Tarweopbrengsten ver boven verwachting UIT DE PRAKTIJK Adempauze na de graanoogst Oogst vlot afgewerkt Meevallende graanopbrengsten Akkermuntbestrijding en prikkeldraad Rond de Schelde 5 Dat was me het weertje wel tijdens de graanoogst. Ook op WALCHEREN straalde de zon van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. De maaidorsers rankten eveneens van 's mor gens vroeg tot 's avonds laat, zodat het oogsten binnen de kortst mogelijke tijd onder gunstige omstandigheden is klaar gekomen. Het is verleidelijk om nog wat verder over deze oogstperiode te filosoferen. De vochtgehaltes van vele par tijen waren zeer laag, wat in feite dus schadelijk is voor het opbrengstgewicht. Voor de graandrogerijen is dit oogst jaar niet gunstig om nog enig rendement af te werpen. Voor de loonwerker is dit wel één van hun gemakkelijkste oogst jaren geweest wat de graanoogst betreft. Vanwege het vaste mooie weer is de aandrang van de klandizie wel aanmerke lijk minder dan bij ongunstig oogstweer. Bovendien ver loopt alles veel vlotter bij gunstige dan bij ongunstige om standigheden. De machines hebben veel minder te lijden. Al met al een periode waarover we dankbaar kunnen zijn, zowel wat oogstomstandigheden betreft als ook de opbreng sten. Van de gerst en tarwe kunnen we gemiddeld goede tot zeer goede kg-opbrengsten vermelden. Ook de erwten geven veelal nog meevallende opbrengsten. De blauwmaanzaadop- brengsten vallen tegen. Met een gemiddelde opbrengst van 1100 kg is dit wel bekeken. Er wordt verondersteld dat de zwarte luis nog veel schade heeft gedaan. Waar tijdig een bestrijding is uitgevoerd zijn de kg-opbrengsten beter. Nu er weer veel land vrij is voor het uitvoeren van de no dige bewerkingen zouden we nog willen wijzen op de moge lijkheid van bestrijding van de akkermunt (stinkers). Dit onkruid neemt de laatste jaren nogal toe. Het is nu een Het beeld in de WESTHOEK is totaal veranderd. Het gol vend graan heeft plaats gemaakt voor de kale stoppelvelden. De oogst is geweldig verlopen. Niet alleen dat het weer zich een goede bondgenoot heeft getoond, ook de prijzen en vooral ook de opbrengsten waren heel goed. Er blijven nog enkele vraagtekens over en hierbij doelen wij speciaal op de brouwgerst. Het ras Berac heeft ons wel een verrassing bezorgd met zijn kwaliteit. Het is allemaal nog uitproberen maar de eerste beproevingen wijzen in de richting, dat het met de brouwkwaliteit vermoedelijk toch nog mee zal val len. Bij de tarwe was de kwaliteit van de Manella weer op merkelijk goed. Caribo en Cyrano blonken weer uit in de opbrengsten. Met het stro ging het slecht. Waren vroeger de veeboeren van het zand goede afnemers van het West- Brabantse stro, ieder jaar wordt de afname minder en de veranderde staltypen zijn daar de oorzaak wel van. Hier en daar is er wat gehakseld, terwijl de rode haan in andere percelen victorie kraaide. Voor de aardappeloogst komt heb ben we een pracht gelegenheid om de stoppelbewerking ter hand te nemen. Wanneer we het niet mechanisch doen moe ten we zeker een chemische bestrijding toepassen. Meestal is het pleksgewijs en dan kost zo'n bestrijding heus niet zo veel. De suikerfabrieken hebben de tweede bemonstering ook weer achter de rug. Zowel suiker als kilogrammen per ha gaan de heel goede kant uit. Met de aardappels is het minder goed gesteld. Echt goede percelen aardappelen zijn er sporadisch te vinden. In de eer ste week van september zal deze oogst zeker een aanvang kunnen nemen. Gelukkig zijn de prijzen de laatste weken wel wat aangetrokken. Wij hebben wel de indruk, dat de hitte van de laatste weken van invloed is geweest op de aardappeloogst van geheel West-Europa. De boer wacht nu weer even een pauze, hij kan de kleine klusjes weer eens even opknappen en dan gaat het weer vooruit met de oogst van de aardappelen en de bieten. Onder zeer gunstige weersomstandigheden hebben we dit jaar in WEST ZEEUWS-VLAANDEREN de graanoogst kun nen afwerken. In een week tijd werd 8.000 ha door de be schikbare maaidorsmachines bewerkt. Een dergelijk oogst- resultaat is vast nog nooit voorgekomen. Hierbij komt nog dat de kg-opbrengsten, vooral van de wintertarwe zeer hoog zijn