u Verdere aanpassing graszaadteeltkontraktvoor- waarden in 1975 Kalibemesting op bouwland in het najaar 1 fl Aftrek betaalde B.T.W. op investeringen na omschakeling afwikkeling van de kontrakten oogst 1972 heeft na 'een langdurig en soms moeizaam overleg zijn beslag gevonden. De situatie ontstaan door het instellen van een E.E.G.-zaaizaden-verordening, de erkenning van de keu ringsdiensten van derde landen en het instellen van een E.E.G.-rassenlijst heeft veel overleg tussen landbouw en handel noodzakelijk gemaakt. Een overleg dat zoals bekend op bepaalde punten zeer veel tegenstellingen op riep, met name t.a.v. de uitbetaling van de E.E.G.-gras- zaadtoeslag. De uiteindelijke oplossing c.q. overeenstem ming is tenslotte gevonden in het overleg tussen de gras zaadfirma's en hun vertrouwenscommissie waarna de z.g. Commissie van Wijze Mannen in die gevallen waarin dit noodzakelijk bleek een advies heeft uitgebracht. Met de gevolgde procedure is een billijke oplossing mo gelijk geworden, al zal niet iedereen, zowel aan telers als aan kwekerszijde altijd volledig content zijn met het uiteindelijk bereikte resutaat, dat tot uitdrukking is ge komen op de eindafrekening over oogst 1972! INMIDDELS zijn besprekingen gevoerd over de aan- passing van de kontraktvoorwaarden (A.T.V.-L.) aan de gewijzigde omstandigheden- Voor oogstjaar 1974 is, naast de all-in-kontrakten, een drietal vormen van participatiekontrakten overeengekomen. Van landbouw- zijde is de wens te kennen gegeven omwille van de dui delijkheid en overzicihtelkijheid voor de teler, voor de verdere toekomst slechts één van deze drie vormen te handhaven. De voorkeur werd gegeven aan het 75/25 kontrakt waarbij de E.KG.-graszaadtoeslag geheel buiten het kontrakt wordt gehouden. Het gevoerde overleg met de kwekers/handelaren heeft ertoe geleid dat dit voor het kontraktjaar 1975 kan worden gerealiseerd. Voor 1975 en volgende jaren zal in de A-T.V.-L. naast het vaste prijskontrakt worden opgenomen het 75/28 participatiekontrakt met de mogelijkheid van de vaststelling van een minimumprijs exclu sief de EX.G.-toeslag, zodat de E.KG.-graszaad toeslag geheel buiten de kontraktsfeer blijft en voor 100 aan de teler toekomt. DIJ de van het 75/25 participatiekontrakt afgeleide all- in-overèenkomst zal de teler, zoals dat voorheen het geval was, een in de overeenkomst vast te leggen per centage van de netto-opbrengstprijs ontvangen. In de A.T.V.-L. zal nader omschreven worden wat binnen de termen van het all-in-kontrakt valt t.a.v. de kosten en DR. IR. M. P. M. VOS DIREKTEUR VEEHOUDERIJ EN ZUIVEL Dr ir M. P. M. Vos, die per 1 november a.s. benoemd zal worden tot direkteur Veehouderij en Zuivel van het mi nisterie van landbouw en visserij, volgt daarmee ir E F. Geessink op, die onlangs tot algemeen direkteur van de Direktie Agrarische Produktie, Verwerking en Afzet waaronder o.m. de direktie Veehouderij en Zuivel ressor teert is benoemd. Momenteel is dr ir Vos adjunct-di- rekteur van het Instituut voor Veeteeltkundig Onder zoek te Zeist. lastenverdeling over teler en firma. De uniformiteit van de kontrakten wordt hiermede bevorderd. Naast de genoemde wijziging in de paticipatieverhou- ding zullen in de A.T.V.-L. enkele aanvullende bepalin gen betreffende de benoeming en de werkzaamheden van de vertrouwenscommissie worden opgenomen. Tevens zal een meer uitvoerige omschrijving worden gegeven van de punten welke in de relatie tussen firma en vertrou wenscommissie c.q. teler onderwerp van overleg dienen te zijn. De exacte formulering van deze aanvullingen op de A.T.V.