LAGER BOERENINKOMEN DOOR DUURDERE GULDEN I ONS COMMENTAAR
officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
In dit nummer o.m.:
■fc O. V.M.-verzekeringen:
De voorschottarieven
moeten omhoog
Pagina 3
1
Gevoeligheden in de
veilingwereld Pagina 4
Uit de praktijk
Pagina 5
K.N.LC. - Over
miljoenennota en revaluatie
Pagina 6
Mechanisatienieuws
Pagina 8
Voorzichtig met
rondpompen van mest
onder roosters Pagina 9
Tuinbouwnieuws
Pagina 12/13
Voor de vrouw
Pagina 17
VRIJDAG 28 SEPTEMBER 1973
61e Jaargang - No. 3199
land
en tuinbouwblad
Door de bijzonder droge weersomstandigheden van de laatste tijd is er enige vertraging in de oogstwerkzaam-
heden opgetreden. Naast het rooien van de aardappels en de suikerbieten moeten nog de nodige stoppelbewer
kingen uitgevoerd worden, wintertarwe ingezaaid, en vragen o.m. de graszaad^, karwij- en koolzaadpercelen de
aandacht Ook het zaai- en wintervoorploegen behoren in de komende maand tot de belangrijke werkzaamhe
den, basis voor de volgpnde oogst De maand oktober zal dan ook voor de akkerbouwer een bijzonder drukke
maand worden (pagina 9 en 10).
\7 ORIGE week besteedden wij in het kader van de
miljoenennota reeds aandacht aan de mogelijke
gevolgen van de opwaardering der gulden. Wij keken
daarbij vooral naar de invloed op het inflatietempo. Deze
week willen wij wat dieper ingaan op de direkte gevol
gen voor het landbouwinkomen. Als belangrijkste gevol
gen van de revaluatie voor de landbouw kunnen genoemd
worden:
alle EEG-prijzen, toeslagen, heffingen en restituties
worden, in guldens uitgedrukt, met 5 verlaagd, im
mers de Europese rekeneenheid (r.e.) bedraagt nu in
plaats van 3,62 nog slechts ƒ3,44.
ale export van vrije produkten zal, in guldens omge
rekend minder opbrengen; of daarbij de exportprijzen
met de volle 5 dalen hangt af van de koers die
de gerevalueerde gulden op de wisselmarkten zal
doen.
de prijzen voor de vrije produkten in het binnenland
zullen in een aantal gevallen onder druk komen te
staan, doordat dezelfde, geïmporteerde produkten
goedkoper worden.
aan de kostenkant wordt de invoer van grondstoffen
en bedrijfsmiddelen goedkoper; hoeveel goedkoper
hangt weer af van de uiteindelijke koers van de gul
den.
Ter compensatie wordt dus de BTW op landbouwpro-
dukten verhoogd van 4,44 tot 6,67 2,23 Het
zal duidelijk zijrv dat het van het grootste belang is dat
deze extra BTW-toeslag ook werkelijk in de zak van
de boer terecht komt. Overigens geldt deze compensatie
slechts voorlopig voor de periode van 21 september tot
1 april 1974. Over een eventuele verlenging bestaat geen
zekerheid.
In veel beschouwingen wordt ervan uitgegaan dat deze
rèvaluatie de landbouw in zijn totaliteit netto al gauw
100 150 miljoen gulden aan inkomensderving kost. Be
langrijk is daarbij hoe deze lagere inkomsten over de
diverse sektoren zijn verdeeld.
LAGERE AKKERBOUWPRIJZEN
DIJ de akkerbouw moeten we onderscheid maken tus
sen de garantieprodukten en de z.g. vrije produk
ten. Zoals het zich nu laat aanzien zal de revaluatie vol
ledig doorwerken in de prijzen van de gegarandeerde
tarwe, gerst en suikerbieten. Dat betekent een prijsver
laging van 5%.
Hiervan wordt dus ruim 2 gecompenseerd door de
BTW-verhoging. Aan de kostenkant zijn de voordelen
door lagere importprijzen van grondstoffen en bedrijfs
middelen zeer beperkt. Dat zal zeker niet meer dan 1
van de prijsverlaging compenseren.
