UIT DE
PRAKTIJK
Welkome regen
bleef nog steeds uit!
Rond de
S( helde
Door droogte vertraging in de werkzaamheden
Drukke weken staan voor de deur!
Goed jaar voor de akkerbouwers
Wat gij niet wilt dat u geschiedt
en het mest uitrijden!
Vorige week hébben enkele gebieden op ZUID-BE
VELAND wat regen gehad, maar het was overal te wei
nig om de groei van de gewassen nog wat op gang te
brengen. De droogte is nu toch wel van erg lange
duur geworden.
Door de droogte was de groei van de aardappelen
xeeds flink afgeremd. Men tracht overal de groei er
zo lang mogelijk in te houden, enerzijds om de opbrengst
nog zoveel mogelijk gunstig te beïnvloeden, anderzijds
om de kansen op glas zo beperkt mogelijk te houden.
Overal wordt zo lang mogelijk gewacht met het dood
spuiten. Pas veel later in het seizoen kan gesteld wor
den of dit juist is geweest. Op dit moment is nog zeer
weinig gerooid. Waar reeds gerooid is, of gerooid woirdt,
geeft dit zijn problemen, als te harde grond, te veel
kluiten, te weinig losse grond als beschermend materiaal
om de knollen te beschermen op de aardappelrooimachi-
nes en dan bovendien nog veel te kwetsbare aardappelen
waarvan nog lang niet overal de schil voldoende afge
hard is. Het lijkt er op, dat we te maken zullen krijgen
met opbrengsten die zeer veel uitéén zullen lopen. Het
aantal knollen per plant is veelal zeer groot, maar de
knolgrootte valt tegen. Het percentage knollen dat we
boven de 55 mm zullen oogsten zal beperkt blijven.
Eer dit blad verschijnt zal de datum wel bekend zijn
dat de eerste bieten geleverd kunnen worden. Gezien
de nog uit te voeren werkzaamheden met de aardappel
oogst zal de animo voor de eerste vroege leveringen niet
zo groot zijn. Het heeft echter wel zin om die percelen
bieten waar droogteschade optreedt maar zo spoedig
mogelijk te leveren. Ze zijn nu in een zo ver gevorderd
stadium terecht gekomen dat van een hernieuwde groei
niets meer verwacht kan worden. Het is zelfs niet uit
gesloten dat nu regen er door de ademhaling meer ver
loren zal gaan dan door de wortels kan worden opge
nomen! Het grootste deel van de uien is nu wel gerooid.
Er is op dit moment weinig handel in dit produkt.
Het is of door de verlate aardappeloogst alle werk
zaamheden wat vertraagd worden. Het aantal percelen
dat al op zaailand of op wintervoor is geploegd is nog
bijzonder gering.
Door de langdurige droogte is de vorraad aan weide-
gras zeer gering geworden, groei is er vrijwel niet
meer. Van daar dat vele veehouders op de een of andere
wijze nu bijvoeren.
Op THOLEN en ST. PHLIPSLAND hebben we bij het
schrijven van deze bijdrage nog steeds veel zon en
droog weer, de welkome regenbuien bleven uit. De
aanhoudende droogte in onze streek gaat nu toch wel
extreme vormen aannemen. Daar reeds vele percelen
aardappelen in de eerste week van september zijn dood
gespoten, en het nu tijd is om aan het rooien te be
ginnen of te zijn, zal het op diverse percelen niet mee
vallen om de aardappelen uit de droge grond te krij
gen. Wanneer we geen regen krijgen zullen wij bijzon
der voorzichtig bij het rooien moeten zijn, om beschadi
ging van de knollen te voorkomen. De kg-opbrengst
van de aardappelen zal heel wat minder zijn dan voor
gaande jaren, wij schatten dat de opbrengst zal variëren
van 30—40.000 kg per ha veldgewas, met daarbij een
aanmerkelijk hoger uitvalpercentage.
Hoewel de opbrengst van de uien ook aanmerkelijk
lager uit zal vallen dan vorig jaar, zien we toch ook
en dan voornamelijk aan de westelijke kant van ons
eiland redelijk tot goede percelen, die de 45.000 k£ per
ha wel zullen halen. Gezien de gemiddeld lagere op
brengst en de flinke export van de laatste weken, is de
stemming wat de prijsvorming betreft voor dit produkt
gematigd optimistisch.
