i VERZEKERINGSINSTEL.LINGF.N VAN DE ZLM De fiskale oudedags- reserve voor zelfstandigen Besturen is moeilijker dan u denkt Aanvullende revaluatie compensatie voor land- en tuinbouw door regering afgewezen! 4 PI f)NDER deze naam is per 1 januari 1973 een nieuwe fiskale regeling voor zelfstandige ondernemers van kracht geworden, welke vastgelegd is in de Wet op de Inkomstenbelasting 1964. Daar ons steeds meer vra gen omtrent deze wet bereiken willen wij enkele artike len daaraan wijden. Zowel de belastingbetalers als de belastingheffers zul len in de middeleeuwen niet gedacht hebben dat hun belastingsysteem in de twintigste eeuw zou uitgroeien tot een zo complex geheel van belastingen en sociale voorzieningen als wij nu kennen. Eén ding zullen de be talers van het simpele „tienden" systeem wel gemeen gehad hebben met de huidige, namelijk de afkeer van belasting te betalen! Ook in de middeleeuwen kende men sociale voorzie ningen in de vorm van „armenhulp" betaald door kerken en kloosters. Het was echter een „gunst" wanneer men iets ontving. Dit in tegenstelling met de huidige voorzie ningen, nu men een uitkering ingevolge de sociale wet ten een „recht" noemt! De groei van het pakket sociale voorzieningen hebben velen onzer meegemaakt. A.O.W. en A.W.B.Z. zijn begrippen geworden. Ook de nieuwe wet Fiskale Oudedagsreserve zal een begrip moeten worden en het zal nodig zijn dat u als zelfstandige on dernemer op de hoogte bent van de voor- en nadelen van ^enoemde wet welke thans in werking is getreden. De Oudedagsreserve voor zelfstandigen komt ons voor als een fiskaal fenomeen dat voor de velen die ervoor in aanmerking komen hoofdbrekens kan opleveren. Voor lichting via uw eigen organisatie is daarom onontbeer lijk! VOOR WIE QP wie is de nieuwe wet van toepassing? Zij geldt voor: eigenaren van een eenmanszaak firmanten van een vennootschap onder firma beoefenaren van vrije beroepen leden van een maatschap Mits 18 jaar of ouder maar jonger dan 65 jaar zijnde. Hoewel de regeling niet verplicht is, zal de belasting- inspektie de aftrek ambtshalve d.w.z. automatisch, toe passen. Achterwegelating van de aftrek zal uitsluitend geschieden nadat de belastingplichtige de wens hiertoe op het aangiftebiljet voor het desbetreffende jaar ken baar heeft gemaakt. Wij schrijven dit om misverstanden te voorkomen. Het is een Wet en deze Wet geldt voor iedere ondernemer! DOELSTELLING Utl' doel van de regeling is de zelfstandige onder nemer d.m.v. een fiskale tegemoetkoming in staat te stellen een oudedagsreserve op te bouwen. De ach tergrondgedachte is geweest het wegnemen van een stuk ongelijkheid in de fiskale behandeling van werknemer en zelfstandige. In het rapport kommissie van Soest kwamen duidelijke verschillen naar voren in de belastingheffing tussen zelfstandigen en loontrekkenden. Het was al lang een doorn in het oog van velen dat de loontrekkenden voor de opbouw van hun pensioen fiskaal veel ruimer bedeeld waren dan de zelfstandigen. Deze laatste groep kende immers alleen de ƒ5.000,aftrek voor lijfrente premie en sins enkele jaren de stamrecht-vrijstelling, ter wijl de werknemers behalve die 5.000,aftrek ook nog een praktisch onbeperkte aftrekmogelijkheid voor pen sioenpremies hadden. Tegelijkertijd met de indiening van de fiskale regeling voor de oudedagsreserve is door de Kamer de verho ging van de aftrek van 5.000,- tot 7.000.- goedgekeurd. Zowel deze verhoging als de Wet Fiskale Oudedagsre serve zijn ingegaan op 1 januari 1973. Vanaf deze datum mag de zelfstandige ondernemer in principe 10% van de bedrijfswinst op zijn belastbaar inkomen in mindering brengen, met een minimum van 500,en een maximum van 7.500,(art. 44e lid 2). FASERING BIJ INVOERING T^EZE fiskaal vrije toevoegingen doen natuurlijk veel minder belastinggelden in het belastinglaadje ko men. Om het niet direkt al te gek te maken wordt de re geling z.g. gefaseerd ingevoerd. Voor de jaren 1973, 1974 en 1975 worden de grenzen daarom enger getrokken. Voor het jaar 1973 geldt een percentage van 5% met een minimum van 500,en een maximum van 3.750, en voor de daaropvolgende jaren 1974 en 1975 zal een nader vast te stellen percentage c.q. bedrag gelden. Ver der zal in verband met de inflatie-indexering plaatsvin den. Indien u aan deze fiskaalvrije oudedagsreserveopbouw meedoet mag u daarnaast nog de premie voor een privé gesloten lijfrenteverzekering tot