VERZEKERINGSINSTEL.LINGFN /AN DE ZLM Moeten we naar nationalisatie van de gezondheidszorg Nu de vierde Zeeuwse Dag van het Paard in het kadei van de ZLM-tentoonstelling „Delta '73" tot het ver leden behoort moge, na een korte nabeschouwing, de blik vooruit worden geworpen en de problemen verbonden aan het organiseren van dergelijke manifestaties, de daaraan verbonden financiële consequenties en nog vele onvervulde wensen eens worden besproken. M°°E ik thans mijn persoonlijke visie geven over het. in dit verband, in de toekomst te voeren beleid, treffende, vinden plaats in de openlucht en zijn daardoor zeer afhankelijk van de weersomstandigheden, welke op hun beurt wederom het bezoekersaantal (de financiële basis) beïnvloeden. Dit risico kan men op den duur alleen aan vaarden indien over een reservekapitaal kan worden be schikt. Door stijgende kosten en de helaas steeds minder wordende bereidheid zich zonder geldelijke vergoeding in te zetten voor een het algemeen belang dienende zaak, ma ken de vorming van een dergelijk reservefondsen vrijwel onmogelijk. En zo deze al bestaan, worden ze langzamer hand opgesoupeerd. Bevorderd zou moeten worden dat daarvoor van overheidswege, hetzij Rijk of Provincie, garan tiesommen worden verstrekt. FjET Centraal Bureau voor de Statistiek heeft vorige week de balans en winstcijfers gepubliceerd van 181 ondernemingen waarvan de aandelen worden geno teerd op de beurs van Amsterdam. Deze 181 ondernemin gen hadden in 1971 een winst gemaakt van 3.990 miljoen gulden en in 1972 van 3800 miljoen gulden. Vooruit gang in winstontwikkeling viel er dus niet te constate ren. Integendeel, de achteruitgang bedroeg 5 De grote 5: Koninklijke Petroleum, Philips, Unilever, Akzo en 3 PI "LI ET is ©en onbetwistbaar feit, dat zeer weinig men- sen graag betalen. Ontvangen gaat prima, maar betalen, ho maarl Zelden spraken wij iemand, die het fijn vond zo'n blauwe enveloppe te hebben ontvangen en bovendien blij was, dat hij zoveel belasting moest betalen. En eigenlijk zou men toch blij moeten zijn veel belasting te mogen betalen; immers, dat betekent, dat er goed verdiend is. Als je geen belasting moet beta len ziet het er over het algemeen niet zo best uit. Toch probeert de belastingbetaler nog zo'n verhaal op te han gen, dat hij slechter af is als diegene, die niets moet betalen! Overigens wilden wij het niet over de belas ting hebben maar dit slechts als aanloop gebruiken voor de kern van ons verhaal. In de verzekeringssector zijn premieverhogingen aan de orde van de dag. Ook deze nota's worden niet met enthousiasme begroet. Vooral wanneer de premieverho gingen vrij regelmatig komen, zoals b.v. bij de ziektekos tenverzekering. De reakties worden dan veelvuldiger. Deskundigen, maar vooral ook ondeskundiger, gaan pro beren de oorzaak van al deze verhogingen aan te geven. De zondebokken zijn ras gevonden: n.l. de ligdagkosben in de ziekenhuizen stijgen te snel (d.w.z. dat de zieken huizen niet economisch beheerd worden), de specialis ten verdienen veel te veel (houden er tweede huizen op na, dure jachten etc.) en verder nemen de ziekte kostenverzekeraars het er te goed van. Met name de N.V.'s geven bovendien nog hoge dividenden en grote tantièmes weg. En wie moet dat allemaal betalen? De verzekerdenI «nu... van ae zieKieKostenverzeKeraars, aie op onaernnge grondslag werken kan men dit laatste niet beweren! Zodra de discussies over het hoe en waarom echter op gang komen wordt de zaak gelijk in het