UIT DE PRAKTIJK Goed weer voor de snijmais Doorwas bij aardappelen valt Droogte remt de groei mee Schillen en dozen als dank voor 't verpozen Aanhoudend te droog Rond dp Si holde 5 Ook op WALCHEREN hebben we nog steeds droog en zonnig weer. Tot op heden noteerden we voor augus tus nog maar 13 mm regen. Wel een groot verschil met de maand juli toen we bijna 130 mm haalden. De aan houdende droogte gaat toch wel opbrengst kosten. Uien, stambonen en ook bieten maken als gevolg van de droogte een versneld rijpingsproces door. Ook de gras- groei en de groei van de voedergewassen stagneert door de droogte. Hiervan uitgezonderd de snijmais. Dit gewas heeft de weersomstandigheden tot nu toe bijzon der mee gehad. Verwacht mag worden dat de opbrengst en droge-stofgehalte goed zal zijn. De oogst van dit gewas zal vermoedelijk niet meer zo lang op zich laten wachten. Het juiste tijdstip ligt daar waar het gewas de hoogste voederwaarde bevat. Het mooie weer heeft ook een gunstige invloed op de bedrijvigheid in de recreatiesector. Het bezoek aan de kust wordt er door gestimuleerd wat een verlen ging van het seizoen tot gevolg heeft. Gemiddeld ge- De voorbereidingen voor 1974 worden al weer getrof fen in de WESTHOEK. De grondbewerking is één voor bereiding en het kunstmestzaaien is de andere. Zij die in de gelegenheid zijn kali te strooien, doen er ver standig aan dit nu te doen. In 't voorjaar komen we haast altijd tijd tekort en nu kan het er goed mee door. Ook zij die a.s. voorjaar weer vloeibare kunstmest wil len spuiten moeten zeker van deze gelegenheid gebruik maken. Bovendien heeft men het voordeel, dat men nu ook geen struktuurbederf heeft. Hoewel belangrijk, gaan de allerbelangrijkste werkzaamheden nu spoedig echt beginnen. Met het mooie weer zijn we soms ge neigd aan te nemen, dat de hele maand september goed zal zijn om aardappelen te rooien. Het kan wel, maar het mag nooit ons uitgangspunt zijn. Wij vinden altijd een goed uitgangspunt om in de eerste week van september aardappelen te gaan rooien. Bij verschillende percelen zal dit wel lukken ook, want het merendeel is al een eind afgestorven. Gelukkig heeft de doorwas Veel zon, warmte en droogte zijn op ZUID-BEVE LAND nodig voor de groei van onze gewassen. Echter wanneer we voor „veel" het kleine woordje „te" moe ten gaan gebruiken dan gaat het voor onze gewassen vooral als het om „droogte" gaat, toch onplezierig en in verschillende gevallen kritiek worden. Te veel percelen aardappelen zijn reeds zodanig afgestorven dat regen ze niet opnieuw aan het groeien kan brengen. En nog iedere dag wordt dat aantal percelen waar nog groeimogelijkheden in zitten, klei ner. Na de hoge temperaturen van vorige weken is hernieuwde doorwas dan ook niet uitgesloten. Ook vorige week is reeds vermeld dat we rekening moesten houden met een matige opbrengst, waarbij de sortering wel eens te fijn kan zijn. Om de risico's van een minder goede kwaliteit zo veel mogelijk te beperken, zullen we moeten trachten het gewas zo lang mogelijk uit te laten groeien, dus zo lang mogelijk wachten met het doodspuiten. Zo doende zal niet vroeg met de aardappeloogst begonnen kunnen worden. Ook de uien zullen aan de fijne kant blijven. Op de meeste percelen ligt het loof reeds gestreken. De op brengst zal dan ook maar matig worden. Waren de verwachtingen voor de suikerbieten enkele nomen zijn zowel recreatie en landbouw gebaat bij zonnig zomerweer. De resultaten in deze bedrijfstak ken zijn dan ook sterk afhankelijk van de weersomstan digheden. Alleen langdurige droogte is voor de land bouw minder gewenst. Dit kan vooral kwantitatief schadelijk zijn. Op vele bietenpercelen prijken weer een behoorlijk aantal schieters, hoewel in aantal en omvang