Kweek in Uw bouwland? Bestrijding noodzakelijk Geen stilte rond Coöperatie KORTE WENKEN 0 C. R. A. Eindhoven, J. COOLEIN. Kweek in bouwland drukt de opbrengst van akkerbouwgewassen sterk. Kweek kan men het beste in het najaar bestrijden. Behalve mechanisch kan dit ook chemisch met TCA; het achterwege late van mechanische bestrijding is echter niet verantwoord. Door na het spui ten en in frezen van TCA een stop pelgewas te telen krijgt u een goe de kweekbestrijding en zorgt u te gelijkertijd voor groenbemester of voor goedkoop voer. Komt de stoppel te laat bloot voor een stoppelgewas, dan kunt u kweek afdoende bestrijden door de grond regelmatig te bewerken en TCA te spuiten en in te frezen. Let bij het gebruik van TCA vooral op de wachttermijn; spuit op tijd! Tot slot: laat uw land niet onder de kweek lopen; houdt de kanten schoon en begin tijdig met de be strijding. „Voorkomen is voordeli ger dan bestrijden". Kweek is vaak de oorzaak van een te lage opbrengst. Komt het onkruid voor in snijmais dan is er al snel een verlies van 30 Dit komt overeen met ruim 2000 kg z.w. of bij een z.w.-prijs ƒ0,35 met f 700,per ha. In aardappelen veroorzaakt kweek niet alleen een lagere opbrengst maar ook problemen bij het rooien. Door kweek is er namelijk meer kans op storingen en rooibe- schadiging. üok blijven er meer knollen op het veld ach ter, waardoor er in het volggewas meer aardappelopslag komt en aardappelmoeheid in de hand wordt gewerkt. Handwerkloze bietenteelt wordt door kweek onmogelijk gemaakt. Daarom komen kweekpercelen niet voor bieten in aanmerking. HOE KWEEK BESTRIJDEN? Kweek kan zowel mechanisch als chemisch worden bestreden. Komt er veel kweek voor of zyn de weers omstandigheden voor mechanische bestrijding te on gunstig, dan zullen beide methoden moeten worden ge combineerd. Het resultaat van een chemische bestryding wordt overigens onder alle omstandigheden sterk verbe terd door combinatie met grondbewerking. Mechanische bestrijding vindt plaats door om de 23 weken de grond te bewerken, bij voorkeur afwisselend met een stoppelploeg en met een egge of cultivator. Een frees of een schijvenegge zijn hiervoor minder geschikt omdat bij die werktuigen de struktuur meer heeft te lijden. Door steeds na het uitlopen van de kweek de grond te bewerken worden de wortels hoe langer hoe verder uitgeput, zodat ze tenslotte afsterven. Chemische bestrijding van kweek in bouwland lukt het beste met TQA. Dit middel wordt alleen via de wortels opgenomen. Daarom dient men vóór het spuiten van TCA door een grondbewerking de kweekwortels boven te halen. Na het spuiten moet TCA direct worden ingefreesd, zodat het middel intensief door de boven laag wordt gemengd. De kweekwortels nemen er dan meer van op. Een aanvullende grondbewerking enkele weken na het frezen vergroot het effect van TCA. Ook het zaaien van een stoppelgewas, zoals bladkool, stop pelknollen of bladramenas, direct na het infrezen van TCA kan een zeer goede kweekbestrijding geven. Momenteel is behalve korrelvormige TCA ook vloei bare TCA in de handel onder de merken Teceal en Rhizovin. Bij gebruik van deze vloeibare TCA horen problemen met het oplossen tot het verleden. TCA heeft een wachttermijn van minimaal drie maan den, voordat weer een gewas kan worden gezaaid. Na late toepassing en een droge winter kan in het volgge was (zomergraan, aardappelen, mais) nog TCA-schade optreden. Spuit daarom liefst vóór 1 november doch uiterlijk