clo-instituut voorde veevoeding
DE SCHOTHORST
Snijmais silage
voor melkvee
met of zonder ureum?
f 5!S?els een tweede wagen is aangeschaft. Pxys
ca. f zO.UOo.
13
f
Ir. IJ. Tj. BAKKER
Sinds vorig- jaar is de snijmais-
teelt in ons land weer sterk toege
nomen, en wel van 30.000 ha tot
50.000 ha. De veehouders begin
nen de snijmais-silage als voeder
voor het melkvee meer en meer
te waarderen. Anderzijds zijn er
nog vele vragen in de praktijk, on
der andere over de opname, de
gewenste verhouding tussen snij
mais en hooi of voor droogkui 1 in
het rantsoen en over de gewenste
aanvulling met eiwit en mineralen.
Dit jaat zijn daar in verhand met
de hoge prijzen van de eiwitrijke
veevoedergrondstoffen nog allerlei
vragen over de toevoeging van
ureum aan de snijmais bijgekomen.
In dit artikel wordt eerst op
de snijmais-silage zelf ingegaan, en
wel hoofdzakelijk aan de hand van
de Uitkomsten van een tamelijk
uitgebreide proef, die dit jaai op
„De Schothorst" werd uitgevoerd.
Daarna worden in het kort de
perspectieven, die ureum biedt be
spreken. Beide zaken die voor onze
veehouders van aktueel belang zijn.
stalperiode deze wagen ook te gebruiken bij het voeren
van kuil voer (gesneden gras en snymais). Als blükt
dat dit mogelijk is, hebben we een zeer universele wa
gen, die dagelijks gebruikt kan worden. Dat de wagen
op genoemd bedrijf goed voldoet, blijkt uit het feit
Een nieuw type wagen van het merk Strautmann met
negen messen en drie loswalsen werd eveneens gede
monstreerd. Deze wagen kan worden uitgerust met een
dwarsafvoerhandje. Het bleek nodig het stuwmechanis-
me (eendelig gestuurde toevoerhark) te verzwaren. Ook
dit produkt is op de kuil gemakkelijk te verwerken.
Prijs ca. 16.000.
Opraapwagen-grasvork
Bij deze methode wordt het gras aangevoerd en op de
grond gelost. Het aan de hoop zetten werd in Dalfsen
uitgevoerd met een Lien-grasvork (werkbreedte 2,30 m>
en in Geesterambacht met een Wifo-grasvork (werk
breedte 2,40 m). Beide vorken waren uitgerust met een
hydraulisch afschuifbord en waren gemonteerd aan de
hefinrichting van de trekker. Om het gras vlot te kun
nen opnemen moet het bij voorkeur op een verharde
plaat (beton of asfalt) worden gelost. Met de volle vork
wordt achterwaarts tegen de hoop gereden, waarna
langzaam naar voren rijdend wordt gelost. Omdat voor-
gedroogd gras betrekkelijk licht is, verdient een brede
grasvork (ongeveer 2,30 m of meer) de voorkeur boven
een grasvork die 1,70 m breed is. Een ervaren chauffeur
is gemakkelijk in staat een opraapwagen bij te houden.
Het aan de hoop zetten en het aanrijden gebeuren door
één persoon. In vergelijking met de rijkuil is op de
hoop één man minder nodig. Speciaal op bedrijven waar
veel moet worden ingekuild en waar een ve; harding
aanwezig is, ook onder de kuil, biedt deze methode gun
stige perspectieven. Omdat de hoop hoger kan worden
opgezet dan een rijkuil krijgt men een besparing aan
grondoppervlak.
In Dalfsen werd een methode gedemonsteerd waarbij
achterwaarts met de opraapwagen op de hoop wordt
gereden. Als voordelen kunnen worden genoemd dat
de kuil hoger kan worden opgezet dan een rijkuil en dat
de hoop in de hoek van een perceel kan worden gezet.
Voor het aanrijden werd een trekker gebruikt die was
uitgerust met een veiligheidsbeugel.
Veldhafcselaar en loswagen
Het voordeel van gehakseld materiaal in vergelij
kingmet niet-gehakseld of niet-gesneden materiaal is
dat het zich gemakkelijker laat verwerken. Door goede
loswagens te gebruiken ontstaat een systeem van inkui
len dat de loonwerker volledi kan verzorgen zonder
hulp van de boer. Wil het hakselen van gras voor de
loonwerker financieel aantrekkelijk zijn dan zal er
meer op gelet moeten worden dat er geen vreemde
voorwerpen (stenen e.d.) in het gras voorkomen. De
grote schade die deze kunnen veroorzaken is de reden
dat sommige loonwerkers geen gras willen hakselen.
proef werd uitgevoerd met 64 koeien en vaarzen,
die alle tenminste 12 weken werden onderwor
pen aan één van de vier behandelingen die hieronder
zijn beschreven.
