VERZEKERINGSINSTELLINGEN VAN DE ZLM Rondom de gezondheidszorg en het verzwijgen van (verzekerings)gegevens Leren leven zonder groei Sfl /"Yver de hoge en nog steeds stijgende kosten van ^onze gezondheidszorg blijven de pennen in hef tige beroering. Er zijn uiteraard cynische mensen die zeg gen dat al het geschrijf en gepraat er alleen maar toe leidt dat de kosten nog meer zullen stijgen. Zo in de geest van „Ze dronken een glas, ze deden een plas en alles blijft omhoog gaan". En wie is het kind van de rekening? Nu zijn wij het niet eens met deze cynicus en derhalve gooien wij er een schepje bovenop. De zaak is wel dege lijk in beweging. De ziekenhuisbouw wordt aan banden gelegd, d.w.z. dat eerst wordt nagegaan of er geen over- kapaciteit aan bedden ontstaat. Tegelijkertijd lezen we echter dan, dat er in Eindhoven het veel besproken Bin- nenziekenhuis in gebruik is genomen, waarvan nog lang niet vaststaat, of alle bedden de eerste reeks van jaren bezet zullen worden. De bouw vergde~170 miljoen gulden, d.i. 45 miljoen meer dan waarvoor het plan in 1968 werd goedgekeurd. De ligdagkosten 3e klas zullen 195,per dag bedragen, d.i. het dubbele van het verpleegtarief in het oude ziekenhuis! Zo zijn er in den lande en ook in Zeeland nog een aantal ziekenhuizen in aanbouw of wor den uitgebreid. De uitwerking daarvan is een aantal jaren later pas voelbaar! Waarmede wij maar willen aangeven, dat op korte termijn in dit vlak geen grote bezuinigingen te realiseren zijn. Ook zullen de deklaraties van specialisten en artsen nauwkeuriger worden gekontroleerd en bovendien zal een nader onderzoek plaats vinden hoe de inkomens van spe cialisten en artsen liggen. Zulks naar aanleiding van een tweetal röntgenologen, die in 1972 maar ƒ675.000 teveel declareerden. De kans is uiteraard aanwezig, dat zo'n on derzoek naar de hoogte van de specialisten- en artsen inkomens kan leiden tot verlaging van de in rekening ge brachte tarieven. Als n.l. twee röntgeologen kans zien in één jaar ƒ675.000 ekstra te declareren dan zit er o.i. toch nog al wat muziek in de tarieven. HUIDIGE SYSTEEM FOUT TN dit verband is het vraaggesprek, dat de Haag se Post met de staatssekretaris van Volksgezond heid de heer Hendriks had wel interessant. De heer Hen driks was voorheen direkteur van het ziekenfonds te Tilburg en moot derhalve goed op de hoogte zijn met de materie. Zijn uitspraken liegen er dan ook niet om. De staats sekretaris is n.l. van mening, dat het huidige systeem van huisarts-specialist etc. fout is. Bij de huisarts komen steeds meer mensen met klach ten van psychosomatische aard. De huisarts is hiervoor niet opgeleid en verwijst de patiënten naar de specialist. En dan zit je metéén in een niet meer te'stuiten stroom van de duurste voorzieningen, aldus de heer Hendriks. Daarom wil hij alles op alles zetten om gezondheidscen tra van de grond te krijgen. Dit naar het voorbeeld van Zweden. Dat de ziekenhuizen vaak, onnodig, de patiënten vast houden heeft de staatssekretaris zelf ondervonden. De patiënt moet ook bewuster gemaakt worden. De verzor ging gaat nu over hem heen als een wals. Over de volksverzekering tegen ziektekosten spreken de zegt de staatssekretaris dat deze er binnen 4 jaar moet zijn. Dit betekent echter geen nationalisatie van de gezondheidszorg. Hij is niet van plan het particulier initiatief de nek om te draaien. De volksverzekering is ook niet het wapen om de kosten drastisch te beteuge len. Dat hij het particulier initiatief de nek niet wil om draaien vinden wij een aardige opmerking van de staats sekretaris. Hij voegt er echter wel aan toe, dat de vol strekte autonomie in de gezondheidszorg al minder groot is en dat er geen ziekenhuis meer in Nederland is dat in alle vrijheid z'n tarief en omvang kan bepalen. We zullen eens zien wat er op de 3e dinsdag van september uit l]et koffertje van de Minister rolt. Want woorden en daden zijn toch nog altijd twee verschillende dingen! VERZWIJGING KAN GELD KOSTEN B'J ,het aan9aan van een verzekering moet over het algemeen een aanvraagformulier worden ingevuld Wanneer het gaat om een levensverzekering, ziektekos ten- of arbeidsongeschiktheidsverzekering worden op het oanvraagofrmulier ook een aantal vragen gesteld om trent de gezondheidstoestand van de kandidaat. Met name deze gezondheidsvragen dienen zeer se rieus te worden