vóór 1 december. Of een mechanische 'bestryding nog aangevuld moet worden met een TCA-behandeling hangt af van de kweekbezetting en de weersomstandigheden. Ziet u aan komen dat het volgende gewas nog schade zal lijden van r2Xe/geble7en kweek dan is spuiten en infrezen van TCA noodzakelyk. aak zal dit echter beperkt kun nen worden tot delen van het perceel. KWEEKBESTRIJDING NA VERSCHILLENDE GEWAS- Granen: In een droge periode is heel wat te bereiken door de grond afwisselend te bewerken met stoppel- ploeg, cultivator en egge. Indien nodig kan later nog een bestryding met 50—70 kg TCA volgen. Het is niet verantwoord mechanische bestrijding van kweek ach terwege te laten, ook niet als men van plan is TCA te spuiten. Komt de stoppel vroeg genoeg vrij om nog een stop pelgewas te telen, dan dient men direct na het stoppel- ploegen 50 kg TCA te spuiten en intensief doch niet te diep (810 cm) in te frezen. Daarna kan bladkool, stop pelknollen of bladramenas worden gezaaid. Bij zaai in de tweede helft van augustus geeft alleen bladramenas nog voldoende blad om de kweek volledig te onder drukken. Mais. Na mais is een grondbewerking vaak moeilijk vanwege de stoppel. Het is in dit geval beter direct na de maisoogst op de door de mais verzwakte kweek 50—70 kg TCA te spuiten en direct in te frezen. Gedurende de winter moet men de grond dan nog enkele malen be werken. Conservengewassen. Na erwten en tuinbonen wordt kweek bestreden door de TCA-behandeling te combine ren met een stoppelgewas. Na late stamslabonen kan de grond meestal nog wel enkele keren worden bewerkt en is ook een TCA-behandeling mogelijk. Bieten. Na bieten blijft slechts weinig tijd over voor mechanische bestrijding. Daarom zullen direct na de oogst van de bieten en het loof de kweekwortels met ploeg of cultivator bovengehaald moeten worden om vervolgens TCA te spuiten en in te frezen. Na enige weken moet de grond nogmaals worden bewerkt. Vooral in droge winters is het gunstig de grond wat dieper te bewerken omdat anders bij het op zaaivoor ploegen nog levende kweekwortels worden bovenge haald welke in het volgende gewas weer last kunnen veroorzaken. Het is mogelijk voor het poten van aard appelen in het voorjaar 910 liter vloeibare Eptam te spuiten en direct goed in te werken. Omdat met dit middel nog weinig ervaring is opgedaan, kan men de kweek echter het beste in het najaar bestrijden en al leen Eptam gebruiken als dat in het voorjaar nog no dig blijkt te zijn. Op deze manier houdt men een goed middel achter de hand. Drs. J. DIJKGRAAF, L.C.C. - Goes. TN het blad „De Strijdkreet" van het Leger des Heils lazen we de volgende uitspraak: „Als de mensen alleen maar spraken over de dingen waar ze verstand van hadden zou de stilte ondraaglijk worden". Wat moet je met deze uitspraak in de huidige tijd be ginnen? Wij mensen van 1973 krijgen een betere ont wikkeling, worden overstroomd met informatie door de publiciteits- en voorlichtingsmedia en willen democrati sering, waaronder inspraak. We zijn mondiger geworden en laten dat in allerlei kringen en verbanden dan ook goed blijken. We hebben van meer dingen verstand, al thans menen dat te hebben, zodat er in tegenstelling tot de aanhaling uit „De Strijdkreet" van stilte helemaal geen sprake behoeft te zijn. Integendeel, de praktijk leert wel anders. Maar heeft het blad desondanks gelijk? MONDIG ZIJN T ATEN we vooropstellen, dat iemand de mond snoe- ren met de opmerking, dat hij