Nieuwe AMAC BR-3 bietenrooier aan de markt
MECHANISATIE-
NIEUWS
Is er wel een
tarwe-tekort?
KORTE WENKEN
8
MAAR aanleiding van de ervaringen die vorig jaar zijn
opgedaan met een experimentele AMAC bietenrooi
er weixl door de fabrikant J. de Jonge te 's-Heerenhoek
in overleg met Oebeco-Handelsraad besloten voor 1973
een aantal van deze rooiers te bouwen. In totaal zijn er
inmiddels een 20-tal van deze machines onder verschil
lende omstandigheden in bedrijf gesteld. De machine
heeft een eigen gezicht gekregen en wordt als drierijige
rooier onder de naam AMAC BR-3 in de handel gebracht.
De BR-3 is een éénfase machine, hetgeen wil zeggen dat
alle werkzaamheden die bij het rooien van bieten nodig
:fcijn, in één bewerking worden uitgevoerd. Voor de be
diening is slechts één man nodig, namelijk de trekkerbe
stuurder. De machine wordt achter de trekker gekoppeld
met een verstelbare trekboom. Deze kon door middel van
een draadspindel naar links of naar rechts worden ver
steld. Dit is nodig om de machine recht voor de rijen te
kunnen plaatsen. Het rooigedeelte bestaat uit 3 stel rooir
scharen, die zodanig draaibaar aan de verticale steunas-
sen zijn bevestigd, dat ze zelf de rij opzoeken. Per stel
zijn de rooischaren aan elkaar gekoppeld door middel van
een spanschroefHiermee is het mogelijk de opening tus
sen de scharen op de juiste grootte in te stellen en aan te
passen aan de omvang van de bieten. De handeling is
eenvoudig en vergt weinig tyd. Nadat de scharen de bie
ten hebben .gerooid, worden deze tussen en door twee bo
ven elkaar liggende opvoerbanden (zeefmatten) naar bo
ven gebracht. De ruimte tussen deze beide banden is gro
ter of kleiner te maken. Dit gebeurt met twee stelhouten.
Een van beide banden is voorzien van 2 rijen rubber vin
gers. Deze hebben tot taak het verlies van bieten tussen
2 rijen te voorkomen. Ook al liggen er bieten tussen de
rijen, dan nog werkt het opvoermechanisme zonder man
keren en komen verstoppingen niet voor. Onder de onder
ste opvoerband zijn twee aangedreven roterende schud-
ders aangebracht, waarmee de schudbeweging van de
band naar behoefte kan worden ingesteld, teneinde de
bieten zo schoon mogelijk in de wagen te brengen. Op
zware grond en vooral onder natte omstandigheden is dit
van groot belang. Boven de opvoerband is een reinigings
band gemonteerd, die door middel van een lier kan wor
den afgerold, zodat de intensiteit van de reiniging naar
kan worden aangepast. De transportbanden heb
ben een steek van 56 of 72 mm naar keuze. Na het ver
laten van de opvoerbanden komen de bieten op de afvoer-
transporteur. De wielen zijn verstelbaar en aan te passen
aan de rijafstand van de bieten. Ze lopen in de gerooide
rij. De banden zijn uitgevoerd met een multiringprofiel.
Omdat de wielen in -de gerooide rij lopen, voorkomt dit
profiel het zogenaamde „wegdrijven" van de machine.
Voordat de bieten worden gerooid, gebeuren er eerst
twee handelingen door een vóór aan de trekker gebouwde
ontbladermachine en een nakopinrichting (scalpeur) aan
de bietenrooier. De eerste handeling bestaat uit het af
slaan van het blad. Dit wordt gedaan door een as met
vaste messen, die het afgeslagen blad op een transport
vijzel werpt, die het verbrijzelde produkt zijdelings af
voert. Daarna worden de bieten door een drierijige na-
kopper behandeld. Het ontbladerapparaat wordt hydrau
lisch aangedreven. De diepteregeling van het ontblader
apparaat gebeurt met het instellen van de steunwielen.
