De belangstelling voor ruwvoeder stijgt o°k zou ik, graag ter overdenking geven of het niet mo gelijk is om tot meer samenwerking te komen (meer centralisatie doorvoeren). De ZLM-dagen hebben bewezen dat de interesse en behoefte blijft bestaan, zoals een uwer medewerkers zo treffend schreef: niet alleen een confron tatie met alles wat zich op of om de boerderij afspeelt, maar een soort reünie oftewel een gezellige bijeenkomst van oude vrienden en relaties. Akkerbouw Internationaal Voorlopige uitkomsten landbouwtelling 1973 Opgave tot deelname aan blauwgevoeligheidsonder- zoek bij consumptie aardappelen Evenals in andere gèbieden wordt ook in WEST ZEEUWSCH-VLAANDEREN de belangstelling voor de teelt en oogst van bepaalde ruWvoeders met de dag gro- ITALIAANSE TUINBOUW LOOPT ACHTERSTAND IN Dankzij de sinds 1967'68 door de EEG en de Italiaan se wetgeving geboden financiële en organisatorische voordelen voor tuinbouworganisaties, is de achterstand, die Italië wat de groenten- en fruitproduktie betreft ten opzichte van zijn partners in de Europese Gemeenschap heeft, kleiner geworden. Via oude en nieuwe organisa ties worden in Italië gemiddeld 3,9 miljoen ton fruit en 530.000 ton groenten verkocht. Tegelijkertijd zorgden nieuwe statuten en normen ervoor dat de activiteiten van deze organisaties werden verbeterd. Ook al is het trapsgewijze systeem van coöperatieve verenigingen in Italië slechts in eerste aanzet ingevoerd, toch deed zich verleden jaar met 49 „erkende" tuinbouworganisaties (169 in 1962) reeds een aanzienlijke concentratie van 'het aanbod voor. Deze ontwikkeling kwam echter ver leden jaar tot stilstand. Viervijfde van de Sdcilaanse si naasappel- en citroenenoogst wordt nog verkocht zonder hulp en tussenkomst van de Italiaanse tuinbouworgani saties. Het Italiaanse marktonderzoekbureau Irvam in Rome wees er onlangs op dat voor slechts een derde van de totale door de organisaties gecontroleerde oogstop brengst gebruik werd gemaakt van de collectieve afzet kanalen. Hoe ongelijkmatig deze op verbetering van de afzet gerichte instellingen in Italië nog zijn verdeeld, toont het grote aandeel van Noord-Italië. Daar zijn 52.000 tuinbouwers aangesloten bij tot nu toe opgerichte tuinbouworganisaties meer dan een derde van het to taal aantal georganiseerden in Italië. In deze streek van het land bevindt zich ook de helft van alle organi saties op tuinbouwgebied. „DE ZEEUWSE DAG VAN HET PAARD 1973" (Vervolg van pag. 3) Ik heb eens de mening horen verkondigen dat niet de milieuverontreiniging maar de recreatie één van Zeelands grootste bedreigingen vormt! Laat het toch niet zo ver ko men dat er voor onze eigen Zeeuwse evenementen geen plaats meer is. De centrale veefokdag op vrijdag was een geslaagd evene ment ,de Zeeuwse Dag van het Paard op zaterdag eveneens. Laten de landbouworganisaties, de paarden- en veefok kers met plaatselijke- en provinciale autoriteiten aan één tafel gaan zitten om dit soort manifestaties veilig te stellen voor onze Zeeuwse boerenstand! ter. Zoals ten overvloede reeds bekend is door de stop zetting van de visvangsten voor de Peruaanse kust, de uitvoerbeperking van soja door Amerika en de schaar ste van andere grondstoffen voor de fabrikage van krachtvoeders, de prijs hiervan sterk gestegen. De var kenshouderij en in nog veel sterkere mate de pluim veehouderij zijn in ons gebied van geringe betekenis, zodat wij daarvan weinig moeilijkheden horen. Anders is het met de rund veemester ij, welke op een steeds gro ter aantal bedrijven een al maar grotere eenheden wor