kleiner dan vorig jaar. De enkele collega's die de moed op brachten afgelopen voorjaar met opzet wat later te zaaien, omstreeks 12 april, zijn er toch wel voor be loond. Het aantal schieters op deze percelen is gering. We zagen ook nog een perceel wat eind maart was gezaaid. Ook hierin weinig schieters. Waar of nu de meest juiste zaaidatum ligt om zo weinig mogelijk schieters te krijgen en toch een zo hoog mogelijke op brengst, is moeilijk vast te stellen. De groeiomstandig- heden zijn elk jaar anders. We zagen deze zomer nog wel een voorbeeld hoe erg het kan zijn met opslag van bietenplanten uit zaadbie ten van voorgaande jaren. Dergelijke voorbeelden uit de praktijk dienen we zeker ter harte te nemen. niet die vormen aangenomen zoals we het aanvanke lijk verwacht hadden. We zullen met aanmerkelijk min der kilogrammen genoegen moeten nemen, maar vooral met Bintje valt het gelukkig echt nog mee. Ook de uien-oogst staat voor de deur en wat voor de aardappelen geldt met de kilogrammen, geldt ook voor de uien. De groenbemesting die in het algemeen goed ge slaagd is, zal dankbaar zijn voor wat regen. Alle om standigheden zijn dan inderdaad aanwezig om een goede groenbemesting te krijgen. Verschillende bietenpeicelen (het aantal breidt nogal uit) gaan nu toch geler staan en dat betekent inderdaad toch wel stilstand. De koude nachten zullen het goede suikergehalte nog wel een extra zetje geven. Wij zijn benieuwd wanneer de campagne gaat beginnen. Wij hadden ons al laten vertellen dat het 15 september zou zijn! Vroeg zal het in ieder geval wel zijn. weken terug nog zeer hoog, nu op meerdere percelen ook reeds droogteschade optreedt, is men genoodzaakt de opbrengstverwachtingen wat lager te gaan stellen. Afgewacht moet worden of bij regen alle bieten nog opnieuw aan de groei zullen gaan. Nu het stof van de tarwe-oogst is opgetrokken, blijkt het nieuwe ras Clement als grootste winnaar voor de dag te zijn gekomen. Hoe de volgorde van de overige rassen is, is wat moeilijker te beoordelen. De uitslagen van de rassenproefvelden zullen dit uitwijzen. De tegen de meeldauw en afrijpingsziekten uitgevoerde bestrij dingen hebben wel een gezonder afgerijpt gewas laten zien, maar of het nu ten allen tijde rendabel is ge weest, zullen we alleen aan de hand van de proefveld uitslagen kunnen beoordelen. Nu de graanoogst vlot is afgewerkt en de aardappel oogst nog wel enige tijd op zich zal laten wachten is er voldoende tijd voor de nodige stoppelbewerkingen. Een feit is daarbij dat het in hoofdzaak gezocht wordt om dit te doen met de vastestandscultivatoien mits daarvoor voldoende trekkracht aanwezig is. 't Is bovendien een aantrekkelijke periode om kali en eventueel fosfaat over de stoppels of over de groen- bemesters uit te strooien. De voorraadbemesting met kali voor de aardappelteelt in 1974 kan eventueeel aangevuld worden met de hoeveelheid kali die nodig is voor de daaropvolgende gewassen. Nu de vakanties weer voor een groot deel zijn afge lopen en er nog wat drukte op de weekends te bespeu ren valt, gaan we wat de tijd betreft, doch niet wat het weer, naar de herfst toe. Wat het toerisme op NOORD- BEVELAND aangaat, zouden we er nog eens met klem op willen wijzen dat de slordigheid met de afval aan wegbermen en dijken tot grote ergenis van de plaatse lijke bevolking als dank wordt achtergelaten. Voor de gemeenten en het waterschap brengt het opruimen van deze rommel weer extra kosten en zorg met zich mee. Zou dit euvel op te lossen zijn met het nog meer plaatsen van vuilnisbakken en de toeris ten er nog meer op te attenderen dit niooie eiland schoon te houden? Het uitspreken allerwege over de milieuhygiëne is niet voldoende, doch laten we er ook allemaal zonder