Veel problemen in de landbouwsektor Rootwater - goede meststof Kwaliteit bruine bonen is bijzonder goed 't Schiet lekker op Cultivatoren van aardappel land zet niet door Rond de Schelde 5 Door de vele regen van rond de 20ste is de maand oktober met ruim 100 mm tot nu toe de natste maand van dit jaar geworden. Ondanks dat is men na de vele regen er op ZUID-BEVELAND toch in geslaagd om de laatste aardappelen gerooid te krijgen. Diegenen die zo lang met het rooien moesten wachten, hebben nog niet fout gezeten ook! Toch moeten we wel vaststellen dat een dergelijke situatie voor de aardappelen en dus voor de boer grote risico's met zich meebrengt om het rooien zo lang uit te stellen. Het risico wordt dan toch infeite onaanvaardlbaar groot! Het rooien van de suikerbieten is al een heel eind gevorderd. Zoals al meerdere malen naar voren is ge komen lopen de opbrengsten vrij ver uiteen. Zo is het ook met het suikergehalte. Het gemiddelde ligt thans zo tussen de 15,5 en 16 De voorraden op de bedrijven zijn op dit moment niet groot. De afvoer gaat behoor lijk vlot.. In de laatste dagen van oktober is er heel wat winter tarwe gezaaid. Duidelijk is wel dat er aanmerkelijk later wordt gezaaid dan vorig jaar. Door de droogte en het late aardappelrooien was dit dan ook vrijwel onmoge lijk. Bewust heeft hier ook wel in meegespeeld dat er het vorige jaar nog al wat oogvlekkenvoetziekte voor- Ja, dit lazen wy in WEST ZEEUWSCH-VLAANDE REN onlangs in het dagblad, en aangezien in ons gewest (nog) vrij veel vlasverwerkende industrie voorkomt, lijkt het ons nuttig hier op een en ander in te gaan. Volgens twee pas afgestudeerde HTS-ers in Vlissingen, is het op basis van uitgebreide studie hunnerzijds mo gelijk, het afvalwater van de vlasroterijen in Zeeuwsch- Vlaanderen te gebruiken als meststof voor weiland. Met besproeien van grasland met rootwater zou 15 tot 20 maal goedkoper zijn dan het lozen van datzelfde water via een zuiveringsinstallatie. Het onderzoek was ingesteld tegen de achtergrond van een mogelijke herleving van de vlasindustrie in genoemd 'gebied. Tekenen daarvoor zijn o.a. de moge lijkheid, de produktie van biologische afbreekbare zak ken van de heer Roelofsen uit Sas van Gent in de de toekomst ter hand kan worden genomen, het steeds meer gemengd gebruik van vlasvezel met synthetische vezel en het feit dat er bij veel mensen een toenemende aversie merkbaar is tegen synthetische produkten. Massale produktie van genoemde afvalzak en herle ving van de vlasindustrie zal echter tot gevolg hebben dat er dan nog grotere hoeveelheden afvalwater in het milieu worden geloosd dan nu het geval is. Voor het roten van vlas, wat hier voornamelijk in bassins gebeurt, zijn grote hoeveelheden water nodig, dat na gebruik sterk verontreinigd met organische stoffen wordt afgevoerd, die echter gemakkelijk omgezet kun nen worden. Daar is alleen veel zuurstof voor nodig. In het afvalwater komen bestanddelen voor die bij zonder goede diensten bewijzen als meststof, zowel voor weiland als voor akkerland. Dit kan volgens hen heel goed geschieden door middel van regeninstallaties. De roterijen hoeven dan niet meer aangesloten te worden op afvalleidingen of zuiveringsinstallaties en raken hun afvalwater toch kwijt. Voor een gemiddelde vlasroterij zouden deze kosten op 25.000 per jaar komen. Via het systeem van besproeiingsvelden „slechts" 740 gulden per ha. Het is een voorbeeld van re-circulatie. Het vlas wordt geroot, het rootwater wordt opgevangen en door de zich daarin bevindende organische stoffen groeit weer een ander gewas. Vanzelfsprekend zijn er nog vele vragen die in het onderzoek van de twee HTS-ers blijkbaar niet aan de orde zijn gekomen. Hoe staat het bijvoorbeeld met de gevolgen van deze soort bemesting voor het vee en de gewassen? Het is een bekend feit dat rootwater als het enige tijd in poldersloten heeft gestaan bepaald niet gunstig op het milieu werkt. Onderzoek op beider ter rein is dan ook noodzakelijk wil er uit deze suggestie iets positiefs komen. Het is ons inziens nog niet