niet weet, waarover hij praat, het in deze tijd niet meer doet. Zo'n opmer king wordt al snel als ondemocratisch of conservatief bestempeld en daarmee heeft de opmerker het wel ge vreten. Hij wordt onmiddellijk bij 't vuile goed gegooid. Toch zijn ecwel een paar punten, die we in dit verband aan een beschouwinkje moeten onderwerpen. In de eerste plaats constateren we, dat veel mensen tegenwoordig van veel meer dingen wat afweten dan voorheen. Ze weten van veel dingen meer, maar toch altijd weinig. Wij zouden dit een euvel van deze tijd willen noemen. We praten over veel dingen vrij vlot mee, waarvan we in feite toch te weinig weten. Onze betere ontwikkeling en ons beter geïnformeerd zijn zit ons hierbij als het ware in de weg. Toch betreurt schrij ver dit niet. We zijn op de goede weg alleen de verdie ping ontbreekt nog het oppervlakkige moet er nog uit om met verstand- over dingen te kunnen spreken. Hiertoe is temeer aanleiding, omdat vele zaken in onze samenleving als het ware met de dag ingewikkelder wor den. Vroeger kon één man een betrekkelijk groot veld overzien en hij behoefde meestal slechts met enkele za ken rekening te houden. Kom daar nu maar eens om én vanwege de democratisering én vanwege bijvoorbeeld de milieubescherming én vanwege de sociale, de socio logische, de planologische, de psychologische, de peda gogische, en nog een aantal „ogische" gezichtspunten meer. We spreken niet voor niets over samenwerking in teamverband en van een aantal disciplinec (wetenschap pers op verschillende terreinen). VERDIEPING MU komt direkt de neiging op om te zeggen: laten we het toch vooral eenvoudig houden. Onze erva ring is, dat dit veel gemakkelijker gezegd dan gedaan is. Ook al streven we naar eenvoud dan toch kunnen we er niet onder uit, dat in onze samenleving de samen hangen bij elk vraagstuk toenemen. Vandaar, dat wij zo pleiten voor verdieping en meer achtergrond-informatie, om verstandige woorden te kunnen spreken. De leden van onze coöperaties mogen zich ons inziens deze woorden gerust aantrekken. Afhaken betekent alleen maar, dat ze de dingen over zich heen laten komen ge paard gaande met een stuk opgespaarde, onverwerkte wrok. Dit soort stilte mag niet rond onze coöperaties val len. Het zou op den duur funest zijn voor onze samen werkingsverbanden. Bestuur en direktie hebben tot taak zo duidelijk mogelijke inlichtingen en voorlichting te geven, die de leden dan ook metterdaad in zich op kun nen nemen en verwerken om tot een gefundeerde eigen mening te komen. Daar zullen we met elkaar aan moe ten blijven werken, opdat om weer met „De Strijdkreet" te spreken de stilte niet ondraaglijk wordt. Wij komen gelukkig nog te veel gezond boerenverstand tegen om te geloven, dat we het stilte stadium bereiken. Samen werken blijft voor ons ook sanïendenken. Straks is daar weer meer gelegenheid voor dan in deze maanden, maar dan kunnen we de gelegenheid ook goed benutten. Om met verstand na te gaan waar we heen kunnen koersen om de positie van ons gezamenlijk optreden te verster ken en uit te bouwen. Nogmaals, bij onze leden mag rond hun coöperatie geen stilte vallen! m C.A.R. - Zevenbergen AKKERBOUW DE GRAANOOGST VRAAGT tegenwoordig nog geen 10 van de uren die hier vroeger voor nodig waren. En toch is het nu, met de grote oogstmachines enkele dagen erg druk. Óm het werk vlot te laten verlopen moet het losse produkt snel kunnen worden afgevoerd. De maaidorser kan niet wachten. Spreek