politieke vlak getrokken. Voorstanders van nationalisatie en socialisa tie komen dan metéén aandragen met een volksverzeke ring tegen ziektekosten. De excessen kunnen dan veel drastischer aangepakt worden zeggen ze. Wat voorheen vooral belangrijk is (maar dat wordt niet hardop gezegd) men heeft dan ales onder één noemer gebracht. De pre mie kan dan naar draagkracht opgebracht worden d.w.z. die veel inkomen heeft moet veel betalen en die weinig inkomen heeft uiteraard niets of heel weinig. Kijk, als je er een volksverzekering van maakt is het metéén af gelopen met de hoge specialisteninkomens, het onecono misch beheer van de ziekenhuizen en de tantièmes .en kostbare panden van de particuliere verzekeraars. ZWEDEN ALS VOORBEELD ]SjU zijn er rondom ons wel voorbeelden van natio- nalisatie van de gezondheidszorg, b.v. in Enge land en in Zweden. Ook in de Canadese provincie Que bec zijn daarmede proeven genomen. Delegaties uit de 2e kamer hebben hiervan studie ge maakt. Daarbij wordt over het Engelse systeem weinig gezegd. In Zweden is men met de nationalisatie van de gezondheidszorg het verst gevorderd. Daar is een zeer strakke wetgeving, grote overheidsinvloed en een ver doorgevoerde differentiatie in het ziekenhuiswezen. Nu is Zweden alweer niet vergelijkbaar met Neder land. In de eerste plaats is het 10 maal zo groot >en er wonen slechts acht miljoen mensen. De bevolking woont derhalve zeer gespreid waardoor het b.v. onmogelijk is in ieder dorpje een huisarts te hebben. Het merendeel van de artsen (90 tot 95%) is rond 1970 in overheids dienst genomen. Daardoor vond een herverdeling van inkomens plaats onder de artsen. Zij kregen vaste dienst uren met als basis 40 a 42 uyr per week, te verhogen met maximaal 5 wachturen. Al het overige wordt als overuren betaald. De verzekerden moeten er wel een eigen risico dragen n.l. rond 4,per ligdag in een zie kenhuis, voor ©en consult rond ƒ4,40 en voor een huis bezoek ƒ10,Althans in 1970 en sindsdien zijn deze eigen risico's aan de prijsstijgingen aangepast. Wat de ziekenhuizen betreft, daarvoor berustte de verantwoor delijkheid bij de provincies. Gevolg was, dat de ene pro vincie nog mooiere ziekenhuizen bouwde dan de ander! Algemeen wordt erkend, dat het Zweedse ziekenhuiswe zen op zeer hoog niveau staat. Door voornoemde provin ciale wedijver (overigens zeer gezond) ontstond er ech ter een teveel aan bedden. Gevolg daarvan was een in grijpen door de nationale regering. In Zweden ontbreekt de persoonlijke relatie arts-pa- ueru, ornuut ue paueru aangewezen is op ae gezonu- heidscentra, poliklinieken en ziekenhuizen en daar tref fen zij de arts of specialist aan die toevalligerwijze dienst doet. KOSTEN IN ZWEDEN T ENSLOTTE, om een lang verhaal kort te maken, de kosten van de Zweedse gezondheidszorg zijn toch sterk opgelopen. Elke vijf jaar heeft er een verdubbeling van de premie plaatsgevonden. Van deze kosten betaalt de verzekerde L/s, de werkgever 50 en de overheid een zesde deel. Als je zelf ondernemer bent dan 5/o. De Zweedse regering probeert nu met alle kracht het hoofd te bieden aan de sterk stijgende kosten. Dat valt niet mee want zij moet eerst de artsenopleiding sterk uit breiden omdat er een nijpend tekort aan is. Wij kunnen ons dat wel voorstellen. Zet een arts op een bepaald sa laris en werktijd vast dan heb je binnen een mum van tijd het'dubbele aantal nodigl De slotconclusie van dit beknopt verhaal is, dat met nationalisering geen oplos sing wordt gegeven aan de