Landbouw-varia 8 NEDERLANDSE UITVOER VAN SLACHTPLUIMVEE „De Nederlandse pluimveehouderij heeft grote offers gebracht voor het Walhalla van een vrij handelsverkeer in de EEG, maar waar lijkt dit nou nog op?" Tot deze emotionele ontboezeming kwam de heer J. A. M. Boer- sma woensdag in Zeist op de openbare bestuursvergade ring van het produktschap voor pluimvee en eieren in Zeist, naar aanleiding van het besluit van West-Duits- land, op 1 september te beginnen met een herkeuring aan de grens van het slachtpluimvee dat de Bonds republiek binnenkomt. De heer Boersma zei, dat er tal van voorwaarden wor den gesteld die voor de exporteurs tot een zeer grote kostenstijging zullen leiden. De verpakking moet aan speciale eisen voldoen (doorzichtig), de koelwagens moeten zo worden geladen dat de vracht voor de keur meesters „bereikbaar" is (hetgeen volgens de heer Boer sma betekent dat een combinatie maar 18 inplaats van 22 ton geslacht pluimvee kan meenemen), er moet keur- geld betaald worden, voor de temperatuur in de koel wagens zijn normen vastgesteld, met de keuring zijn en kele uren gemoeid en na één waarschuwing moeten de wagens helemaal uitgeladen worden en kan de inhoud drie dagen worden vastgehouden. Op het ogenblik is er, volgens de heer Boersma, een run op koelruimten bij de Duitse grens en op koelwa- ÏAAR WEST-DUITSLAND gens, omdat de exporteurs proberen om nog voor 1 sep tember zoveel mogelijk slachtpluimvee de grens over te krijgen. „Een vervalsing van de concurrentieverhoudingen" noemde de heer Boersma de Duitse maatregel, die hij in strijd acht met „alle normen van fatsoen en eerlijke sa menwerking". De Duitsers belemmeren volgens hem het handelsverkeer, „terwijl ze ook best in de winkels kun nen gaan kijken of de Nederlandse produkten in orde zijn". De voorzitter v. h. produktschap, de heer J. T. Mellema, is naar Bonn gereisd om deze kwestie te bespreken. De Duitse maatregel is gebaseerd op een Europese richtlijn (van 1971) inzake gezondheidsvraagstukken. De heer Mellema zei, dat ook hij niet gelooft dat een uitvoerings maatregel als de Duitse ooit dé bedoeling van de EEG- richtlijn is geweest, maar dat het juridisch allemaal wel klopt. Het aanspannen van een gerechtelijke procedure bij het Europese hof lijkt hem daarom voorshands niet zo zinvol. Het bestuurslid ir C. Moll zei: „We krij.gen de EEG op het ogenblik wel links en rechts om de oren geslagen en dat veroorzaakt grote frustaties bij het bedrijfsleven", daarmee ook doelende op de vele valutaperikelen van de laatste tijd. Ook hij ziet weinig heil in een proces. „Misschien moeten we de barricades oo maar dan niet als produktschap". TARWE AANBOD BLIJFT KRAP De vooruitzichten per medio augustus voor de tarwe- situatie in de wereld bevestigen de beoordeling van 3 juli volgens welke het tarwe-aanbod krap zal blijven, zo heeft de Internationale Tarweraad meegedeeld in zijn jongste overzicht van de omstandigheden op de wereld markt. De wereldproduktie wordt voorlopig geraamd op het record van 321 miljoen ton (China uitgezonderd). Deze hoeveelheid zal niet voldoende zijn om aan de con sumptiebehoefte te voldoen die over de afgelopen twin tig jaar tenminste 2V2 is gestegen en 8 miljoen ton in de afgelopen jaren. Rekening houdend met een moge lijke vermindering van de voorraden van de vijf grote exporterende landen, van iets meer dan 27 miljoen ton aan het begin tot slechts 23 miljoen ton aan het eind van hun respectieve seizoenen, schat de raad de potentieel beschikbare hoeveelheid tarwe voor export op ongeveer 57 miljoen ton in het oogstjaar 1973/74 dat in juli be gint. De totale importbehoefte wordt daarentegen ge raamd op 66 miljoen ton vergeleken met de verwachtin gen in juli van resp. 56 en 64 miljoen ton. In de Sowjet-Unie, welk land in 1972/73 het meest heeft ingevoerd, schijnt de stand van het gewas over het algemeen gunstig te zijn en de raad verwacht dat de tarweproduktie veel groter zal zijn dan die van vorig jaar. Volgens de jongste berichten is de tarwe in enkele streken van het Europese deel der Sowjet- Unie getrof fen door hevige