Bedrijfsstudiegroep M.L.S. Gorinchem Nieuw argument voor najaarsbemesting Heeft de vlasteelt toekomst 11 Met deze laatste stap moesten enige weerstanden over wonnen worden omdat deze nieuwe ontwikkeling toch wel met argusogen werd aangezien. Nu, drie jaar later is dit geen punt meer. De bouwkosten lagen toen nog beneden de 1.000,— per G.VE. inclusief toebehoren. Ter verge lijking kan gezegd worden dat de tegenwoordige prijs ruim 1.600,per melkkoe (G.V.E.) bedraagt. Daarnaast komen utieraard nog kosten van melktank, melkinstallatie, nuts voorzieningen, financieringskosten, grondwerk e.d. Deze concrete situatie mag dus gezien worden als een langzame opbouw tot een gezonde bedrijfsvoering. MELKVEEHOUDERIJ - FOKKERIJ QEDURENDE de laatste 10 jaar, zonder twijfel door de interesse van de huidige ondiernemer, is het gemengde bedrijf langzamerhand en nu voor honderd procent omge schakeld op veehouderij. Anderen in dit gebied, voorname lijk in het westen tegen de Biesbosch aan, hebben zich editer meer gespecialiseerd op de zuivere akkerbouw. Op dit moment worden in een 2x2 tandem-melkinstalla- tie 60 stuks melkvee gemolken. De jongveestapel is aan de Op de voorgrond: goedverzorgde voordroogkuilen. royale kant met o.a. 20 stuks kalfvaarzen. Hiervoor is niet voldoende plaats vandaar dat een flink aantal hiervan de weg naar de markt zal vinden. Door grote liefhebberij, vak bekwaamheid en selectie is een veestapel ontstaan die alle vergelijkingen kan weerstaan. De gemiddelde melkproduc tie lag volgens gegevens van de melkcontroleveremging in 1972/'73 iets boven de 6345 kg per dier per jaar. De voor- Onder leiding van de directeur van de Chr. Mid delbare Landbouwschool te Gorkum de heer A. R. Dijkema is sinds een 10-tal jaren een studiegroep in deze omgeving werkzaam. De heer Boom is van de eerste dag af enthousiast lid geweest samen met een 15-tal collega's voornamelijk uit de Alblasser-- waard. De spontane medewerking van de oud-leer lingen van de M.L.S. want dat zijn ze in feite, is te danken aan de uitzonderlijk grote inzet van de heer Dijkema. In de wintermaanden komt men ongeveer 7 keer bijeen. Men zou niet voldoende gespreksstof hebben als daaraan geen bedrijfseconomische boekhouding ten grondslag lag. Vroeger ging men van de fiscale boekhouding uit maar al vlug daarna werd over gegaan op een specifieke boekhouding. Dat lijkt allemaal erg moeilijk maar het tegendeel is waar. Eén praktisch probleem is er altijd geweest en dat was op tijd alles in te leveren! Vooral in drukke perioden kwam dat er niet van. Vandaar dat men naar een oplossing heeft gezocht. De dames van de leden hebben een jaar geleden een boekhoudcursus gevolgd. En is 't niet zo, dat niemand beter dan de vrouw op het bedrijf de eigen boekhouding kan aanhouden! Ook voor anderen zou dit zonder meer een aanbeveling zijn! Goed, als deze boekhouding nu is bijgewerkt worden ze op de M.L.S. te Gorkum uitgewerkt en op stencil gezet. De kosten zijn vrij gering omdat deze werkzaamheden in de verloren uren gebeuren. Op de eerste bijeenkomsten worden de gegevens vergeleken van de eigen bdrijfsresul- taten en bijvoorbeeld die van de L.E.I.-boekhoudin gen in dit gebied. Bepaalde afwijkingen en ontwik kelingen worden met elkaar besproken. Soms wor den excursies belegd naar interessante objecten enz. Het spreekt vanzelf dat met de gegevens en cijfers van de bedrijven wordt gewerkt waarbij elk lid onder een bepaald nummer staat geboekt. Enkele belangrijke kengetallen van het bedrijf van de heer Boom, die illustreren hoe zijn bedrijf zich heeft ontwikkeld zijn: Algemene gegevens 1962- 63 1968-'69 1971-'72 Aantal G.V.E. totaal 33,5 43j 62,5 kg stikstof per ha 190 240 312 percentage maaien 64 79 1 08 kg melk per koe 3662 5173 5602 opbrengstprijs p/kg melk 27,46 37,66 42,60 melkgeld per ha ingld. 