CP» C^* ^uid geluid <*Ooor de. rouw Wat maakt mensen agressief OOST WEST maar thuis is het minder veilig dan u denkt beïnvloeding begint al jong dubbele rol van de tv als bd de apen gedragsonrust door hormonen AKTIVITEITEN AGENDA Onder redaktie van: H. A. HARDERWIJK Naar het antwoord op die vraag speuren tal van wetenschappelijke onderzoekers in de hoop eens mogelijkheden te vinden om de veelheid van konflikten tussen individuen onderling en tussen groepen op zijn minst te verzachten. De inhoud van het onderstaande artikeltje (overgenomen uit Unesco-nieuws) probeert een stukje van de sluier van ons eigen duistere IK op te lichten. Een fundamenteel aspekt van de menselijke agressiviteit is dat op een gegeven moment een houding van vrees, minachting of van vijandschap jegens personen in een andere groep ontstaat. Maar er is heel weinig bekend, wanneer dit gebeurt. Wel lijkt recent onderzoek erop te duiden dat een kind tussen het midden van het eerste en dat van het tweede levensjaar gevoelig is voor ongewone personen en ongewone plaatsen. Het gaat hier om een emotionele reaktie, een gedragserfenis uit de evolutionaire ontwikkeling van de mens, die op de een of andere manier in het zenuwstelsel van de baby schijnt te zijn ingebouwd. Waarschijnlijk heeft dit niet zo erg veel te betekenen, tenzij de moeder of andere personen in de omgeving van het kind deze tijd gebruiken om de baby een gevoel van vrees of van gevaar in te prenten dat te duchten zou zijn van alle vreemde personen, die b.v. een donkere huid hebben of andere zichtbare kenmerkende faktoren. Aan de andere kant is deze vroege periode van gevoeligheid weer wel van belang, omdat ze de allereerste gelegenheid biedt aan een moeder, een gezin of een groep om net kind een positieve houding jegens vreemden aan te leren. Wat de ontwikkeling van agressieve neigingen in kleine kinderen aangaat, heeft professor A. Bandura van de Stanford Universiteit pionierswerk gedaan in research dat in de laatste jaren is bevestigd door de uitkomsten van andere experimenten. Wat Bandura deed was kinderen van een jaar of vier, vijf agressief gedrag laten zien - een persoon in levende lijve of ook wel in een tekenfilm of televisieprogramma brengt op een bepaalde manier zijn agressie tot uiting jegens een bepaald voorwerp b.v. een pop. Liter mag het kind spelen met net zo'n soort pop en Bandura observeert dan of het kind het agressieve gedrag imiteert. Hij doet dit kort na de voorstelling en ook weer enige maanden later. Het verzamelde materiaal zou erop kunnen duiden, dat er inderdaad een blijvend effekt is: kinderen nemen het getoonde agressieve gedrag over in hun eigen gedrag. Ook al is de voorstelling maar heel kort geweest, toch reproduceren ze maanden Tater de aanval op de pop. De opeenvolging van waarneming, nabootsing en het eigenmaken, die zo belangrijk is voor het aanleren van agressief gedrag bij apen, blijkt evenzeer belangrijk bij kinderen. Dit roept natuurlijk vragen op of geweld in de film en op de TV jonge kinderen niet voor hun leven beïnvloedt. Een recent rapport, uitgegeven door „National Institute of Health", bevestigt in grote trekken de bevindingen van professor Bandura, waarbij de gevoeligheid voor beïnvloeding ook tot oudere kinderen wordt uitgebreid. Jonge kinderen beseffen niet het karakter van „doen-alsofdat het op TV vertoonde geweld toch heeft ze er een handige en afdoende manier in zien om problemen op te lossen. In de VS waar de TV alleen al door de grotere omvang van de programma's