uitgevallen; gemiddeld naar schatting rond 6.000 kg per ha, met een variatie van 4.800 kg tot 7.500 kg per ha. We kunnen rustig stellen dat deze kg-opbrengsten eveneens nog niet eerder werden gehaald. Schot en te hoge vochtge haltes deden zich slechts zeer sporadisch voor. Ook de gerst en haver waren goed, behalve het ras Berac waarvan de kwaliteit veelal te wensen overlaat. Het zgn. „moutrijp op stam" kwam veel voor. De weersomstandig heden van juli zijn hier debet aan. Een andere gunstige aangelegenheid bij de granen is de prijs, waarvan velen geloven dat deze nog verder zal stijgen en waardoor weinig transacties geschieden. Met de stroprijzen is het juist het tegenovergestelde aan de hand. Van het stro wordit veel in brand gestoken. Ook hakselen gebeurt er nogal wat. Mogelijk wordt de helft nog van het land gehaald tegen niet lonende prijzen. Waarom nu zijn dit jaar de kg-opbrengsten zo bijzonder hoog? Hele goede gelegenheid dit onkruid te bestrijden door een bespui ting met M.C.P.A. 25 tegen 8 1/ha. Het onkruid dient wel flink ontwikkeld te zijn. De eerste 3 weken niet ploegen of frezen. De collegaschrijver van tuinbouwklanken heeft wat tegen prikkeldraad in zijn toeristisch uitstapje. Prikkeldraad is overbodig, zo schrijft hij, want het publiek is in doorsnee gedisciplineerd en er wordt weinig tot niets geruïnéerd. Als geregeld strandbezoeker ben ik zo vrij hier op een bepaald punt een andere mening over te hebben. Indien er geen prikkeldraad zou worden gebruikt voor de afrastering van Begunstigd door het fraaie zomerweer van de laatste weken is de graanoogst op THOLEN EN ST. PHILIPSLAND op een buitengewoon vlotte wijze afgewerkt. Zo vlug zelfs, dat we sterk de indruk hebben, dat het aantal topdagen weer kleiner was dan de voorgaande jaren. Als we daarbij in aanmerking nemen, dat het, graanareaal in ons gebied niet veel varieert, dan vragen we ons af, hoe deze toppresta tie werd bereikt. Komen er nog steeds meer combines met grotere capaciteit of wordt de capaciteit per combine opge voerd door hogere snelheden? Bij het eerste worden per com bine relatief minder hectares gemaaid, wat de rentabiliteit niet ten goede komt en bij het tweede krijgen we te maken met daarbij optredende verliezen. Een vraag, die zomaar even bij ons op kwam1 zo vlak na het seizoen en waar we nu niet verder op in willen gaan. Het moet anderzijds toch ook een veilig gevoel geven, als we bij gunstig oogstweer zo vlug mogelijk over een maaidorser kunnen beschikken. Vele collega's met mij zijn erg nieuwsgierig geweest naar het resultaat van de meerdere bespuitingen, die we dit jaar voo' het rerst in tarwe uitvoerden. De indruk, die we na wat nadere informatie hiervoor kregen is, dat een meeldauwaan- tasting van belang al gauw opbrengst kost en een bestrijding Augustus is normaal vrijwel steeds onze regenrijkste maand. Tot nog toe is deze augustusmaand wat ZUID- BEVELAND betreft met zo'n 15 h 20 mm echter zeer droog geweest. Voor de graanoogst aangenaam, maar door de droogte en de warmte voor de nog groeiende gewassen min der prettig. Het graan is in een zeer vlot tempo in de twee weken tussen 6 en 18 augustus geoogst. Daarbij komt nog de bij zonder prettige omstandigheid dat de opbrengsten meeval len. Ze zijn duidelijk hoger dan aanvankelijk verwacht werd. Opbrengsten van 6000 kg en hoger waren voorheen nog niet zoveel voorgekomen. Thans zijn er nog al heel wat percelen die daar royaal een eind boven uit komen. Men „hoort" zelfs opbrengsten van boven de 7000 kg. Toch, al met al, een gemiddelde dat zo tegen de 6000 kg aan zal komen. De spreiding is nog vrij groot, daar er ook nog percelen zijn die door voetziekte en de daarop volgende legering maar rond de 4000 kg per ha komen. Ook de gerstoogst is zo'n 500 kg per ha meegevallen. Het gemiddelde zal zo rond de 5000 kg per ha liggen. Intussen zijn ook de haver en de zomertarwe reeds ge oogst. Ook de erwten zijn in de tussentijds van uit de ruiter gedorsen. De opbrengst hiervan is matig. Op vele bedrijven heeft het stro zijn problemen gegeven. De prijs is maar matig, daarbij komt bovendien nog dat er maal juist is dit niet te verklaren, maar toch zijn er wel enkele aannemelijke