BIETENROOIDEMONSTRATIE OP ZWARE KLEIGROND Dakbedekkingen op oude rieten daken TOOR het aanbrengen van golfplaten op oude rieten daken worden twee konstruktierrïethoden toege- Geleverd werk goed met weinig verschillen 9 C.A.R. Goes J. H. VAN NIEUWENHUIZEN Specialist boerderijbouw Het behoort tot de uitzonderingen, wanneer een nieuwe boerderij nog van een rieten dak wordt voorzien. Het aanbrengen van een bedekking met riet kost veel geld, terwijl de huidige geringe dakhellingen zich minder goed lenen voor een bedekking met riet. Tal van oude boerde rijen zijn echter nog voorzien van een rieten dak. Veel van deze rieten daken zijn helaas geheel of gedeeltelijk versleten. De levensduur van een rieten dak is aan de zuid-west zijde ongeveer 3040 jaar, terwijl de noord oost zijde veel langer goed blijft. Het herstellen van een rieten dak kost ongeveer f 35,tot f 40,per m2 dak. Het uiterlijk van de boerderij verandert wel en soms wordt een bouwvergunning geweigerd- Dit laatste is vooral het geval voor boerderijen op de lijst van Monu mentenzorg;. Via Monumentenzorg (rijik, provincie en gemeente) kan maximaal 60 subsidie worden verstrekt van de herstelkosten voor een rieten dak. Dit geldt hoofd zakelijk voor de boerderijen op de lijst van Monumenten zorg! DE MATERIALEN WE golfplaten, welke worden gebruikt zijn hoofdzake- lijk de stijve asbestcement golfplaat en de soepele onduline golfplaat. Het aanbrengen van asbestcement golfplaten vereist een goed uitgevlakt dak, omdat deze platen niet buigbaar zijn. Onduline is een materiaal, samengesteld uit bitumen en minerale en plantaardige vezels. Bij gebruik van deze golfplaat zijn meer ondersteuningen en spijkers nodig dan bij de asbestcement golfplaat. Tot nu toe is niet gebleken, dat er meer last optreedt van vogels, ratten en muizen. HOE MOETEN DE GOLFPLATEN WORDEN AANGEBRACHT past. Nieuwe methode. De beste methode om weer een goed uitgevakt dak te krijgen is als volgt. Van onderen worden door de rietlaag aangepunte klampen gestoken, welke aan de aanwezige sporen worden gespijkerd. Deze klampen komen in de lengte van het dak om de twee of drie sporen op afstanden van 150 cm en in de hoogte op afstanden van 120 cm. Op het rieten dak wor den dan van boven naar beneden regels (5x7) aange bracht, welke op de nok goed aan elkaar worden beves tigd. Deze regels worden op de juiste hoogte gesteld en daarna aan de door het riet stekende klampen gespijkerd. Vervolgens worden de gordingen (5x7 cm) op de regels bevestigd. De klampen worden naar behoefte ingekort, waarna de golfplaten op de gebruikelijke wijze worden aangebracht. Voordat met het werk wordt begonnen, die nen de bestaande nokafdekkingen te worden verwijderd. Het verdient ook aanbeveling al het te gebruiken hout vooraf te behandelen met een houtbeschermingsmiddel. Bij gebruik van onduline golfplaten moeten de gordin gen nauwer worden gelegd (ca. 60 cm) terwijl de gordin gen dan iets lichter kunnen zijn. De nok, bestaande uit vlakke scharniernokken, wordt bij voorkeur iets ver hoogd uitgevoerd. In de nok van de schuur moet boven dien een smalle strook niet worden weggesneden. WAT ZIJN DE KOSTEN? AFHANKELIJK van de konditie van het dak moet zo- wel bij de toepassing van asbest als onduline golf- Herstel met Ondulin^ golfplaten volgens de NIEUWE methode, uitgevoerd in 1966 Hetzelfde dak in 1973 Dakherstel met asbestcement-golfplaten volgens de OUDE methode, uitgevoerd in 1973 ALS HET RIETEN DAK VERSLETEN IS MAAST het aanbrengen van een nieuwe bedekking met riet, is het ook mogelijk om over de oude riet- laag een bedekking met golfplaten aan te brengen. De oude rietlaag blijft dan