Langs de melkweg
- (§eluicl
(XC)
Amerikaanse gasten bij de afdeling Oost Zeeuws-Vlaanderen
Jongerenaktiviteiten
Meten is weten
11
Onder redaktie van: H. A. HARDERWIJK
Het verblijf van Amerikaanse gasten bij onze afdeling
zou ik iedereen willen aanbevelen. Je komt in contact
met mensen uit een totaal ander werelddeel, mensen
met geheel andere denkbeelden dan een Nederlander.
Bovendien is het doodgewoon erg leuk en gezellig. Wij
hefbben het voor het vierde jaar gedaan en het is steeds
goed bevallen. De Amerikaanse gasten vonden het ver
blijf trouwens het leukst wat ze tot nu toe gehad had
den. De voorgaande weken hadden ze niets anders ge
daan dan museum in- en uitgelopen, maar nu hadden ze
voor het eerst tijd voor echte ontspanning.
We gingen met de groep eten in Middelburg, waarna
er een bezoekje werd gebracht aan het strand, 's Zater
dags konden ze doen wat ze wilden. Elke avond organi
seerden we een dansfeest, wat zowel door de leden als
de Amerikanen erg werd gewaardeerd. Vooral het
schuurfeest, tezamen met de K.P.J. georganiseerd, was
enorm. Goede muziek, goede organisatie, uitstekende ac-
comodatie. De schuur was omgetoverd in een echte dan
cing. Wel kan hierbij aangetekend worden dat er van on
ze afdeling veel meer leden waren dan anders! Er was dan
ook erg veel reclame voor gemaakt, zowel door de P.J.Z.
als de K.P.J. Met de K.P.J. werken we overigens erg nauw
samen, iets wat erg belangrijk is, dat bleek maar weer
op het schuurfeest. Et waren maar liefst zo'n 350 aan
wezigen!
STUDIEREIS NAAR DENEMARKEN
Van 27 augustus tot en met 3 september a.s. organise
ren de 3 cjo's een agrarische studiereis naar Denemar
ken. De verblijfplaats wordt waarschijnlijk Viiborg op
Jutland. Er zal ondermeer aandacht worden besteed aan:
de situatie in de Deense landbouw en de afzet, het land
bouwonderwijs en de landbouwvoorlichting, het jonge
renwerk. Daarnaast zullen boerderijen, koöperaties,
landbouwscholen en algemene bezienswaardigheden
worden bezocht. Het aantal deelnemers is, gezien de op
zet van de reis, aan een maximum gebonden. Het is dus
zaak om niet te lang te wachten met de opgave, wil je
je kans niet mislopen. De kosten bedragen 450,p.p.
Wanneer het verzoek om subsidie wordt toegestaan, dan
bedragen de kosten slechts 280,Opgave bijPJGN,
Pr. Mauritsplein 23, Den Haag (070512541). Voor na
dere informatie kan je eveneens op dit adres terecht.
UITWISSELING MET EEN ENGELSE AFDELING
Een groep plattelands jonger en uit Warwickshire (En
geland) wil graag een Nederalndse groep bezoeken en
ontvangen in 1074. Programma en data kunnen in on
derling overleg geregeld worden. Heb je interesse in de
ze uitwisselingsmogelijkheden neem dan kontakt op met
het PJZ-sekretariaat te Goes of met de PJGN (070
512541).
EEG-STAGES
Bij de diploma-uitreiking op de MLS te Goes werd
nogeens de aandacht gevestigd op het feit, dat slechts
een gering aantal jonge agrariërs hun praktij ktijd bij an
dere bedrijfshoofden (in binnen- en buitenland) door
brengen. Dit in tegenstelling b.v. tot wat in Denemar
ken gebeurt. Een Deense jonge agrariër brengt zijn
praktijktijd bijna altijd op een vreemd bedrijf door.
Nu zijn er legio goede en goedkope stagemogelijkhe
den voor de jonge agrariër, die zijn kennis en praktijk
ervaring onder vreemde omstandigheden wil toetsen.
Eén mogelijkheid is b.v. deelname aan een EEG-stage.
Stages in EEG-landen zoals: Duitsland, Italië, Frankrijk,
België, Luxemburg, Engeland, Ierland en Denemarken.