beantwoord. B.v. de vraag of men wel eens in een ziekenhuis heeft gelegen en waarvoor mag uiteraard niet met nee worden beantwoord als het ja moet zijn. Verzwijging van plaatsgevonden feiten kan tot ernstige consequenties lijden voor de betrokkene. Het Wetboek van Koophandel art. 251 bepaalt daar omtrent: Alle verkeerde of onwaarachtige opgave of alle verzwijging van aan de verzekerde bekende omstandig heden, hoezeer te goeder trouw aan diens zijde hebben de plaats gehad, welke van dien aard zijn, dat de over eenkomst niet, of niet onder dezelfde voorwaarden zou zijn gesloten, indien de verzekeraar van de ware staat der zaak had kennis gedragen, maakt de verzekering nie tig. 't Is wel een mondvol zo'n bepaling maar de strek king is duidelijk. Als men belangrijke vragen niet juist beantwoord kan de verzekeraar zich later op nietigheid van de overeenkomst beroepen. AUTOVERZEKERING 2P staat er op een aanvraagformulier voor het ver zekeren van uw auto of ander motorvoertuig de vraag of u de laatste 5 jaar bij schadegevallen betrok ken bent geweest en zo ja hoeveel. Uiteraard een vraag om te weten te komen of de kandidaat wel of geen brok kenmaker is. Deze vraag wordt over het algemeen vrij slordig in gevuld. Het is overigens al voorgekomen, dat een weg- piraat deze vraag met „geen" beantwoordde en na een half jaar een ernstige aanrijding veroorzaakte. Toen de strafzaak aan het rollen ging bleek de verzekeraar, dat de bewuste cliënt al verscheidene malen (voor aangaan van de verzekering) bij ernstige ongevallen betrokken was geweest. De verzekeraar raadpleegde derhalve nog eens het aanvraagformulier van betrokkene en ontdekte, dat de vraag onjuist was beantwoord. Op grond van deze fei ten verklaarde de verzekeraar de overeenkomst nietig, hetgeen door de Hoge Raad werd bekrachtigd. Voor het onderhavige ernstige schadegeval draaide cliënt zelf op. Het is maar, dat u het weet! DE L. Drs. J. DIJKGRAAF, L.C.C. - Goes. TATE hebben nu al een lange reeks van jaren achter de expansie aangehold. Alles moest groeien, gro te worden, expanderen. Expansie en nog eens expansie dat was de kreet. Carrièremakers expandeerden naar de top, ondernemingen, organisaties, gemeenten ja noem maar op iedereen en alles was op jacht naar groter wor den zowel in absolute zin als in verhouding tot anderen. Psychische spanningen, hartinfarcten, maagzweren en verwaarloosde gezinnen waren er het gevolg van. We zagen elkaar niet meer staan en de term medemenselijk heid werd in deze jaren wel uitgevonden, maar weinig in praktijk gebracht. We werden een stel opgejaagde mensen, die maar één doel hadden: groeien en dit dan in materiële zin, want geestelijke groei was er naar onze mening helemaal niet bij. Wat is er over gebleven van onze innerlijke rust, van ons meeleven met de men sen rondom ons, van een echte samenleving. Competi tie en nog eens competitie tot bij het absurde af. We waren in de klauwen van de expansie en met dat be doelen we bijna letterlijk iedereen. MENTALE OMSCHAKELING A LS we nu de kranten volgen zal en moet er aan de groei een einde komen. Vele grondstoffen be ginnen schaars te worden en ook de schaarste aan frisse lucht, aan stilte, aan zuiver water en aan een schone bo dem neemt toe. Het milieu staat in het centrum van de belangstelling zeker in gebieden met veel vervuilende industrie en grote bevolkingsconcentraties, waaronder zo'n eivol land als het onze. Ook de bevolkingsgroei is over het hoogtepunt heen en uit een oogpunt van milieu bescherming is dat dan een gunstige faktor. Toch- blij ven de meningen voorlopig nog wel verdeeld want be wust afzien van groei is beslist geen eenvoudige op gave. Stilstand van de groei valt niet als manna uit de hemel. Als de groei werkelijk aan banden gelegd moet worden dan kan dit niet zonder een enorme mentale om schakeling. De problematiek, die daaraan vast zit is bij zonder groot en wie heeft zich daar tot nu toe in ver diept? Ze vraagt om een totale her-oriëntatie, om het ontdekken van nieuwe waarden en normen en vooral ook om het vaststellen van nieuwe doelen. En wat gaat de rem op de groei voor ons gouden kalf de welvaart betekenen voor ons bedrijfsleven? Wordt de onderlinge concurrentie nog niet harder om te houden wat we hebben of om van anderen wat af te pikken nu de groei er uit is? Gaan we het meer in de kwaliteit