Demonstratie
op zware kleigrond
cultivatoren
met vaste tanden
1
Ing. J. T. ANDRINGA,
Cons, Landbouwwerktuigen
en arbeid,
Wageningen.
De belangstelling voor het gebruik
van vastetandcultivatoren neemt sterk
toe. Dit komt hoofdzakelijk door de
interessante gebruiksmogelijkheden.
Vooral de vervanging van de ploeg
door de cultivator om daarmee aard
appelopslag te bestrijden speelt een
grote rol. Daarnaast biedt een goede
vastetandcultivator nog andere ge
bruiksmogelijkheden, zoals stoppelbe
werking, onkruidbestrijding, mengen
en inwerken van gehakseld stro, op
breken van wielsporen, bewerken van
ploegsneden e.d.
Op 11 september j.l. werd te Wer
kendam een erkende demonstratie
met deze cultivatoren gehouden. Het
doel daarvan was de aandacht te ves
tigen op twee belangrijke gebruiks
mogelijkheden, n.L de bewerking van
gerooid aardappelland en van een
graanstoppel. De beschikbare percelen
zware kleigrond stelden hoge eisen
aan de afstelling en aan de keuze van
het model beitel of ganzevoet. Deze
demonstratie toonde duidelijk aan dat:
een goede, ondiepe stoppelbewer
king uitstekend uitvoerbaar is. No
dig zijn elkaar overlappende, scher
pe en goed gevormde ganzevoeten.
Een hoge capaciteit is mogelijk;
een niet-kerende, diepe bewerking
zeer goed is uit te voeren. Na het
rooien van aardappelen kan deze
bewerking in belangrijke mate bij
dragen tot bestrijding van de ge
vreesde aardappelopslag;
evenals voor ploegen voor diep
cultivateren op zware grond veel
trekkracht nodig is. Bij een culti
vator is een aantal werkende tan
den echter gemakkelijker aan te
passen aan de beschikbare trek
kracht;
een vrij vlakke stand van de beitels
nodig is om op zware grond een
grote diepte te bereiken. Onder
ling in afstand verstelbare tanden
zijn interessant om de werkbreedte
per tand, de fijnheid van de grond
en de trekkracht te kunnen regelen.
BEWERKING VAN DE GRAANSTOPPEL
DOEL was met een cultivator in één werkgang een goe
de stoppelbewerking uit te voeren. Aan de eerste be
werking van een graanstoppel worden twee belangrijke eisen
gesteld: a. alles moet los (doorgesneden) zijn,
b. die werkdiepte moet klein zijn.
Aan het te leveren werk worden in principe dezelfde
eisen gesteld als aan dat van stoppelploegen (ondiep en
alles los). Om dit in één werkgang te bereiken zal de culti
vator moeten zijn voorzien van ganzevoeten. De werkdiepte
van een ganzevoet dient iets groter te zijn dan de tandaf-
stand. Uit het feit dat zeven van de acht cultivatoren met
ganzevoeten waren uitgerust, mag worden afgeleid dat de
fabrikanten hieraan ook aandacht besteden. Na een eerste
bewerking met elkaar overlappende ganzevoeten kunnen
volgende bewerkingen worden uitgevoerd. Dit kan met de
zelfde of smallere ganzevoeten, maar ook met beitels wor
den gedaan. Door haaks of diagonaal op de voorgaande
werkrichting te rijden zal naast een goede menging ook de
vaak gewenste egalisatie wordien bereikt.
Ondiep werken is meestal een moeilijke opgave, vooral
op ongelijk liggend land en als min of meer diepe wielsporen
voorkomen. Wordt bij de eerste 'bewerking haaks op de
sporen van de oogstmachines gewerkt, dan zullen de lan
gere (driebalks) cultivatoren moeilijker regelmatig ondiep
kunnen werken dan de korter gebouwde typen. Uit de waar
nemingen blijkt dat de Ransomes met beitels slechts ca.
30 van de grondi had losgemaakt. Door de iets te smalle
ganzevoet was bij Vicon en Bomford nauwelijks alles los.