Resteert dus in feite een netto prijsverlaging voor deze
gegarandeerde akkerbouwprodukten vc.n omstreeks 2
Daarnaast komt dan nog de verlaging van de produkten-
toeslagen voor vlas en graszaden met 5
De vrije produkten als aardappelen, uien en handels
gewassen zullen meer indirekt de gevolgen van de re
valuatie ondervinden. Hierbij speelt uiteraard vooral de
exportpositie een belangrijke rol (aardappelen). Hoe
groot de prijsterugslag voor met name deze exportpro-
dukten zal zijn, hangt weer af van de uiteindelijke koers
van de gulden. Daarnaast speelt de internationale markt
situatie voor deze produkten een belangrijke rol.
Samenvattend komen we dus tot een prijsdaling voor
de gegarandeerde akkerbouwprodukten van omstreeks
2 De gèvolgen voor de vrije produkten zijn moeilijk
te voorspellen, doch ook hier moet per saldo met een
nadelig effekt op het inkomen rekening worden gehou
den.
Duidelijk dient hierbij de aantekening gemaakt te wor
den dat indien de BTW-toeslag na 1 april 1974 niet wordt
verlengd de druk op het inkomen nog aanmerkelijk zal
toenemen.
HOEVEEL INKOMENSACHTERUITGANG
TATAT het voorgaande betekent voor het inkomen van
een akkerbouwbedrijf van 40 ha met een voor het
zuid-westen „normaal" bouwplan moge uit het volgende
voorbeeld blijken:
Akkerbouwbedrijf met 16 ha tarwe en gerst, 8 ha
suikerbieten, 8 ha consumptieaardappelen, 8 ha div.
gewassen (uien, peulvruchten, handelsgewassen).
De netto prijsverlaging met 2 betekent de volgende
inkomensdaling:
voor tarwe/gerst 2% van 2.000,
5000 kg 40 cent) ƒ40,/ha
voor suikerbieten 2 van 3.380,
(52 ton x 65 gulden) ƒ67,50/ha
Totaal voor dit bedrijf van 40 ha dus een inkomens
achteruitgang van 1200 gulden. Daarbij komen dan nog
de lagere toeslagen voor vlas en graszaden, alsmede
eventuele lagere prijzen voor de vrije produkten. Zou bij
voorbeeld de netto-prijs voor de aardappelen ook 2
lager uitvallen, dan betekent dat ongeveer 120 gld/ha
minder inkomsten, gerekend bij een middenprijs van 15
ct/kg.
Het zal duidelijk zijn dat de uitkomsten van bedrijf tot
bedrijf al naar omvang en bouwplan sterk uiteen kun
nen lopen. Toch kan voor de akkerbouwbedrijven met
een voor het Z.W. normaal bouwplan gerekend worden
op een inkomensderving van 30 50 gulden per ha. Naar
onze mening zijn de compensatiemaatregelen voor de
akkerbouw dan ook volstrekt onvoldoende!
TUINBOUW EN FRUITTEELT
P IJZONDER ingewikkeld ligt de zaak in de tuinbouw-
sektor. Men heeft hier immers met verse binnen
landse consumptie, bewaring en export te maken. De
verschillen tussen de diverse tuinbouwsectoren zullen
dan ook groot zijn. Zo komt de revaluatie in de bloembol
lensector bijzonder hard aan. Immers deze bedrijfstak
is voor 80 op de export aangewezen. En waar de groei
van de bloembollenafzet de laatste tijd toch al enige stag
natie te zien geeft, is de kans op verdere verliezen van
buitenlandse afzet in de nabije toekomst levensgroot
aanwezig. Daar komt bij dat op dit moment naar schat
ting van de export achter de rug is. Deze exporten
moeten evenwel nog grotendeels betaald worden, waar
bij Invordering van het revaluatieverscsil zeer moeilijk
zal zijn. Dat betekent dus in feite dat men minder gul
dens zal ontvangen dan waarvoor men geëxporteerd
heeft.
Voor de fruitteelt zal het effekt op zowel de buiten
landse als binnenlandse prijzen van belang zijn. Ener
zijds zal men ongetwijfeld minder guldens bij export ont
vangen, maar anderzijds moet ook gevreesd worden dat
de concurrentie op de binnenlandse markt zal toenemen,
met name uit Frankrijk. Over de uiteindelijke prijsvor
ming valt in dit kader nog weinig te voorspellen. Wel is
het duidelijk dat ook de fruitteelt slechts in zeer beperk
te mate van de goedkopere importen zal profiteren.
Rekening houdend met de hogere BTW zit er toch al
gauw een daling van de netto-opbrengst met 1 a 2 in.
Bij de te verwachten opbrengsten en het huidige prijs
niveau betekent een 1 lagere prijs voor appelen toch
al een inkomensverlaging van omstreeks 150 gld/ha.
(Zie verder volgende pagina.)