-L. zal binnenkort worden gepubliceerd. Een en ander ontlenen wij aan de zojuist verschenen nieuwsbrief van de Ned. Kontrakttelers Ver., Raamweg 26, Den Haag, die in het algemeen over graszaadteeltkon- trakten gaarne advies geeft. Ing. A. M. v. d. VEEKEN C-AjR. Zevenbergen Bij andere gelegenheden schreven en spraken we reeds eerder over dit onderwerp. Dit hield toen di- rekt velband met de toepassing van vloeibare N -f- P meststoffen in het voorjaar. Als bemestingssys teem hoort hierbij dat de kali reeds in het voorafgaande jaar ge strooid wo^dt. Er zijn echter nog meerdere argumenten aan te voe ren voor een bemesting met kali in de herfst. In het volgende wordt hierop nader ingegaan. blauw voorkomt naarmate het droge-stofgehalte van de aardappelen lager is en het kaligehalte in de knollen ho ger. Verder blijkt de invloed van de kalitoestand van de grond op het kaligehalte in de knollen en daardoor op de mate van blauwgevoeligheid, gemiddeld groter te zijn dan de invloed van een verse kalibemesting. Dit is dui delijk te zien in de volgende tabel, ontleend aan het on derzoek van het IjB. te Groningen. Gemiddelde Invloed kaligetal van de grond en de kali bemesting op kaligehalte (K%) in de knol op klei gronden Kaligift K-getal in de grond 10 <15 20 25 30 35 0 kg/ha k20 1.10 1.49 1.77 2.03 2.24 2.41 150 kg/ha K20 1.35 1.66 1.91 2.10 2.29 2.42 300 kg/ha K20 1.49 1.77 1.99 2.21 2.40 2.53 5000 kg/ha K20 1.66 1.86 2.08 2.27 2.43 2.57 BEMESTING EN ZOUTSCHADE I/ALI staat bekend als een zeer agressief element in verband met het optreden van zoutschade in het voorjaar. Meststoffen in grote hoeveelheden in het voor jaar toegediend zijn niet zonder risiko's. In veel geval len wordt de droogte als oorzaak genoemd. We moeten echter meer denken aan een samenspel van de faktoren droogte en zout. aden die goed zijn ontkiemd en waar van de jonge planten reeds behoorlijk wortel hebben ge schoten, sterYen in het voorjaar niet van de droogte. De grond is dan immers nog vochtig genoeg. Door een zwa re en oppervlakkig toegediende bemesting ontstaat in de bewortelingszone van de jonge kiemplanten bij droogte wel een oplopende zoutkoncentratie. Indirekt heeft de droogte dan wel degelijk een ongunstige in vloed. De koncentratie van de voedingszouten kan na melijk dermate oplopen, dat de vochtstroom in omge keerde richting gaat werken. Dat wil zeggen vanuit de jonge plant naar de zoutoplossing in de grond. In deze situatie moeten dan ook vaak vele jonge plantjes het loodje leggen. Bij kiemplanten van o.a. bieten, spinazie en bonen is dit in het voorjaar menige keer zichtbaar. Een volledige N P K bemesting in het voorjaar vlak voor het zaaien of poten van het gewa3 geeft de meeste risiko's. Kunstmest strooien over de vorst, en kele weken voor het zaaien of poten, is gunstig uit oog punt van het gevaar vóór een te hoge zoutbelasting van de grond en voor de werkverdeling. De mogelijkheden hiervoor zijn echter beperkt en onzeker. Najaarsaan wending van kali op kleigronden heeft volgens onder zoekingen geen nadelige invloed op de opbrengsten van de gewassen. BEMESTINGSBELEID EN BLAUW BIJ AARDAPPELEN IYE resultaten van het onderzoek naar blauwgevoe- •'ligheid bij aardappelen tonen aan dat minder Óp grond van onderzoek bestaat al sinds een paar jaar de tendens om de kalitoestand van de grond op te voeren middels zware bemestingen. Sinds enkele weken is besloten am de resultaten van het kalibemestings- onderzoek in verband met blauw bij aardappelen, offi cieel in de landelijke adviesbasis voor grondonderzoek op te nemen. Bij grondonderzoek voor de praktijk wordt in de naaste toekomst naast het normale schema voor de kalilbemiesting op kleigronden, een extra schema toege past voor de kalibemesting van consumptieaardappelen. Het volledig te gebruiken schema voor het kaliadvies- formulier wordt dan als in de volgende tabel is aange geven. ^TJ fn CQ O m o g a s es li 11/12 13/15 16/20 21/26 27/34 >34 zeer laag laag vrij laag goed vrij hoog hoog zeer hoog 380 330 280 230 170 110 60 1.000 870 700 500 310 160 110 Uiteraard wordt bij grondonderzoek op kali op uw be drijf slechts één kaligetal per perceel gevonden en af gedrukt. Is dat kaligetalb.v. 17, dan betekent dit. dat de kalitoestand van de grond goed is. Er worden dan voor cons, aardappelen twee giften afgedrukt, namelijk 230 kg K2D per ha volgens de normale norm en 500 kg per ha volgens de norm voor blauwbestrijding. Bij de norm voor het terugdringen van de blauw gevoeligheid bij aardappelen wordt er van uitgegaan dat de aardappelen tevens de kaligift voor de eerstvol gende drie gewassen (2 x granen en 1 x bieten) krijgen. Deze laatste gewassen behoeven dan niet meer met kali te worden bemest, tenzij het derde