den gehouden. Evenals bij de melkveehouderij wordt ook bij de rundveemesterij veel krachtvoer gebruikt. Voor deze veehouders stijgen de voed er kosten dan ook met de dag en het is zelfs beangstigend de kosten van de winterrantsoenen te berekenen; want nu kan nog geprofiteerd worden van het eiwitrijke weidegras. Men hoort daarom momenteel meer praten over de winning van ruwvoeders dan in de jongste voorgaande jaren. Zo zal er na de vroegruimende gewassen zo veel mogelijk stoppelknollen en zaaigras worden gezaaid. Voor graszaadhooi is al meer belangstelling, evenals voor „hooi" uit de wegbermen. Bietenkoppen en -blad zullen door de suikerbietentelers weer gemakkelijker verkocht kunnen worden. De oppervlakte snijmais is uit gebreid en vertoont een goede stand. Alhoewel de mees te van genoemde ruwvoeders zetmeelrijke produkten zijn, is op deze manier de prijs van het rantsoen wel te drukken, tenminste indien de benodigde arbeid hieraan te besteden, niet of niet geheel wordt ingecalculeerd aan de huidige uurlonen. Door de altijd wel aanwezige onbenutte uren, door zo nodig wat langere dagen te maken en door burenhulp, is echter veel te besparen. Het is dan ook zeer begrij pelijk dat de meeste veehouders ieder op hun eigen manier naar de hierboven genoemde mogelijkheden zoeken. De oogst van graszaad is nu een heel eind achter de rug. De kg-opbrengsten zijn matig. Van karwij lopen deze zeer sterk uiteen, nl. van 700 tot 2200 kg per ha, met gemiddeld ongeveer 1600 kg per ha. Het koolzaad is gezwadmaaid en hiervan zal indien het weer meewerkt eind juli met dorsen kunnen wor den begonnen. Wij zijn zeer pessimistisch over dit gewas. Minder tarwe in Frankrijk. Voor 1973/74 wordt de oogst aan zachte tarwe in Frankrijk geraamd op 14 14,4 miljoen ton, vergeleken met 14,8 miljoen ton in 1972/73. Daaren tegen verwacht men een grotere oogst aan gerst, die in 1972/73 ca. 6,1 miljoen ton bedroeg en voor 1973/74 ge raamd wordt op 6,0 tot 6,3 miljoen ton. De cijfers zijn uiter aard nog maar zeer voorlopig en het zal pas over enkele maanden mogelijk zijn exacter cijfers aan te geven. Minder tarwe in Turkije. In Turkije waar vorig jaar de tarweoogst 12,25 miljoen ton opleverde rekent men dit jaar op niet meer dan 10,4 miljoen ton. De oorzaak is de grote droogte, vooral in het zuidoosten. De binnenlandse con sumptie bedraagt ongeveer 9,5 miljoen ton. De binnenlandse voorziening is dus niet in gevaar, maar er is wel minder voor export beschikbaar. Grote oogst sorghum in Argentinië. De sorghumoogst in Argentinië heeft dit jaar ca. 4,96 miljoen ton opgeleverd dat is meer dan een verdubbeling van de oogst van vorig jaar, die ca. 2,36 miljoen ton opleverde. Ook het gemiddelde van de voorgaande vijf en tien jaar was aanmerkelijk lager. De oogst van dit jaar zou daar resp. ca. 60 en 125 boven uitkomen. Tarweoogst China. Uit China komen berichten over een vrij goede oogst van tarwe in verschillende districten. Dat is met name het geval in de twee belangrijkste tarwe-dis- tricten. Zo zou, volgens het New China News Agency de tarweproduktie in Honan ca. 10 groter zijn dan vorig jaar. Ook voor het district Huaipei in Oost China zou men een record-oogst verwachten. Men is de droogte, die catastro faal dreigde te worden, te lijf gegaan met het slaan van meer dan 23.000 pompen. Graanoogst Sovjets. Van Sovjet-bronnen in Parijs verne men wij dat men in de Sovjet-Unie dit jaar rekent op een recordoogst aan granen van 197 miljoen ton, wat 11 miljoen ton meer zou zijn dan de record-oogst van 1970 opleverde. Deze grotere