regenval, maar er zijn nog geen defini tieve gegevens beschikbaar over eventuele verliezen. India zal tenminste 4,5 miljoen ton broodgraan nodig hebben voordat het eigen gewas is' geoogst. India heeft reeds tarwe-aankopen gedaan. Door de ergste overstromingen in de geschiedenis van Pakistan is in het land meer dan een miljoen ton graan, dat reeds was opgeslagen, vernietigd en men verwacht dat de invoerbehoefte zal toenemen. De aankopen die China tot nu toe heeft gedaan komen overeen met het totaal van 1972/73 toen het land vijf miljoen ton importeerde. In de Verenigde Staten is de hoeveelheid graan voor export officieel gesteld op 29,9 miljoen ton. Dat is iets minder dan het record van 1972/73. Daardoor zullen de overschotten aan het eind van het seizoen weer kleiner zijn. Hoewel de stand van het gewas in Canada redelijk goed schijnt te zijn, zal de voor export beschikbare hoe veelheid verminderen tot 10 a 12,7 miljoen ton. In de EEG zal het binnenlandse verbruik toenemen en de hoeveelheid tarwe voor export wordt daarom op slechts 4,3 miljoen ton geraamd. In Argentinië heeft men het areaal voor de oogst 1973 sterk verminderd en mede door het reeds kleine tarwe- aanbod zal voor export slechts één tot twee miljoen ton beschikbaar zijn. Na de zeer geringe oogst in Australië in 1972/73 zal de export sterk worden beperkt tot de nieuwe, oogst in ja nuari 1974 beschikbaar komt. Zelfs wanneer deze oogst goed zou zijn, zal de uitvoer waarschijnlijk niet meer be dragen dan zes miljoen ton, zo verwacht de Internatio nale Tarweraad. Door slechte oogstcondities in het nabije Oost-Azië van dit jaar zullen alle andere landen dan de vijf grote ex porteurs hun export moeten beperken tot vier miljoen ton. De jongste ramingen van de Amerikaanse autoriteiten over vraag en aanbod wijzen op een verdere verminde ring van het overschot met 3,7 miljoen ton aan het eind van het seizoen 1973/74 in de VS van 11,6 tot 7,9 miljoen ton. In Canada, het enige andere land dat op het ogenblik over een voorraad van enige betekenis beschikt, zal het onlangs op tien miljoen ton geraamde overschot waar schijnlijk afnemen. Een verdere vermindering van de voorraden in de drie grote exporterende gebieden Ar gentinië, Australië en de EEG wordt onwaarschijn lijk geacht. VOORLOPIGE OOGSTRAMING Nederland heeft dit jaar een grotere oogst van win- tergerst en karwijzaad dan vorig jaar, maar een kleinere oogst van rogge, koolzaad en vlas. Aldus een per 3 augustus j.l. opgemaakte en door het ministerie van landbouw en visserij gepubliceerde voorlopige oogstra- ming. De roggeoogst gaat geweldig omlaag: met 33 procent tot 101.000 ton. Er is zo veel minder van uitgezaaid dat een toeneming van de opbrengst per 'hectare met 18 pro cent ten opzichte van vorig jaar en 10 procent ten op zichte van het gemiddelde van de laatste tien jaren dat niet heeft kunnen goedmaken. Die opbrengst per hec tare is nu 3.300 kilo. De oogst van wintergerst stijgt ten opzichte van vorig jaar met 10 procent tot 45.100 ton. De beteelde opper vlakte is uitgebreid, de opbrengst per hectare nam met 2 procent ten opzichte van vorig jaar en 8 procent ten opzichte van het tienjaarlijkse gemiddelde toe tot 4.200 kilo. De koolzaadoogst gaat met 7 procent omlaag tot 42.200 ton. Produktie per hectare 2.750 kilo (8 procent beneden vorig jaar, 2 procent beneden tienjaarlijks ge middelde). De produktie van ongerepeld vlas gaat met 23 procent omlaag tot 42.650 ton. Het areaal is aanzienlijk groter, de opbrengst per hectare, 1.400 kilo, ligt 33 procent ho ger dan verleden jaar, maar nog 3 procent onder het tienjaarlijks gemiddelde. ONTWERP—BEGROTING EEG De Europese Economische Gemeenschap zal volgend jaar waarschijnlijk ruim zes miljard rekeneenheden (één rekeneenheid is ƒ3,62) uitgeven, zo blijkt uit een voor lopige ontwerp-begroting die de Europese Commissie voor 1974 heeft opgesteld. Deze uitgaven zouden 660 mil joen rekeneenheden groter zijn dan de begroting voor het lopende jaar. Vrijwel alle extra middelen (500 mil joen rekeneenheden) zijn bestemd voor het regionale ontwikkelingsfonds van de EEG, dat