dat dit veel moeite kost, aan meewerken. Wat de oogst aangaat: deze is gelukkig geborgen en op een enkel perceel na is het stro opgeruimd, hetzy geperst, gehakseld of verbrand. De opbrengst der produkten is goed tot zeer goed te nomen. Met name de tarwe gaf zeer hoge hectare-op brengsten, met een gemiddelde van ongeveer 6200 kg per ha. Is deze hoge opbrengst te danken aan het veel vuldig spuiten tegen afrijpingsziekten? Ook de gerst gaf een gemiddelde opbrengst van on geveer 5500 kg per ha. De erwten, waarvan een klein areaal in ons gebied was, liep de opbrengst uiteen van 1500 kg tot 4500 kg per ha. Al met al een oogst om zeer tevreden over te zijn. De aardappelen, uien en bieten komen nu aan de beurt om geoogst te worden. Voor de aardappelen, zo wel als voor de bieten, zou een hoeveelheid regen van 25 mm zeer welkom zijn, voor de bieten wat be treft de groei en voor de aardappelen wat betreft het rooien, omdat er ander veel moeilijkheden met het rooien zullen zijn, dan denkt men hierbij aan rooierslag, beschadiging, e.d. Het is te wensen dat de oogst van de hakvruchten even vlot mag verlopen als de oogst van de granen! Het staat er in WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN met de aardappelen en bonen niet zo best voor. Wat de bruine bonen betreft, moeten deze twee a drie weken eerder dan normaal worden op de ruiter gezet. Het gewas is veel te snel afgerijpt, nadat het al eerder geen beste bloeiperiode heeft gekregen, getuige het gering aantal zaden per peul. De opbrenstverwachtingen zijn dan ook niet gunstig. Over het gewas aardappelen is men eveneens pessi mistisch gestemd. Doorwas komt in vrijwel alle par tijen in meer of minder ernstige mate voor. Deze door was is vroeg (half juli) begonnen en indifen de vocht- voorziening gunstig was geweest, hadden wellicht zo wel de primaire alsook de z.g. secundaire knollen een gewenste grootte kunnen behalen. Door het uitzon derlijke droge weer van augustus is dit nu onvoldoen de het geval. Daar komt nog bij de zeer zware luis- aantasting op vrijwel alle percelen, welke haardsgewijs en ook op plekken met lichtere grond de aardappels mede veel te vroeg hebben doen afsterven. Deze luizen zijn met het spuiten zeer moeilijk te raken, zodat vele collega's wel 5 of meer malen hebben getracht met chemische middelen hieraan wat te doen. Ze waren ge woonweg niet weg te krijgen. Dit alles zal naar onze mening leiden tot een lage kg-opbrengst voor de meeste percelen, met over het algemeen een fijne sortering, weinig „frieten", glazigheid en nog meer achterblijven van knol(letjes) op het land. Dat, om de kwaliteit van de aardappelen nog niet slechter te maken, het voorkomen van „blauw" nog meer accent dient te krijgen, behoeft geen verder be toog. Het verwondert ons dan ook, dat naar wij horen, er maar weinig belanstelling bij de aardappeltelers bestaat om hun partijen te laten beoordelen op blauw- gevoeligheid. De oorzaak hiervoor zal wel liggen bij de zeer gunstige prijzen van het voorbije seizoen, doch debet hieraan zeker ook wel de verkeerde kijk welke velen op dit soort blauwbepaling hebben. ONGEKEND HOGE AARDAPPELEXPORT OOGST '72 De export van aardappelen oogst 1972 is uitzonder lijk hoog geweest, terwijl tevens een gunstige prijs per kg werd bedongen. Dit blijkt overduidelijk uit onder staande tabel. Oogst Export Waafde Per 100 kg (x 1000 ton) (milj. gld) 1965 287 68 ƒ23,80 1966 429 86 20,10 1967 430 63 13,20 1968 623 109 17,50 1969 653 189 28,80 1970 667 105 15,80 1971 738 115 15,50 1972 976 323 „33,10 Opvallend was de grote uitvoer naar Italië (163.500 ton) tegenover 30.000 ton het jaar te voren) en naar Argentinië (53.500 ton, tegenover andere jaren onbe langrijk). Het mooie weer houdt nog