1417 2604 3854 netto overschot p/ha 71 290 837 arbeidskosten p/ha 676 885 684 voerkosten per melkkoe 710 737 850 totale bewerkings- kosten per ha 925 1317 1135 bewerkingskosten per bewerkingseenheid 5,20 11,37 8,29 kg melk per volwaardige arbeidskracht 47.500 99.600 212.800 aantal volwassen arbeidskrachten 1,6 1,53 1,1 opbrengst min voerkosten per melkkoe in guldens 2266 Kortom, de bedrijfseconomische gegevens worden gebruikt en besproken om mogelijke afwijkingen of tekortkomingen in de toekomst te vermijden. Velen zijn door deze studieclub bedrijfskrif isch ge worden. Daar waar de kosten te hoog waren zijn be sparingen doorgevoerd en daar waar aan de c, breng stenkant de zaak verkeerd lag, werden ande. re methoden toegepastVeel wordt gevraagd van een gezonde mentaliteit der deelnemers. Deze on- structieve bezigheid heeft hen echter geen wind eieren gelegd! naamste oorzaak hiertoe zijn naar de heer Boom stelde, naast een goede verkaveling, geweest: a. het opvoeren van de krachtvoergift. b. de genetische aanleg van het vee. VERTROUWEN IN TOEKOMST |^E voederwinning bestaat uit voordroogkuil dde met be hulp van de loonwerker wordt verzorgd. Daar de veebezetting per ha nog beneden de 3 G.V.E. per ha zit, hoeft geen mais verbouwd te worden. Voorts wordt de mest- afvoer door de loonwerker verzorgd. Duidelijk voert hij aan dat om der wille van arbeidsverlichting juist deze zaken worden afgesloten. Op diit typische gezinsbedrijf is juist vol doende arbeid beschikbaar om het goed te doen functione ren. In tegenstelling tot andere collega's in het land wil hij z'n bedrijf voorlopig niet verder uitbouwen. Toekomstige investeringen zullen geconcentreerd worden op arbeidsver- lichtende werktuigen (kuilvork is reeds aanwezig) en instal laties die het werken veraangenamen. Door de gebonden heid is het lidmaatschap van een bedrijfsverzorgingsd'ienst een noodzaak! Met de grote bescheidenheid van een man die echter met twee benen op de grond staat stelde hij zonder meer een flink vertrouwen in de toekomst te hebben. Tijdig de bakens verzetten, gaan kijken bij anderen die het mis schien nog beter doen, zoals hij stelde, kunnen deze toe komst nooit beschamen. A. M. VERBRUGGE. deze zomer uitvoerig gesproken en het bestuursbesluit werd in alle afdelingsbijeenkomsten toegelicht. C.M.C.-BONUSREGELING PER 1 JANUARI 1974 Jaarleverantie in kg Toeslag in centen van tot per kg 50.000 80.000 0,50 80.000 100.000 1,00 100.000 200.000 1,10 200.000 300.000 1,20 300.000 400.000 1,30 400.000 500.000 1,40 enzovoorts Enzovoorts houdt in, steeds oplopend per 100.000 kg met 0,10 cent per kg. De verrekening van de bonustoe slag zal steeds direct na afloop van het boekjaar plaats vinden. In een voorbeeld komt, duidelijker dan uit het bovenstaande, de bonusregeling tot uitdrukking. VOORBEELD Een C.M.C.-lid blijkt, aan het einde van het boekjaar 1974, in totaal 240.000 kg melk in de tank te hebben af geleverd. Zijn premie boven de C.M.C.-voorschotprijs wordt krachtens de bonusregeling als volgt: 0— 50.000 kg 50.000 x 50.000— 80.000 kg 30.000 x 0,50 cent 150,— 80.000—100.000 kg 20.000 x 1,00 cent 200,— 100.000—200.000 kg 100.000 x 1,10 cent 1.100,— 200.000—240.000 kg 40.000 x 1,20 cent 480,— bonustoeslag boven voorschotprijs 1.930,— Zijn premie krachtens de huidige tankmelktoeslag-re- geling wordt boven de voorschotprijs als volgt: 0—100.000 kg 100.000 x 1,50 cent 1.500,— 100.000—200.000 kg 100.000 x 1,60 cent 1.600, 200.000—240.000 kg 40.000 x 1,70 cent 680,— tankmelktoeslag ƒ3.780, Krachtens bonusregeling en tankmelktoeslag wordt in dit voorbeeld dus boven de C.M.C.-voorschotprijs 5.710,ontvangen; wat men, wil men voorschotprijzen in den lande gaan vergelijken, wél in de gaten moet hou den! Aldus „Melk". Er zijn de laatste jaren al vele goede argumenten aan gevoerd, waarom het beter is de basisbemesting hoofd zakelijk in het najaar uit te rijden. Een nieuw argument komt daar thans nog bij. Dit nieuwe argument spruit voort uit de nieuwe richtlijnen voor de kalibemesting op consumptieaardappe i en. Om het „blauw" tegen te gaan hebben de Consulent schappen voor de Akkerbouw al telkens geadviseerd een „toeslag" te geven op het algemene advies, dat tot op heden voor consumptieaardappelen gold. Een advies, plus een toeslag, daar zit iets scheefs in. Maar nu heeft men die toeslag geheel in de nieuwe „richtlijnen" ingepast. En dat lijkt beter. >)o. 11 -r> i i ii iro?' -tfiq «i fi-jy- v ,U,V -nsülolaiasnüc fIB A r is ie omhoog geklommen. Het voortbestaan van Dinteloord is vooral ook van belang omdat in deze fabriek wordt aan getoond dat mechanisatie en rationalisatie van de ver werking zeer zeker mogelijk zijn. Daarnaast heeft de C.V.D. de eerste stappen gezet in de richting van teeltkontrakten met een naar kwaliteit ge staffelde vaste prijs. Met deze kontrakten wordt duide