en minder in de kwantiteit zoeken en gaan we bijvoorbeeld de dienstverlening binnen ons maatschappelijk bestel verder opvoeren, opdat er toch groei is binnen het be staande pakket uitmondend in een betere kwaliteit van ons bestaan? U ziet er zijn vele vraagtekens te plaat sen. Temeer daar naar onze mening onze maatschappij nooit statisch zal worden, zodat de problematiek van de dynamiek blijft zij het binnen een begrensde groei. Mis schien dat ook onze geestelijke groei dan weer eens meer kans krijgt, want geestelijke armoede is er nog vol op. Zal er een gouden tijd van de geest en het werkelijk mens zijn gaan aanbreken? Een stuk bevrijding uit het enge keurslijf waarin we nu gevangen zitten? OMBUIGING BELEID TA7IJ menen, dat ook de leiding van onze coöperatie zich zal moeten afvragen wat stagnerende groei voor onze doelstellingen betekent. Prognoses herzien en vanuit andere invalshoeken gaan denken. Begin daar maar eens aan als alles nog zo weinig concreet is. Toch lijkt het goed en zelfs gewenst om vanuit het huidige denken eens over te schakelen op anders gerichte ge- dachtenschema's. Dat vraagt om een rijpingsproces en om de dingen op een rijtje zetten, teneinde tot beleids ombuiging te geraken. Als het huidige type groei onge wenst is dan zullen we er toch met elkaar wat aan moe ten doen. Individueel en collectief. Leven zonder groei zal nieuwe vraagpunten jepen, maar het schept ook nieuwe kansen. Kansen namelijk om in onze samenleving meer aan dacht te besteden aan de mens zelf. De coöperatie is hiervoor eeri goed uitgangspunt want naast het dienen van de stoffelijke belangen van de leden heeft de saam horigheid toch altijd een rol gespeeld. Die rol is wel dui delijk verzwakt, maar krijgt nu wellicht nieuwe impulsen. Leren leven zonder groei is leren leven met elkaar! Onder de oude bepalingen van de Inkomstenbelasting kon er voordeel in gelegen zijn dat een bedrijf werd uit geoefend door ae man en daarnaast een bedrijf door de vrouw. In artikel 54 Inkomstenbelasting werd n.l. bepaald dat de arbeidsinkomsten van de gehuwde vrouw niet volle dig bij de man werden belast, maar slechts gedeeltelijk in aanmerking werden genomen. Welk deel niet werd be last gaan wij nu maar niet nader op in. Er is haast geen artikel waar meer aan gedokterd is dan dit artikel. Prac- tisch geen jaar golden dezelfde gedragsregels. Per 1 januari 1973 is een belangrijke wijziging ten aan zien van arbeidsinkomsten in werking getreden. De vrouw is toch van toen af zelf belastingplichtig ge worden voor de arbeidsinkomsten welke door haar wor den verkregen. Dit geldt voor loon maar ook voor een door haar uitgeoefend bedrijf. Als de man dus een land bouwbedrijf exploiteert en de vrouw is in dienstbetrek king vindt voor wat het loon-inkomen betreft geen sa menvoeging meer plaats. Zo ook met een winst uit een door de vrouw uitge oefend bedrijf. De vraag of de vrouw zelfstandig een be drijf uitoefent zal nog wel dikwijls tot problemen leiden. Hoe staat het b.v. met het verlenen van pension, waar bij de vrouw kookt en schoonhoudt, maar waarbij de wo ning tot de bedrijfsmiddelen van het landbouwbedrijf be hoort. Deze vraag is nog niet opgelost. Als er een duide lijke scheiding van zaken is zijn er geen problemen; apar te aanslagen voor man en vrouw, elk voor hun eigen be drijf zullen dan het gevolg zijn. Eén voorbeeld uit de jurisprudentie is er reeds. Op 27 juni 1973 heeft de Hoge Raad reeds een uitspraak gedaan over een autohandelaar, wiens vrouw een publi- citeitsbedrijf uitoefende. De Hoge Raad besliste in overeenstemming met de uit spraak van het Hof dat: de uitoefening van het publiciteitsbedrijf door de echt genote van belastingplichtige slechts op schijn berustte en in feite de bedrijfsuitoefening door de man plaats vond, terwijl de echtgenote dit bedrijf slechts financierde; dat immers de opbrengst van dit bedrijf aan de activi teiten van de man te danken waren; dat het voor de toepassing van de belastingwetten aan komt op de werkelijke verhoudingen en niet op de voor stelling die in afwijking van de feiten wordt gegeven. Het is opnieuw gebleken en het was reeds lang duide lijk dat de belasting zich op feitelijkheden baseert en dat schijnv oor stellingen niet bij machte zijn de werkelijkheid te verdringen. PA AU WE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 3