aanwezig, waardoor we de goede isolatie van het dak behouden of zelfs vergroten, omdat het riet dan constant droog blijft. Ook in Zeeland zijn de laatste jaren een aantal oude boerderijen geheel of gedeeltelijk gedekt met golfplaten. Oude methode. Op het bestaande dak worden regels aangebracht van bijv. 5x7 cm op een onderlinge afstand van 100 cm. Deze regels worden met lange draadnagels, 30 a 35 cm lang, op de onder het riet gelegen sporen be vestigd. Deze wijze van bevestigen geeft nogal eens moei lijkheden, bijv. als de sporen erg dlin zijn, de rietlaag erg onregelmatig van dikte is ,de sporen niet recht zijn, enz. Wel wordt getracht door ondervullingen niet houten klos sen het dak zo vlak mogelijk te maken, doch bevredigend is dit in veel gevallen niet. platen worden gerekend op 25,30,per m2 dak. Wanneer naast de dakbedekking ook de wanden, spanten en/of sporen versleten zijn, is het weinig interessant om hierop een nieuwe dakbedekking aan te brengen. In der gelijke gevallen kan het de moeite waard zijn om een prijsvergelijking te maken tussen reparatie of nieuw bouw. Een nieuwe schuur kost echter 150,per m2, in clusief betonvloer en B.T.W. Op 2 oktober werd te Eist in de Betuwe een bietenoogst- demonstratie gehouden. De maohines moesten werken onder zware omstandigheden. De zware rivierklei was tamelijk vochtig. Het percentage afslibbaar bedraagt hier ca. 70 pet. Er werd gewerkt in een modern bietengewas op de proef- boerderij „De Laar" van de CSM. Er was gezaaid op een afstand van 14 cm. Behalve voor de verwijdering van schie ters was aan het gewas geen handwerk verricht. De gewas- verzorging bestond uit tweemaal spuiten en machinaal schoffelen. Per ha kwamen gemiddeld 86.000 planten voor. Aldus ing. J. T. Andringa - Wageningen in het Fries Land bouwblad van 26 oktober j.L OOGSTMACHINES Aan deze demonstratie kon worden deelgenomen met meerrijige machines. De loofverwijdering gebeurde met ont- bladermachines. De oogstmachines behoorden overwegend tot de zesrijige Franse rooisysternen terwijl door Amac een nieuwe drierijige machine werd getoond. Zoals bekend kun nen afhankelijk van het systeem bieten worden geoogst in één, twee of drie werkgangen. Deze drie systemen werden door de volgende machines gedemonstreerd: a. Oogsten in drie werkgangen. Door Barrault-Lepine/Herriau werd met beide zesrijige systemen achtereenvolgens ontbladerd, gerooid en geladen. Beide rooiers waren voorzien van schijvenliohters, die voor al op zware grond nauwkeurig afgesteld moeten worden. Ook dan wordt meestal nog vrij veel grond losgemaakt dat gedeeltelijk in de op voorraad gerooide bieten terecht komt. Laders met een goede reiniging kunnen ddt bezwaar wel ge heel of gedeeltelijk opheffen zoals ook hier bleek. Van Barrault-Lepine werd de nieuwe lader getoond waar bij de eerste opvoerketting is vervangen door grote zeef- raderen. Deze werkte zeer goed mede door de lange weg die de bieten dan moeten afleggen. De ruim gebouwde Super lader van Herriau leverde eveneens zeer goed werk. Het driefase-systeem is relatief goedkoop en kan worden gebruikt achter normaal gangbare trekkers van ca. 50 tot 70 pk. Bij gelijktijdig uitvoeren van ontbladeren (of koppen), rooien en laden zijn drie mensen nodig voor de bediening. In de praktijk levert dit in toenemende mate bezwaren op. b. Oogsten in twee werkgangen. Deze methode werd getoond door zes zesrijige machines van de merken Franguet, Matrot, Moreau, Herriau, Kuiken en Facam. Van de drie eerstgenoemden waren de machines vóór- en achterop trekkers gebouwd. Verder hadden zij als punt van overeenkomst een ontbladermachine vóór en een zesrijige rooier