met een buur man of andere collega af het werk gezamenlijk uit te voeren en maak tijdig de benodigde wagens in orde. DE LAASTE JAREN zijn er heel wat ervaringen opge daan met het uit het zwad dorsen van erwten. Een suk- ses is het beslist niet geworden. Uit het zwad dorsen is alleen mogelijk bij goed weer en wanneer U over een droogcel beschikt om na het dorsen de erwten lang zaam te laten droog draaien. Als U hiervoor niet bent in gericht, kunt U beter de erwten ruiteren. BLADRAMMENAS SILETTAkan als groenbemes- tingsgewas gezaaid worden tot eind augustus. Vooral na granen is dit snel groeiend gewas zeer geschikt. Het geeft een snelle vertering en U hebt er ook geen opslag van. U hebt 15 kg zaaizaad nodig per ha en het vraagt een zuivere stikstofbemesting van 6080 kg per ha. TE VOCHTIG GRAAN kunt U ook in een aardappel bewaarplaats met onverwarmde lucht goed droog bla zen, maar dit duurt natuurlijk wel enige tijd. Neem geen te hoge storthoogte; bij 25 vocht zeker niet hoger dan 50 cm, vooral bij een lage ventïlatorkapaciteit. U zult regelmatig het graan moeten omscheppen om broei te voorkomen en een gelijkmatige droging te bevorderen. DE BEDRIJFSOVERNAME vindt het meest plaats na het ruimen van de gewassen. Zowel voor de gaande als de komende man is dit een belangrijke stap in het leven. Nog te weinig wordt gebruik gemaakt van de mogelijk heden U te laten voorlichten door deskundigen op het terrein van de bedrijfsovername, de financiering en de rentabiliteitsverwachting van het over te nemen bedrijf. VEEHOUDERIJ DE HOEVEELHEID WINTERVOER kan nu reeds nauw keurig worden geschat. Per stuks grootvee is er 800 a 900 kg ZW nodig als ruwvoer. Een eventueel tekort valt gemakkelijk te berekenen. Het is nu de tijd om het ont brekende ruwvoer aan te kopen. IN HET NAJAAR heeft het vee behoefte aan wat droog ruwvoer. Hiervoor is graszaad-stro geschikt. Hierdoor kan de melkgift op peil worden gehouden. Tevens kan de weideperiode er door verlengd worden, waardoor win- tervoer gespaard wordt. OM HET WERK IN DE WINTER gemakkelijk rond te krijgen is een goede erfverharding onmisbaar. Er moet veel kuilvoer worden aangehaald en veelal moet er voer van de ene naar de andere schuur worden gebracht. Er zijn diverse materialen. Klinkers zijn echter wel het meest geschikt. JONGVEE-ENTING TEGEN MOND-EN-KLAUWZEER In de mond-en-klauwzeerentbeschikking 1973 is ver plichte najaarsenting van jongvee komen te vervallen. 'De Stichting Gezondheidszorg voor Dieren heeft in overleg met de Rijksoverheid besloten telken jare tegen de herfst te bezien of de najaarsenting van jongvee wel of niet zal moeten worden verplicht gesteld. Het ziet er naar uit dat een en ander dit najaar niet zal worden voorgeschreven. Wel geldt echter het volgende: jonge runderen ouder dan 4 maanden, die in 1973 nog niet werden geënt, mogen slechts dan worden verkocht of ingezonden naar een fokveedag of kalveropfokwed- strijd, wanneer ze tenminste 14 dagen daarvoor tegen mond-en-klauwzeer zijn geënt. Jonge runderen die niet worden verkocht en bijv. niet ingezonden worden naar een fokveedag, dus steeds op het bedrijf blijven, moeten pas in 't voorjaar 1974 worden geënt. Ingeval besloten zou worden de algemene najaarsenting toch verplicht te stellen, worden betrokkenen daarvan tijdig in dit blad op de hoogte gesteld. Aldus een mededeling van de Gezondheidsdienst voor Dieren in Zeeland.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 6