De maand november op het Zuid-Westelijk akkerbouwbedrijf 10 WINTERTARWE ■NOVEMBER is als regel niet de meest gunstige maand om wintertarwe te zaaien. De kans dat de gekiemde plant te zwak de winter in gaat is dan groot. Om nog win tertarwe te zaaien kan men daarom beter wachten tot eind november/december. Dan kan het toekomstige gewas als korrel overwinteren met de minste kans op uitvriezen. Hoe wel we de laatste jaren geen strenge winters hebben gehad en de zaaitijd er als gevolg hiervan minder toe dieed om nog tot een goed resultaat te komen, mogen we dit niet als regel stellen. Uiteindelijk zijn de weersomstandigheden na de zaai en het ontwikkelingsstadium van het gewas van het groot ste belang voor het slagen ervan. Waar men door omstandigheden, na het zaaien niet direkt een chemische onkruidbestrijding heeft kunnen uitvoeren moet men er rekening mee houden dat vlak vóór, tijdens en kort na de opkomst de tarwe het meest gevoelig is. Men kan dan beter de behandeling met Tribunil b.v. uitstellen tot de plantjes minstens twee blaadjes hebben. In de praktijk zal het er dan vaak op neerkomen dat, gezien de berijdbaarheid van het land, een behandeling uitgesteld moet worden tot het voorjaar, waarbij op late percelen tarwemiddelen als Tribunil en TOK-Ultra de jonge duist vaak nog goed aan kunnen. In hiervoor niet-gevoelige rassen zijn bovendien Dosanex en Dicuran beschikbaar voor duistbestrijding in het voorjaar. CEN ander punt dat de aandacht vraagt is de chemische onkruidbestrijding in wintertarwe die men wil ge bruiken als dekvrucht voor graszaad, oogst 1975. Dat toe passing van grassendoders enerzijds en inzaai van gras an derzijds, aanleiding kan geven tot moeilijkheden, ligt voor de hand. Percelen waar geen bodemherbiciden nodig zijn verdienen in dit geval de voorkeur. In december of nog later gras zaaien op een perceel waar in oktober een bodemherbicide werd toegepast, lijkt aantrek kelijk en vormt dan ook momenteel een punt van onderzoek. Een concreet advies is hierover thans nog niet te geven. Een andere mogelijkheid in dit verband is om op vroege percelen wintertarwe waar vóór december de plantjes al dlrie blaadijes hebben te spuiten met 4 a 5 kg DNOC 80 en daarna het gras in te zaaien. Vooral op vroege percelen met veel muur en kamille lijkt dit een aantrekkelijke metho de. Het benutten van het eerste het beste geschikte moment is dan wel noodzakelijk. De berijdbaarheid van het land en de weersomstandigheden beperken meestal de uitvoerbaar heid hiervan. Bij te laat spuiten neemt de gevoeligheid voor eventuele vorst sterk toe. 4. schimmels en rottingsorganismen: Door natte partijen snel te drogen, wordt de ontwikkeling van micro-organis men geremd. Dit is van belang voor 'het tegengaan van de uitbreiding van phytophthora en zalverschurft. Achter elkaar worden hier nu drie tegenstrijdige (optima le) temperatuurwaarden genoemd. Hieruit moet een com promis zijnde de temperatuur waarbij de minste schade ont wees overigens niet te gauw ongerust dat het middel niet werkt, het kan inderdaad tergend langzaam gaan maar op den duur blijkt het effect meestal prima te zijn. Laat men vóór er gespoten wordt met Kerb of Legurame er wel goed bij stilstaan of de stand van dien aard is dat het gewas niet uitgereden zal worden. Door de lange nawerking bleek namelijk dat zelfs bij spuiten vóór half november, graan en vlas in het voorjaar na uitrijden van het kool zaad of de karwij nog te veel te lijdien hadden! Op veel veebedrijven heeft de melkveestapel zich reeds zo uitgebreid, dat er geen plaats meer is voor de stalling van het jongvee. Men staat dan voor de keus: nieuwbouw, provisorische