Oude boerderijen in (XXXI) Zeeland 8 - De boerderij in de hoek Zwaakseweg en Zuidweg, welke kort na 1600 en in volgende eeuwen steeds met ,,'t Hof" werd aangeduid. D ECHT tegenover de kerk (zuidzijde) ligt deze boer- derij aan de straat. Op de ingang de gemetselde muur is het opschrift „Hof Der Nisse" aangebracht en op de tuinmuur links is een stenen leeuwenkopje te zien, dat aan vroeger tijden herinnert. Het huis en de landbouwschuur zijn aan elkaar in de lengterichting van de straat gelegen. Zoals één der foto's doet zien, is jammer genoeg het eerstgenoemde aan de straatzijde wit bepleisterd en daardoor de construc tie van het metselwerk onzichtbaar gemaakt. De zij gevel is van gele IJsselsteen opgetrokken, terwijl de schuurgevel een andere en zeker jongere steensoort te zien geeft. Genoemde zijgevel bevat enkele in kleine ruiten ver deelde ramen, terwijl daar ook de enigszins uitspringen de schoorsteen is gemetseld. Het dak van woning en schuur is aan de achterzijde met een halverwege flauwere helling aflopend. Wat het huisgedeelte betreft bevindt zich aan die zijde de keu ken, die opmerkelijk smal is en over de volle breedte van de woning (zonder de gang) loopt. Van de tussen keuken en woonkamer liggende opka mer is de vloer hoog in verband met de daaronder aan wezige kelder. Deze heeft een plavuizen vloer en een klein laag venstertje in de buitenmuur. De buitenmuren van opkamer en keuken zijn niet van IJsselsteen gemetseld, doch er is gebruik gemaakt van een zwaardere roodkleurige baksteen, die op enkele plaatsen ter versterking gedeeltelijk in de oudere muur moderniseerd. Slechts in de langs die kamers liggende gang zijn nog enkele rijen blauwe wandtegels aange bracht, die hoogstens kunnen dateren uit de 2e helft van de 18e eeuw en dus vermoedelijk niet uit de bouwperiode afkomstig zijn. DE LANDBOUWSCHUUR T^EZE is in de lengterichting van de straat tegen de woning aangebouwd. De gehele inwendige hout constructie (incl. de kap) is verre van zwaar uitgevoerd en geeft de indruk, dat in de loop van de tijd nog wel wijzigingen zijn aangebracht, vermoedelijk in verband met veranderingen in aard en grootte van het bedrijf. Vast staat wel, dat de schuur van belangrijk jongere datum is dan de woning, hetgeen tevens inhoudt, dat vóór hier een landbouwbedrijf van enige omvang was geves tigd, de woning en directe omgeving een wat ander doel hadden. Wat nu in de volksmond de „slotboerderij" wordt ge noemd, bestond als zodanig in de glorietijd van het slot Der Nisse niet. Er was slechts sprake van één of enkele kleinere woningen, bestemd voor het gezin van de be heerder der tuinen en terreinen bij en om het slot gele gen en toen dit laatste (ca. 1830 of iets later) vervallen en tenslotte gesloopt was, ontstond gaandeweg een ter rein, dat benut kon worden voor landbouwdoeleinden (weiland, boomgaard) en allengs de noodzaak een schuur aan of naast de woning te bouwen. gende weiland is niet afkomstig van het vroegere slot, doch van elders verkregen. DE HEREN VAN DER NISSE CEDERT onheuglijke tijden behoorden de terreinen met opstallen tussen de Zwaakseweg en de uit valsweg in zuidelijke richting grotendeels aan de heren Van der Nisse. Het zou te ver voeren hun geschiedenis uitgebreid weer te geven, doch iets omtrent hun be staan en hun eigendommen (waartoe steeds de bespro ken boerderij of vroegere panden ter plaatse behoorden) kan hier uiteraard niet ontbreken. Omstreeks 