stijgende kosten. Zweden met zijn ver doorgevoerde nationalisatie van de gezond heidszorg bewijst dit. Ook daar heeft men grote zorgen met bétrekking tot de snel stijgende kosten. Wel treedt er een stuk verar ming op in de relatie patiënt-arts en een verambtelijking van diegene waarvan verwacht wordt, dat ze dag en nacht voor u klaar staan. En dat vinden wij gewoon rampzalig. Bij alle vergrotingen van eenheden vindt een verwijde ring plaats tussen bestuurders en passagiers. Er vindt geleidelijk aan een vernummering plaats. Daarop moet uiteindelijk volgen, dat ieder individu een nummerplaat opgespeld krijgt. Daar moet hij dan mee terecht kunnen bij het ge meentehuis, zijn waterschap, zijn coöperatie, zijn bank, zijn verzekeraar en ook zijn gezondheidsverzorgers. Wat een armoe! Keren wij terug tot de inleiding van dit verhaal n.l. dat niemand graag veel betaald. Dat is niet iets van de laat ste tijd maar is al zo oud als de mensheid. Laat nu de regering, wat de gezondheidszorg betreft, beginnen met kostenbewaking op de ziekenhuisbouw en de exploitatie daarvan. Laat m/en ook het verschil in spe cialistentarieven voor verplicht en vrijwillig verzekerden afschaffen. Dat is uit de tijd! Het financiëren van de zie kenfondsen door de vrijv^illig verzekerden via hogere specialistenhonoraria is al lang een onjuiste zaakl Daarvoor is geen nationalisatie nodig. Zij, die bewe ren, dat via nationalisatie de kosten van de gezondheids zorg zulllen verlagen vertellen fabeltjes. Zij bedoelen o.i. ook iets andersl DE L „DE ZEEUWSE DAG VAN HET PAARD 1973" EN DE WENSEN VOOR DE TOEKOMST L. KOOISTRA, Dir. Stichting Zeeuwse Dag van het Paard. De Zeeuwse Dag van het Paard, de overkoepelende orga nisatie van de provinciale en regionale afdelingen van de diverse stamboeken (sinds januari 1973 in stichtingsvorm) startte in 1970 met een deelname van 125 ter keuring aan geboden dieren. De navolgende jaren gaven een sterke stij ging te zien, zo werden in 1971 200 dieren aangeboden, in 1972 400 en een aantal dat in 1973 aangroeide tot 500 die ren! Kortom een gezonde ontwikkeling, welke stimuleert op de ingeslagen weg voort te gaan! |^U moet mij wel va nhet hart dat niet alleen de aantallen van doorslaggevende betekenis zijn. Nadat het paard door de mechanisatie en motorisatie als werkkracht voor de landbouw nagenoeg verdrongen is, blijft het de taak van de fokkers om aan de nog steeds toenemende vraag naar betere rijpaarden en -pony's te voldoen. Van veel meer betekenis is dan ook de stijgende kwali teit in dit opzicht van het ter keuring aangeboden materiaal De Zeeuwse fokker heeft zijn taak goed begrepen en ge streefd naar verbeteringen. Als ik zo de uitlatingen van de keurmeesters en hoofdbestuursleden van de stamboeken be luister zijn deze pogingen met succes bekroond. Het bezoekersaantal, zo belangrijk voor het financieel slagen van een evenement, was in de afgelopen jaren stij gende, maar dit jaar was ongetwijfeld een topjaar. Overi gens niet verwonderingswaardig, want als ik zo vrij mag zijn om dit van mijn kant te belichten, een betere entourage dan de ZLM Delta '73 op deze prachtige terreinen aan het Veerse Meer zou voor de organisatoren van de Zeeuwse Dag van het Paard niet te vinden zijn. De samenwerking was optimaal. Moge deze in de komende jaren nog verste vigd worden! £EN volgend punt van bespreking zou moeten zijn: de terreinen welke beschikbaar kunnen worden gehou den voor dergelijke manifestaties. Met kracht moet worden geijverd