LANDBOUWSCHAP
VAN HET
Vraagtekens
achter „Houen zo!"
Vestigingsbesluit
landbouwspuitbedrijf
Cursussen
Agrarisch Vakonderwijs
Zeeland 1973/1974
Nieuwe mogelijkheden voor Lely wintertarwe
15
B. A. BOKMA
afdeling Voorlichting
„UIIJ wensen u een goede zomer!" Zo besloten wij de
laatste aflevering van de Landbouwsohapsrubriek
van het seizoen 1972/1973. Wat het weer betreft is
deze wens alleszins in vervulling gegaan. Natuurlijk
zullen er mensen zijn die zeggen dat het té warm en
té droog is geweest, of dat het net koud en regenach
tig was in de tijd dat zij behoefte aan zon hadden. Het
zij zo.
Met het schrijven van deze regels is „de kop eraf" en
'beginnen wij deze week weer aan onze zwerftocht 1973-
1974 door het Landbouwschap. Wij zullen het wandel
tempo van het vo;ige seizoen aanhouden om zo ruim
schoots de gelegenheid te hebben even halt te houden
en de omgeving te verkennen. Het doel van onze tocht
is u te informeren over het werk van het Landbouw
schap of beter gezegd over het werk van de mensen,
die in Landbouwschapsverband voor boeren, tuinders
en hun medewerkers op de bres staan. Want het Land
bouwschap is geen papieren organisatie, maar een ont
moetingsplaats vun vertegenwoordigers van diverse
groeperingen in land- en tuinbouw. Ook is het een
centrum waar praktijkmensen en meer theoretisch ge
schoolden samenwerken. Afhankelijk van de aktuatli-
teit zullen wij hen aan het woord laten.
DIJ de start van onze nieuwe zwerftocht willen wij
meteen ons hart maar eens luchten. Het gaat om
een zaak waar nog niet alle boeren en tuinders op
verdacht zijn, namelijk ruimtelijke ordening. Ruim 70
van het Nederlandse grondoppervlak is in gebruik bij
boeren en tuinders. Dat gebruik gebeurt naar eigen
inzicht en is afhankelijk van vele factoren. Van buiten
de landbouw wordt nu geprobeerd het gebruik van
grond aan bepaalde regels te binden. Voor boeren en
tuinders kan dat veel narigheid betekenen, omdat zij
niet meer in staat gesteld worden hun bedrijf aan
nieuwe ontwikkelingen aan te passen.
Toen de Gewestelijke Raad van ihet Landbouwschap
in Drenthe een voorlichtingsbijeenkomst organiseerde
over een bepaald bestemmingsplan, waarin enkele tien
tallen bedrijven zware beperkingen opgelegd kregen,
bleef ruim de helft van de toekomstige „slachtoffers"
thuis. Natuurlijk is daar een reden voor zoals de drukke
hooiwerkzaamheden. Maar een bestemmingsplan ligt
slechts een maand ter inzage en de overheidsinstanties
houden daarbij geen rekening met de seizoenen!
Deze ervaring van de Drentse gewestelijke raad kan
- gelden als een voorbeeld van de argeloosheid, waarmee
plannenmakers soms worden tegemoet getreden. Het zal
zo'n vaart wel niet lopen, zegt men dan.
WAT een beperking van het landbouwbedrijf kan
betekenen, weten nu bijvoorbeeld de boeren in het
Waterland te vertellen. Op uitnodiging van het Land
bouwschap heeft een aantal journalisten kort geleden
dit gebied, grenzend aan Amsterdam-Noord, doorkruist.
Waar het de boer onmogelijk is gemaakt zijn werk goed
te doen en dus als beheerder van het landschap ver
dwijnt, daar verdwijnt ook het natuurlijk leven dat de
„milieu- en landschapsridders" juist in stand hadden
willen houden.