Gezien de opbrengstverwachting van de suikerbieten
gaat de bietencampagne volgende week al van start.
Nu de aardappeloogst ook al niet te vroeg is begonnen,
zal het een samenvloeiing van oogstwerkzaamheden
worden. In onze streek zien we nogal percelen suiker
bieten die toch van de droogte gaan lijden, en de groei
min of meer tot stilstand lijkt te komen. Voor ons ge
bied kan daardoor de opbrengst-verwachting wel wat te
hoog zijn.
De graszaadteelt staat op 't ogenblik weer volop in
de belangstelling. De graszaadfirma's zijn druk bezig
om te proberen hun areaal uit te breiden. Speciaal
voor Engels zaaigras wordt veel aandacht gevraagd,
voor uitzaai deze maand. Gezien de marktnoteringen
van diverse graszaden op 't ogenblik, en de te verwach
ten markt voor de volgende jaren, vinden wij het uiter
aard een verantwoorde zaak om na te gaan of de gras
zaadteelt op onze bedrijven past.. De minimum garan
tie-prijzen inclusief de ingebouwde subsidie op basis
30—-20 die de graszaadfirma's hanteren en preferen,
zijn nogal wat hoger dan vorig jaar.
Als teler van graszaad vinden wij het een moeilijke
keus, niet alleen of we nu moeten contracteren exclu
sief of inclusief de te verwachten subsidie voor 1974 en
1975, maar ook welk rassensortiment of selectie's daar
van van de diverse graszaadfirma's, nu eigenlijk het
hoogste rendement geeft en het beste past op ons be
drijf.
Wij vernamen dat de studiecommissie, die door
ons kringbestuur is ingesteld, om de graszaad
methodiek te onderzoeken, een enquête houdt onder de
graszaadtelers van alle firma's in onze streek, teneinde
meer inzicht te krijgen in de contractuele voorwaar
den, en ook hoe het opbrengstvermogen van de diver
se rassen en haar selectie's in de praktijk zijn. Verder
zal in deze enquête ook de uitbetalingsvergelijkingen en
de aftrek staffel bij vermengingen worden opgenomen.
Vanuit de praktijk gezien juichen wij bijzonder toe,
dat er studie gemaakt wordt van deze teelt, omdat wij
tot nu toe niet kunnen beschikken over proefveldgege-
vens waar de gedragingen en opbrengsten van diverse
graszaden vergeleken kunnen worden.
De werkzaamheden aan de aardappeloogst zijn op dit
moment in de WESTHOEK ternauwernood begonnen,
't Is niet vroeg meer. Natuurlijk willen we erg graag
veel kilo's, maar wanneer dit moet resulteren dat er
aardappelen in de grond moeten blijven zitten, dan
zou je het deksel wel eens op de neus kunnen krijgen.
Door de regen van veertien dagen geleden zijn de aard
appelen overigens nog goed gegroeid. Ook de prijs is
goed aangetrokken. Hoewel er nog veel moet gebeuren,
lijkt het er toch op, dat 1973 weer een goed bouwjaar
gaat worden.
De bietenoogst zal ook spoedig een aanvang nemen,
te vroeg naar boereninzicht! De fabrieken maken echter
ook hun rekening en die moeten zorgen, dat de cam
pagne ook weer zo'n tijdstip eindigt, dat de verliezen
niet al te groot kunnen worden.
De uien zijn bijna overal gerooid. De kilo-opbrengst
ligt aan de lage kant en ook de grootte valt niet mee.
Drukke weken staan er nu voor de deur: alles komt
weer zo'n beetje gelijk. Met de huidige oogstmachines
kan er, wanneer het weer ons goed gezind blijft, echter
enorm veel gebeuren. De weergoden zijn ons in 1973
tot nu toe uitnemend gezind geweest. Laten ze deze
gezindheid nog graag wat continueren, want dan kun
nen alle verwachtingen werkelijkheid worden.
Voor wat de vochtvoorziening betreft zijn we er hier
in WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN maar karig van
af gekomen. De maand augustus bracht ons vrijwel
geen regen van betekenis, waardoor de graanoogst in
recordtijd kon geschieden. Ook in september heeft het
op het moment dat wij dit schrijven nog steeds niet
geregend.
Deze droogte heeft voor enkele gewassen nare ge
volgen te zien gegeven. In aardappelen is er veel door
was en schurftaantasting, terwijl de kg-opbrengst naar
schatting zeker 15 lager zal uitvallen dan normaal.
