Op bezoek bij
G. BOOM
in het
Land van Heusden en Altena
Van
allerlei
en overal
Kunstmeststoffen
van overschot naar tekort
Brouwgerstaktualiteiten
CMC-Bonusreoelina
vanaf i januari 19/4
10
E.S.V. VOORLICHTING
éiuÉk
De heer G. BoomMUlenaar, 35 jaar»
exploiteert een veeteeltbedrijf aan de
Broeksestraat te Babiloniënbroek.
Millenaar (35 jaar) te Babilpniënbroek. Juist aan deze on
dernemer is zijn mening gevraagd omdat zijn bedrijfssituatie
representatief is voor deze streek. Het gezin telt vier kinde
ren. De heer Boom is na zijn schoolopleiding aan de C.M.LjS.
te Gorkum op het ouderlijk bedrijf gekomen. Enkele jaren
geleden is dit bedrijf door hem overgenomen.
OPBOUW NAAR GEZONDE BEDRIJFSVOERING
yoOR de verkaveling was het bedrijf 20 ha groot en
omvatte zowel akkerbouw als veehouderij. Er waren
10 verschillende percelen tot op 8 km afstand. De grond
soort varieerde van zware tot zeer zware komkleigrond
60 afslibbaar. Heden is dit in belangrijke mate gewij
zigd. De huidige bedrijfsvoering vindt plaats op 28 ha, ver
deeld over 2 percelen t.w. één huisperceel en een perceel
juist over de weg.
Om even terug te grijpen op de ontwikkeling van de ge
bouwen het volgende:
Q I ET land van Heusden en Altena ligt het meest
I I noordelijk in het ZLM-werkgebied. Samen met de
Biesbosch vormt het de kring Altena-Biesbosch der ZLM.
Geografisch gezien is het omsloten door de rivieren de
Maas, de Merwede (ten noordwesten van de Biesbosch)
en de Bergse Maas. Voorts wordt het doorsneden door
de E 37 van Breda naar Gorkum. ,,Waar water is is le
ven", zegt men. Nu, aan water in dit gebied vroeger geen
gebrek.
Uit landschappelijk oogpunt wordt dit gebied geken
merkt door een oorspronkelijk drassig middengebied
„Den Duyl" genaamd. De bewoning heeft zich ontwikkeld
langs de hogere zandgebieden en langs de dijken.
Voorheen had men met vele waterschappen te maken,
tegenwoordig alleen nog maar met het waterschap „De
Alm". Volgens ingewijden een grote vooruitgang! Den
Duyl is een omstreden begrip. Vroeger was dit een ver
waarloosd moerassig komkleigebied waarin velen een
stukje grond hadden voornamelijk voor vetweiderij en
jongvee bestemd. Heden staan er tientallen moderne vee
teeltbedrijven, die van wateroverlast weinig last meer
hebben. Kortom een gebied dat een geweldige econo
mische impuls heeft gekregen. Niet in het minst is dit te
danken aan de ruilverkaveling Land van Heusden en Al
tena, die dit gebied in de gunstige zin van het woord
onherkenbaar heeft veranderd. Vele grienden, kreken en
waterpartijen zijn bewaard gebleven, terwijl toch de wa
terbeheersing goed is. Zelfs zo dat waar vroeger het
water kantje boord stond er nu soms e weinig drink
water voor het vee is! Vele ondernemers hebben een
nieuw bedrijf gesticht en maken een alleszins gezonde
groei door. Wat de natuur aangaat kunnen we consta
teren dat deze voor vegetatie, mens en dier stukken beter
Links het huis, de schuur en de ligboxenstal, rechts machine
berging en jongveestaL
is geworden. Dat zuilen zelfs biologen en actiegroepen
m.b.t. het dierbare milieu toe moeten geven!
HET BEDRIJF VAN G. BOOM
|N dit landelijk gebied waarin de veehouderij naast de
akkerbouw en in mindere mate het gemengde bedrijf
een rol speelt, brachten wij een bezoek aan G. Boom-—
1. 1950: eerst een hangar met koestal voor 20 stuks vee.
2. 1954: nieuwe woning gebouwd.
De ligboxenstal is tegen de schuur aangebouwd.
3. 1954: evenals een jongveestal tegen de hangar.