1475 woonde te Goes Mr. Nicolaas Van der Nisse. Van zijn zonen was Mr. Clais Clais zoon schepen en daarna burgemeester van Goes in de jaren 14771481. Afstammelingen van Nicolaas van der Nisse werden in de kerk te Nisse begraven, t.w. Geeraert Van der Nisse in april 1604, alsmede zijn vrouw Andrea van Oostende in september 1607. Van hun zoons werd Mr. David van der Nisse in juni 1607 burgemeester van Goes en in januari 1620 ook dijk graaf van de Breede Watering bewesten Yerseke. Hij was gehuwd met Cornelia van Watervliet. Ook hun zoons, n.l. Gerard Van der Nisse en Cornells der Nisse in april 1604, alsmede zijn vrouw Andrea van juni 1640 burgemeester van meergenoemde stad. Een derde zoon, Gil'es Van der Nisse, de eerste Heer van Waarde uit dit geslacht, gedoopt 8 januari 1616, kwam om in een oproer te Goes op 24 maart 1657. Na De zijgevel van de woning. Het linkerraam is dat van de opkamer. Onder het lage Vooraanzicht van boerderij en schuur met ingang naar de achterzijde, dakgedeelte (met schoorsteen) ligt de keuken. van IJsselsteen is doorgemetseld. De twee muurgedeelten grijpen dus als tanden ineen, hetgeen niet wegneemt, dat van boven naar onder langs de scheidingslijn scheuring is opgetreden. Hier is dus duidelijk een nieuwer gedeelte tegen de oude woning aangebouwd. De gehele constructie doet ook in aanmerking nemend de lijn van de hoek van het dak van de nok omlaag duidelijk zien dat het oor spronkelijke huis kleiner was en zoals we later zullen zien, aanvankelijk ook nog geen onderdeel vormde van een compleet boerenbedrijf. We schatten het ontstaan van de woning te liggen om streeks het midden van de 17e eeuw. Afgezien van het keukengedeelte, dat later aangebouwd of gewijzigd werd, zijn de oorspronkelijke kamers inwendig in onze tijd ge- De bedoelde terreinen, die nu achter en naast deze boerderij liggen, hebben niet veel meer behouden van wat ze eens waren, n.l. de plaats waar een fraai slot, om geven door waterpartijen, tuinen en perken, zoals Smalle- gange het in zijn Kroniek van Zeeland uit 1696 beschrijft en op een prent afbeeldt. Wat er overgebleven is zijn gedeelten van een tuin muur, restanten van grachten, mogelijk enkele funderin gen in wat nu een vrij hoog liggend weiland met wat fruitbomen is, en een heuvel ten zuidwesten van de boer derij. Het fraaiste wat ons nog rest is de grote poort met in- rijhek van het slot, gelegen aan de Zuidweg, waarop nog het wapen der Van der Nisse's is te zien. Een stenen leeuw, staande op één der gemetselde pilaren van een hek, dat toegang geeft tot het achterlig- begraving te Goes werd later voor hem een marmeren graftombe in de kerk te Waarde opgericht, waar hij en zijn later overleden weduwe, Jonkvrouwe Geertruid van Alteren, werden bijgezet. Een reeks van afstammelingen uit de verschillende leden van het geslacht van de Van der Nisse's volgde nog, waarvan vele huwden met leden van voorname zo wel Zeeuwse als andere geslachten. Veel bezittingen en titels werden daardoor aan het geslacht Van der Nisse verbonden. Een opvallend lid uit dit geslacht was nog Mr. Gilles Cornells van der Nisse, Heer van Waarde en Nisse en mede-ambachtsheer in nog andere heerlijkheden, burge meester van Goes in 1747. Hij had twee natuurlijke doch ters bij Barbara Potvliet. Eén van hen, n.l. Geertruida, ge boren in 1733, trad op 11 april 1771 te Nisse in het huwe-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 8