Wij wachten dus met spanning af hoe de aardappel
prijs zich zal ontwikkelen. Onze verwachting is die
van een matig „aardappeljaar".
Op de lichtere gronden zullen ook de bieten tegen-
vallen.Zgn. slapende bieten zien we de laatste weken
steeds meer. En ook voor de bruine bonen en uien ver
wachten wij beslist geen top. Nemen we daarbij de lage
kg-oplbrengsten van de handelsgewassen (de prijs
maakt hier echter veel goed), dan kunnen we ondanks
de goede graanopbrengsten allesbehalve spreken van
een goed akkerbouwjaar. Dit wordt nl. de laatste tijd
nogal eens gesteld in zowel de dagpers als ook in de
vakbladen. We denken hierbij dan ook aan die collega-
akkerbouwers welke wat mestvee houden en hiermede
flink in de boot dreigen te geraken. Behalve dus dat de
geldelijke inkomsten voor de meeste bedrijven lager
zullen zijn dan vaak wordt becijferd, is het ook nog zo,
dat de produktiemiddelen voor de boer steeds duurder
worden. Zowel trekkers, werktuigen, kunstmest, vee
voeder, enz., moeten steeds hogere prijzen opbrengen.
Als we dan verder bedenken dat de oppervlakte van
de bedrijven waarvan het inkomen geheel of grotendeels
uit de landbouw moet komen in ons gebied, naar schat
ting slechts 2530 ha is, dan kan daar nooit geen groot
inkomen uitrollen. Over een oppervlaktevergroting van
betekenis kunnen we ook alleen maar pessimistisch zijn
omdat dit proces, zo is reeds gebleken, veel te traag ver
loopt en daarom ook in de toekomst steeds aktueel zal
bljjven
Als we dan ook nog mogen verwachten dat voor de
komende jaren de inflatie in een ongeveer zelfde tempo
van nu zal voortzetten, dan zal de boer evenals loon-
salaristrekkenden over een tiental jaren (en dit gaat
vlug) een inkomen moeten hébben tussen 60100.000
gulden per jaar. Ook al zullen onze bedrijven dan ge
middeld wat groter zijn geworden, dan zal dit groter
inkomen toch wel vooral van hogere producentenprij
zen moeten komen.
Momenteel ziet het daar nog niet naar uit. Wij zijn
een erg duur landje aan het worden.
Het droge weer duurt nog onverminderd voort. In
andere delen van onze provincie kwamen buien voor
met regen van betekenis, op WALCHEREN moeten we
wat dat betreft nog op een houtje bijten. Of, wat 'het
vee betreft op wat overgebleven verdroogt gras. De kui
len met oude voorraad kuilvoer komen nu goed van pas.
Er kan weer eens schoon schip worden gemaakt. Som
mige veehouders hebben al een aanslag gepleegd op
hun perceel snijmais. Enkele rijen van de kanten moe
ten toch vooraf geoogst worden. Het rooien van de
suikerbieten kan ook weer plaats vinden, zodat de voe
dervoorziening op de meeste bedrijven niet direkt een
groot probleem is. Met het eventueel beschikbaar ko
men van suikerbietenkop en blad zit het wel goed.
Een feit is echter dat er al vroeg een aanslag wordt ge
pleegd op het voer wat toch in hoofdzaak bestemd is
voor aanwending tijdens de stalperiode. Voor enkele
werkzaamheden zijn de weersomstandigheden bijzon
der gunstig. We denken hierbij o.a. aan het uitrijden
van de stalmest. Wat ons de laatste tijd opviel, er zijn
kennelijk nog enkele collega's die denken dat ze zich
als agrariërs zo een beetje alles kunnen permiteren.
Het komt nog voor dat men tegen het weekend, dicht
bij een woonkern mest gaat uitrijden en dit niet direkt
onderploegt, zodat de onaangename lucht dagenlang
waarneembaar is. Dergelijke mensen zijn tegen zichzelf!
Wanneer ze straks een hinderwetvergunning aanvragen
moeten ze zich niet verwonderen als er bezwaren tegen
hen worden ingebracht. Vooral nu er een voldoende
keuze is, wat het tijdstip van uitrijden betreft is het
verstandig hiermee rekening te houden. Werk de mest
zo snel mogelijk onder, houdt rekening met de weers
omstandigheden wat betreft windrichting en tempera
tuur. „Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook
aan een ander niet".