A: als ruwvoer alleen snijmais-silage.
B: als ruwVoer snijmais-silage en hooi in een verhou
ding 2 1 (op basis van de d.s.).
C: als ruwvoer snijmais-silage en hooi in een verhou
ding 1 2 (op basis van de d.s.).
D: als ruwfvoer alleen hooi.
aan de krappe kant. Droger materiaal laat zich gemak
kelijker laden. De hopen werden met een door het loon
bedrijf Van der Linde te Vollenhove ontworpen gras-
vork met vijf tanden en een hydraulisch bediende klem
naar de plaats van opslag gebracht. Dit gebeurde met
een Steyr 1090 met een eigen gewicht van 3430 kg en
een hefvermogen van 3530 kg. De trekker is aan da
voorzijde verzwaard. De capaciteit bedraagt ca. 1 ha par
uur. Voor een loonwerker lijkt het een aantrekkelijk
systeem, omdat er weinig storingen voorkomen en het
gehele werk met één of maximaal twee man kan wor
den uitgevoerd.
Ten aanzien van de bewaring zal deze winter moeten
blijken of het ook voor de boer een aantrekkelijk systeem
is. In vergelijking met de rijkuil zal speciaal gelet moe
ten worden op de kuilvorm, de vastheid van de kuil,
de kans op broei en dengelijke. Door het loonbedrijf Van
de Linde is dit seizoen reeds 230 ha met de Stakhanr
ingekuild. Het tarief is 85 per uur voor de Stakhand
en 35 per uur voor de grasvork met trekker en bedie
ning. Aankoopprijs Stakhand ca. 29.000.
Pakjeskuil
Een bezwaar van in pakken geperst voorgedroogd
gras is dat deze pakken zwaar zijn, wat vooral 'hinder
lijk is als ze in handkracht moeten worden verwerkt.
Om aan dit euvel tegemoet te komen werd op demon
stratie een pakkenslee van de heer Meijer uit Lellens
getoond, waarmee het mogelijk is pakketten van acht
pakken te vormen. In Geesterambacht was het materiaal
te vochtig en ging het niet; in Dalfsen was op de slee 1
man nodig. De pakketten worden met een klauwvork
aan de voor lad er op de wagen geladen en daarna met
dezelfde klauwvork van de waigen genomen en aan een
hoop gezet. In de stalperiode worden deze pakketten
met de klauwvork op de wagen geladen en naar de stal
gebracht. Op de demonstraties bleek wel dat men met
name in wat vochtig materiaal het experimentele sta
dium nog niet te boven is. Aan de bewaring van een
pakjeskuil moet veel aandacht worden besteed.
Pottinger opraap-doseerwagen
Deze wagen heeft, behalve als opraapwagen, enkele
andere interessante gebruiksmogelijkheden. Hij is aan
de achterzijde uitgerust met twee loswalsen en een
vijzel voor dwarsafvoer. Het stuwmechanisme bestaat uit
een kettingsysteem met drie rijen gestuurde tanden.
Daardoor ontstaat een zeer regelmatige invoer en is
het mogelijk 27 messen te monteren. Tijdens de demon
stratie werd met deze wagen rijdend over de kuil ge
lost. Er blijft nog enig licht handwerk over voor het
opzetten van de kanten. Veel zwaar handwerk komt
echter te vervallen. Het laden, transporteren en lossen
en het bijkomende werk vraagt gemiddeld 10 a 11 minu
ten per wagen van 1000 kg produkt met 50 droge stof.
Gp een bedrijf te Nieuw Weerdinge wordt de wagen
dagelijks gebruikt voor zomerstalvoedering (ca. 140
melkkoeien). Het gras wordt via de vijzel rechtstreeks
voor de koeien gebracht. Het is de bedoeling in de
Bij alle behandelingen werd een ruwvoer/kracht-
voer-verhouding van 1 1 (op basis van d.s.) aange
houden. Met inachtneming van de aangegeven verhou
dingen werden de dieren tot verzadiging gevoerd. Er
werden twee soorten krachtvoer gebruikt, nl. een eiwit
rijk voer met extra mineralen (25 vre) waarvan
meer werd gegeven naarmate het ruwVoer-rantsoen
meer snijmais-silage bevatte, en een standaardvoer (A).