stalling van het jongvee, maar ook kan men den ken aan het centraal laten opfokken van het jongvee. Ing. J. C. VAN BERGEIJK R. v. d. MEER C.A.R. - Goes Als gevolg van de langdurige droogte moesten verschillende werkzaamheden worden uitgesteld tot de regen was gekomen. Begin oktober stond de ondernemer op zijn bedrijf nog veel veldwerk te wachten. Dankzij de gunstige weersomstandigheden tijcbns de eerste weken van oktober kon de achterstand in de veldwerkzaamheden voor een goed deel weer worden weggewerkt. En nu staan we alweer aan de voorlaatste maand van het jaar 1973! Dagen, maan den, jaren vlieden als een schaduw heen Bij een voorspoedig verloop van de werkzaamheden is november de maand waarin op de meeste bedrijven het veldwerk wordt voltooid, Op de gemengde bedrijven wordt in deze maand het vee grotendeels binnengehaald en begint de stalperiode. AARDAPPELEN yiA het knolonderzoek heeft u voor het rooien kunnen laten bepalen hoe het met de blauwgevoeligheid van uw aardappelen gesteld is. Is uw partij min of meer gevoe lig, dan dient in de eerste plaats met de temperatuur reke ning gehouden te worden, én tijdens de bewaring én vóór ep bij het afleveren. Tijdens het bewaren neemt de gevoelig heid voor „blauw" toe, o.a. door vochtverlies. Het hierna volgend staatje geeft een goed inzicht, hoe men met de tem peratuur moet handelen. Invloed van de temperatuur op „blauw" (proef met Bintje 1969/'70) Bewaar. Opgewarmd knollen met matig en zwaar blauw temp. in tot °C (pe- °C riode 7 dgn) 11 nov. 26 jan. 20 apr. 3 87 84 86 3 10 20 37 62 3 20 1 21 35 10 9 15 29 10 20 1 2 9 Tijdens het opwarmen wordt de bewaarruimte gesloten en intern geventileerd. Om 1 ton aardappelen 1°C in tempera tuur te verhogen, is in een goed geïsoleerde ruimte ongeveer 1 Kwh of 860 Kcal. nodig. Om bijv. 20 ton aardappelen van 4 °C naar 12 °C op te warmen, is een hoeveelheid van 20 x 8 x 1 160 Kwh nodig. Om dit alles precies in de hand te hebben, zijn thermostaat en thermometer onontbeer lijk. Bij het bewaren treden onvermijdelijk verliezen op. Deze lopen sterk uitéén. Bij een bewaarduur van ongeveer 6 maanden, kunnen die op 4 a 7 gesteld worden. In hoofd zaak treden verliezen op door: 1. ademhaling: bij 5° C is de ademhaling minimaal. 2. verdamping: Na de oogst is verdamping van water uit de knol vooral afhankelijk van de mate waarin de schil is verkurkt. Het verkurkingsproces verloopt bij 15° C het snelst. 3. spruitvorming: Spruitvorming geeft grote gewichts- en kwaliteitsverliezen. Gedurende de eerste maanden van de bewaring zijn deze verliezen het geringst, omdat de aardappelen nog in rust zijn. Als de rustperiode voorbij is, kan de aardappel gaan kiemen. Naarmate de tempera tuur lager is, verloopt het proces langzamer. Bij een temperatuur van 24° C blijft de aardappel langer in rust. staat, naar voren komen. Deze temperatuur varieert van 48° C. Met zorg ventileren blijft dan wel noodzakelijk. In een aantal gevallen is bij het inbrengen een kiemremmings- middiel tegen 2 kg/1000 kg aardappelen toegevoegd. De bestemming, die de aardappelen zullen krijgen (direk- te consumptie of verwerking) is bepalend bij de keuze van het kiemremmingsmiddel. Er zijn bedrijven (handel, indus trie) die bezwaren hebben tegen poeder en de voorkeur geven aan „gassen". Vooraf overleg met het bedrijf waaraan men zijn partij al verkocht heeft of eventueel denkt af te zetten, is aan te bevelen. Dit overleg is ook beslist nood zakelijk i.v.m. de aan te houden bewaartemperaturen. De optimale bewaartemperatuur bedraagt voor: consumptie 47° C frites 58° chips 7—12° C Is aan 't begin van het bewaarseizoen die uiteindelijke be stemming nog niet