Dit was wel het geval bij de Struktor, de Cappon, de Magni
fiek, de Lemken en de Rumptstad. Bij deze laatste cultiva
toren waren de ganzevoeten veelal duidelijk breder dan de
tandafstand.
Het beschikbare vermogen varieerde van 6,5 tot ruim 11
pk per tand. Dat was voor deze ondiepe bewerking op zware
grond ruimschoots voldoende.
BEWERKING VAN AARDAPPELLAND
HET bewerken van aardappelland met een vastetandcul
tivator heeft vooral de 'bestrijding van opslag tot doel.
Voor goed werk is het nodig dat:
de aardappelen zoveel mogelijk boven blijven
de grond een grove ligging krijgt
een bewerking tot bouwvoordiepte of ca. 20 cm wordt
uitgevoerd
i 'het gewenste resultaat in één bewerking wordt bereikt
Met vastetandcultivatoren kan een diepe (bouw-
voor) bewerking worden uitgevoerd. Vooral na
aardappelen komt deze bewerking irt de plaats
van ploegen. De verliesaardappelen blijven dan
zoveel mogelijk boven zodat de bevriezingskans
het grootst is. Nodig is een diepe bewerking en
voldoende grove ligging van de grond.
Deze nietkerende grondbewerking komt in de plaats van
het ploegen. De relatief grote werkdiepte en de gewenste
grove ligging zijn, evenals bij ploegen, nodig voor water
berging, doorlatendheid en om verslempen tijdens de winter
periode te voorkomen.
Een cultivator met vaste tanden kan worden voorzien van
ganzevoeten. Als deze voldoende breed zifci kan in één be
werking alles ondiep worden losgemaakt
WERKBREEDTE AANPASSEN BIJ TREKKRACHT
£LK werktuig dat door de grond wordt getrokken vraagt
veel trekkracht, meer naarmate de grondi zwaarder is.
Vaak wordit beweerd dat een vastetandcultivator veel trek
kracht vraagt. Bij een nadere beschouwing blijkt dat echter
wel mee te vallen. In dit verband kan een vergelijking wor
den gemaakt tussen ploegen en diep cultivateren. Hoewel er
uiteraard verschillen zijn in bewerking, hebben beide een
bouwbewerking tot doel, terwijl diep werken met een
cultivator in de plaats kan komen van ploegen. Maar
in werkbreedte komt meestal een aanzienlijk verschil
voor. Het demonstratieperceel was ca. 60 afslibbaar.
Voor bet ploegen daarvan zou zeker 25 pk/schaar
(40 cm) nodig zijn. De acht deelnemende cultivatoren
waren voorzien van 76 tanden met een gezamenlijke
werkbreedte van 23,4 m. Het totaal beschikbare vermogen
bedroeg 780 pk. Gemiddeld per tandkas dus ruim 10 pk
beschikbaar of om de vergelijking met de ploeg te maken
i ruim 13 pk per 40 om werkbreedte. Hieruit volgt dat een
diepe bewerking met een vastetandcultivator naar verhou
ding weinig vermogen vraagt. De fout die in de praktijk
veelvulddg wordt gemaakt is, dat men het benodigde ver
mogen onderschat en zich bij aankoop laat verleiden tot een
(te) grote werkbreedte. Ongetwijfeld is een grote werk
breedte interessant. Voor ondiepe (stoppel) bewerkingen
levert die ook geen problemen op. Voor een diepe bewer
king moet men echter de werkbreedte aanpassen aan de
beschikbare trekkracht. Dat betekent het aantal tanden zo
ver terugbrengen dat de trekker vlot kan rijden. Op die
wijze is het gebruik van een goede vastetandcultivator voor
elk akkerbouwbedrijf interessant.
i
WAARDOOR WORDT DE TREKRACHT BEPAALD?
i
D^ benodigde trekkracht wordt vooral bepaald door de
werkbreedte, het aantal tanden, de werkdiepte en de
zwaarte van de grondt Diepe bewerkingen kunnen het nodig
maken de werkbreedte tot een minimum te beperken. Bij
een normale, rechte aanspanning betekent dit een werk
breedte die overeenkomt met de spoorbreedte van de trek
ker. Die bedraagt meestal 1,50 m en van zware trekkers ook
wel 1,80 m. Met name bij diep werken is het aantal tanden
maatgevend voor de trekkracht. De meeste cultivatoren
hebben een vaste tandafstand van ca. 25 cm; andere hebben
verstelbare tanden en gaan wel tot 37,5 40 cm afstand.
