Aandacht voor het
grasland in de herfst
Sterke toename aantal ligboxenstallen
Eerste gerooide bieten
in de droge westhoek
van Schouwen
De aardappeltelers-
prijzen
Nieuwe mogelijkheden voor Lely wintertarwe
10
t
Ing. L. ROMPELBERG
C.RA. Eindhoven
De maanden september en oktober
kunnen soms vrij koel en regenrijk
zijn en de dagen gaan snel korter
worden. De grasgroei zal niet groot
meer zijn, maar toch dusdanig dat
bij de beweiding en de verzorging
met enkele punten rekening moet
worden gehouden. Zoals:
Bij nat gras extra bijvoeren.
Zorg voor een schone wei door
uitbossen.
De kalveren beneden één jaar
tijdig opstallen.
Veel eiwit in het gras kan op
koude dagen aanleiding zijn
voor kopziekte op gevoelige be
drijven.
Grasland dient kaal de winter
in te gaan, jong grasland niet
kaal.
Na de laatste beweiding slepen.
Afwatering in orde brengen.
Niet te veel drijfmest of stal
mest per ha per keer en goed
verdelen.
Op jong grasland géén drijf
mest.
Zo nodig de onkruidbestrijding
tijdig uitvoeren.
TEKORTKOMINGEN VAN HERFSTGRAS
i
IN een natte periode kan het droge-stofgehalte van
gras erg laag zijn. Van het natte gras zullen de
koeien wel voldoende kg eten maar te weinig droge stof
opnemen. Extra bij voedering zal in deze dagen op zijn
plaats zijn. Herhaalde malen achter elkaar beweiden
zonder uitbossen heeft tot gevolg dat het gras onsmake
lijk wordt, waardoor de opname enkele kg droge stof
lager is. Een koe produceert 11>'12 mestflatten per dag.
De mestflatten zelf nemen een beperkte oppervlakte in,
maar de bossen er om heen zijn er oorzaak van dat 15
25 van het grasland door de koeien gemeden wordt.
In september uitbossen zal de opname aan gras in okto
ber bevorderen waarbij de koeien het land goed kaal
maken voor de winter.
Het aantal voorgemaaide percelen voor het beweiden
van kalveren zal mede door de droogte erg klein zijn.
Niet voorgemaaide percelen zijn de oorzaak van de
maagdarmwormbesmetting bij de dieren beneden één
jaar. Tijdig opstallen en zonodig ontwormen, ook al is
er nog voldoende niet voorgemaaid gras, is de beste
maatregel.
Kopziekte kan ook in de herfst voorkomen. Een hoog
eiwitgehalte van het gras kan op koude dagen aanlei
ding zijn tot een slechte magnesiumbesmetting, waar
door kopziekte kan voorkomen. Bedrijven, waar in het
verleden kopziekte voorkwam, dienen extra attent te
zijn en zonodig 1 kg Mg-koek per dag bij te voeren of
30 kg gebrande magnesiet te strooien over het dauw-
natte gras.
DE GRASLANDVERZORGING
TIET grasland dient kaal de winter in te gaan. Als na
n de laatste beweiding nog veel bossen en derge
lijke in het weiland zijn dan verdient uitbossen extra
aandacht. Jong grasland mag echter niet te kort de win
ter ingaan. Na de laatste beweiding dienen de mestflat
ten gespreid te worden door het weiland te slepen. Al
leen percelen die erg vertrapt zijn, kunnen beter als dat
nog mogelijk is voor de winter gerold worden. Maar er
zal dan toch nog veel regen moeten vallen voor het zo
ver is.
Voor een goede afwatering moeten de sloten schoon
zyn. De herfst is de geschikste tyd om de afwatering
weer in orde te maken. Er z\jn verschillende methodes
van slootreinigen. Het slootbagger wordt op de kant ge
trokken of over de wei verspreid. In het laatste geval
komt het slootbagger vaak te dik op bepaalde plaatsen.
Verstikking van de graszode is meestal het gevolg. Voor
kom verstikking door een of meerdere keren ae sloot
bagger die over de wei is gébracht te slepen.