zo, zoals een statenlid in ons gewest meent, dat hiermee de vlasindustrie zodanige nieuwe impulsen zal krijgen dat dit de oplossing zou kunnen zijn voor de strukturele werkloosheid in ons gebied. De week voorgaande aan deze ,is er op WALCHEREN zeer veel werk verzet. Daarnaast concentreerde het werk zich op het zaaivoor en wintervoorploegen en het zaaien van wintertarwe, waarvan een groot percentage deze week kan worden ingezaaid. Het zaaizaad van nieuwe ras Clement is uitverkocht. Naar het kwantum afzet zaaizaad gerekend, zal naar schatting éénder de van het totaal wintertarwe-areaal bezet zijn door het ras Clement in dit gebied. De andere rassen komen dus ook nog goed aan hun trekken. Als de weersomstandig heden nog wat meewerken dan zal ook de bietenoogst, op enkele laatkomers na, weer spoedig tot het verleden behoren. Op verschillende bedrijven zijn reeds alle bie ten gerooid en soms ook ook al afgeleverd. Vanwege het gunstige weer kan het vee tot op heden nog in de wei blijven. De grasvoorraad is niet groot meer. Veel weiden zullen ruim Voldoende afgegraasd de winter in gaan daar de consumptie groter is dan de groei. Naar wij vernamen wil de Ver. voor Bedrijfsvoorlich ting „Walcheren" op 12 februari 1974 een voorlichtings vergadering wijden aan de veehouderij met het thema „Melk of vlees?" Dit naar aanleiding van het feit dat binnen niet al te lange tijd, al dan niet een melktank zal moeten worden aangeschaft. Daarnaast de mogelijk heid van omschakeling van melk- naar vleesproduktie, met de daaraan verbonden premieregeling. Voor ver schillende collega's zal dit al een uitgemaakte zaak zijn wanneer het zover komt, maar voor velen kan het deze winter een gelegenheid zijn om zich wat meer in deze materie te verdiepen. Een biikomende faktor is nog de milieuverontreiniging, met name de verontreiniging van het oppervlaktewater. De eisen die ten aanzien hiervan gesteld worden kunnen ook van invloed zijn op een te nemen beslissing. Door de landbouworganisaties zal een voorlichtings vergadering worden gehouden wat betreft^ de veront reiniging van het oppervlaktewater. Het één sluit dus goed aan bij het ander. Daarnaast zal het in vele geval len ook een kwestie van rekenen worden. Een bereke ning van kosten en opbrengsten, zowel van melk- als vleesproduktie, van al of niet tankmelken en kostenver hoging door milieumaatregelen dient elke ondernemer in deze bedrijfstak op te zetten. Hij kan hier op de hulp van voorlichters rekenen, wanneer hij een beroep op hen doet. Door zich nu al wat op deze problematiek te bezinnen zal het mogelijk zijn dat er op genoemde ver gaderingen leerzame discussies worden gevoerd. Nog één opimerking die we u niet willen onthouden. Van de zijde van de handel vernamen wij dat deze zeer tevreden is over de kwaliteit van de bruine bonen in ons .gebied geteeld. Vooral met name het geringe per centage halve zaden mag zeker een compliment zijn voor de loondorsers. We gaan er nu toch echt wel lekker aan winnen met de werkzaamheden in de WESTHOEK. Wanneer u dit leest en we hebben dan nog zo'n week achter de rug als we de laatste weken gehad hebben, dan begint de rustperiode toch wel behoorlijk in zicht te komen. We dachten dat de aardappelen in de Westhoek nu toch al lemaal wel gerooid waren. Degenen die er nog aardap pelen m hadden zitten, moet het wel een pak van het hart zijn, dat er aan het aardappelenrooien een einde is gekomen. Ook is er al heel wat tarwe gezaaid en het bietenrooien begint ook heel hard zijn einde te naderen. Het laatste bedrijf dat dan nog voltooid' moet worden is het ploegen. We hebben wel eens jaren meegemaakt, dat we met het ploegen verder waren, 't Is echter niet an ders en wanneer alle aandacht aan het ploegen geschon ken kan worden, schieten we toch spoedig in de goede richting. Het aantal 3- en 4-schaarwentelploegen is het kwam. Door een wat latere en ondiepe zaai kan de aan tasting en de schade wellicht beperkt blijven. Met de oogst van de knolselderij is ook weer een be gin gemaakt. De opbrengst is op vele percelen maar zeer