een maximum van 7.500,per jaar als persoonlijke verplichting aftrekken. Op dit punt dus dezelfde rechten als werknemers, die dit eveneens mogen doen naast hun pensioenregeling. En dat was in beginsel de bedoeling van het rapport de kom missie van Soest Van gelijkstelling is echter nog beslist geen sprake! Alleen de mogelijkheid is gecreëerd om een fiskale oude dagsreserve op te bouwen. Het geheel draagt echter voor ons enigszins het karakter van een lappendeken, maar daarover in mijn volgend artikel meer. Intussen zult U van alle kanten belaagd worden om de te reserveren oudedagsreserve maar vlug te stoppen in een lijfrenteverzekering of iets dergelijks. Neemt in dat opzicht geen te overhaaste stappen! CEVAAL. Drs. J. DIJKGRAAF. L.C.C. - Goes. PESTUREN van ondernemingen, organisaties, instel- lingen e.d. is een verantwoordelijke bezigheid. Niet alleen voor de onderneming of organisatie op zich, maar ook voor de maatschappij als geheel. Alle beleids beslissingen van particulier en overheid bepalen name lijk met elkaar het gezicht van onze samenleving. En die samenleving worstelt de laatste jaren heel sterk met het kiezen tussen welvaart en welzijn. Persoonlijk vinden wij, dat beide begrippen veel te zwart wit benaderd worden, alsof welvaart en welzijn eikaars tegenpolen zijn. Dat laatste is natuurlijk onzin. Het gaat veeleer om een even wichtige ontwikkeling van beiden, dat wil zeggen van het materiële enerzijds en de menselijke ontplooiing, die een sterk immaterieel karakter heeft anderzijds. Een recht vaardige samenleving is meer dan redelijke inkomens verhoudingen. Het is namelijk ook een maatschappij, waarin de mens zich gelukkig kan voelen en waarin hij wezenlijk wat voor een ander, voor z'n naaste kan betekenen. Zonder een goede ethiek geen goede samenleving. ETHIEK \7EEL bestuurders interesseren zich niet al te veel voor vragen van ethiek. De meesten zijn hard eco nomisch of sociaal bezig en de rest vinden ze maar flauwekul. Daar zijn ze niet voor ingehuurd en daar moe ten anderen zich maar mee bemoeien. Zoals bijvoor- beeld'de kerk. En toch heeft ieder mens en dus ook iedere bestuurder z'n eigen ethische achtergronden. Het zijn als het ware de drijfveren, die hem tot handelen en be slissingen nemen aanzetten. Des te merkwaardiger dat die drijfveren daarom zo weinig aandacht krijgen. Je moet toch met de basis beginnen om de top er op te zetten. De filosofie van de ondernemer, de partij, de overheid of van ieder mens afzonderlijk zijn heel belangrijke za ken om te weten wat iemand beweegt. Je komt dan voor vragen te staan als wat beweegt ons of mij eigenlijk. Is onze of mijn filosofie (zo U wilt levensbeschouwing) nog juist en zo neen moet hij dan herzien worden en zo ja hoe dan. Kijk zo redenerend zijn we tot in het hart van het men selijk bestaan doorgedrongen. Een menselijk bestaan, dat door een veelheid van bestuurs- en beleidsbeslissin gen wordt bepaald. Je komt dan bij de diepste vragen terecht zoals waarom leven wij en waar leven we naar toe. Kunt U nu begrijpen, dat we boven dit stukje schre ven: besturen is moeilijker dan U denkt! IDEALISME TA7ANT juist bestuurders zitten op plaatsen ,waar be- slissingen genomen worden, die soms verder strekkende gevolgen hebben dan ze zelf wil beseffen. Welnu dit wetend is een goede ondernemersfilosofie, or ganisatie filosofie of overheidsfilosofie van het grootste belang. Een filosofie, die niet puur economisch mag zijn, zelfs niet met een verontschuldigend beroep op de harde concurrentie, die de onderneming in z'n voortbestaan bedreigt. Iedere filosofie zal doortrokken moeten zijn van rechtvaardigheid, eerlijkheid, medemenselijkheid, kort om een integratie van alle dingen, die er toe kunnen bij dragen om met alle mensen mens te zijn. U zult me wel licht te overdreven en te idealistisch vinden. Welnu het zij zo, maar laten we wel bedenken, dat juist onze tijd zo arm is aan idealisme, aan mensen en dingen, waarvoor het waard is om te leven. Gelukkig zijn er veel goede uitzonderingen (generaliseren is en blijft gevaarlijk), maar de grote massa gelooft het toch wel en wil alleen maar ongestoord genieten van een stukje welvaart. BESLISSEN PESTUREN, ook van coöperaties vraagt om een goe- de ethiek en een stuk elan. En de leden behoren te weten wat de filosofie van bestuur en direktie is. De ledenvergadering geeft een schone gelegenheid om jaar lijks die