelling Landbouw RAI 1974 door
de deelnemende organisaties van werktuigenleveranciers,
handel en gebruikers gepresenteerd worden.
Ce'beco-Handelsraad heeft uit de failliete boedel de
mengvoederfabriek van SOL gekocht en zet deze thans
voort, al probeert zij wel een rechtsvorm te vinden om
de exploitatie in handen te geven van de omliggende
coöperaties.)
TVsr handhaving van het effectieve vermogen van
Cebeco-Handelsraad wordt voorgesteld ten laste van
de resultatenrekening 2,8 miljoen aan de reserve toe
De Nationale Coöperatieve Aan- en Verkoopvereni
ging voor Land- en Tuinbouw GA ,,Cebeco-Handels-
raad" in Rotterdam heeft in het per 30 juni 1973 afge
sloten boekjaar 1972/'73 een omzet 'behaald van bijna
1,5 miljard. Ten opzichte van de vorige gezamenlijke
omzet van Cebeco en de Handelsraad van de ABTB, die
per 1 juli 1972 een fusie aangingen, betekent het ge
noemde bedrag een stijging van circa 188 miljoen.
Hieibij dient ook in aanmerking te worden genomen
dat de Coöperatieve Centrale In- en Verkoop vereniging
van de LTB GA in Haarlem zich per 1 januari 1973 bij
Cebeco-Handelsraad heeft aangesloten (ABTB en LTB
zijn katholieke aan- en verkooporganisaties voor resp.
Noord-Oost- en West-Nederland). De omzet volgens de
geconsolideerde resultatenrekening, omvattend de om
zet van Cebeco-Handelsraad en die van haar meerder
heidsdeelnemingen, bedroeg in het genoemde boekjaar
1,64 miljard. De omzet van de Cebeco-Handelsraad-
groep, bestaande uit de ledencoöperaties, Cebeco-Han
delsraad en deelnemingen, beliep circa 2,5 miljard.
Volgens het jaarverslag waren de financiële resul
taten gunstig. Wel heeft de déconfiture bij de Coöpera
tieve Stichting Olie- en Lijnkoekenfabriek (SOL) in
Utrecht er een bijzondere invloed op gehad. De totale
nadelige gevolgen die Cebeco-Handelsraad van deze dé
confiture heeft ondervonden belopen 8,5 miljoen. Zij
zijn voornamelijk ontstaan doordat SOL als debiteur in
gebreke bleef bij het betalen van door Cebeco-Handels
raad geleverde mengvoergrondstoffen. Voorts is in het
genoemde bedrag onder andere een dotatie begrepen
ten behoeve van de gedupeerde SOL-deposanten (leden
van de SOL die hun coöperatie min of meer als bank
gebruikten). (Cebeco en Handelsraad waren als nog
los van elkaar staande coöperaties, beide needs zoge
naamd C-lid van de SOL en hadden er ieder een aan
sprakelijkheid van een half miljoen. SOL was op zijn
beurt lid van Cebeco, terwijl Cebeco voor de SOL de
grootste leverancier van mengvoedergrondstoffen was.
Hoofdkantoor van Cebeco-Handelsraad
aan de rand van Rotterdams centrum.
te voegen. Na deze voorziening en een toevoeging aan
het fonds voor prijsverschillen van 0,5 miljoen en na
afschrijvingen van 10,7 miljoen, resteert een batig
saldo van 5,54 miljoen waarvan krachtens een statu
taire verplichting 1,55 miljoen wordt gestort in het
reservefonds. Het resterende bedrag van bijna 4 mil
joen, tezamen met het onverdeeld saldo van het vorig
jaar, maakt een uitkering mogelijk aan de leden-
coÖperaties die neerkomt op drie promille van hun in
het afgelopen boekjaar met Cebeco-Handelsraad ge
dane zaken. Door een aantal mutaties in de deelnemin
gen is aan reeds aanwezig vermogen een bedrag van
6,7 miljoen zichtbaar geworden en aan de reserves
toegevoegd.
De omzet in voergranen en andere veevoedergrond
stoffen gaf in zijn totaliteit een stijging te zien van
7,5 procent ten opzichte van de omzet van Cebeco en
Handelsraad in het vorige jaar. De voorziening van
grondstoffen heeft door de abnormale prijsontwikke
ling dit jaar overigens wel extra problemen opgeleverd.
Ondanks de nadelige beïnvloeding door het niet ontvan
gen van de SOL van de koopprijs voor de aan haar ge
leverde mengvoedergrondstoffen zijn de resultaten van
de mengvoedergrondstoffen positief geweest.
Bij de handel in Westeuropese granen bleek volgens
het jaarverslag duidelijk dat een eensgezind optreden
met de led en-coöperaties van doorslaggevende betekenis
kan zijn voor de prijsvorming van het Nederlands pro-
dukt. In zaaizaden, zaden, peulvruchten en aardappelen
werd een aanzienlijke stijging van de omzet geboekt.
Het veredelingsbedrijf van landbouwgewassen, dat
van Hoofddorp naar Lelystad verhuisde, behaalde we
derom gunstige financiële resultaten. De geldomzet van
de afdeling meststoffen steeg met ruim 16 miljoen tot
meer dan ƒ200 miljoen. Door een grotere vraag naar
hogere geconcentreerde meststoffen liep de omzet in
tonnen echter iets terug. In de meststoffensector heeft
de groeiende vraag op de wereldmarkt de produktie-
overschotten van de laatste jaren opgevangen.
De omzet in bestrijdingsmiddelen nam met ruim 20
procent toe, ondanks een duidelijke tendens om te ko
men tot vermindering van het gebruik van deze mid
delen. De afdeling land- en tuinbouwmechanisatie boek
te tezamen met de dochterondernemingen in deze sector
een stijging van de omzet van bijna 50 procent. De om
zet in stallen, stalinrichtingen en bungalows steeg tot
bijna 33 miljoen. Ook de omzet in bedrijfs- en win
kelartikelen ging belangrijk vooruit en er zijn zelfs
plannen tot uitbreiding van de centrale in Deventer.
Bij de deelnemingen werden over het algemeen goede
resultaten geboekt, in het bijzonder in de aardappel
sector. Ook de groei van Groenhoven bv in de levens
middelensector vooral bij de distributie aan grote
verbruikers en op het terrein van de diepvriesproduk-
ten wordt vermeld. De afdeling aardolieprodukten
moest het boekjaar afsluiten met een nadelig saldo. Dit
nadelig saldo en het feit dat de resultaten van enkele
nieuwe activiteiten en enkele bedrijven niet positief
waren, tasten het totale gunstige ibeeld nauwelijks aan,
zo staat in het jaarverslag.