Op de onlangs te Eist gehouden demonstratie kwam de
AMAC BR-3 in zijn groep met de beste beoordeling uit
de bus.
PRODUKTSCHAP VOOR GRANEN,
ZADEN PEULVRUCHTEN
Tijdens en kort na de oogst kon de teler nog een
aantrekkelijke prijs maken voor zijn tarwe. Daarna is
de prijs regelmatig teruggelopen. Zelfs is nu al de eer
ste partij van 10.000 ton bij het V.I.B. voor interventie
aangeboden. Een onbegrijpelijke zaak in een tijd, dat
iedereen spreekt over een mogelijk tekort aan tarwe in
de wereld; een tekort overigens, dat nog wel eens zou
kunnen meevallen.
WEL (OF GEEN TEKORT?
Volgens de laatste raming van de Internationale Tar-
weraad, die was gevoegd bij de mededelingen voor de
vergadering van het Produktschap voor Granen, Zaden
en Peulvruchten, wordt de wereldproduktie nog op
dezelfde hoeveelheid geschat als in vorige ramingen,
n.l. 325 miljoen ton. Als maximale hoeveelheid, die
beschikbaar is voor export wordt 68,5 miljoen aangeno
men, tegenover een importbehoefte van ongeveer 65
miljoen ton.
Om dit exportkwantum te kunnen bereiken, zullen de
overgangsvoorraden aan het einde van het oogstjaar dan
wel tot een absoluut minimum moeten dalen. Op grond
van deze cijfers kan men echter konkluderen, dat de
tarwevoorziening nog juist rond kan komen.
In deze opstelling is evenwel, zoals ons achteraf bleek,
geen rekening gehouden met een veel grotere produktie
in Rusland dan in eerdere schattingen is opgenomen.
De laatste schattingen geven aan, dat de totale pro
duktie in dat land misschien wel 20 a 25 miljoen hoger
ligt dan eerst werd aangenomen! Weliswaar wordt ook
een hoger uitvalpercentage verwacht, dit neemt niet
weg, dat de netto-produktie toch aanzienlijk hoger zal
uitkomen.
Nu behoeft dit niet direkt te betekenen, dat Rusland
weer als exporteur op de wereldmarkt zal verschijnen;
voor een groot deel zal deze meerproduktie hard nodig
zijn om de sterk geslonken eigen voorraden aan te
vullen.
Wel is het duidelijk, dat het marktbeeld nu sterk
veranderd is. Op de Amerikaanse graanmarkten is de
notering dan ook in enkele dagen met ongeveer 3,50
per 100 kg gedaald.
BELEID
Hoewel deze ontwikkeling op de EEG-tarweprijzen
geen dirékte invloed behoeft te hebben, zal dit wel aan
leiding moeten zijn voor een wijziging van het beleid.
Immers is er in dit oogstjaar tot nu toe een beleid ge
voerd dat er op gericht was detarwe die hier geprodu
ceerd wordt, ook binnen de EEG te houden.
Eerst door het instellen van een exportverbod en ver
volgens door het opleggen van heffingen, die door hun
hoogte exporten in feite onmogelijk maakten. Er is nu
een wijziging van het systeem in Brussel in voorberei
ding. De bedoeling is namelijk om exporteurs in de ge
legenheid te stellen om in te schrijven voor een bepaal
de exportheffing. De verordening om dit mogelijk te
maken is wel aangenomen, maar, zoalsi in de vergadering
van het Produktschap werd opgemerkt, het zal nog
wel tot eind november duren, voordat dit systeem kan
gaan werken. Zoals daarbij terecht wordt gesteld, zal
het effekt van deze regeling grotendeels bepaald wor
den door het beleid dat bij de toewijzing van vergunnin
gen wordt gevoerd. Zou dit aan de krappe kant gehou
den worden, dan schieten wij er nog weinig mee op.