kans heeft een diepere invloed uit te oefenen dan elders, tracht men thans het geweld op de buis in te tomen. Hetzelfde systeem van waarnemen en navolgen is echter ook toepasselijk ter verkrijging van een positievere instelling, zoals o.a. ervaren is door onderzoekers, die zich met rassenvooroordeel bezig houden. Speciaal vervaardigde films kunnen tamelijk doeltreffend een verandering teweeg brengen in de houding die sommigen aannemen tegen andere rassen. Onlangs is b.v. een intensief onderzoek uitgevoerd naar het effekt van het TV-programma „Sesame Street" en een ander programma dat eveneens gericht is op de geestelijke ontwikkeling van kinderen. In beide gevallen wees zorgvuldig systematisch peilen van resultaten op grote schaal uit dat kinderen van drie, vier en vijf jaar door deze programma's niet alleen de eerste beginselen van zelfstandig denken hadden geleerd, ook al kwamen ze uit intellektueel of sociaal niet zo florissante milieus, maar dat die kinderen ook meer belangstelling en sympathie konden opbrengen voor andere groepen, terwijl zij meer volharding bij het vervullen van konstruktief werk bleken te bezitten. De periode van overgang naar het volwassen zijn is nu moeilijker dan ooit in de geschiedenis, ook al is die periode altijd gekenmerkt door gedragsonrust, niet alleen bij de mens maar ook bij de apen. Dr. Jane van Lawick-Goodall heeft b.v. bij chimpansee-families in Tanzania waargenomen dat een paar jaar lang opmerkelijke veranderingen plaats grijpen bij beide seksen. Bij de jonge mannetjes is typisch sprake van wat men zou kunnen noemen een opleving van agressiviteit. Voor de mens komt hierbij dat die periode van overgang thans verlengd schijnt te worden. Enerzijds komt de puberteit een jaar of twee, drie eerder dan een eeuw geleden. Anderzijds komt de rijpheid om sociaal te gaan funktioneren steeds later, met name als er sprake is van een opleiding voor beroepen, die uitgebreide specialistische kennis of bijzondere technische bekwaamheden vergen. Gemiddeld is er nu wel een tijdvak van een jaar of tien waarin de jonge mens geen kind meer is maar ook nog geen volwassene. En dit terwijl de maatschappelijke opvattingen juist bijzondere nadruk leggen op de begeerlijkheid van het zelfstandig zijn. Het is een tweeslachtige omstandigheid, waarin de verleiding groot is vlugge en eenvoudige oplossingen te proberen. Eén daarvan is een leider te volgen, of deel te gaan uitmaken van een groep, die geborgenheid biedt binnen een feitelijk isolement dat in stand wordt gehouden door minachting van en vijandigheid jegens anderen, die uiteraard als minderwaardig worden gezien. De komplexe situatie van het verlengde opgroeiproces heeft zeker ook relatie met het probleem van de agressie. Historisch gezien werd altijd van de jonge man, die toch een belangrijke taak had bij het jagen en bij strijd verwacht dat hij agressiever in zijn gedrag zou worden. Maar het is niet alleen een kwestie van sociale of culturele invloeden, de basis daarvan is waarschijnlijk mede een verandering in de werking van hormonen afscheidende klieren. Moderne biochemische technieken maken het mogelijk dit „hormoonpeil" in alle levensfasen te meten en er wordt getracht deze gegevens in verband te brengen met specifieke veranderingen in het gedrag. Het is een nog maar pas begonnen studie, die echter geen twijfel laat over inderdaad dramatische veranderingen die gebeuren. Bij chimpansees b.v. treft men in het bloed van volwassen dieren honderd maal meer mannelijk sexhormoon aan