in januari van het volgend jaar van kracht zal worden. Deze cijfers heb ben een uiterst voorlopig karakter. De EEG-minister- raad zal zich over ongeveer een maand voor de eerste keer over deze ontwerp-begroting buigen. Er kunnen voordat er sprake is van definitieve goedkeuring nog grote veranderingen in worden aangebracht. De Europese Commissie stelt voor het grootste deel van de uitgaven (3,8 miljard rekeneenheden) weer te gébruiken ter ondersteuning van het inkomen der boe ren via het garantiesegment van het Europese oriënta tie- en garantiefonds voor de landbouw. Dat is welis waar een enorm bedrag, maar deze som zou toch nog iets kleiner zijn dan de 3,85 miljard rekeneenheden die dit jaar waarschijnlijk wordt uitbetaald. West-Duitsland, Frankrijk en Italië leveren het groot ste deel van de middelen voor de Europese Gemeen schap. Blijkens de ontwerp-begroting zou West-Duits- land voor 28,4 procent moeten bijdragen in de bruto- inkomsten van de EEG. Frankrijk en Italië zouden res pectievelijk 24,1 procent en 18,3 procent voor hun reke ning moeten nemen. Het aandeel van Engeland zou elf procent moeten bedragen. Daarna komen Nederland, België, Ierland en Luxemburg. ZWEDEN ONTWIKKELT EEN GOEKOPE PROTEÏNE Het Zweedse Instituut voor Landbouwkundig Onder zoek heeft medegedeeld, dat het een nieuwe proteïne heeft ontwikkeld die goedkoper is dan soja en een even hoge voedingswaarde heeft. De nieuwe proteïne, Starea genaamd, is samengesteld uit fijngemalen mais en ureum, een kristalvormige stof die gebruikt wordt bij het vervaardigen van kunstmest. Het mengsel wordt on der hoge druk gekookt. Het proces is tot stand gekomen in samenwerking met Amerikaanse deskundigen van de Universiteit van Kansas. Het Instituut deelde mede dat de nieuwe proteïne getest is op ongeveer 2.500 koeien op ongeveer 60 landbouwbedrijven en dat de smaak van de melk niet wordt aangetast. Omdat Starea iets meer dan een derde vande prijs van soja kost, kan deze nieu we proteïne de Zweedse landbouw tientallen miljoenen kronen besparen. Bengt Everitt, hoofd van de afdeling onderzoek van het Instituut, zegt dat over de gehele we reld een dieptepunt in de proteïnevoorziening is bereikt en dat ontwikkelde landen als Zweden zelf naar een op lossing moeten gaan zoeken. In het najaar wil men be ginnen met de produktie van Starea in vijf fabrieken. ERUCAZUURVRIJ KOOLZAAD De Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, die in Flevo land druk bezig is met het inzaaien van vele hectaren koolzaad, gaat het op een .kleinere oppervlakte in zuide lijk Flevoland voor het eerst ook proberen met een of meer erucazuurvrije rassen. Op tien a twintig hectare zal in iedere geval het nieuwe Franse ras Primor ge zaaid worden, en misschien ook het Duitse ras Expan der, eveneens een nieuwigheid. Over de gezondheidsaspecten van het erucazuur in margarinegrondstof koolzaad is de discussie der geleer den nog aan de gang. Bij sommige proefdieren is na het gebruik van koolzaadolie beschadiging van de hartspier geconstateerd. In enkele landen is men nu van plan de verwerking van erucazuur bevattende koolzaadolie in voedselprodukten te verbieden en in landen als Canada, Zweden Frankrijk en Duitsland zijn kwekers aan het werk getogen om rassen zonder erucazuur te krijgen. Van nature vrij van dit zuur is zomerkoolzaad, maar dat heeft het nadeel niet wintervast te zijn en een klei nere opbrengst per ha te geven dan winterkoolzaad. In Frankrijk heeft men nu door kruisingen van het winter- koolzaadras Mayor met een aantal zomerrassen het nieu we erucazuurvrije ras Primos gekregen, en dat wil men nu in Nederland beoordelen op opbrengst en andere teelteigenschappen. Gemakkelijk te krijgen was het Franse zaad niet, want de Fransen zitten er echt niet verlegen mee. Het kan nog wel een of twee jaar duren voor ze er genoeg van hebben om er hun eigen kool zaadareaal van 400.000 hectare helemaal mee te bezaai en. Behalve de rijksdienst neemt ook het in Wageningen gevestigde Instituut voor Rassenonderzoek (I.V.R.O.) proeven in Dronten in Oostelijk Flevoland met „Pri mor", in