Indrukken von
grasmaai- schud-en inkuil-
werktuigen demonstraties
Nieuw kalibemestmgs-
advies voor
bouwplan met
consumtieaardappelen
12
J. J. KRUIZENGA, Alkmaar
L. VAN LOO, Wageningen
H. NIEUWENHUIS, Zwolle
Op donderdag 30 augustus en vrijdag 31 augustus
werd respectievelijk te Dalfsen en ie Geesterambacht
een demonstratie gehouden met maaiwerktuigen en
schudders (alleen Geesterambacht) en met werktuigen
voor het inkuilen van voorgedroogd gras. Elke demon
stratie werd door ruim duizend personen bezocht. Door
regen was het gras minder ver gedroogd dan de bedoe
ling was, zodat de omstandigheden vooral bij het inkui
len niet gemakkelijk waren.
De demonstratie te Dalfsen was georganiseerd door
het Consulentschap voor de Rundveehouderij te Zwolle
en een aantal verenigingen voor landbouwvoorlichting.
In Geesterambacht was de organisatie in handen van
het Consulentschap voor de Rundveehouderij te Alk
maar, de Streekontwikkelingscommissie Geesteram
bacht en de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting Scha-
gen e.o. Mede dank zij de welwillende medewerking van
een groot aantal gebruikers van de genoemde machines
kunnen de organisatoren terugzien op uitstekend ge
slaagde demonstraties, die duidelijk in een behoefte heb
ben voorzien.
MAAIWERKTUIGEN EN SCHUDDERS
Gedemonstreerd werden de Busatis dubbele messen-
balk (werkbreedte 1,80 m, prijs ca ƒ3.000) en de volgen
de landbouwcirkelmaaiers:
John Deere, 2 trommels, werkbreedte 1,65 m, prijs
ƒ3042; Mentor, 2 trommels, werkbreedte 1,65 m, prijs
ƒ3114; Votex, 2 trommels, werkbreedte 1,65 m;
Schukken. 2 trommels, werkbreedte 1,80 m, prijs 3234;
Schukken, 2 trommels, werkbreedte 1,50 m, prijs
ƒ2818; PZ, 2 trommels, werkbreedte 1,35 m, prijs
2652; Vicon overtopmaaier, 4 maaischijven, werkbreed
te 1,65 m, prijs ƒ4524; Vicon CM 240, 6 maaischijven,
werkbreedte 2,40 m, prijs 4030; Weiger, 4 maai
schijven, werkbreedte 1,70 m, prijs 3359.
De Mentor was vóór op een Renault R 56 (39,5 pk) ge
bouwd. Dit lijkt een geschikte combinatie voor bedrij
ven die zomerstalvoedering toepassen en in één werk-
gang willen maaien en laden. De Vicon CM 240 met een
werkbreedte van 2,40 m werd hier aangedreven door
een Fiat R 450 (38 pk). In een zwaarder gewas en wan
neer men wat sneller wil rijden moet er uiteraard een
zwaardere trekker voor. Dat neemt niet weg dat er goed
werk werd geleverd. Vooral voor loonwerkers zijn ma
chines met een grotere werkbreedte dan 1,65 m interes
sant. Wel zullen de percelen dan zo vlak mogelij 1^ moe
ten zijn. De Vicon overtopmaaier heeft boven de maai
schijven een haspel met ijzeren tanden die -het gras
enigszins kneuzen. In ons fijne weidegras is het effect
op de droogsnelheid betrekkelijk gering en in vergelij
king met direct schudden na het maaien onvoldoende.
De aanwezige schudders kunnen verdeeld worden in
trommelschudders, cirkelschudders en cirkelharkschud-
ders. Van de trommelschudders waren aanwezig de:
Eureka Turbotwin, werkbreedte 2,30 m, prijs 2652;
Vicon Lely, type 260, werkbr. 2,60 m, prijs ƒ2724;
ictoria, type 260 T, werkbreedte 2,60 m, prijs 2990.
Deze schudders zijn niet windgevoelig en leveren bij
een juiste rijsnelheid goed werk.
Van de cirkelharkschudders waren aanwezig de PZ
Strela (werkbreedte 2,90 m, prijs 2454) en de Blanch
Lely Haymax (werkbreedte 3 m, prijs 2646). Van de
laatste is het wiersen en schudden voor verbetering vat
baar.