redenen te noemen. Zo wordt er steeds minder vroeg (le helft van oktober) gezaaid. De meest ge wenste zaaizaadhoeveelheid is steeds weer een punt van bespreking. De huidige rassen hebben het vermogen tot goede kg-opbrengsten te komen. De beginontwikkeling van de tarwe was vlot. De zachte winter deed geen schade aan het gewas. Met de stikstofzak is men over het algemeen zeer bewust te werk gegaan. Het onkruid is met veilige na jaarsmiddelen goed bestreden geweest, zodat dit het gewas geen concurrentie van betekenis aandeed. Voetziekten kwa men in het afgelopen voorjaar wel voor, maar zijn op enkele uitzonderingen na niet erg doorgezet, zodat legering van weinig betekenis was. Meeldauw kwam al vroeg opzetten, maar door het warme weer begin juli en de bespuitingen hiertegen is hiervan zeker geen schade van betekenis geweest. Afrijpingsziekten waren dit jaar eveneens van geen betekenis. Deze waren in de percelen nauwelijks te vinden. Niet bespoten percelen of delen ervan vertoonden wel een zwartachtig beeld, ver oorzaakt door zwartschimmels, doch dit heeft geen grote invloed op de opbrengst, getuige ook weer de eerste proef veldresultaten. onze mooie kostbare duinen zouden deze in korte tijd totaal vernield zijn. Het onderhoud zou enorm veel hoger worden wat we dan wel zouden merken in onze waterschapsbelas ting. Hoewel het percentage mogelijk niet hoog is, zijn er altijd nog een aantal strandbezoekers die het nodig achten onnodig in de duinen te vertoeven en de begroeiing zodanig te beschadigen dat er kale plekken ontstaan die de nodige zandverstuivingen tot gevolg hebben. Van het prikkeldraad gaat dan een sterk preventieve werking uit. Was dit niet aangebracht dan zou het aantal duinwachters aanmerkelijk uitgebreid moeten worden, in het zomerseizoen één per 2 km duinen. We zijn benieuwd of onze tuinbouwschrijver zijn licht ook heeft opgestoken bij deskundigen van het wa terschap Walcheren. dan dik betaald wordt. Wat de afrijpingsziekten betreft is onze indruk, dat deze wat minder voorkwamen dan vorig jaar. Bij opbrengstvergelijkingen komen we aan gemiddeld 5500 kg per ha voor niet gespoten percelen en 6000 kg voor bespoten percelen. Opbrengsten, waar we in elk geval bijzonder tevreden mee zijn. Als een verschil van 500 kg voor de 'bespuitingen juist zou zijn, zou dat betekenen, dat ze ruimschoots betaald zijn, zelfs in een jaar met minder optredende afrijpingsziekten. Voor gerst schatten we de gemiddelde opbrengst op 4800 5000 kg per ha. Het brouwgerstpercentage wat betreft de korrelgrootte blijkt gunstig te liggen, maar geruchten doen de ronde, dat door kiemkrachtproblemen de gerst minder geschikt zou zijn voor de brouw. Voor erwten geldt, dat de opbrengsten erg verschillend zijn. Door het kleine areaal zouden wij ons willen onthouden van een gemiddeld op- brengstcijfer en vermelden we de laagste (2000 kg) en de hoogste (3600 kg), die we hoorden. Van collegae blauw- maanzaadtelers vernamen we, dat de opbrengsten van dit gewas beneden peil liggen. Cijfers hierover zijn moeilijk te noemen, omdat door een gedeeltelijk mislukte onkruidbe- strijding nogal wat onkruidzaad in het gedorste produkt aanwezig was en dientengevolge het uitvalpercentage hoog zal zijn. vrijwel geen vraag naar is. Niet overal is voldoende opslag capaciteit en voldoende mankracht aanwezig om het bijeen te brengen. Op zulke bedrijven moet dan een keuze gemaakt worden tussen hakselen of verbranden. Van streek tot streek zijn er grote verschillen, maar naar een ruwe schatting lijkt het er op dat zo wat 1/Q deel van de totale stro-oogst wordt gehakseld. De stand van de aardappelen is door het droge en warme weer er niet beter op geworden. Wederom stagneert de groei, hierdoor kan het afsterven wel eens een beetje te snel op gang komen met alle gevolgen van dien voor de op brengst. Tot nog toe is er van do zijde van de handel weinig interesse, toch wel een groot verschil met het vorige jaar. De suikerbieten zijn de laatste weken wat lichter van kleur geworden. Toch lijkt het gezien de eerste proef rooiin gen dat de opbrengst vrij goed zal worden. Dit soort weersomstandigheden blijkt gezien de flinke groei toch echt wel het weer voor