filosofie uiteen te zetten en er met elkaar over te discussiëren. Wat streven we na en hoe willen we ons doel bereiken. Ziehier d^ kernvraag voor bestuurders. Steeds opnieuw speelt deze vraag d.w.z. tijdens iedere bestuursvergadering, waarbij de leden aan de deur van de bestuurskamer meeluisteren om te horen welk ant woord hun bestuur op deze vraag geeft. Besturen, stu ren, bijsturen. Het zijn begrippen van onze tijd aangevuld met management en managementtechnieken. Maar zon der ethiek, zonder filosofie kan het niet. Bezinning daar op blijft noodzakelijk en nogmaals daarom is besturen moeilijker dan U denkt. Het is een integrerend proces, dat een groot stuk verantwoordelijkheid vraagt. Het suc ces zal wel niet van dit stukje afhangen. Al schrijvende hebben wij een gevoel creatief bezig te zijn! Maar voor bestuurders zit de creativiteit niet in het schrijven, ech ter wel in het nemen van beslissingen, waarin de ethiek de plaats inneemt die ze toe komt! Het overleg tussen regering en het dagelijks bestuur van het Landbouwschap waaraan van de zijde van de overheid werd deelgenomen door minister-president Den Uyl en de ministers Brouwer (Landbouw) en Duisenberg (Financiën) heeft voorlopig praktisch geen resultaten op geleverd. In dit gesprek over de gevolgen van de revaluatie voor de agrarische sector en de door de regering voorgestel de B.T.W. compensatie-maatregelen is van beide kanten nadere toelichting op de verschillende berekeningen ge geven. Daar het overleg over een gezamenlijk commu nique na afloop van het overleg ook vastliep heeft zo wel het Landbouwschap als de voorlichtingsdienst van het Ministerie van Landbouw zelf een persbericht uitge geven. Het ene bericht met het andere aanvullende blijkt dat de regering de berekening van het Landbouwschap niet wil volgen en dus afwijst. Gezien de bestaande on zekerheid over het effectieve revaluatiepercentage en de omvang van het voordeel voor de landbouw en tuin bouw van de matiging van de inflatie acht de regering het thans niet verantwoord om de in de sfeer van de omzetbelasting getroffen tegemoetkomingen uit te brei den. De regering gaat in zijn berekening uit van een re valuatiepercentage van 31/2; het Landbouwschap van 4%; wel heeft de regering toegezegd om vóór 31 maart 1974 opnieuw een berekening te maken aan de hand van de dan bekende effectieve revaluatie van de gulden en dan de balans op te maken van de ge volgen die de getroffen maatregelen voor de agra rische sector hebben gehad. De regering berekend een voordeel van 60 miljoen voor de land- en tuinbouw tengevolge van de mati ging van lonen en prijzen en de invloed daarvan op de kosten van levensonderhoud. Het Landbouwschap verwacht een eventueel voordeel pas in 1974 en acht het onjuist, dat dit nu reeds als aftrekpost opgeno men is in de berekening van de overheid. Ook op dit punt heeft de regering toegezegd een herbereke ning te zullen maken vóór 31 maart 1974 en eventuele aanspraken die hieruit voor de landbouw voortvloeien, te honoreren. De regering heeft de BTW-compensatie vastgesteld tot 1 april 1974. Het Landbouwschap is van oordeel, dat deze termijn te kort is en dat 1 april moeilijk is in verband met het verkoopseizoen van bepaalde pro- dukten. De regering overweegt om in verband met het overleg dat begin volgend jaar plaats gaat vin den ten aanzien van de werkelijke omvang van de revaluatiegevolgen, aan de Kamer voor te stellen het tijdstip van de BTW-compensatie te verleggen naar 1 mei 1974. De regering heeft de sierteelt niet betrokken bij de compensatiemaatregelen. Het Landbouwschap heeft voor de sierteeltsector een bedrag gevraagd dat over eenkomt met datgene wat deze sector zou hebben ontvangen als zij onder het verlaagde tarief B.T.W. tarief zou vallen. De regering is niet bereid hieraan tegemoet te komen en acht op grond van de bestaan de EEG-regelingen geen mogelijkheden aanwezig de sierteeltsector in de compensatieregeling te betrek ken. Geheel los van de revaluatieproblematiek zoekt de regering wel naar mogelijkhedep om op enkele specifieke punten de positie van de bloembollenteelt en van de aardappelmeelproducenten te versterken. Ten aanzien van de particuliere opslag van boter heeft de regering zich bereid verklaard om er thans zorg voor dragen, dat de verliezen tengevolge van de revaluatie vergoed ajllen worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 4