dan in dat van de jongen. Een verandering, die gekoncentreerd is in de periode van overgang naar volwassenheid. Dat is de tijd van de gedragsonrust, waarvan hiervoor sprake was. Een sterk vermoeden van samenhang op de een of andere manier lijkt gewettigd. Bij mensen is het navenant. De bijna volwassen man heeft ongeveer het tienvoudige - soms het twintig of dertigvoudige - concentratie van het mannelijk sexhormoon, vergeleken met het kind. En al is een preciese relatie niet wetenschappelijk aangetoond, klinisch lijkt het toch wel zeer waarschijnlijk, dat deze hormonale veranderingen tenminste meewerken aan de ontwikkeling van agressiviteit bij mannen. De konklusie ligt voor de hand dat vrouwen in aanleg minder agressief zijn dan mannen en in zijn algemeenheid is dit waarschijnlijk wel waar, maar er zijn vele uitzonderingen. Peilingen van agressief gedrag bij de meeste apensoorten en in de meeste menselijke samenlevingen geven bij voortduring lagere cijfers voor vrouwen dan voor mannen te zien. Groepsnormen en kultuureisen kunnen vrouwen leren agressief te zijn en als een relatief gebrek aan kracht een handicap zou zijn, dan doet moderne technologie die wel te niet. Maar gemiddeld genomen zijn vrouwen minder geneigd tot fysiek geweld. Met het mondeling geweld kan het anders liggen. 13 september 1973: Nationale veebeoordelings- wedstrijd MRY te Cnyk. 14 september 1973: PJZ-Sprang-Capelle bespreekt haar programma in „Bax" te Sprang-Capelie. 22 september 1973: PJZ-Zevenbergen heeft een weekenduitwisseling met Schimmert. 28 september 1973: Start danskursus voor gevorderden van de PJZ-Zevenbergen. 6 oktober 1973: Prov. Ploegwedstryd Noord-Brabant. 17/18 oktober 1973: Nationale ploegwedstrfyden Flevopolder. Medio oktober 1973: Weekend PJZ-Bladel. 9 oktober 1973: PJZ-Hoofdbestuursvergadering te Bergen op Zoom. 17/18 oktober 1973: Nationale ploegwedstrtyden Flevopolder. Medio oktober 1973: Weekend PJZ-Bladel. 20 november 1973: PJZ-Hoofdbestuursvergadering te Bergen op Zoom. 6/15 december 1973: kursus „Landbouw in Frankrijk" te Méridon. 11/14 december 1973: Kongres „E.E.G. en de Derde Wereld" te Rome. 7/12 februari 1974: 4-weekse kursus te Bakkeveen en Bergen. 14/19 januari 1974: Kursus „Jongeren en Landbouwbeleid" te Berg en Dal. 4-9 februari 1974: Kursus „Jongeren en Landbouwbeleid" te Bergen. Tholen: De afdeling houdt op vrijdag 28 september a.s. in „De Gouden Leeuw" te Scherpenlsse haar Algemene Ledenvergadering. Aanvang 20.00 uur. De kringploegwedstrijd Tholen wordt gehouden op zaterdag 29 september a.s. op terreinen van de heer J. Mol, De Noordpolder te St. Maartensdijk. Aanvang 13.30 uur. Opgave voor deelname b(j: J. Priem, 2e D(jk 4, St. Maartensdijk (01666-605) De opgaveter- mijn sluit 27 september a s. Bond van Plattelandsvrouwen Voor Zeeland: Mevr. D. KugelSwart Schoolstraat 33 Poortvliet Tel. 01662—400 Voor Brabant: A. den Engelseden Bakker Noordschans 1 Klundert Tel. 01682—984 Wist u dat het Veiligheidsinstituut in Amsterdam al enkele jaren een afdeling voor veiligheid in de privésfeer (VIP) heeft Wist u ook, dat er jaarlijks wel ongeveer 2500 mensen in ons land sterven door ongevallen in en om hun huis Hoe komt het toch dat deze cijfers over huisongevallen zo weinig bekend zijn Vindt men verkeersongevallen belangrijker of wil men eigenlijk niet weten, dat ons huis vaak geen veilig huis is Hierboven staan de gevallen met dodelijke afloop genoemd, hoeveel vooral jonge en oude mensen houden blijvend letsel over na een ongeval in huis. Als we