de mais te zijn. Dit gewas staat er zeer goed voor en belooft een goede opbrengst te kunnen geven. De van onder de dekvruchten gekomen gewassen als kar- wij, graszaad en groenbemesters hebben het met dit warme en droge weer niet zo best. De vochtvoorziening is dan ook voor de jonge, kleine plantjes met soms nog een te gering ontwikkeld wortelstelsel meestal het grootste probleem. Op meerdere bedrijven is de grasvoorraad voor het rund vee de laatste weken hard geminderd, hier en daar wordt reeds wat bijgevoederd. In een record tempo is de graanoogst geborgen. Slechts één fikse onweersbui heeft wat stagnatie veroorzaakt, maar verder liep alles gesmeerd. Meerdere keren kon zelfs 's mor gens van vroeg af gedorsen worden omdat er praktisch geen dauwvorming had plaats gehad en tevens omdat het graan door het ideale zomerse weertype zo'n buitengewoon laag vochtpercentage had verkregen. Vochtpercentages van 13 en 14 zijn geen uitzonderingen geweest en bij aflevering dienen we daar terdege rekening mee te houden en zullen we ook moeten trachten dit in de prijs verdisconteerd te krijgen. Goed weer is tijdens de graanoogst heel wat waard, maar nog belangrijker is voor de boer de opbrengst. Thans worden er hier en daar zelfs topopbrengsten genoemd van meer dan 8 ton wintertarwe en bij navraag blijkt, dat deze zijn ver kregen op percelen waar gedurende het groeiseizoen op het goede moment de een of andere vorm van gewasbescher ming werd toegepast. In deze moderne vorm van graanver- bouw zit dus wel perspectief en bij deze resultaten worden de gemaakte extra kosten goed betaald. Typisch is dat de stro-opbrengst van genoemde percelen normaal is en zo schommelt rond de 4y2 ton per ha. Uit ervaring weten we, dat een plant in staat is om een bepaalde hoeveelheid droge- stof te produceren en hierop doorredenerend zouden we ons de vraag kunnen stellen of het mogelijk is om door toepas sing van groeiremmingsmiddelen de stro-produktie van de plant te halveren en hiermede te bereiken, dat de korrel- produktie nog meer wordt verhoogd. Zuiver wiskundig be rekend komen er dan opbrengsten van ruim tien ton tarwe in het verschiet te liggen. Verder zullen dan de stro-prijzen bepaald interessanter worden, want door de halvering van de stro-opbrengst krijgen we weer te maken met de wet van vraag en aanbod en zo snijdt het mes dan aan twee kanten. Een boer moet steeds maar rekeneri het hele jaar door; vroe ger gebruikte men de „regel van drieën" en thans de tel machine, maar dat hoort nu eenmaal bij zijn vak en als hij zich verrekent kan hij lelijk in zijn vingers snijden. Uit proefrooiingen van de de suikerbieten is gebleken, dat momenteel het hoogste suikergehalte wordt geregistreerd bij de bieten welke een niet te hoge stikstofgift hebben ge kregen. Bieten met een te royale bladstand laten het in sui kergehalte dan ook lelijk zitten. Uiteindelijk gaat het om de beste economische opbrengst en misschien moet ook bij de bieten evenals bij de moderne graanverbouw gebeurd is heel de stikstofvoorziening op de helling. Gezien het grote areaal bieten lijkt het er op, dat de bietencampagne wel extra vroeg zal moeten beginnen om weer op tijd klaar te zijn. De aardappeloogst komt ongetwijfeld later op gang en zo zal het beslist een drukke herfst worden daar veel werk gelijktijdig aan bod komt. De prijzen van het slachtvee blijven thans iets gedrukt, reden waarom buurman een afwachtende houding heeft aangenomen en nog geen jongvee voor de a.s. stalperiode heeft durven aankopen. Wel heeft hij zich voorzichtig ge dekt door de aankoop van een beste koppel kalveren, waar uiteindelijk veel minder geld in gaat zitten. Dat ook dit nog niet alles is heeft hij deze week weer eens ervaren. Een heel best kalf dat goed at en dronk viel bepaald op door het aparte geluid dat het maakte en ten einde raad heeft hij hem op stal gezet en een deskundige geraadpleegd, maar er was niets ernstigs te vinden. Uit de papieren is nu echter geble ken, dat het kalf van een Franse vader is en dus zal dat aparte geluid meer een erfelijke kwestie zijn. Zo staat een echte veekenner soms ook nog voor raadselen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 5