Geeft standweiden meer gras en een beter bestand V.' 9 Ing. M. A. MULDERS C.A.R. - Zevenbergen Elk jaar moet een groot aantal ha grasland worden vernieuwd, omdat de zode totaal is versleten. Redenen hiertoe, beter gezegd verontschuldigingen, zijn er legio. Het ene jaar is het te droog, het andere jaar te nat, er wordt te laat ingeschaard of gemaaid, te veel of te weinig stikstof gegeven, door een te lange veldperiode wordt met hooibouwwerktuigen de zode stuk gereden, de veebezetting per ha is te zwaar en zo kan men doorgaan. Natuurlijk zijn dit allemaal faktoren die de grasmat veel kwaad kunnen doen. De hoofdreden van alle ellende zal echter op een ander terrein moeten worden gezocht. De koeien brengen de mest mee op stal, wat extra tijd) vraagt voor reiniging. Na voorweiden gras maaien voor win tervoe ding in een juist stadium, is bijna onmogelijk. Stel dat bij 50 koeien de percelen 2.. ha groot zijn. Wan neer besloten wordt om 6.-, ha te maaien voor kuilvoer dan ontstaat de volgende situatie. Het eerste perceel dat voor maaien wordt bestemd is reeds i± 10 dagen in hergroei, het tweede perceel 5 dagen en uit het derde perceel worden die koeien vandaag verschaard. Toch moeten deze 3 percelen (totaal 6 ha) straks op dezelf de dag worden gemaaid en ingekuild. Een groot bezwaar bij intensief omweiden is de schommeling van de voeder- waarde ,in het dagrantsoen. In de voorzomer is het mogelijk dat in een goede weide het gras de eerste dag van inscharen voldoende voederwaarde bevat voor een melkgift van 25 kg. Brok bijvoeren in de melkstal is- dan voor de meeste koeien overbodig en dus te duur. De laatste 2 dagen dat de koeien op hetzelfde perceel weiden, moeten ze afhankelijk van de melkproduktie, met 2 tot 5 kg krachtvoer worden bijgevoerd. Er is echter geen koe te vinden die een dergelijke voeder- wijze in een melkstal accepteert. De melkstal zou worden afgebroken. De melkveehouder kiest dan ook de wijste par tij en voert over het gehele weideseizoen, natuurlijk rekening houdend met het verloop van de melkgift, elke dag dezelfde hoeveelheid krachtvoer. Wil men een goede graszode houden en toch elke dag ongeveer dezelfde voederwaarde hebben in het dagrantsoen, dan zullen melkveehouders met een rede lijke oppervlakte grasland aan de boerderij moeten over wegen om op een ander systeem over te gaan. ERVARINGEN MET STANDWEIDEN Standweiden is een besmet woord. De wat oudere vee houders herinneren zich nog wel de bossige weiden, waar in de voorzomer de koeien, wanneer ze lagen, nauwelijks te vinden waren. Een dergelijke beweidingsmethode is nog steeds uit den boze. In de praktijk is echter gebleken dat het bij; een zware veebezetting een ideaal beweidingssysteem kan zijn, mits het goed wordt toegepast. Enkele jaren geleden werd een veehouder in West-Brabant, die zijn grasland achter de stal heeft, het geloei van zijn melkkoeien beu. Wanneer de koeien langer dan één dag in hetzelfde perceel waren, wer- No. 5 is het bedrijf waar vanaf 1967 het standweide- systeem wordt toegepast. Het perceel heeft een zeer goede grasmat, waarin behoorlijk veel klaver voorkomt. Hieruit is te kónkluderen dat klaver zich niet laat verdringen, maar alleen verdwijnt als de klaver door het gras wordt over schaduwd. Uit dit praktijkonderzoek is gebleken dat het standweide- perceel per ha bijna de laagste N-gift heeft gekregen en over een periode van twee jaar per jaar de hoogste opbrengst gaf. Waarschijnlijk is dit toe te schrijven aan het feit, dat gras voor een optimale groed en opbrengst een bepaalde lengte moet hebben. Men kan dit alle dagen ook in de praktijk waarnemen. Op een kort afgegraasd perceel, waarop na overscharen direkt stikstof wordt gestrooid), duurt het ongeveer 5 dagen vooraleer het gras weer groen is. Na nog 5 dagen is het gras enkele centimeters gegroeid. Vanaf dit moment begint de grasgroei zeer snel op gang te komen. Hetzelfde doet zich voor wanneer op een perceel het gras tekort wordt gemaaid. Het duurt lang voor de grasgroei weer op gang komt. Onder wat droge weersomstandigheden komt er alleen kweek en is de grasmat zelfs ten dode opge schreven. Zorg dat bij stanxJweiden het gras niet korter dan 7 tot 8 cm wordt en in geen geval korter dan 5 cm. HOE REAGEERT DE PRAKTTJK OP STANDWEIDEN? Afgelopen voorjaar zijn enkele veehouders eveneens met dit 'beweidingssysteem begonnen. Er is geadviseerd om de tussenafrasteringen voorlopig maar te laten staan. Allen die op dit systeem zijn overgegaan zijn tot nu toe enthousiast. Een van hen heeft de tussenafrasteringen inmiddels opge ruimd. Standweidien past echter zeker niet op elk bedrijf. Een minimaal aantal melkkoeien van 25 stuks is wel nodig om het volle profijt bij