matig. Dit gewas dat een mooie teelt was voor vele kleinere bedrijven zullen we jammer genoeg maar moeten vergeten. De aantasting met het KoiMommer- virus was weer zodanig dat deze teelt geen rendabele basis voor de kleine bedrijven meer is. Het aantal mensen dat in de landbouw werkt wordt ieder jaar kleiner. Naast de landbouw wordt in Zuid- Beveland heel wat arbeid aan andere niet-landbouwza- ken besteed, hoewel het toch werken zijn die min of meer bij de landbouw en de landbouwbedrijven betrok ken zijn. Een aantal van zulke objecten, de werken aan de tunnel onder het Kanaal door Zuid-Beveland, de nieuwe rijksweg, het Schelde-Rijn'kanaal en de aanleg van de Totalleiding. Het werk aan de Totalleiding vor dert goed, hoewel toch ook bekend is dat het lang niet overal van een leiendakje gaat. Hier en daar zijn er dan ook genoeg problemen. Al met al hebben we iegelma- tig, eigenlijk te veel, te maken met grote veranderingen die voor sommige bedrijven zeer ingrijpend zijn! Voor de overvloedige regenval omstreeks 20 oktober is er op NOORD-BEVELAND gelukkig weinig winter tarwe gezaaid.. De structuur was van dien aard dat zo wel het zaaivoor geploegde als het reeds ingezaaide tar- weland tengevolge van de vele regen totaal verspoelde. Eind oktober is de wintertarwezaai goed op gang geko men. Bij het zaaiklaar maken waren er hierendaar wel plekken waarvan de structuur veel te wensen overliet. Deze plekken heeft men of met veel spul en moeite toch ingezaaid weten te krijgen of heeft ze overgslagen in af wachting van drogere omstandigheden. Vooral voor het ras Clement is er veel belangstelling. Door de ervaring van de afgelopen jaren, wat betreft het effect van een te grote standdicht'heid, is de hoeveelheid zaaizaaid per ha gemiddeld wat verminderd. Momenteel wordt er veelal 140 a 150 kg per ha verzaaid. Dit moet bij een goede structuur van het zaaibed wel voldoende zijn. De tijd van een mud per gemet is nu wel voorbij. De vlucht die het cultivateren van aardappelland vo rig jaar heeft genomen lijkt zich dit jaar niet door te zetten, althans niet op de „lichte(re)" kleigrond en wan neer het volggewas suikerbieten betreft. Bij de teelt van suikerbieten op gecultivaterd land hoort men in de praktijk de volgende bezwaren. De opbrengst zou lager zijn en bovendien zou men bij het rooien meer tarra krijgen. Voor het argument van de lagere opbrengst zou als verklaring kunnen wor'den gegeven dat de grond on voldoende diep is losgemaakt. Voor een goede ontwikke ling heeft de biet een voldoende diep losgemaakte bouw- voor nodig. Dit vindt enertzijds zijn oorzaak in het feit, dat het type cultivator, althans wat de stand en de vorm van de tanden betreft, voor deze bewerking niet juist is. Voldoet de cultivator wel aan de gestelde eisen dan vormt het beschikbare vermogen, om voldoende diep te kunnen werken, een probleem. Met twee trekkers voor elkaar is dit echter ook op te lossen. Het bietenrooien verloopt vlot. Van een achterstand in het rooischema kan niet worden gesproken. Opvallend echter is, gezien het tijdstip van het jaar, dat er betrek kelijk weinig bieten op de plaat liggen. De minder na delige gevolgen op de structuur van het zesrijige rooi systeem was na de regen duidelijk te zien. Waar met b.v. een eenrijige rooimachine is gewerkt was veel meer piasvorming. laatste jaar in ons gewest behoorlijk uitgebreid. Wan neer het ploegen aan het eind begint te komen, krijgt ook de boer wat meer tijd voor andere zaken. Het lijkt er echter op, dat het gezellige weekend door de inter nationale spanningen gekapt lijkt te worden. Het oude gezegde „Een goede buur is beter dan een verre vriend" zal voor de zondagavond zeker weer opgeld gaan doen. 't Is vervelend, maar ja, we zullen ons in de autoloze zondag moeten schikken. We zullen maar hopen, dat de gevolgen niet te grote weerslag op ons bedrijf zullen hebben. Want, dat aardolie voor West-Europa een on misbaar produkt is, dat is ons nu wel heel duidelijk ge worden. 