De stages van drie maanden zijn: van 17 september tot
17 december. Alle reiskosten worden vergoed. De enige
kostep zijn de bemiddelingskosten 50,
Wie kan aan een dergelijk programma meedoen? Jon
gens en meisjes van 1825 jaar. Ervaring met het werk
op een agrarisch bedrijf is gewenst. Zakgeld minimaal
200,per maand plus kost en inwoning. Opgave zo
spoedig mogelijk bij: Stichting Uitwisseling, Bergen
(02208—3101).
DE EEG EN DE 3e WERELD
Het Comité d Entente houdt op 26 en 27 september
a.s. een bijeenkomst in Rome. Het onderwerp van deze
bijeenkomst is: de EEG en de Derde Wereld, opgaven en
verantwoordelijkheden. Deelnemers aan deze bijeen
komst moeten bereid zijn één of meer voorbereidingsbij
eenkomsten bij te wonen. Voor nadere informatie hier
over kun je terecht bij: P.J.G.N., Den Haag (070-512541)
of bij Harry Geuting, Tilburg (013420080, toestel 127).
KERN EN KEUR
Onlangs zijn in de reeks van Kern en Keur de num
mers „kreativiteit" en „programmeren" verschenen. In
deze twee nummers staan een aantal leuke dingen, die
je beslist gebruiken kunt (eigenlijk zou moeten gebrui-
kn) voor je programma van het komende seizoen. In het
nummer „programmeren" vind je een aantal suggesties
over hoe je als afdeling een jaarprogramma kunt maken
en hoe je de aktiviteit kunt opzetten. Alle afdelingsbe
sturen ontvangen de bovengenoemde Kern en Keur-
nummers. Gebruik de informatie bij jullie bespreking
van het conseptprogramma.
In september a.s. ontvangen alle Kern en Keur-lezers
een kaartje waarop ingevuld kan worden welke onder
werpen men in een Kern en Keur-nummer behandeld
zou willen zien. Tevens wordt hierin gevraagd of Kern
en Keur „bruikbaar" is voor de afdeling. Beantwoord
de gevraagde gegevens. Je werkt op die manier mee aan
een nog betere uitvoering van ons Kern en Keur-blad.
NIEUWE TELEAC-CURSUS LANDBOUW
Deze nieuwe Teleac-cursus start op maandag 22 okto
ber 1973, 's-middags van 12.30>13.00 uur op Nederland
I. De herhaling wordt op woensdagochtend, van 9.30
10.00 uur uitgezonden, eveneens op Nederland I, vooraf
gaand aan de school T.V. De laatste les wordt uitgezon
den op 28 januari 1974. De onderverdeling van de 13 te-
levisielessen is als volgt:
Eén inleidende les.
Vier lessen handelen over de inkomensbesteding
maand november).
Vier lessen zijn gewijd aah de rentabiliteit van de
varkenshouderij (maand december).
Vier lessen worden besteed aan de rentabiliteit van
de akkerbouw (maand januari 1974).
Bij de opzet van de cursus zijn de samenstellers uitge
gaan van studiegroepen, waarin aan de hand van een
werkboek en de televisielessen, onder leiding van een
deskundige de stof wordt bestudeerd.
In het losbladige werkboek wordt de theorie behan
deld, die in de televisielessen aan de praktijk wordt ge
toetst en in de studiegroepen wordt „vertaald" naar de
individuele omstandigheden van de deelnemers. Naast
de inhoud van de cursus zijn een aantal werkbladen
opgenomen, die de deelnemer aan de cursus zelf kan in
vullen.
Organiseer in je regio een studiegroep rond deze on-
werpen. Neem over de opzet daarvan kontakt op met het
P .J.Z.-sekretariaat
Afd. Fijnaart e.o. De jaarlijkse Trekkerbehendigheids-
wedstrijd wordt ditmaal op zaterdag 21 juli georgani
seerd. Aanvang 13.30 uur bij de Fa. A. J. Verhagen
aan de Nieuwe Molen te Fijnaart. Spoorbreedte trek
ker is 1.50 m. In geval van nood is er altijd een traktor
beschikbaar. Het inschrijfgeld bedraagt 2,50 per deel
nemer. De prijsuitreiking vindt plaats tijdens de „Wie
ner Roasted", die dezelfde avond wordt gehouden bij
voorzitter Vogelaar, Zuid Langeweg 6 te Dinteloord.
Aanvang 20.00 uur. Er is muziek aanwezig. De toegang
is voor leden geheel gratis en voor niet-leden 2,50 per
persoon. Voor de „Wiener Roasted" moeten jullie mee
brengen: 1. een stok met aan het einde een spijker; 2.
een mes; en 3. een goed humeur!