In de komende afleveringen van de Landbouwschaps
rubriek zullen wij zeker „aanleggen" bij mensen, die
dagelijks te maken hebben met de problemen rond iuim-
telijke verordening. Vooral de gewestelijke raden van
het Landbouwschap, gesteund door het landelijk secre
tariaat, hebben het er druk mee. Wanneer wij de kreet
horen: dat is mooi, houen zo!, gaat er een rood lampje
branden. Want „houen zo" betekent veelal „bevriezen"
en dat is een kwalijke zaak voor de land- en tuinbouw.
piGEVOLGE het Vestigingsbesluit Landbouwspuit-
bedrijf is het sedert 28 oktober 1985 verboden het
landbouwspuitJbedrijf uit te oefenen zonder vergunning
van het Landbouwschap. Onder het uitoefenen van het
landbouwspuitbedrijf wordt verstaan het bedrijfsmatig
ten behoeve van landbouwondernemingen (akker- en
weide bouwbedrijven en groente-, fruit-, bloembollen-,
bloemen- en boomteeltbedrijven) toepassen van bestrij
dingsmiddelen op planten of delen van planten.
Voor het verkrijgen van een vergunning voor het
uitoefenen van het landbouwspuitbedrijf moet de be
heerder die met de onmiddellijke leiding van het land
bouwspuitbedrijf is belast voldoen aan de vakbekwaam
heidseisen, terwijl de ondernemer, eventueel de onder
nemers gezamenlijk, moet (en) voldoen aan de vereiste
kredietwaardigheid.
ALS bewijsstukken waaruit de vakbekwaamheid van
de beheerder blijkt, gelden het diploma „vakbe
kwaamheid spuiten in de landbouw" en het diploma
„vakbekwaamheid spuiten in de tuinbouw". Deze diplo
ma's worden afgegeven door een commissie van de
Stichting Examens van de Georganiseerde Landbouw te
Den Haag. De diploma's moeten mede ondertekend zijn
door een gecommitteerde van de minister van Econo
mische Zaken.
Ter voorbereiding op het examen voor het diploma
„vakbekwaamheid spuiten in de landbouw" worden ieder
jaar op meardere plaatsen in het land cursussen georga
niseerd. De cursus omvat 9 lesuren en begint meestal in
september/oktober. Voor informaties kan men zich het
beste wenden tot de rijkslandbouwconsulent in zijn om
geving.
Wanneer het bedrijf als eenmanszaak wordt uitge
oefend, zal in de meeste gevallen de ondernemer tevens
optreden als beheerder, maar deze funktie kan ook door
een meewerkende zoon of een werknemer in vaste dienst
worden vervuld. Bij vennootschappen of maatschappen
kan een der firmanten of maten de functie van beheer
der vervullen, dan wel een personeelslid in vaste dienst.
Bij coöperatieve verenigingen zal het meer voorkomen
dat een personeelslid als beheerder optreedt.
|\E belangrijkste oorzaken, waardoor een vergunning
vervalt, zijn:
1. wanneer de bedrijfsuitoefening door de op het be
wijs van vergunning vermelde ondernemer(s) ge
durende één jaar, anders dan wegens overmacht,
onderbroken gestaakt is geweest;
2. wanneer de op het vergunningsbewijs vermelde
heerder deze hoedanigheid verliest;
be-
3. wanneer de op het vergunningsbewijs vermelde be
heerder als zodanig gaat optreden in een andere
onderneming.
Bij de bestaande bedrijven is het gewenst na te gaan
of de op het vergunningsbewijs vermelde beheerder in
derdaad deze functie nog vervult. Zonodig dient een
nieuwe vergunning te worden aangevraagd.
In zee; bijzondere gevallen, als gewichtige belangen
daartoe aanleiding geven, kan de Sociaal-Economische
Raad een ontheffing geven van het vei bod tot het zon
der vergunning uitoefenen van het landbouwspuitbe
drijf, nadat het Landbouwschap daarover advies heeft
gegeven.
Aanvragen om een vergunning of ontheffing kunnen
worden ingediend bij het Landbouwschap, Raamweg 26,
Den Haag, waar ook nadere inlichtingen kunnen worden
verkregen.
De controle op de juiste naleving van het Vestigings
besluit Landbouwspuitbedrijf behoort tot de taak van de
Algemene Inspectie Dienst van het ministerie van Land
bouw en Visserij, Marktstraat 18, Eygelshoven.
De tijd voor het volgen van land- en tuinbouwcur-
sussen is weer aangebroken. Gaarne vestigt de commis
sie Agrarisch Vakonderwijs de aandacht op de vele mo
gelijkheden, die er zijn om zich verder voor zijn taak
te bekwamen. Bij voldoende deelname kunnen o.a. de
volgende cursussen worden georganiseerd.