4. 1961: los van de andere bedrijfsgebouwen werd een an
dere hangar incl. jongveestal gebouwd,
5. 1970: de bestaande hangar (no. 1) gedeeltelijk omge
bouwd tot melkstal, melkkamer en ziekenboeg,
terwijl hierachter een ligboxenstal met drijfmest
voor 66 G.V.E. werd aangebouwd. (G.V.E. groot
vee-eenheden)
De Ver. Staten hebben een tekort aan kunstmeststoffen
en de minister van Landbouw aldaar wil de plafondprijzen
voor kunstmeststoffen afschaffen om de boeren de gelegen
heid te geven ook buitenlandse kunstmest te kopen. Hij
heeft er reeds meermalen bij de Amerikaanse kunstmest
industrie op aangedrongen een eind te maken aan de huidige
schaarste. Het gevaar bestaat zijns inziens dat de Ameri
kaanse landbouw het volgend jaar de produktie niet zover
zal opvoeren als de regering beoogt. De minister wees erop
dat de huidige wereldmarktprijzen voor kunstmeststoffen
veel hoger zijn dan de in het Amerikaanse binnenland gel
dende plafondprijzen. Voor Amerikaanse exporten gelden
deze maximumprijzen niet en daardoor konden buitenlandse
kopers gemakkelijk de binnenlandse afnemers overtroeven.
De minister zei dat er in de wereld een grotere vraag naar
kunstmeststoffen is ontstaan en dat er een potentieel tekort
in de Ver. Staten is van ongeveer 1,7 miljoen ton als aan
de momenteel aanwezige vraag uit binnen- en buitenland
zou worden voldaan.
Uit de situatie op de kunstmeststoffenmarkt blijkt ook
weer dat overschotten en tekorten dicht bij elkaar kunnen
liggen. De grote uitbreidingen in de kunstmeststoffen-sector
waarvan nog tot voor kort sprake was met o.a. als gevolg
grote overproduktie en sterke prijsdaling van de stikstof
meststoffen heeft een sterke afremming van de bouw van
nieuwe installaties tot gevolg gehad. Door het stijgend
kunstmestverbruik, vooral ook in de ontwikkelingslanden,
is er nu alweer sprake van schaarste o.m. op de wereld-
stikstofmarkt. Een situatie die bij het lang voortduren van
de olieboycot van de Arabische landen nog wel eens in on
gunstige zin beïnvloed zou kunnen worden. Ook de ontwik
kelingslanden zouden dan, zij het indirekt, met de olieboycot
te maken krijgen. Daarnaast moet rekening gehouden wor
den met het doorwerken van de kostenstijgingen in die prij
zen. Aanmerkelijke prijsstijgingen in de kunstmeststoffen-
sektor zijn dan ook te verwachten.
Het areaal brouwgerst dat de laatste jaren in West-Duits
land op ca. 1 miljoen ha is blijven staan zal door de groeien
de concurrentie van tarwe, mais en wintergerst, zowel in
West-Duitsland als in Frankrijk en die Beneluxlanden, wel
verkleind worden. Verwacht wordt echter dat de daling van
het areaal door hogere opbrengsten kan worden goedge-
van de vaste mest verkregen uit de ontwateringsapparatuur
meldt dat de door andere E.E.G.-landen aangeboden handels
partijen brouwgerst over het algemeen van mindere kwali
teit zijn dan de in West-Duitsland geproduceerde brouw
gerst. De oorzaak ligt niet in de produktiemogelijkheden
maar in de keuze van de rassen. Een vervanger van oude
rassen zou zeer spoedig de kwaliteit van de in de vergrote
E.E.G. verhandelde brouwgerst verbeteren.
Vandaar dat „Farmers Weekly" optimistisch is over de
exportkansen van Britse brouwgerst. Als Groot-Brittannië
hoge eisen stelt aan de kwaliteit kunnen de producenten
rekenen op grote export naar Europa en andere landen, zo
meldt dit blad. Frankrijk is wat dat betreft nog steeds een
concurrent, waar heeft niet de mogelijkheid om onze kwa
liteit te bereiken. Dankzij ons zeeklimaat hebben wij de mo
gelijkheid om de beste kwaliteit brouwgerst ter wereld te
produceren! De Duitsers in Europa de grootste verbruikers
van brouwgerst met een jaarlijkse invoerbehoefte van ca. 1
miljoen ton geven de voorkeur aan Britse brouwgerst, zo
lang ze op de kwaliteit kunnen vertrouwen.