voor het behoud van een deel van de Schotsman/ Ruiterplaat voor dit doel. In de pa&rdenwereld is Kamper land reeds een begrip geworden, terwijl nu door het aan leggen van een nieuwe ontsluitingsweg dit, voor Zeeland centraal gelegen gebied bij uitstek geschikt is voor het be oogde doel. (Zie verder pagina 5). Hoogovens kwamen er gezamenlijk nog slechter af, daar bedroeg de winstdaling zelfs 7 De lokalede Nederlandse ondernemingen dus, bleven ongeveer gelijk in winst capaciteit. Het verschil bedroeg slechts 30 miljoen gulden namelijk 991 miljoen in 1972 en 961 miljoen in 1971. Deze 176 ondernemingen overi- gens droegen maar voor 26 bij in de winst van de 181 ondernemingen, de vijf groten droegen gezamenlijk bij voor 74 In hoeverre deze cijfers vergelijkbaar zijn, valt niet te controleren. Opvallend is, dat hoewel de winst is ge daald met 5 de ondernemingen, de uitgekeerde winst, het dividend dus, hebben verhoogd. In totaal steeg de uit gekeerde winst aan aandeelhouders met bijna 4 tot 2.056 miljoen gulden. Iets meer als de helft kwam dus aan aandeelhouders ten goede. Als fiscalist vraag je je altijd af of soms een bepaal de winstpolitiek of ondernemingsstructuur van invloed kan zijn geweest op de ontwikkeling van de winst. In hoeverre zijn via de dochterondernemingen lucratieve transacties naar het buitenland verhuisd, omdat daar het belastingklimaat beter was? In hoeverre hebben verplaat singen van afzet gevonden om dezelfde redenen? Zulks situaties zijn in grote verbanden mogelijk, en zakelijkheid eist gewoon dat daaraan de grootste aan dacht wordt besteed. Daarin gaat de niet-agrarische we reld ons voor. Concentratie van ondernemingen kan men immers allerwege constateren. Onwillekuerig zegt men soms: „Hé, hoort die onderneming ook al bij die groep". Het samengaan van ondernemingen is een verschijnsel van deze tijd, de koersvorming ter beurze is daarvan een beeld; ijverig wordt gezocht naar fusie-candidaten en soms zitten meerderen tegelijk op het vinkentouw. Ook in onze dagelijkse praktijk ontmoeten wij voorbeelden van deze diversivering. MOMENTEEL wordt Midden-Zeeland afgegraasd door adspirant-kopers van gronden met verwach- tingswaarde in de recreatieve sfeer. Grote financiële- of bouwondernemingen met klinkende namen proberen, veelal via dochterondernemingen, gronden in eigendom te verwerven. Een opmerkelijk verschijnsel dat noopt tot aandacht en bezinning. De „groten" zien dus wel wat in deze ontwikkeling. Deze ontwikkeling gaat ook de landbouw niet voorbij. In eigen gelederen ondervinden wij de confrontatie met grotere eenheden. Door sommi gen en op onderscheidene terreinen wordt gemeend, dat de ontwikkelingen in onze sectoren te traag verlopen. Wij kunnen dit onvoldoende beoordelen, maar één ding valt overduidelijk te constateren, nationaal gezien, maar ook internationaal (men letter er b.v. eens op wat grote Engelse ondernemingen de laatste jaren op het continent hebben opgekocht) is er een sterke ontwikkeling en con centratie die ons tot nadenken moet stemmen. Het is nu eenmaal zo, dat het geluid van de sterkste het best wordt gehoord en dat een brede basis een breed fundament mogelijkheden biedt tot een degelijke opzet, tot brede oriëntatie en informatie en dat variatie in pro- dukten en afzet een bijdrage levert tot een zo groot mo gelijke stabiliteit. Een stabiliteit die voor elke onderne ming van doorslaggevende betekenis kan zijn! PAAUWE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 3