alle ongelukjes op zouden tellen is het getal 2500 wel met enkele malen te vermenigvuldigen Snijdt u zich vaak in de vingers of loopt u wel eens een brandblaar op, dit zijn „maar" kleine ongelukjes die nooit geteld worden. In Voorhout hebben medewerkers van het Instituut voor Praeventieve Geneeskunde in Leiden een onderzoek verricht en alle grotere en kleinere ongelukken geregistreerd; wat nu Gaan we er met ons allen iets tegen doen of denken we dat het wel niet zo'n vaart zal lopen. Maar vandaag of morgen kan uw peuter in z'n bedje stikken in een tuigje, een pan met kokend eten over zich heen trekken, uw medicijnen innemen; uw oude moeder kan vallen of uitglijden over een losliggend kleedje; uw tiener een oog verspelen bij het afsteken van vuurwerk; uw man bij het opknappen van een klusje met onvoldoende beveiligd materiaal werken en een ongeluk krijgen; en maakt u de lijst maar zo lang als u wilt. Let er altijd op dat u veilige produkten koopt, sta op goede voorlichting en verlang veilige verpakking, laat u vooraf niet door reklame beïnvloeden en lees de gebruiks aanwijzing voor u iets gaat gebruiken. Vindt U dat het onderwijs een taak heeft in de veiligheidsopvoeding van onze kinderen. Natuurlijk moet u er zelf zo vroeg mogelijk over beginnen, maar buiten onze taak hebben kleuter- en basis èn vervolgonderwijs hun taak in deze. Niet alleen technische informatie is van belang, veel beter is het te streven naar gedragsverandering voor groot en klein.De Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen organiseert dit seizoen lezingen, gespreksgroepjes, kursussen, e.d. over dit onderwerp. Informeert u gerust naar de mogelijkheden in uw omgeving. Bij de sekretaresse van de afdeling. Ook kunt u voor inlichtingen over dit onderwerp terecht bij W.J. Harteveld- van Driel, Margrietstraat 13, Benthuizen. Tel. 079-163674. Onderstaande brochures of folders kunt u tegen geringe vergoeding verkrijgen bij: - Het Veiligheidsinstituut, Hobbemastraat 22, Amsterdam Z. l.Inspektielijst voor een veilige huishouding. 2.Van huis uit veilig 3,Oost-West, thuis....alles veilig 4.Veiligheid....ook in onze vrije tijd. 5.Voorkomen van ongevallen bij opgroeiende kinderen. 6.Kinderledikantjes. 7.0ngevallen bij kinderen. 8.Zorgdat hij er niet bij kan (geneesmiddelen, enz.) En nog vele anderen, vraag een lijst van voorlichtingsmateriaal. - Nationaal Brandpreventie Instituut, p/a de heer H. van Alphen, Postbus 23, Breukelen. 1.Richtlijnen en achtergrond informatie over brandpreventie. 2.Doe-het-zelver: voorkom brand. 3.Premo no.5 (brandpreventietips) 4.Hij heeft 'm al - U ook (auto brandblusser) 5.Brandveiligheid in bejaarden oorden. - KEMA, Utrechtseweg 310, Arnhem. Veiligheid ook en juist bij elektriciteit. - VEG-Gasinstituut, Postbus 164, Rijswijk Z-H. Strips: attent zijn, luchtige praat en ga's kijken. Onvoorzichtigheid Onachtzaamheid Onwetendheid Wil je mij helpen? Denk dan altijd aan de drie O's: thuis, bij vrienden en vriendinnen, overal. Dan krijgt de brand geen kans om kwaad te doen. Vergeet niet: Voorkomen is beter dan blussen! Mijn adres Is Nationaal Brandpreventie Instituut Afd.: Publikaties Postbus 23, Breukelen Op dinsdag 2 oktober 1973 is er een provinciale bijeenkomst in hotel „Cosmopolite", Stationsplein 4 te Breda voor leden van de Bond van Plattelands vrouwen en belangstellenden. Thema: „Veilig uit en veilig thuis". Inlichtingen by de provinciale sekretaresse, mevrouw A. Cijsouw, tel. 040-533335.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 23