BEDRIJFSECONOMISCHE CURSUSSEN
TUINBOUW (SCHAKEL)CURSUSSEN - met als doel
de teler, die in het bezit is van een erkenning voor
een bepaalde teeltrichting en als zodanig geregi
streerd is, in de gelegenheid te stellen tevens erkend
te worden voor een andere teeltrichting in de tuin
bouw. Voorts cursussen (geen schakelcursussen) op
het gebied van aanleg en onderhoud van tuinen,
sierteelten, e.d.
HANDVAARDIGHEIDSCURSUSSEN. Metaalbewer
king; houtbewerking; schilderen; steen- en cement-
werk; lassen voor land- en tuinbouw (booglassen);
vervolgcursus lassen.
VAKVAARDIGHEIDSCURSUSSEN.
Akker- weidebouw en tuinbouw; motorengebruik;
trekkeronderhoud; werktuigen.
Melkwinning; hand-, machinaal melken.
Veeteelt; beoordeling, toiletteren en voorbrengen
paarden, klauwverzorging; moderne veevoeding
enz.
BIJSCHOLINGSCURSUSSEN, speciaal bedoeld voor
bijscholing voor teelten onder glas, bijvoorbeeld to
maten, komkommers, enz.
CURSUSGELDEN EN CURSUSDUUR. Naar gelang de
cursusduur variëren de cursusgelden van 22,tot en
met 210,per cursus (onder voorbehoud van wijzigin
gen). De kortste cursus bestaat uit 24 lesuren en de
langste uit 354 lesuren (deze laatste worden meestal
over 2 winterhalfjaren verdeeld).
WAAR AANMELDEN? Belangstellenden kunnen zich
voor nadere inlichtingen en aanmelding wenden tot de
direkteuren van de Lagere Agrarische Scholen te:
Kapelle: J. op 't Hof - Vijverstraat 1 - tel. 011021812
of 1603;
Scherpenisse: A. C. van Heusden - Laban Deurloostraat
25 - tel. 01666—540;
Schoondijke: P. J. L. de Rijk - Dorpsstraat 52 - tel. 01173
-289. Alsmede bij de direkteur van de Landbouw-
praktijkschool te Schoondijke ir J. Roest - tel.
01173—551.
Ook de beer M. Krijger, „Landbouwcentrum Zeeland"
- tel. 011006440 en de plaatselijke organisatoren of de
secretariaten van de in de Commissie Agrarisch Vakon
derwijs samenwerkende bonden en organisaties en het
secretariaat der commissie, p/a ZLM - Grote Markt 28
- Goes, tel. 011005010 geven gaarne nadere inlichtin
gen.
GEADVISEERDE AANVRAGEN EUROPESE
ORIËNTATIE- EN GARANTIEFONDS VOOR DE
LANDBOUW VOOR 1973 INGEDIEND
Door de minister van landbouw, mr. T. Brouwer, is
voor het begrotingsjaar 1973 voor de volgende projecten
een aanvrage om bijstand uit het Europese Oriëntatie-
en Garantiefonds voor de Landbouw met gunstig advies
ingediend:
Landbouw- en Visserijstructuur
14 ruilverkavelingsprojecten
met een totale investering
2 waterbeheersingsprojecten
met een totale investering
12 diepvrieshektrawlers
5 proef boerderij en
met een totale investering van 3 min;
1 keuringslaboratorium voor zaaizaad en
plantgoed met een totale investering van 0,4 min.
Marktstructuur
11
projecten uit de sector zuivel
van
149,6
min;
11
met een totale investering van
projecten uit de sector tuinbouw
96,3
min;
van
6,9
min;
1
met een totale investering van
project uit de sector margarine, vetten
95,9
min;
van
65
min;
en oliën met een totale investering van
2,6
min.
In 1973 is voor het eerst op grote schaal bestrijding van
afrijpingsziekten in tarwe toegepast. Gebleken is dat het ras
LELY in de praktijk op dezelfde wijze reageert als in proeven
van voorgaande jaren. De opbrengst kan stijgen tot boven de 8
ton per ha. Het zeer hoge opbrengstvermogen van LELY kan
van jaar op jaar gerealiseerd worden. Hierdoor is LELY voor de
tarweteler een aantrekkelijk ras geworden. Er zijn namelijk
maar heel weinig tarwerassen die bij toepassing van de juiste
cultuurmaatregelen tot een zo hoge opbrengst komen als het ras
LELY. Het is dan ook aan te bevelen, in elk geval ook LELY in
het zaaiplan op te nemen.