lijk gewerkt in de richting van het afstemmen van de teelt op een kwaliteitsprodukt met gunstige verwerkingseigen schappen. Belangrijk is daarbij da de kwaliteit in ieder geval voor wat het lintgehalte betreft, op objectieve wijze door het liBVL wordt bepaald. Ook de teler wordt daardoor meer zekerheid geboden van afzet tegen een redelijke prijs in overeenstemming met de werkelijke kwaliteit van zijn pro- dukt. Belangrijk is daarbij dat de kwaliteit in ieder geval voor duktie mogelijk veilig gesteld kan worden. Deze dreigt immers bij een te ver doorvoeren van de dauwrootmetho- de in de knel te komen. Wij vinden het alleen jammer dat de opstelling van de kontraktvoorwaarden nog wat on zorgvuldig heeft plaatsgevonden. Dat geldt zowel voor de tekst, waarbij de prijs van het zaaizaad uiteraard 175 gulden per 100 kg in plaats van 175 gulden per kg dient te zijn, als voor de niet voor iedere teler even duidelijke bijkomende voorwaarden. Hoewel wij een streven naar eenvoud in de kontrak ten op zich toejuichen, moet er toch voor gezorgd wor- Er bestaat bovendien de neiging de kaligift voor het aardappeljaar dan maar meteen aan te passen aan de be hoefte van het gehele bouwplan. En dan lijkt zo'n gift soms erg hoog. In ieder geval hoog, om deze in één keer in het voorjaar te geven. Men kan dan twee dingen doen: alles in het najaar, of de helft nu en de rest in de chloorarme vorm straks in het voorjaar. Dit laatste geeft weliswaar twee werkgangen, maar biedt ook voordelen. Hoe dit ook zij, de nieuwe richtlijnen geven een nieuw argument om althans de kali bemesting hoofdzakelijk te zien als najaarsbemesting. L. K. den dat de teier voldoende informatie en inzicht wordt verstrekt. Zo ware het beter niet van participatiekon- trakten te spreken, terwijl ook een nadere uitwerking van een aantal voorwaarden, zoals ten aanzien van rot en broei en de zaadvermeerdering, op zijn plaats zou zijn. Daarnaast lijkt het ons van groot belang dat de teler ,;;zo ^poedig mogelijk een inzicht krijgt omtrent de teelt maatregelen die een hoger lintgehalte kunnen bevorde ren. Daar zit voor hem immers in belangrijke mate de winstmogelijkheid! Niettegenstaande deze kinderziektes geloven wjj toch dat men met deze lintgehaltekontrakten op de goede weg is. Zeker waar ook de vaste kontraktprijzen aanzienlijk hoger zijn dan vorig jaar. Dat geldt weliswaar in nog ster kere mate voor de vrije marktprijs van vlas, doch men zal zich hierop als individuele teler zeker niet blind moe ten staren. Bij de huidige capaciteit van de vlasverwer- kende industrie kan enige uitbreiding van de teelt im mers al gauw een prijsdrukkend effekt hebben. TOEKOMSTMOGELIJKHEDEN VOOR VLAS E vlasteelt en met name de afzet van het eindpro- dukt biedt weer duidelijke toekomstmogelijkheden. Wil men hierop in de praktijk kunnen inhaken dan is een sterkere binding van de teler met een beperkt aantal, grote en dus geconcentreerd verwerkende bedrijven dringend noodzakelijk. Daarbij dient meer dan tot nu toe gestreefd te worden naar uitbetaling op grond van een objectief vast te stellen kwaliteit van het vlas. Voor de vlasteler is het ontwikkelen van een weinig arbeid ver gende oogstmethode absolute voorwaarde. Zolang bin nen de verwerkende bedrijven nog geen drastische sane ring en rationalisering heeft plaatsgevonden, dient men voor een te sterke uitbreiding voor de vlasteelt te waken. Immers de prijsvorming van het strovlas is niet alleen afhankelijk van de gestegen vraag en prijs naar vlaslint, maar zeker ook van de capaciteit der verwerkende be drijven. De individuele teler dient daarnaast, wil hij volledig van de uitbetaling naar kwaliteit kunnen profiteren, zo spoedig mogelijk te kunnen beschikken over voldoende gegevens omtrent de produktie-omstandigheden die op de kwaliteit van invloed zijn. Buiten beschouwing zijn gebleven zaken als de vlas^ vezelzak, de milieuaspecten van de warmwaterrootmetho- de, alsmede het onderzoek naar de verwerking via het groenonthoutingsprocédé gevolgd door twistloos spin nen. Deze zaken houden alle verband met in de eerste plaats de verwerking van het vlas en betekenen in wezen elk voor zich even zo vele stimulansen of zelfs nood zaken om tot een concentratie binnen de vlasverwerken- de industrie te komen. LUTEIJN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 11