Maar in ieder geval is er een begin gemaakt met een
wat ander beleid, of dit een positieve uitwerking zal
hébben op de markt zal hopelijk binnen kort blijken.
Gekonstateerd werd overigens in deze vergadering,
dat er van een goede synchronisatie van maatregelen
geen sprake is geweest, een mening, die vermoedelijk
weinig tegenspraak zal oproepen!
DE N ATURATIE
Nadat vlak voor het begin Van deze oogst de Europese
Commissie de premie bij denaturatie van tarwe al bijna
1,50 per '100 kg lager had vastgesteld dan het vorig
jaar, is deze premie ingaande 1 november nog eens met
ruim 1,50 Verlaagd. Achtergrond voor deze maatregel
is vooral ook geweest de schaarste aan tarwe. Door de
denaturatie op deze wijze onaantrekkelijker te maken,
hoopte men te voorkomen, dat er teveel tarwe in de
voersektor terecht zou komen. Een prettige bijkomstig
heid voor de Europese Commissie is tevens dat het fi
nancieel voordelig is. Er behoeft minder voor denatu
ratie betaald te worden de premies komen uit de
Europese kas terwijl er meer b.v. mais geïmporteerd
zal worden, waarop een heffing wordt geïnd.
Voor de afzet en de prijsvorming van de Nederlandse
tarwe is de denaturatie echter een zeer belangrijk hulp
middel. Bij de huidige hoogte van de premie moet nu
evenwel Verwacht worden dat dit afzetkanaal vrijwel
onbruikbaar is geworden. Ons bedrijfsleven heeft dan
ook steeds ernstig bezwaar gemaakt tegen deze ver
laging. Niet Verwonderlijk is het daarom, dat er' in het
Bestuur kritische opmerkingen werden gemaakt over het
feit, dat ons land in Brussel, uit politieke overwegingen,
uiteindelijk toch met deze maatregelen heeft ingestemd.
Hoewel dit op de uitkomst uiteindelijk geen invloed
heeft gehad, geeft deze opstelling van Nederlandse kant
wel te denlken.
Wanneer men het tot nu toe gevoerde beleid overziet,
kan men slechts konstateren, zoals ook in de vergadering
werd gedaan, dat de tarweteler daar de dupe van ge
worden is.
OSKAM.
BESTEMMINGSPLANNEN
Tholen. Vanaf 2 november ligt gedurende een maand ter
inzage het vastgestelde bestemmingsplan „Rekreatieterrein
Buurtweg" Stavenisse. Zij, die zich tijdig met bezwaren tot
de gemeenteraad hebben gewend, kunnen binnen een maand
bezwaren indienen bij G.S.
Valkenswaard. Vanaf 5 november ligt gedurende een
maand ter inzage het ontwerp-bestemmingsplan „Natuurge
bieden". Gedurende deze termijn kunnen schriftelijke be
zwaren worden ingediend bij de gemeenteraad.
Nuenen c-a. Vanaf 5 november ligt gedurende een maand
ter inzage het bestemmingsplan „Gerwen III". Zij, die zich
tijdig met bezwaren tot de gemeenteraad hebben gewend,
alsmede een ieder die bezwaren heeft tegen in het ontwerp
aangebrachte wijzigingen, kunnen binnen een maand bezwa
ren indienen bij G.S.
Oost-, West- en Middeibeers. Vanaf 5 november liggen
gedurende een maand ter inzage: a. ontwerp tot wijziging
van de voorschriften bestemmingsplan „Kom Middeibeers";
b. ontwerp tot wijziging van de voorschriften bestemmings
plan „Oostelbeers"; c. ontwerp-bestemmingsplan „Kom
Middeibeers" en ontwerp-bestemmingsplan „Oostelbeers".
Gedurende deze termijn kunnen schriftelijke bezwaren wor
den ingediend bij de gemeenteraad.
Sint Oedenrode. Vanaf 5 november ligt gedurende een
maand ter inzage het ontwerp van een nieuw bestemmings
plan „Buitengebied". Gedurende deze termijn kunnen schrif
telijke bezwaren worden ingediend bij de gemeenteraad.