De strijd tegen de mollen kan ook al in deze periode
aangepakt worden. De beste methode is momenteel het
vangen met klemmen. Bij het drijfmestrijden worden
veel fouten gemaakt. Te grote hoeveelheden per keer en
de slechte verdeling zijn de oorzaken van verstikking
van het grasland. Rij per keer niet meer dan 10—<15 ton
drijfmest per ha. Indien een perceel meer drijfmest no
dig heeft of kan gebruiken, rij dan na verloop van en
kele weken nogmaals drijfmest. Voor vaste mest geldt
dit in versterkte mate omdat bij vaste mest nog snéller
verstikking kan optreden.
VERZORGING VAN JONG GRASLAND
/GRASLAND dat afgelopen zomer of najaar is ihge-
zaaid dient niet té kort de winter in te gaan. De
jonge grasmat is erg gevoelig voor verstikking; daarom
verdient het aanbeveling géén drijfmest of stalmest voor
deze percelen te bestemmen. Vanzelfsprekend zijn de
sloten rond en in een nieuw ingezaaid perceel schoon,
want piasvorming in de herfst en winter zijn vaak fa
taal voor de goede grassen in de jonge wei.
Een voordeel van zomer- of najaarsinzaai is dat de
onkruidontwikkeling minder is. Het kan echter toch
voorkomen dat in het najaar te veel onkruid voorkomt.
Met uitzondering van muur zal een keertje toppen vol
doende zijn om het onkruid kwijt te raken. Het maai-
apparatuur dient dan wel hoog afgesteld te worden (mi
nimaal 8 cm). Is er ontwikkeling van muur dan ver
dient het aanbeveling niet te lang te wachten, maar te
spuiten. Vóór dat de muur de grond gaat bedekken is
tot 1 liter 2.4.5 TP voldoende voor een goede bestrij
ding. Ook bij lagere temperatuur zijn de resultaten met
dit middel goed.
mMprlprhnH Consulentschap Boerderij enbouw en
I N C U CI I d 11U -Inrichting - Wageningen
Sinds in de zestiger jaren de eerste proeven met ligboxenstallen voor de
huisvesting van melkvee zijn genomen, is er een sterke uitbreiding van dit
staltype geweest. Na een aanvankelijk aarzelende houding van de landbou
wers tegen de ligboxenstal, heeft ip,en spoedig de voordelen hiervan leren
beseffen. Vooral in de laatste jaren worden veel ligboxenstallen gebouwd en
het is niet al te moeilijk te voorzien dat ook in de toekomst deze belangstel
ling zal blijden bestaan.
AANTAL LIGROXEN- EN VOERLIGBOXENSTALLEN PER 1 JANUARI 1973
Bedrijf sgrootte
40
40—60
60—100
100—150
150
Totaal
Percentage
Provincie
lig
voer
lig
voer
Üg
voer
lig voer
Hg
voer
lig
voer
lig
voer
Groningen
18
62
3
65
1
19 1
9
173
5
4.2
1.2
Friesland
10
6
119
16
154
7
58 1
7
1
348
31
8.4
7.5
Drenthe
11
1
94
2
74
1
17 -
3
199
4
4.8
1.0
Overijssel
84
24
267
25
141
5
20 -
1
-
513
54
12.4
13.1
IJsselmeer-
polders
18
1
26
-
11 -
6
61
1
1.5
0.2
Gelderland
85
43
344
61
198
3
34 1
6
667
108
16.1
26.2
Utrecht
6
3
68
11
59
1
5 -
2
140
15
3.4
3.6
Noord-Holland
17
7
82
11
82
2
32 -
-
-
213
20
5.2
4.8
Zuid-Holland
9
5
38
35
62
7
17 -
3
129
47
3.1
11.4
Zeeland
4
9
1
11
-
2 -
26
1
0.6
0.2
Noord-Brabant
150
32
850
59
409
8
47 -
5
-
1461
99
35.3
24.0
Limburg
49
10
103
14
42
3
10 1
1
-
205
28
5.0
6.8
Totaal
443
131
2054
239
1323
38
272 4
43
1
4135
413
Percentage
10.7
31.7
49.7
57.9
32.0
9.2
6.6 1.0
1.0
0.2
100
100
100
100
In de door de droogte geteisterde SCHOUWSE WEST
HOEK liggen de eerste suikerbieten aan de hoop en
maandag verschenen de transportauto's voor afvoer naar
de fabrieken. Er ia veel verschil in grootte hetgeen een
gevolg is van de struktuur der grond. Tarra blijft voor
lopig een zeer gering percentage.