dit systeem te verkrijgen. Veehouders met een wat krappe oppervlakte grasland aan de boerderij, die op stal wat moeten bijvoeren, kunnen de juiste grasleng te beter regelen, dan veehouders met een grote oppervlakte grasland waar ook moet worden gemaaid voor wintervoe- ding. Toch behoeft dit laatste geen bezwaar te zijn. In dit geval moet in het vroege voorjaar worden bepaald hoeveel ha grasland er voor beweiding nodig is tot het mo ment dat nagras beschikbaar komt. Zou dit 2/5 zijn van de ■p •v- - "yf - V >-- Te ruig grasland. Een veel voorkomend beeld in een periode van snelle grasgroei. Een perceel waar de koeien zonder overscharen reeds 6 jaar de gehele zomer worden geweid. WAT IS ER TOCH MET HET GRASLAND AAN DE HAND? Kort omschreven moet geconstateerd worden, dat het graslandverbruik niet voldoende is aangepast aan de steeds groter wordende veestapels en de arbeidsmethoden die op deze bedrijven worden toegepast. In de vijftiger jaren was vooral dagrantsoenbeweiding in trek. Het systeem berust hierop, dat naar gelang het aantal melkkoeien de rantsoen draad een- of tweemaal per dag wordt verplaatst. Zo kreeg het vee weinig kans het gras te vertrappen of te bevuilen. Met de toename van het aantal koeien per bedrijf is zelfs bij het tweemaal daags verzetten van de rantsoendraad ver trappen en bevuilen van het gras niet te voorkomen en daarom is overgegaan tot intensief omweiden. Tot op heden wordt dit systeem algemeen toegepast. Op bedrijven met 15 tot 25 melkkoeien voldoet intensief om weiden redelijk tot zeer goed. Op bedrijven met een lig- boxenstal, een groot aantal koeien en betrekkelijk weinig grasland aan de boerderij, is intensief omweiden moeilijker uitvoerbaar. NADELEN VAN INTENSIEF OMWEIDEN OP BEDRIJVEN MET VEEL KOEIEN Een groot aantal koeien op een kleine oppervlakte veroor zaakt onrust met als gevolg meer gras vertrappen en be vuilen. De vele afrasteringen vragen extra kosten en tijd. Niet alleen bij het plaatsen en het onderhoud, maar ook bij het maaien en schudden van het gras. Een looppad naar de stal is nodig. Hierop groeit meestal weinig gras en bij nat weer wordt het dikwijls sterk bevuild. den ze onrustig en kwamen naar de uitgang van het perceel wanneer hij in die buurt kwam. Ten einde raad verwijderde hij in 1967 alle tussenafraste ringen en hield één groot perceel over. Ofschoon tweemaal daags op stal werd gemolken, was vanaf dat moment de on rust van de koeien verdwenen. De gehele oppervlakte gras land wordt nog steeds als één perceel beweid. In de voor zomer bedraagt de veebezetting 7 g.v.e. per ha. In de na zomer is de veebezetting iets lager; daar dan enige droog staande koeien in verder afgelegen percelen worden inge schaard. De lengte van het gras in het huisperceel varieert over het gehele weideseizoen van 8 tot 12 cm. Dit wordt be reikt door sneller of minder snel terug te komen met stik stof en het meer of minder bijvoeren van ruwvoer op stal. Per ha wordt over het gras om de 10 14 dagen 40 kg N gestrooid. DE ZETMEELWAARDE-OPBRENGST BIJ STANDWEIDEN In West-Brabant werd in 1968 en 1969 op een vijftal be drijven, waar toen reeds veel stikstof werd gebruikt, de zet- meelwaarde-opbrengst bepaald De resultaten van dit onder zoek zijn in de volgende tabel opgenomen. Bedrijfsnummer Gemiddelde N gift Gemiddelde Z.W. per jaar in kg opbrengst 1 363 4447 2 426 4576 3 486 4943 4 449 5315 5 416 5343 totale oppervlakte dan komt hier de afscheidingsdraad en wordt er in het voorjaar 3/5 van de oppervlakte bestemd voor maaien. Wanneer het etgroen 8 h 10 om lang is, wordt het vee inge schaard. Op het perceel waaruit de koeien komen en het gras 6 tot 8 cm lang is, wordt 80 kg N gestrooid. Na on geveer 3 weken kan het gras dan worden gemaaid. SAMENVATTING Het is niet de bedoeling om in dit artikel een pleidooi te houden voor standweiden. Veehouders die met het huidige systeem tevreden zijn, moeten niet lichtvaardig op een ander systeem overgaan. Wel blijkt in de praktijk, dat vooral bij een groot aantal melkkoeien op een beperkte oppervlakte grasland intensief omweiden om diverse redenen minder goed voldoet. De vijfjarige ervaring met standweiden toege past op één bedrijf zijn bijzonder goed. Degenen die dit jaar met dit systeem begonnen zijn, hebben tot nog toe goede resultaten. Uit onze beperkte ervaring is af te leiden, dat bij stand- weider, de opbrengst per ha zeker niet lager behoeft te zijn dan bij een ander systeem. Tevens vraagt standweiden min der arbeid en dé rust onder de koeien is opvallend goed. Het is in ieder geval een systeem dat het proberen waard is, wanneer men over de huidige beweidingsmethode niet tevreden is.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 6