Zo kon steeds aan de eiwitnormen van het C.V.B. wor
den voldaan. Er werd geen ureum of een andere syn
thetische eiwitvervangende stof gebruikt. Zowel het hooi
als de snijmais-silage waren van goede kwaliteit. Het
droge-stofgehalte van de silage was 29,5 De koeien
waren gehuisvest op een strobed.
De proef verliep gunstig. In het algemeen werden de
rantsoenen goed opgenomen, ook de rantsoenen zonder
hooi. Sommige oudere koeien consumeerden geruime
tijd ongeveer 11 kg droge stof uit snijmais-silage.
Eén vaars, die alleen snijmais-silage z'.z ruwvoer kreeg,
GOEDE KWALITEIT SILAGE VAN BELANG
MET name ten aanzien van de melkvet- en melkei-
witproduktie en de opname van droge stof en ZW
bleken er wezenlijke verschillen, te bestaan, vooral tus
sen behandeling D en behandeling A en tussen D en B,
steeds ten gunste van behandeling A resp. B. In tegen
stelling tot in ons land herhaaldelijk geuite veronder
stellingen bleef het vetgehalte van de melk zeer goed
op peil bij de behandelingen met uitsluitend of overwe
gend snijmais-silage als ruwvoer en was er een duide
lijke tendens tot een hoger eiwitgehalte. Dit laatste was
ongetwijfeld 'n gevolg van de hogere energie-opname bij
de verstrekking van de rantsoenen met veel snijmais-
silage. Van de rant:oenen met veel snijmais-silage heb
ben de dieren, die immers tot verzadiging konden eter»
meer opgenomen dan van de rantsoenen met veel hooi.
Uit deze uitkomsten kan de conclusie worden getrok
ken, dat de koeien met een ruwvoerrantsoen, dat alleen
vertoonde herhaaldelijk slepende melkziekte en bleek
gunstig te reageren op enkele kilo's hooi in het rant
soen. De onderstaande uitkomsten hebben betrekking op
alle 64 proefdieren en op de eerste 12 weken van de
proef:
proefbehandelingen
A
B
C
D
alleen
veel
weinig
alleen
snij
snij
snij
hooi
mais
mais
weinig
hooi
mais
veel
hooi
voeropname in kg d.s.
18,9
19,2
18,3
17,9
per dier per dag
melkproduktie in kg
23,85
26,89
26,40
26,17
per dier per dag
vetgehalte v. d. melk
4,01
4,04
3,99
3,86
in procenten
eiwitgehalte v. d. melk
3,09
3,04
3,04
2,98
in procenten
melkvetproduktie in kg
1,074
1,088
1,059
1,001
per dier per dag
melkeiwitproduktie in
0,821
0,811
0,796
0,772
per dier per dag
gewichtstoename van de
koeien in kg
22,8
18,7
14,2
8,9
of overwegend uit snijmais-silage bestaat, even goede of
betere pre taties kunnen opleveren als met een ruwvoer
rantsoen uit al'.een hooi of uit overwegend hooi met wat
snijmais. Hst is wel zeker, dat deze conclusie alleen op
gaat, ai j de s'lagc van goede kwaliteit is en met name
voldoende "roge stof bevat. Verder is het mogelijk, dat
de opname van enig stro een gunstig effect heeft, vooral
als het droge-stofgehalte van de silage te wensen over
laat. Bij de hierboven beschreven proef werd geen op
name van stro van enige betekenis waargenomen.
ANDER de d:uk van diverse publikaties, de hoge ei-
witprrzen en de aankoop van vrij dure machines
voor ureumverwerking door sommige loonwerkers zul
len meer veehouders overwegen om hun snijmais dit
jaar met u;eum in te kuilen. Dit om krachtvoedereiwit
te kunnen uitsparen in de winter.
Een waarschuwing tegen al te optimistische verwach
tingen is hier op zijn plaats om de volgende redenen:
Er mag een redelijke benutting van de ureum-stikstof
worden verwacht als minder dan 1/3 deel van het ruw
voer (op basis van de droge stof) uit eiwitrijke gras-
landprodukten, zoals goed hooi en goede voordroog-
kuil bestaat. Op het leeuwendeel van de bedrijven ma
ken graslandprodukten nog de helft of meer van het
(Zie verder pagina 19)
Pottinger opraap-doseerwagen met 27 messen
Weiger landbouwcirkelmaaier