Kapelle. Vanaf 6 november ligt gedurende een maand ter
inzage het door G.S. goedgekeurde bestemmingsplan „Bruël-
lis UI". Gedurende deze tennijn kunnen zij, die zich tijdig
met bezwaren zowel tot de gemeenteraad als tot G.S. heb
ben gewend, bij de Kroon beroep instellen.
C.A.R. - Zevenbergen
AKKERBOUW
MAAK ER EEN GEWOONTE VAN om ploegen en an
dere werktuigen direkt na het gebruik van het meeste
vuil te ontdoen. Uitstellen tot later geeft veel roest en
het vraagt u extra tijd bij het schoonmaken. Daarna in
smeren met een mengsel van verlopen cardanolie en die
selolie. Dit kunt u doen met een handveger. In de winter
kan alles grondig worden gereinigd en ingevet.
KUNT U EEN GRASGROENBEMESTER onmogelijk
goed onderploegen zoals b.v. op de wendakker of omdat
de ploeg voor dit werk ongeschikt is, ga dan niet door met
ploegen. Grasopslag kan in een volgend gewas veel extra
werk en moeilijkheden geven. U kunt het gras eerst dood
spuiten met 3 liter Gramoxone per ha uit te voeren en
kele dagen voor het ploegen.
HET KIEMPLANTSTADIUM is voor vele gewassen
één van de meest kwetsbare tijdstippen. Veel gewassen
hebben juist dan te Hjden van aantastingen door schim
mels en insekten. Een aantal schimmels die vooral in het
kiemplantstadium schade veroorzaken dient u te bestrij
den door zaadontsmetting. Een aantal van uw collega's
denkt nog steeds dat deze schimmelziekten bestreden kun
nen worden door extra veel zaaizaad te gebruiken.
TIJDENS HET GRONDONTSMETTEN tegen de aard
appelmoeheid dient de temperatuur van de grond geme
ten op 15 cm diepte voor een geslaagde ontsmetting 7° C
of hoger te zijn. Bij lagere temperaturen neemt de kans
op mislukken sterk toe, daar lage bodemtemperaturen
vaak gepaard gaan met hoge vochtigheid van de grond.
Het verdient aanbeveling nu geen grondontsmetting meer
toe te passen.
IEDERE GRONDONTSMETTING ten behoeve van de
aardappelteelt moet doorgegeven worden aan de Plan-
tenziekténkundige Dienst in dat gebied.Iedere melding
wordt gedaan op daarvoor bestemde formulieren welke
bij genoemde dienst verkrijgbaar zijn. Hebt u dit gedaan,
of vergeten? Niet gemelde percelen komen niet in aan
merking voor de extra teeltmogelijkheden na een grond-
ontsmetting.
VEEHOUDERIJ
IN DEZE TIJD VAN HET JAAR wordt een flink kwan
tum vers bietenblad en stoppelknollen gevoerd. Als aan
vulling past hierbij goed graszaadstro of hooi van mindere-
kwaiiteit. Het betere hooi kan dan ,tot de winter worden
bewaard tot er meer koeien hebben afgekalfd.
BEENGEBREKEN die zich speciaal gedurende de stal
tijd openbaren zijn veelal een gevolg van slechte klauwen.
Na een half jaar weidegang zijn vaak de klauwen te lang
geworden. Het bijsnijden van de klauwen dient direkt na
het opstallen te worden uitgevoerd. De klauwen zijn dan
nog voldoende zacht om de aanwezige eeltlagen gemak
kelijk te verwijderen.
ZODRA DE KOEIEN WEER OP STAL STAAN hoort
men weer klachten over speenbetrappen. Bij een strakke
hangketting kunnen de koeien moeilijk opstaan wat één
van de oorzaken kan zijn. De hangketting dient daarom
slap te worden bevestigd. Om bevuiling van stand en dier
tegen te gaan is het gebruik van een koetrainer aan te
bevelen.