bekend, dan is het wellicht aan te be velen bij 79° C te bewaren. SUIKERBIETEN |N november is er al kans op vorst. Met andere woorden bieten die op de grond liggen, lopen de kans te be vriezen. Bij stijging van de temperatuur en de daaropvolgen de ontdooiing, gaat de 'biet tot rotting over en is dan waar deloos. Bij, het veel voorkomen daarvan kunnen ze zelfs aan de - fabriek geweigerd worden, met alle consequenties van dien. Ook bieten, diie nog in de grond staan, lopen kans te bevriezen, al hangt dat veel af van hoog of laag groeiende wortels, veel of weinig wind, veel of weinig loof. Zorg dus, dat bijv. de langszwaden van de zesrijer vóór de avond aan de hoop gereden zijn, wanneer er vorst wordt verwacht. Dan is het ook zaak de hopen af te dekken met plastic folie van 0.15 mm. Omdat plastic folie nogal wind gevoelig is, verdient vastleggen aanbeveling. HANDELSGEWASSEN QE vorige maand werd in deze rubriek al gewezen op de mogelijkheid om in karwij en koolzaad, tegen een breed assortiment onkruiden waaronder ook graanopslag Legurame of Kerb toe te passen. November is daarvoor dooreengenomen de meest geschikte tijd want hoe lager de temperatuur is, hoe trager deze middelen werken, terwijl juist het uitschakelen van de onkruidconcurrentie nog vóór de winter, het gewas bepaald ten goede komt. KWEEKBESTRIJDING In veel gevallen is dit jaar op de stoppel de kweek mecha nisch grondig aangepakt. Een „nabehandeling" met TCA over de wintervoor kan vobr de kweek dan de genadeslag betekenen. Te weinig wordt er bij stilgestaan dat er voor die toepassing over de wintervoor maar een korte tijd be schikbaar is. Een periode die bij het gebruik van de vloei bare TCA nog sterker wordt beperkt. In grote trekken komt het er op neer diat: op die percelen waar in 1974 mais gezaaid wordt na 1 november géén TCA meer gespoten moet worden; waar in 1974 zomergraan, vlas, erwten of aardappelen op het programma staan, 1 december de uiterste datum is; alleen op percelen die in 1974 bestemd zijn voor bieten, men na 1 december nog enige speling heeft. Op zware grond is het aan te bevelen de bespuiting met TCA uit te voeren na een grondbewerking voor een meer .gale ligging. Een bewerking die men graag „over de vorst" uitvoert maar juist daardoor vaak te ver naar het voorjaar wordt opgeschoven. De combinatie grondbewerking plus TCA-behandeling vóór de winter is wat kweekbestrijding betreft, bijzonder effectief. VERGADERING In deze maand, met wat langere avonden, zijn veel be stuursleden van verenigingen bezig zich te prepareren op de vergaderingen in de komende winter. Zo ook zij, die met het landbouwgebeuren te maken hebben, in welke vorm dan ook. Er wordt wel eens aan de leden gevraagd welke onder werpen zij graag behandeld zien. Meestal zijn er echter wei nig reacties en laat men het aan de beleefdheid van het be stuur over. Deze opstelling lijkt ons minder juist, evenmin als het achteraf met kritiek komen. Als ondernemer kan men via zijn vereniging altijd wel wat leren; men is er nooit te oud voor. De ontwikkelingen gaan door en daarom blijven er altijd vragen om bij te kunnen blijven. De beantwoording daarvan en het gesprek erover zijn niet alleen voor u, maar ook voor uw collega van be lang. Waarom bent u anders lid? Stof tot praten is ér voldoende. Bezien we het gemiddeld behaalde arbeidsinkomen over de jaren 1968 t/m 1972, dan blijken er per gebied) en per bedrijfstype grote verschillen voor te komen. Eén en ander is weergegeven in onderstaand staatje, hetgeen is ontleend aan het artikel: Het inkomen van de Landbouw in het ZLM-blad van 21 september 1973.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 10