met scharenlichters aohterop de trekker. Bij deze systemen wordt dus achter de trekkerwielen ge rooid. Het gebruik van dubbellucht op rijenafstand is dan sterk aan te bevelen. Dit geeft minder bietbeschadiging en grondtarra en een grotere stabiliteit aan het geheel. Door 1 Franquet en vooral door Moreau werd dit zeer goed gede monstreerd met de bandenmaat 9,548. E>e voorop de trekkers gebouwde ontbladermachines zijn meestal compacter gebouwd dan de getrokken typen. In de meeste gevallen komt slechts een klepelas voor behalve bij Moreau die de twee klepelassen heeft gehandhaafd. In de groep tweefase-systemen werkten drie zelfrijdende machines, namelijk van Herriau, Kuiken en Facam. De twee eerstgenoemden zijn reeds voldoende bekend; beide ontbla- deren-koppen en rooien resp. zes en twaalf rijen op een langszwad. Toevallig werkten deze machines op het demon stratieterrein naast elkaar. Opvallend was het grote snel heids verschil ten gunste van Herriau. De door de Kuiken gerooide bieten hadden duidelijk meer punten dan de mees te door de Franse systemen gerooide bieten, maar zeker niet minder grondtarra. De Facam is een nieuwe zelfrijdende machine naar een ontwerp van de Fa. Cammaert te IJzendijke en gebouwd door machinefabriek Van den Ende te Borssele. Met deze zesrijige machine wordt het rooien en het laden in één werk- gang gecombineerd. Interessant is de goede werking van deze machine, met rijvariator, het rooien vóór de grote ach terwielen (zoals ook bij de zelfrijders van Herriau en mo reau), het direct laden en het nieuwe reinigingssysteem met extra zeefraderen. Onafhankelijk van elkaar kwamen Bar rault-Lepine en Cammaert tot eenzelfde type reiniging; de eertse heeft het in de lader gebouwd en de tweede in de rooierlader. Verchillende keren is reeds gebleken dat een dergelijk reinigingssysteem tot gunstige resultaten kan leiden. Uiteraard moet voorafgaande aan het rooien-laden wor den gekopt of ontbladerd; bij een tweefase-systeem in een aparte werkgang. Dit is in zoverre interessant dat het onder deel wat het meeste vermogen vraagt (ontbladeren) toch met een ca. 70 pk-trekker kan worden uitgevoerd. c. Oogsten in één werkgang. Bij de zesrijige systemen zien we de ontwikkeling van drie naar twee en via deze naar oogsten in één werkgang. In Eist was dit systeem te zien van Matrot (vóór- en ach terop een trekker) en van de zelfrijdende Moreau. Deze laatste is een indrukwekkende machine die de bieten afvoert naar een meerijdende wagen. Hij wordt hydrostatisch aan gedreven; in standaarduitvoering op twee en tegen meer prijs met vierwielaandrijving. Er werd goed werk mee geleverd. Binnen de groep éénfasesystemen werkte een nieuwe drie rijige machine van Amac. Voorop de trekker was een nieu we en uitstekend werkende ontbladermachine gebouwd die hydrostatisch werd aangedreven. Ook de hierop aangebrach- te nakoppers waren van een nieuw model en leverden fraai werk. Achter de trekker werkt de getrokken drierijige rooier, die in principe veel overeenkomst vertoont met een aardappelrooier. Vrijwel iedere bezoeker kwam onder de indruk van het met deze machine geleverde goede werk. KWANTITEIT EN KWALITEIT 1 Het is duidelijk dat grote machines ïn feite thuis horen op grote percelen en vooral zal per seizoen een grote opper vlakte moeten worden gerooid. Dan komt men ook tot aan vaardbare kosten. Niettemin vragen deze oogstmachines steeds een hoge investering. De vraag of het in de toekomst zelfrijders moeten zijn of op en aan de zware trekker ge bouwde combinaties, is niet gemakkelijk te beantwoorden. (Zie verder pag. 11)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 9