Rassen die door de mouters worden geadviseerd zijn:
Imber, Gerka, Proctor, Berac, Golden Promise en Wing, als
mede het wintergerst Maris Otter. Rassen als Zephyr en
Julia zijn voor de mouterij minder geschikt en geven kwali
teitsproblemen. Aldus A. C. Macdonald de Engelse vertegen
woordiger in de Communauté de travail des brasseurs du
marché commune, die opmerkte er zeker van te zijn dat de
boeren financieel geen schade ondervinden als ze deze kwa
liteitsrassen verbouwen, zei de heer Macdonaldi. De opbreng
sten van de voor mout geschikte rassen zijn nu goed en de
premies die wij een goede teler betalen bedragen 15 of
meer per acre 198,per ha).
De premies die momenteel worden betaald voor Maris
Otter, Proctor en Imber rassen van hoge kwaliteit lig
gen 6 36,per ton hoger dan mout van mindere
kwaliteit zoals Julia and £9 54,per ton hoger dan
voedergerst.
De premies zijn zeker de moeite waard en mouters hopen
dat ze aantrekkelijk genoeg zijn om het areaal van rassen
met hoge kwaliteit uit te breiden. Zij menen dat dit moet
gebeuren om een plotseling tekort aan brouwgerst te ver
mijden. De laatste tien jaar heeft het aandeel van brouw
gerst in de totale gerstproduktie, slechts 15 bedragen.
Maar nu kan het areaal brouwgerst, bij een toename van de
vraag en een stabiel gerstareaal, 30 van het totaal gaan
bedragen.
De heer Macdonald zei: „Thans is slechts 1,5 miljoen van
het totaal van de 8 of 9 miljoen ton gerst die Engeland pro
duceert echt geschikt om mout van hoge kwaliteit te be
reiden. We moeten de produktie opvoeren tot boven de
twee miljoen ton als we aan de vraag op de binnenlandse
markt willen voldoen, en gelijktijdig de uitstekende kansen
die nu voor onze sector op de exportmarkt bestaan, benut
ten".
MA uitvoerige studie, discussie, hoor en wederhoor,
gaat op 1 januari 1974 de C.M.C.-bonusregeling van
start. Aldus meldt „Melk" van 10 november 1.1. waaraan
we de volgende bijzonderheden ontlenen. Het bestuurs
besluit daartoe werd op 23 augustus aan de ledenraad,
in Rotterdam bijeen, meegedeeld. „We moeten de C.M.C.
bij elkaar houden", zijn de woorden van voorzitter de
heer A. van Leeuwen, doelend op het grote gemeenschap
pelijke belang dat grote en kleine CM.C.-melkproducen-
ten hebben bij een sterke, goed lopende gemeenschappe
lijke zaak. Goed werken wil óók zeggen met een maxi
male effectiviteit en inzet van alles en allen. Dat is eigen
lijk de dieperliggende oorzaak waarom de C.M.C. tot de,
op het eerste gezicht zo weinig coöperatief lijkende, re
geling overstapt en via een bonusregeling een verschil
in melkprijs naar grootte van de (jaar)leverantie, invoert.
Waarbij, met alle respect, waardering en begrip, de
vraag gesteld kan worden, waarom een verschil op ba
sis van de kwaliteit van de melk, of van het vet- en
eiwitgehalte, of van het al of niet leveren in de melk
tank, niét. als a-coöperatief wordt aangemerkt, en uitbe
taling naar omvang van de jaarleverantie via een bonus
regeling wél een verloochening van het coöperatieve uit-
P'ngspunt zou moeten zijn. Wat dan des te meer gaat
klemmen, naarmate de omvang van de leveranties verder
uit elkaar gaan lopen. Een door het C.M.C.-bestuur voor
jaar 1973 ingestelde werkgroep heeft zich daarover ook
"oberen Uit gemaakte cijferopstellingen bleek, dat 62
van de leden maa: goed 32 van de CJM.C.-melkaan-
vcer voor hun rekening namen. Dat is dan een moment
opname. zoa's ook de toename van de tankmelkerij bij
de C.M.C. in dat boekjaar, van 460 tot 670 tankmelkboer-
derijen (geed voor 14 van de concern-aanvoer) een
momentopname van de ontwikkeling is. Het is genoeg
zaam bekend, hoe deze uitloot) naar grotere eenheden
drastisch doorzet. De ingestelde studiegroep concludeer
de dat, als overal in ons land, de groep „grote produ
centen" zal blijven groeien, terwijl dit bij de groep met
jaarleveranties tot 80.000 kilo veel minder het geval zal
zijn. Dit houdt bij het huidige kostenpeil en dat wat te
wachten staat in de komende jaren aanmerkelijke con
sequenties in. Vandaar dat "de groep een aantal voorstel
len voor een bonusregeling aan het C.M.C.-bestuur in
overweging gaf. Daarover is in de kadervergaderingreeks