Vooral op zware, sterk samenhangende grond is het opbre
kend effect vaak groot. Onder die omstandigheden is een
(Zie verder pagina 9)
TARWESTOPPEL Erkende demonstratie met vastetand cultivatoren te Werkendam op 11-9-1973
Gegevens
Merk en type
Ransomes
Vicon L
Struktor
Cappon
Bomford
Magnifiek
Lemken
Rumptstad
en waarnemingen
i
cultivator
C 83/126
model F.G.
RZ 13
superflow
M 29-11
Onyx
325-13
Werkbreedte in cm
380
300
300
325
175
300
325
340
tandafstand in cm
tijdens
demonstratie
29
217
23
25
25
27
125
37,5
aantal tanden
breedte beitels/ganzevoet
13
10 (beitel)
11
26
13
28
13
30
7
25
11
28
13
26
9
40
Prijs incl. B.T.W. in gld.
3224,
1565,—
1716,—
2005,—
2600,—
2207,—
4400
1976,—
Gegevens trekken
merk
Fiat
Deutz
I-H.C.
Fiat
Renault
J. Deere
Fendt
Same
type
1000
D 7006
1046
850 DT
96
3130
Favorit 12 S
Saturnus 80
Maximaal motorvermogen
in pk
100
70
110
85
80
89
110
78
Beschikbaar vermogen/tandl in pk
7,7
6,4
8,5
6,5
11,4
8
8,5
8,7
Rijsnelheid km/u.
12,8
5,6
5,4
6
4,2
7
6,6
6,5
Werkdiepte in cm
8—12
8—11
6—10
8—12
5—12
8—12
6—12
8—10
Lossnijden stoppel in
(alles los 100)
30
90
100
100
90—100
100
100
100
Ligging na bewerking
onvoldoende
redielijk
goed
goed
vrij goed
goed
te fijn
weinig gemengd
AARDAPPELLAND
Gegevens
en waarnemingen
Merk en type
cultivator-
Werkbreedte in cm
tandafstand in cm
aantal tanden
breedte beitels/ganzevoet
Prijs incl. B.T.W. in gld.
Gegevens trekker: merk
type
Maximaal motorvermogen in pk
Beschikbaar vermogen/tand in pk
Rijsnelheid km/u.
Werkdiepte in cm
Opbreken/losmaken van de grond
Grofheid ligging na bewerking
Bovenin houden aardappelen
tijdens
demonstratie
Ransomes
C 90
Vicon Jumbo
Chiselplow
Struktor
Cappon
RZD 13
Bomford
superflow
Magnifiek
M 29-11
Lemken
Onyx
Rumptstad
415-11
265
245
300
325
225
300
340
340
137,5
27
33
25
45
27
126
37,5
7
9
9
13
5
11
13
9
7,5
8
9
7
10
7
8,5
20 (g. voet)
3640,—
3676,—
1716,—
2184,—
2600,—
2070,—
4400,—
2366,—
Fiat
DeutzS
I.H.C.
Fiat
Renault
John Deere
Fendt
Same
1000 DT
D 10006
1046
850 DT
96
3130
Favorit 12 S
Drago
100
109
110
85
80
89
110
98
14
12
4,5
6,5
16
8
8,5
11
2,6
3,6
12
4,8
3,6
4,8
4,2
4,8
20
10—16
10—15
12—17
10—16
14—16
20
20
goed
te weinig
te weinig
te weinig
onvoldoende
te weinig
goed
goed
goed
iets te weinig
iets te weinig
te fijn
te fijn
te fijn
goed
vrij goed
redelijk
redelijk
vrij goed
goed
goed
goed
redelijk
goed