Met grote belangstelling werd door diverse boeren
de deze week op de bietenvelden verschenen nieuwste
bietenrooier van het merk Herriau bekeken. Deze vrij
lange, uit Frankrijk afkomstige en door de firma Steen
bergen uit Dronten, geïmporteerde machine heeft een
éénmansbediening en rooit zes rijen tegelijk. Met het
z.g. „tweefasen-systeem" kan ongeveer 1 ha per uur
gerooid worden. Een Herriau-oplader deponeert daarna
de bieten in de wagens. Het loof wordt eerst door de
machine gehakseld en opzij op een rij gegooid, waarna
de na-koppers de bieten op de juiste hoogte ontkoppen.
Tot slot worden de zes gerooide rijen op één rij ge
legd. De machine, aangedreven door een 120 pk Per-
kins-motor deed ondanks de droge grond, uitstekend
werk en geen enkele afgebroken biet was te vinden. Hoe
of het bij natte grond afloopt moet afgewacht worden,
doch de eigenaars, het loonbedrijf Gebr. Boot te Haam
stede, die de machine vorig najaar al in werking zagen,
voorzien geen moeilijkheden. Deze Herriau is de eerste
in Zeeland. Andere machines hebben momenteel veel
last van de droogte der grond en iedereen wacht dan ook
met spanning op regen die het werk moet vereenvoudi
gen.
Diverse landbouwers zijn druk bezig met het aard-
pelen-rooien, hetgeen met dit droge weer géén enkèl
probleem oplevert. Vooral op de wat lichtere gronden
zijn de aardappels niet groot, doch de prijs vergoedt
hierin veel.
Ouderen in de Westhoek voorspellen een winter zon
der vorst omdat de eikebomen dit jaar geen vruchten
dragen en dit feit bewees (volgens deze mensen) al
vanuit de historie dat er dan een zeer zachte winter
volgde.
(In guldens per 100 kg)
alle
Om een inzicht te krijgen in de prijzen die door de
telers in doorsnee voor consumptie-aardappelen incl.
de aardappelen voor de industrie van consumptiepro-
dukten zijn gemaakt is door het Produktschap voor
aardappelen in de van betekenis zijnde produktiege-
bieden weer een onderzoek ingesteld naar de doorsnee-
telersprijzen sinds 1967.
klei Bintje
klei-aard.
zandaard.
oogst 1967
7,70
8,10
9,70
oogst 1968
12,85
13,25
10.90
oogst 1969
23,20
24,30
16,80
oogst 1970
9,70
'10,80
12,40
oogst 1971
9,90
10,50
9,50
oogst 1972
25,80
25,90
18,50
gemiddelde
oogsten van
1967 t/m '69
14,60
15,20
12,50
gemiddelde
oogsten van
1970 t/m '72
15,15
'16,70
13,45
Het valt op dat de laatste driejarige gemiddelde uit
komsten weinig hoger zijn dan die van de jaren 1967
tot en met 1969. In aanmerking nemende de sterke al
gemene kostenstijging en de in deze jaren gelijdelijk
langer geworden bewaarperiode als geVolg van de toe
genomen voorjaarsexport, is het de vraag of deze kos
tenstijgingen wel voldoende in de gemiddelde uitkom
sten (van 1970 tot en met 1972) tot uitdrukking komen.
Met andere woorden of deze kostenstijgingen wel vol
doende gecompenseerd zijn door de hogere ha-opbreng
sten en betere mechanisatie. De conclusie moet zjjn dat
de prijzen, die voor de drie laatste oogsten zijn gemaakt,
matig tot hoogstens redelijk zijn uitgevallen.
v. d. W..
In 1973 is voor het eerst op grote schaal bestrijding van
afrijpingsziekten in tarwe toegepast. Gebleken is dat het ras
LELY in de praktijk op dezelfde wijze reageert als in proeven
van voorgaande jaren. De opbrengst kan stijgen tot boven de 8
ton per ha. Het zeer hoge opbrengstvermogen van LELY kan
van jaar op jaar gerealiseerd worden. Hierdoor is LELY voor de
tarweteler een aantrekkelijk ras geworden. Er zijn namelijk
maar heel weinig tarwerassen die bij toepassing van de juiste
cultuurmaatregelen tot een zo hoge opbrengst komen als het ras
LELY. Het is dan ook aan te bevelen, in elk geval ook LELY in
het zaaiplan op te nemen.