Dronten en in Nieuw-Beerta (Gr.) met „Ex pander". De Duitse „Expander" is aangemeld voor opne ming als nieuwigheid in het Nederlandse rassenregister en daarom moet het I.V.R.O. het op die nieuwheid on derzoeken. Met „Primor", niet officieel aangemeld, probeert het instituut het uit pure belangstelling. De oogst kan in juli of augustus volgend jaar verwacht worden en dan hopen Rijksdenst en IVRO een oordeel te kunnen geven. Voor dat de gewone Nederlandse boer „Primor" kan zaaien, zullen er nog wel enkele jaren voorbijgaan, veronder stelt men bij het IVRO. Of die boer daar belangstelling voor heeft zal behalve van de teelteigenschappen ook afhangen van de prijs die de verwerkende industrie voor het erucazuurvrije produkt wil geven. De Unilever, zo vertelt men bij het IVRO, weigert op het ogenblik het erucazuurhoudende koolzaad niet en heeft nog geen plannen voor premies c.q.. kortingen op koolzaad zonder c.q. met erucazuur. Als men de kool zaadolie wil gebruiken als grondstof voor wasmiddelen is de aanwezigheid van het zuur trouwens juist gunstig. Op de aanbevelende Europese rassenlijst, die in de EEG in de maak is (streefdatum van invoering 1 januari 1975) zullen wat koolzaad betreft alleen erucazuurvrije rassen mogen voorkomen. NOG STEEDS KRACHTIGE VRAAG NAAR AMERIKAANSE GRANEN EN SOJABONEN Het ziet er nog niet naar uit dat de buitenlandse vraag naar Amerikaanse granen en sojabonen kleiner wordt; dat kan worden opgemaakt uit de gegevens die expor teurs krachtens de wettelijke bepalingen beschikbaar stellen aan het Amerikaanse ministerie van handel en die het ministerie van landbouw heeft gepubliceerd. Per 3 augustus hadden exporteurs voor het op 1 juli begonnen markt jaar nog uit te voeren bestellingen in de boeken staan voor 1,11 miljard bushel tarwe. Dat was 8,4 miljoen bushel minder dan de nog uit te voeren ex portorders van een week tevoren, maar in die week werd ruim 23,0 miljoen bushel geëxporteerd. De exportverplichtingen voor mais in het nieuwe sei zoen, dat 1 oktober begint, namen in de week per 3 augustus met 14,8 miljoen bushel toe tot 1,12 miljard bushel. De verplichtingen voor export van sojabonen in het op 1 september beginnende jaar werden ruim 69 miljoen bushel groter en kwamen op 626,3 miljoen bus hel. Gezien de exportverplichtingen en de reeds ver scheepte export van 120 miljoen bushel zal de Ameri kaanse larwe-uitvoer in het lopende marktjaar zeker 1,23 miljard bushel bedragen. Die hoeveelheid is, terwijl het jaar nog maar nauwelijks is begonnen, nu al 130 miljoen bushel groter dan het Amerikaanse ministerie van landbouw als exporttotaal verwacht. Indien de op gaven van de exporteurs juist zijn en het binnenlandse verbruik uitkomt op de 780 miljoen bushel die het mi nisterie verwacht, zullen de voorraden aan het eind van het seizoen (30 juni 1974) niet groter zijn dan 136 mil joen bushel tarwe tegen 266 miljoen zoals het ministerie verwacht en vergeleken met 428 miljoen bushel op 30 juni j.l. Ambtenaren van het ministerie zijn evenwel van oordeel dat de opgaven van exportverplichtingen per 3 augustus veel te hoog zijn omdat zij 310,8 miljoen bushel omvatten waarvoor exporteurs geen bestemming hebben opgegeven. De verplichtingen die zijn aangegaan voor export van mais zijn vrijwel 'gelijk aan de hoeveelheid die deskun digen van het ministerie voor het gehele seizoen als ex port verwachten en dat seizoen begint pas op 1 oktober. In de jongste opgave is 320,3 miljoen bushel met nog on bekende bestemming opgenomen, hetgeen inhoudt dat de feitelijke exportverplichtingne minder dan 800 mil joen bushel zijn. De export verplichtingen voor sojabonen in 1973/74 doen een krachtige toeneming van de export ten opzich te van die in 'het afgelopen seizoen verwachten; vorig seizoen werd volgens het ministerie 490 miljoen bushel uitgevoerd en er zijn nu al verplichtingen voor export van 626,3 miljoen bushel. De „echte" verplichtingen be dragen eveniwel niet meer dan 496_jniljoen bushel, want voor 130,3 miljoen bushel is nog geen bestemming op gegeven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 8