produktie is enerzijds te danken aan een uit breiding va nhet areaal en anderzijds van de aanwending van andere rassen met hogere ha-opbrengst. Ook al zou de Sovjet-Unie dit jaar een record bereiken dan nog is het welhaast zeker dat mede voor de voorraad- vorming nog in ruime mate een beroep op de wereldmarkt zal worden gedaan. Dat is de algemene mening in kringen van de internationale graanhandel. Arealen granlen en peulvruchten verminderd, maar uitbreiding van de oppervlakten handelsgewassen, 1 aardappelen, suikerbieten, snijmais en zaai-uien De oppervlakte tarwe is ten opzichte van 1972 met 12 gedaald tot 137.900 ha. Het gerstareaal is daaren tegen met 9;%. gestegen tot 90.300 ha. De overige graan gewassen vertonen alle een aanzienlijke teruggang. De oppervlakte rogge bedraagt thans 30.900 ha. 45 haver 30.300 ha 9 korrelmais 2.800 ha 26 en mengsels van granen 600 ha 50 Aldus de voor lopige uitkomsten van het C.B.S. betreffende de in mei j.l. gehouden landbouwtelling, voorzover betreft de ak kerbouwgewassen en de zaai-uien. Het areaal droog te oogsten peulvruchten is in 1973 verder ingekrompen. Groene erwten komt thans op 2.300 ha voor 8%), schokkers op 700 ha 36 en kapucijners en grauwe erwten op 900 ha 18 Slechts de oppervlakte bruine en witte bonen is ten op zichte van 1972 met 2 toegenomen tot 4800 ha. Daarentegen is in vergelijking met verleden jaar het Jcoolzaad-areaal slechts met 1 uitgebreid tot 15.200 ha. De oppervlakte karwijzaad echter is aanzienlijk vergroot tot 2.900 ha 26%) en die van blauwmaanzaad tot 2.100 ha 75 Het ulasareaal is daarentegen verder met 18 ingekrompen tot 5.000 ha. De oppervlakte graszaad is voor 1973: 13.700 ha (een teruggang van 1 ten opzichte van 1972). Het areaal consumptie-aardappelen (incl. vroege poot- en voer- aardappelen) blijkt te zijn toegenomen van 79.800 ha in 1972 tot 86.000 ha in 1973 8 De zand- en veen- aardappelen zijn met 9 toegenomen tot 16.600 ha en de klei-aardappelen met 7tot 69.400 ha De oppervlak te fabrieksaardappelen (incl. pootaardappelen) is met 2 uitgebreid tot 70.400 ha. Het areaal suikerbieten is gestegen van 113.000 ha in 1972 tot 117.000 ha in 1973 4%). De voederbieten vertonen ook dit jaar weer een sterke areaalinkrimping (ten opzichte van 1972 met 27 gedaald tot 4.600 ha). En de grote belangstelling voor het telen van snijmais komt tot uiting in de snelle areaaluitbreiding t.w. van 29.400 in 1972 tot 49.700 ha in 1973 69 Tenslotte is het areaal zaai-uien ten opzichte van verleden jaar met 221%, gestegen tot 9.000 ha! De totale oppervlakte akkerbouwgewassen, die vrijwel ieder jaar kleiner wordt, vertoont een verdere daling van 685.000 ha in 1972 tot 674.500 ha in 1973 2 AKKERBOUWGEWASSEN EN ZAAI-UIEN (voorlopige uitkomsten) in 1000 ha gemeten maat Granen 1 1972 1973 Tarwe 156,2 137,9 w.v. wintertarwe 135,3 116,3 zomertarwe 20,9 21,6 Gerst 83 90,3 w.v. wintergerst 10 10,7 zomergerst 73 79,6 Rogge 55,9 30,9 Haver 33,4 30,3 Korrelmais 1,2 0,6 Peulvruchten (droog te oogsten) Groene erwten 2,5 2,3 Schokkers 1,1 0,7 Kapucijners en grauwe erwten 1,1 0,9 Bruine en witte bonen 4,7 4,8 Handelsgewassen Koolzaad 15 15,2 Karwijzaad 2,3 2,9 Blauwmaanzaad 1,2 2,1 Vlas 6,1 5 Landbouwzaden i Graszaad 13,8 13,7 Knol- en wortelgewassen j Cons.-aard. op zand- en veengrond'2) 15,2 16,6 Consumptie-aardappelen op kleigrond3) 64,0 69,4 Fabrieksaardappelen 69,1 70,4 Suikerbieten 1:13 117 Voederbieten 6,3 4,6 Groenvoeder gewas Snijmais 29,4 49,7 Overige akkerbouwgewassen 6,7 6,2 Totaal akkerbouwgewassen 685,5 674,5 Zaai-uien 7,4 9 Exclusief bedrijven kleiner dan 10 standaardbedrijfs- eenheden. 