steeds maar aan, maar toch valt er als het ware een grauwe sluier over de uitgestrekte polders nu de cultivatoren en stoppelploe- gen van de mooie blanke graanstoppelvelden weer een grauwe kluiterige grondmassa maken.. „Waar komen dan opeens al die meeuwen vandaan", is de vraag die menig boer zich stelt. Het is als vanouds het beeld van de boer die ploegt, die zijn grond zwart maakt en waarbij het wit en het gekrijs der meeuwen zo sterk opivalt. Bekoorlijk door de eerivoud blijft 'het boeiend en spreekt het vele toevallige passanten ook sterk aan. Ploegen is geen saaie belevenis, maar juist integen deel een kunst waaraan de ploeger zich met hart en ziel geeft. Vakmanschap en „'zicht" zijn bij deze een eerste vereiste en sommigen zijn er zo in bedreven, dat ze er een soort van sport van maken. Dit is zaterdag middag 1 september vanaf half één in de Wilhelmina- polder bij Goes te zien. De beste van de besten uit elk gewest strijden dan daar om het ploegkampioenschap 1973 en tevens om een plaats welke hem het recht van deelname aan de landelijke ploegwedstrijd kan ver schaffen. Ook ZLM'ers nemen aan deze wedstrijd deel en laten wij als ZLM-leden toch ook van de partij zijn. Een grote publieke belangstelling is een stimulans voor een ieder die nauw bij dit ploegfestijn betrokken is en laten we toch dankbaar zijn, dat zoiets nog in onze provincie mogelijk is. Nu de graanoogst zo vroeg aan de kant is, lopen we de kans dat we weer vroeg met het zaaivoorploegen beginnen en dat we het risico van vroeg zaaien weer op de koop toe nemen. Vorige herfst 'had de vroeg ge zaaide wintertarwe de meeste voetziekte-aantasting en het is daarom van belang om rustig te blijven en pas na half oktober met de inzaai van de tarwe te beginnen. Meer dan ooit is het tegenwoordig gewenst om een ge zond gewas te telen en daar moeten we bij de start al terdege rekening mee houden. Bij de rassenkeuze kun nen proefveldverslagen en de rassenlijst ons zeer van dienst zijn. Telkens als we te velde enkele aardappelplanten op trekken komen we tot de conclusie, dat het aantal knol len heel groot is en dat ze aan de fijne kant zijn. De bron van veel aardappelopslag is dus voor het komende jaar weer ruimschoots aanwezig en de vraag is of we hiertegen iets kunnen doen. Slechts een ouderwetse strenge winter kan ons in deze uit de nood helpen, mits we de doorval niet te diep hebben onderge- ploegd. Wel te regelen is misschien de hoeveelheid doorval bij het rooien van de aardappelen door de rooikettingen met Tubberen slangen te bekleden en zodoende de maaswijdte wat te .vernauwen. Buurman heeft deze week een paar zakken aardappelen met de hand gerooid en deze in zijn schuur over zijn draaiende rooimachine leeggestort. De doorval was ontzettend groot en thans wordt de machine aangepast aan het te rooien produkt. Persoonlijk stelde ik de domme vraag of buurman een nieuwe vorm van blauwgevoe- ligheidsonderzoek aan het uitvinden was en of geheim houding hierbij gewenst was. Dat hij deze zaak zeer ernstig neemt blijkt uit het feit, dat hij zijn dealer bij de fabrikant heeft laten informeren of er ook rooi kettingen met een nauwere maas wijdte in de handel zijn en of deze met spoed zijn te leveren. Op tijd de bakens verzetten is nog steeds van kracht en voor komen is altijd beter dan genezen. Aardappelopslag is geen probleem van slechts enkele percelen, maar woe kert op den duur door het gehele bedrijf en dus kun nen we het gerust onder de lastige onkruiden gaan rangschikken. Het is allemaal een gevolg van het ma chinaal rooien van de aardappelen, reden waarom de oplossing voor dit probleem misschien wel in of op de rooimachine gevonden moet worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 5