De Fahr KH 60 heeft een werkbreedte van 6,70 m,
prijs 5465. In dit verkavelde gebied met vrij grote per
celen zonder greppels kon met deze machine met een
grote werkbreedte uitstekend worden gewerkt. De ca
paciteit bedraagt ca 4 ha per uur. Bedrijven die twee
keer per dag willen schudden en per keer 4 ha of meer
maaien, hebben behoefte aan een schudder met een
werkbreedte van meer dan 2,60 m. Op bedrijven die per
keer 8 tot 10 ha maaien is een schudder met een werk
breedte van 6,70 m op zijn plaats.
WERKTUIGEN VOOR INKUILEN
VOORGEDROOGD GRAS
Opraapperswagen
Bij de gedemonstreerde Hesston Stakhand wordt het
gras door een as met klepels uit de wiers opgenomen en
via een afvoerpijp in de wagen geblazen. Wanneer de
wagen vol is, wordt het dak hydraulisch naar beneden
gedrukt, zodat het gras in elkaar wordt geperst. Per
wagen gebeurt dit, afhankelijk van het drogestofgehal
te, vier tot zeven keer. Dit persen gaat snel en vraagt per
keer niet meer dan een kwart minuut. Tijdens het los
sen gaat het dak naar boven en wordt de achterklep, die
aan de bovenzijde scharnierend met het dak is verbon
den, automatisch geopend en in een horizontale stand
gebracht. Door de bodemketting met meenemers wordt
de hoop, terwijl de trekker langzaam vooruit rijdt, ge
lost. Uit een onderzoek door het ILR is gebleken dat
bij een droge-stofgehaltevan 50 per keer ca 1500 kg
wordt meegenomen.
Voor de aandrijving werd een Ford 5000 gebruikt. In
dit zware materiaal was het vermogen van deze trekker
De trekked voor het aanrijden is uitgerust met een
veiligheidsbeugel
J. KODDE
C.A.R. GOES
De problemen met het blauw in
aardappelen kunnen worden ver
minderd door een hogere kalibe
mesting. Vooruitlopend op uitvoe
riger onderzoek is daarom nu reeds
een aanvullend kalibemestingsad-
vies opgesteld waarbij de giften zijn
verhoogd. Tevens is er van uitge
gaan dat op de daarvoor geschikte
gronden voor een 4-jarig bouwplan
deze kali in één keer wordt gegeven.
Voor de teelt van kwaliteitsaaard-
appelen wordt in Zeeland gemid
deld nog te weinig kali aan dit ge
was gegeven.
fiteren van een ruime kaligift en laten voldoende voor
raad achter voor gewassen zoals granen en bieten die vrij
gemakkelijk kali uit de grond opnemen.
ADVIES IN KG K20 PER HA
Waardering
kalitoestand
K-getal
Huidig advies
voor gewasgroep
aardappelen
uien, enz.
Aanvullend
advies voor
bouwplan met
aardappelen
zeer laag
11
380
1.000
laag
11—12
330
870
vrij laag
13—15
280
700
goed
16—20
230
500
vrij hoog
21—26
170
310
hoog
27—34
60
110
Bij de afzet van aardappelen kan blauwvorming in de
knollen oorzaak zijn van meer of minder belangrijke
kwaliteitsverliezen. Eén van de factoren die van invloed
zijn op de blauwgevoeligheid van de aardappelen is de
kalivoorziening. Naarmate de kalivoorziening, die de re
sultante is van de kalitoestand van de grond en de kali
bemesting, beter is, wordt de blauwgevoeligheid van de
knollen minder. In 1972 is men begonnen met een vrij
uitvoerig kali-onderzoek waarbij diverse kaligiften en de
verdeling van deze giften over een 4-jarige bouwplan-
roulatie met elkaar worden vergeleken.