2) Inclusief vroege, poot- en voeraardappelen. 3) Inclusief pootaardappelen. IN 1972 is met het praktijkonderzoek, gericht op het voorkomen van „blauw" in consumptie-aard appelen een begin gemaakt. Dit betrof zowel het loof- als het knolonderzoek. Naar aanleiding van het gevonden kaligehalte in het loof krijgt de teler een advies over de blauwgevoeligheid van zijn aardappelen. Het knolonder zoek vindt plaats door middel van de schudmethode. Om dat dit knolonderzoek kort vóór het rooien plaatsvindt, worden een aantal, ten dele nog onbekende faktonen, daarbij betrokken. Het percentage blauwgevoelige partijen van oogst 1972 viel gelukkig mee. Bovendien lagen de afzetkansen en de prijs zeer gunstig. Dat betekent echter niet dat dit ook voor oogst 1973 het geval zal zijn. Iedere aardappel teler zal al het mogelijke moeten doen om goede kwali teitsaardappelen te telen en af te leveren, vrij van blauw en rooibeschadiging. Kwaliteitsbeheersing bij de teelt en afzet van aard appelen is een dringende noodzaak. Dit zowel om aan de klachten van de Nederlandse consument tegemoet te komen als om de exportmarkt te behouden. Beschadi ging en blauw zijn gebreken die de reputatie en daar door de afzet en prijsvorming van onze aardappel veel kwaad doen. Vooral wanneer de afzet moeilijk is, zullen partijen met een mindere kwaliteit moeilijk te plaatsen zijn. U zult alle mogelijke maatregelen moeten nemen om rooibeschadigingjen rooierslag te voorkomen. Door een juiste afstelling van de rooimachine, het gebruik van goed transportmateriaal, enz. kan beschadiging tot een minimum beperk blijven. Daarnaast is het uitermate be langrijk dat U vóór het oogsten de blauwgevoeligheid van Uw aardappelen weet. Evenals in 1972 wordt u ook nu in de gelegenheid gesteld Uw aardappelen op blauw gevoeligheid te laten beoordelen. TJET onderzoek geschiedt door de Keuringsdienst N.A.K. Delta te Goes en vindt plaats volgens de schudmethode van het I.B.V.L. De uitvoering is als volgt: In de periode tussen doodspuiten van het gewas en het rooien neemt de teler zelf een monster. Het vervoer van de monsters naar het onderzoeklaboratorium zal door bovengenoemde consulentschappen nader worden ge regeld. Na de noodzakelijke bewerkingen en beoordeling van het monster wordt de uitslag, vergezeld van een gericht advies, aan U medegedeeld. De uitslag is strikt persoon lijk gericht. De richtlijnen voor de monstername worden na opgave aan U verstrekt. De kosten bedragen f 20, per monster 4 B.T.W. Op percelen met uniforme grond is één monster per 2 a 3 ha voldoende. Bij aan zienlijke bodemverschillen zijn meer monsters gewenst. Telers die kontraktuele of andere bindingen hebben met kollekterende bedrijven die eveneens zijn uitgerust met dezelfde apparatuur kunnen hun aardappelen desge wenst daar laten onderzoeken op het voorkomen van blauw. De belangstellende teler wordt dringend verzocht zijn opgave voor 4 augustus op te zenden aan: Consulentschap voor de Akkerbouw- en de Rundvee houderij, Hoefslag 2 te Barendrecht. Consulentschap voor de Akkerbouw en de Rundvee houderij, Landbouwcentrum, Westsingel 58 te Goes. Consulentschap voor de Akkerbouw en de Rundvee houderij, Postbus 54 te Zevenbergen. Ook aardappeltelers in Midden en Oost Brabant kun nen aan het kwaliteitsonderzoek deelnemen. Deze kun nen zich opgeven bij hun bedrijfsvoorlichter akkerbouw. De consulenten in het Zuidwestelijk zeekleigebied Barendrecht - Goes - Zevenbergen

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 5