gewas na aardappe len een sterk kalibehoeftig gewas is als spinazie, uien en op lichte kleigronden eventueel bieten. De hoge kali gift voor aardappelen is opgebouwd uit de som van de kaligiften voor vier gewassen, n.l. aardappelen plus de drie volgende gewassen en een toeslag voor blauwgevoe ligheid. Deze zogenaamde bouwplanbemesting met kali kan het beste in het najaar, voorafgaand aan de aardap pelteelt worden verstrekt. Door de zware gift wordt dan een hogere kalitoestand van de grond gecreëerd, hetgeen juist de bedoeling is. GEBRUIK VAN VLOEIBARE N P MESTSTOFFEN Bij een gunstige prijsontwikkeling is het te verwach ten, dat het spuiten van vloeibare meststoffen zal toe nemen. In 1973 werden reeds belangrijk meer N -f P oplossingen verspoten dan enkel stikstof. Wanneer u van plan bent om in 1974 meststoffen te laten spuiten is het gewenst de kali reeds in het najaar te stroqien. Indien U dit niet doet vervalt een belangrijk voordeel van het verspuiten van N P oplossingen. U moet dan immers ook in het voorjaar nog met kali bemesten, het geen volledig tegen dit bemestingssysteem indruist. Overigens geldt dit ook wanneer u vaste N -f P mest stoffen gaat gebruiken, die in de praktijk steeds meer opgang maken t.o.v. de volledige N P K mest stoffen. Tenslotte willen wij u er nog op wijzen, dat op lichte gronden beneden 15 afslilbbare delen bij najaarsaan wending van kali extra verliezen door uitspoeling kun nen optreden. Tevens moet u er rekening mee houden dat het bouwplan en de najaarsbemesting van kali niet voor kalifixerende rivierkleigronden en o.a. voor de Estuariumgronden in de Biesbosch geldt. Omschakeling van de teelt vap groenten naar bloe men komt in de intensieve glastuinbouw nog al eens voor. Zo'n verandering van produktierichting heeft naast vele bedrijfsorganisatorische ook flskale gevolgen en wel op het vlak van de B.T.W. Een tuinder, die tomaten en komkommers in z'n kassen teelt, valt voor de B.T.W. onder de zgn. landbouwregeling. Die regeling houdt In, dat deze groenteteler geen omzetbelasting hoeft af te dragen over de verkochte produkten, omdat die geacht wordt te zijn verrekend met de betaalde omzetbelasting over de aankoop van bedrijfsmiddelen. Een tuinder, die bloemen kweekt in z'n kassen, valt voor de B.T.W. onder de normale regeling waaronder iedere ondernemer valt. Dat betekent dat deze bloemenkweker omzetbelasting moet afdragen over de verkochte produkten ten bedrage van 16% en dat hij in aftrek mag brengen de betaalde B.T.W. over de aankoop van bedrijfsmiddelen. Wanneer een groenteteler in 1972 voor 100.000,in onroerend goed (nieuwbouw t.b.v. zijn bedrijf) heeft ge- investeerd dan heeft hij hierover aan omzetbelasting be taald een bedrag van f16.000,Gesteld verder dat deze ondernemer in de loep van 1973 tot de beslissing komt om met ingang van het nieuwe seizoen in 1974 over te gaan tot het kweken van bloemen in z'n kassen. De vraag waar deze ondernemer voor zit: Kan ik van deze f 16.000,— B.T.W., betaald in 1973, nog iets terugkrij gen. Deze vraag heeft het bestuur van de Nederlandse Ver eniging van Tuinbouwstudiegroepen voorgelegd aan de Belastingkommissie van het Landbouwschap. Genoemde kommissie is na uitvoerige studie tot de slotsom geko men dat op grond van een uitvoeringbeschikking omzet belasting 1968 van 30 aug. 1968 deze ondernemer een deel van de betaalde ƒ16.000,— B.T.W. terugkrijgt. Als deze ondernemer n.l. in 1974 overschakelt op het kwe ken van bloemen dan mag hij in dat jaar en de drie daar opvolgende jaren steeds 1/s van f 16.000,in aftrek brengen op de door hem af te dragen B.T.W. Deze af trek blijft evenwel achterwege a. in het boekjaar waarin de belasting welke op basis van de voor dat boekjaar geldende gegevens voor aftrek in aanmerking komt, niet meer dan 10% ver schilt van de in aftrek gebrachte belasting; b. in de boekjaren volgende op dat waarin voor de laat ste maal op het goed is afgeschreven. Deze regeling voorkomt in ieder geval dat er grote concurrentieverschillen bestaan tussen de bloemenkwe- kers op basis van een verschillende fiskale behandeling VELTMAN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 11