't Is voor de huidige regering ook een zware last om er dit weer bij te moeten torsen en soms heb je wel eens de indruk, dat het ook anders gekund had. Het spreekwoord: 't Zijn allemaal geen koks die lange mes sen dragen" zou je misschien ook op deze hoge heren kunnen toepassen! (Zie verder pag. 6) 't ♦S weer voor bij, die mooie zomer. Weken achtereen 1 droog en mooi weer en zelfs te droog om de aard appelen en de bieten te rooien. De uien vervelden bij het oogsten, het ingezaaide koolzaad kwam slecht op en de jonge karwij bleef te fijn van wortel en moest veelal wor den omgeploegd. Dat warem enkele weeën van de lang durige droogte. Maar het bracht ook heel wat gemak! On werkbaar weer kost geld en bovendien veel reparatie aan de werktuigen. Ook de Waterschappen hebben van deze droogteperiode geprofiteerd doordat veel onderhouds werk vlot kon worden uitgevoerd. In hun begroting wordt normaal steeds een zeker risico verdisconteerd en geluk kig is dat een meevaller geworden, wat straks in de reke ning wel gunstig tot uiting zal komen. Ongetwijfeld zal het straks voor vele bestuurderen erg pijnlijk zijn om no de afscheid te moeten nemen van hum taak in het water schapswezen. Van huis uit gekweekt en opgeleid in het besturen van kleine polders hebben zij ook na de concen tratie een grote inbreng geleverd en is het mede aan hun kennis en ervaring te danken, dat alles zo goed en ge ruisloos is verlopen. Primair staat het onderhoud van de zeeweringen in onze provincie en telkenmale dwingt het respect af hoe razend snel een dijkval wordt gedicht om verder onheil te voorkomen. Pas op het moment dat de dijkwacht is opgeroepen komen we onder de indruk van de kracht van wind en water en voelen we ons veilig om dat het Waterschap paraat is. Spottend wordt het verschil in vroegere polderbesturen en in tegenwoordige, water schapsbesturen wel eens zo aangeduid door te zeggen: „D eerstgenoemden aten alles op en de laatstgenoemden schrijven alles op". Maar wie langs de weg timmert heeft veel bekijks 'en zo zal het wel steeds blijven. Belangrijk is, dat beiden in Zeeland het land beveiligd hebben tegen het water. Daarvoor was veel tijd en een grota belang stelling een eerste vereiste en het zal in de toekomst be slist steeds moeilijker worden om onder de grondgebrui kers nog voldoende candidatetn te vinden voor dit zo be langrijke en mooie werk. Want tijdgebrek wordt meer en meer een kwaal van de eerste orde. De bietenoogstdemonstratie op zandgrond welke in Deunne werd gehouden stak wel erg af bij die van laatst in de Betuwe. Voor geen enkele rooimachine was de grond in Deurne een probleem. Wel kon als bezwaar worden aangemerkt, dat de bieten eigenlijk te los stonden, daar dit type grond practisch geen weerstand biedt. Verder waren alle machines uitgerust met de nodige par'tm om het bietenblad te verzamelen hetzij o dwrr- o^" langszwaden, naar keuze of direct op de wagen. Voor hei in één werkgang van 6 rijen koppen en kneuzen en op de wagen brengen bleek een zeer groot motorvermogen no dig. De .gunstige resultaten van deze demonstratie samen vattend moeten we toch wel stellen, dat de eis van blad- verzamelen de machine extra duur maakt en ook het werktempo min of meer vertraagt. Van de andere kant schept de loofwinning op zich een welkome aanvulling op het dure voederrantsoen voor het vee. Al met al lijkt het raadzaam om' deze winter heel de materie van bieten rooien met of zonder loofwinning door diverse gespreks groepen eens in studie te nemen. De economische ge bruikswaarde van een machine is er niet zo van af te lezen en daarvoor zullen er berekeningen moeten wor den opgesteld. Dit vergt weer extra zorgen, maar een boer zonder zorgen bestaat niet meer. De moeilijkheid is echter dat ze zo verschillend van aard zijn! Zo heeft buur man weer andere zorgen nu zijn zoon eindelijk kennis ge kregen heeft aan een op het oog h'eel lief meisje. Buur- mans commentaar hierop is echter, dat alle hout nog geen timmerhout is. Waarom eigenlijk nu de houtprijzen op de wereldmarkt toch zo abnormaal hoog zijn gestegen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 5