We willen ook vanaf deze plaats onze streekgenoot
Markusse van harte feliciteren met zijn ploegkampioen-
schap van Zeeland. We hopen dat er van zijn werk een
goede invloed uitgaat voor de gehele streek. Veel suc
ces straks op de landelijke ploegwedstrijd.
(Zie verder pagina 7)
Aardappelrooimachines zijn zo geconstrueerd, dat ze
onder normale omstandigheden prima werk moeten kun
nen leveren. Zijn de omstandigheden door bijv. hevige
regenval echter abnormaal, dan moeten we het ge
bruik van de rooimachine daaraan aanpassen en meestal
is een van die maatregelen, dat we dan in een lagere
versnelling moeten gaan rooien. De machine krijgt dan
de kans om aardappelen en grond goed te scheiden en
ons streven is er daarbij gericht, dat er zo min moge
lijk rooibeschadiging optreedt.. Ook de tussen de ge
rooide aardappelen aanwezige losse grond heeft in
deze een gunstig effect. Vanwege de langdurige droog
te zijn echter momenteel de omstandigheden ook abnor
maal geworden, maar juist in tegenovergestelde zin.
Daarom rijst thans de vraag of we nu juist als aanpas
singsmaatregel niet harder moeten gaan rijden met de
rooimachine. De hoeveelheid losse grond tussen de aard
appelen op de rooikettingen zal nu ongetwijfeld heel
gering zjjn en daarom zal een dikke stroom aardappelen
in de machine ook beslist de rooibeschadiging en te
vens de doorval van de kriel beperken. Misschien
zal niet ieder type grond zich daarvoor lenen, maar
toch is het een punt wat onze aandacht ten volle ver
dient.
Thans valt in de stand van de verschillende maisper-
celen een duidelijk verschil te constateren. Op de goede
gronden blijven de bladeren van het gewas nog tame
lijk groen, maar op de mindere gronden wordt het ge
was met de dag bruiner en noodrijpheid zal hiervan
zeker het gevolg zijn. Ook het jonge koolzaad heeft het
niet breed en de groei is veel te traag om nog als
mooi gewas straks de winter in te gaan. Verder veroor
zaken de aardvlooien plaatselijk soms nog een sterke
groeivertraging. Deze „springers" treden vooral op bij
droog schraal wéér en hieraan is thans geen gebrek.
Tengevolge van 'het kwaliteitsgebrek zal het rende
ment van onze brouwgerst een fikse financiële klap te
incasseren krijgen en dientengevolge zal de uitzaai van
wintertarwe deze herfst ongetwijfeld sterk toenemen.
Nu we mede door het toepassen van gewasbeschermings
middelen wintertarwe met een redelijke tot zeer goede
opbrengst kunnen verbouwen, begint het verschil in
rendement tussen de zomer- en wintergranen wel op
vallend groot te worden en dit zal van beslissende be
tekenis zijn bij het opstellen van ons nieuwe bouwplan.
Een bouwplan opstellen is tegenwoordig geen eenvou
dige zaak, maar toch loont het beslist de moeite om er
eens rustig voor te gaan zitten, want het vormt mede
de basis van ons inkomen voor het volgende jaar. Ver
der spelen niet alleen de uitslagen van het cystenon-
derzoek er in mede, maar tevens is de onkruidbezetting
en de soorten van onkruiden op de diverse percelen van
groot belang. In sommige gewassen zijn bepaalde on
kruiden goed te bestrijden en in andere gewassen weer
niet. Ook de gewassenkeuze speelt een belangrijke rol
en gezien de schaarste aan voedermiddelen in de we
reld kan het verbouwen van groenvoedergewassen ook
wel eens interessant zijn en omdat deze gewassen te
vens een heilzame werking op de struktuur van de
grond geven. Goed boeren is alleen mogelijk op een
goede struktuur welke echter sneller bedorven is dan
weer heel hersteld. Vorige generaties hadden als wa:
pen hiertegen voldoende stalmest en kunstweiden; wij
daarentegen kunnen nog veel bereiken met het telen
van groenbemestings- en groenvoedergewassen. Zolang
een rund nog vier magen heeft, moeten deze toch ook
gevuld worden! De ruimte is er dus voor aanwezig!