Vooral gezien de problemen met blauw en op grond
van resultaten van vorige onderzoekingen is besloten toch
nu reeds met een aanvullend kalibemestingsadvies te ko
men. Dit advies geldt alleen voor consumptie-aardappe
len en kan om technische redenen pas per 1 november a.s.
op de adviesformulieren van het grondonderzoek worden
afgedrukt. Het nieuwe advies is eigenlijk een bouwplan
advies. Er wordt namelijk van uitgegaan dat de kalibe
mesting die nodig is voor een periode van 4 jaar in één
gift wordt gegeven vóór het gewas aardappelen. Alleen
wanneer binnen drie jaar na de aardappelen weer een
gewas wordt geteeld dat sterk kalibei.oeftig is, bijvoor
beeld uien wordt ook aan dit gewas nog een kaligift ge
geven. Op lichte gronden (minder dan 15 a 17 afslib-
baar) is het i.v.m. de kans op uitspoeling wel gewenst de
gift nog wat te spreiden. Op deze gronden kan bijvoor
beeld driekwart van de geadviseerde gift aan de aardap
pelen worden gegeven en een kwart aan de bieten. Voor
de overige zeekleigronden lijken de voordelen van samen-
GEVOLGEN VOOR HET BEMESTINGSADVIES
De nieuwe adviesgiften betekenen vooral bij lage kali
toestanden een vrij belangrijke verhoging, die primair
gezien moet worden als een soort kwaliteitstoeslag tegen
het blauw worden. Omdat ermee gerekend wordt dat de
drie volgende gewassen niet met kali worden bemest, lijkt
de verhoging op het eerste gezicht groter dan ze in wer
kelijkheid is. Van de kleigronden in Zeeland heeft onge
veer 70 een kalitoestand tussen K-getal 16 en 26, dus
de waardering „goed" en „vrij hoog". In tabel H worden
voor deze kalitoestanden de huidige adviezen over een 4-
jarige roulatie nog eens vergeleken met het nieuwe ad
vies.
ADVIEZEN IN KG K20 PER HA
K-getal
16—20
21-
-26
Gewas
oud
meuw
oud
nieuw
Aardappelen
230
500
170
310
Graan
20
0
0
0
Suikerbieten
80
0
40
0
Graan
20
0
0
0
Totaal
350
500
210
310
Gerekend over een periode van 4 jaar is de verhoging
resp. 150 en 100 kg K20. In geld betekent dit in het ene
geval een kostenverhoging van 53 en in het andere van
35, per ha, over een periode van 4 jaar of per jaar 13
tot 9 per ha.
In verband met de kans op zoutschade is het minder
gewenst hoge kaligiften in het voorjaar uit te strooien.
Bemesting in de nazomer of de winter is dan meer ge-
trekking van de kalibemesting vóór het gewas aardappe
len groter dan de bezwaren. De aardappelen kunnen pro-
schikt. Vooral bij kaligetallen lager dan 20 zijn de giften
zodanig dat hiervoor moeilijk nog passende N P K
of P K mengmeststoffen zijn te fabriceren. De enkel
voudige meststof kalizout 60 past dan het beste; bij
voorbeeld later gevolgd door een N P meststof. Deze
bemestingsmethodiek kan ook problemen geven bij het
tijdstip van monstername voor een bemestingsonderzoek.
Van monsters kort na het strooien van deze kaligiften ge
nomen verkrijgt men geen goed beeld. Wanneer aan de
granen toch alleen stikstof wordt gegeven kan monster-
name ook in de voorzomer vóór het jaar dat er aardappe
len zullen worden geteeld, plaatsvinden.
DE KALIBEMESTING IN ZEELAND
In 1972 zijn van ruim 300 percelen in Zeeland knolmon
sters genomen voor het onderzoek op blauwgevoeligheid.
Op de inzendformulieren waren hierbii ook enkele vra
gen gesteld over de kalitoestand en de kalibemesting. Om
een indruk te krijgen over de huidige kalibemesting van
de aardappelen hebben we deze gegevens verder ver
werkt.
Van 271 percelen waren de cijfers voldoende weerge
geven. Tabel Hl vermeldt de resultaten.
KALIBEMESTING OP AARDAPPELEN IN 1972
IN ZEELAND
K-getal
Bemesting in kg K20/ha Aantal percelen
21
21 t/m 24
24
267
258
241
88
96
87
Dit zijn uiteraard gemiddelde cijfers waaruit slechts
globale conclusies mogelijk zijn. Een tweetal opmerkin
gen menen we toch te kunnen maken, namelijk:
1. De praktijk houdt bij het vaststellen van de kali
giften «betrekkelijk weinig rekening met de toe
stand van de grond.
2. Een duidelijke kwaliteitstoeslag zoals die toch ge
wenst is in het kader van de blauwbestrijding
wordt tot nu toe nog bijna niet gegeven.