Ing. J. H. LANTINGA
Consulentschap voor de akkerbouw
en rundveehouderij Goes
1TAN de primaire menselijke behoeften, namelijk
voedsel, neemt de melk en de hieruit te bereiden
produkten een belangrijke plaats in. Melk is een teer
produkt; ze is maar zeer beperkt houdbaar. Het melk-
bederf wordt veroorzaakt door bacteriën. Door melk te
winnen met zo weinig mogelijk bacteriën en daarna de
temperatuur van de vers gewonnen melk, die omstreeks
33° C is, zo snel mogelijk te verlagen worden de groei
kansen van de bacteriën sterk verminderd. Bij koelen
tot 4° C, wat plaatsvindt bij gebruik van een melk
tank met diepkoelapparatuur, wordt de groei van bacte
riën vrijwel geheel stilgelegd. Het is daarom dat bij een
dergelijke melkbewaring de kwaliteit van de af te leve
ren melk normaal veel beter is dan geleverd in bussen.
Enkele dagen bewaren van de melk op de 'boerderij is
hierbij zonder kwaliteitsachteruitgang mogelijk.
De melktank met apparatuur voor het koelen van de
melk op de boerderij heeft in korte tijd veel 'bekendheid
gekregen. Naast de betere kwaliteitsbeheersing van de
melk spelen economische en sociale aspecten hierbij een
grote rol. De bruikbaarheid van melktank op de melk
veebedrijven komt tot uiting in het reeds op ruime
schaal toepasssen van deze methode van tijdelijke melk-
bewaring.
bekendheid mat de melkkoeltank in ons land da
teert slechts van enkele jaren geleden. De oor
sprong ervan ligt in de Verenigde Staten van Noord-
Amerika (U.S.A.) en gaat terug tot voor 1940. De eerste
zogenaamde „Bulk Milk Cooler" werd in 1937 door de
heer G. Duncan in Washington in de staat Missouri ge
bouwd. Dit was een gesloten tankje dat met ijswater ge
koeld werd. De ontwikkeling van dit tankje was een
antwoord op een probleem van de heer Duncan. Deze
had namelijk een zuivelfabriek je waar kaas, boter en
Üs werden gemaakt. Washington (Missouri) ligt in een
warme streek en dientengevolge liet de kwaliteit van de
aangevoerde melk nogal eens te wensen over. De eerste
tankjes werden geplaats bij de eigen melkleveranciers.
Door het niet aanwezig zijn van electriciteit werden de
koelmachines aangedreven door benzinemotoren.
Vlak voor de 2e wereldoorlog begonnen ook Dairy
Cool en Creamery Package met de bouw van melkkoel-
tankjes. Kort na de oorlog verkocht de heer Duncan zijn
zuivelfabriek en kwam de Zero Company tot stand. De
eerste geïsoleerde vacuümtank werd door Zero gemaakt
en in 1950 op de markt gebracht. Reeds in 1957 werd het
door Zero gebruikte „spatter-spray" systeem voor de rei
niging volautomatisch gemaakt.
In 1967 kwam ook de Paul Mueller Company voor het
eerste met boerderijtanks op de markt. Omstreeks die
zelfde tijd begon ook Alfa Laval met de produktie van
melkkoeltanks in Canada. In 1951 schakelde er reeds een
zuivelfabriek geheel om naar het zogenaamde „Bulk
system for collecting milk on farms", namelijk te Had
don Field in New Jersey (U.SA.).
In de U.S.A. is. de melkkoeltank snel verbreid en is op
de melkveebedrijven een algemeen begrip. In 1971 werd
daar reeds rond 90 van de totale boer der ij melk in
melktanks met diepkoelapparatuur verzameld.
In Groot Brittanië begon in 1955 de Milk Markeling
Board voor Engeland en Wales met het stimuleren van
de melkbewaring in melkkoeltanks. In 1970 beschikten
reeds 45 van de melkleverende bedrijven over een
melkkoeltank.
In verhouding tot het kwantum melk is dit percentage
belangrijk hoger. De M.M.B. streeft ernaar om dit voor
1975 op 100 te brengen.
In Nieuw-Zeeland is men in 1950 begonnen met het
plaatsen van melkkoeltanks. In 1970 werd in dit zuivel-
land reeds meer dan 90 van de melk in tanks op de
boerderij verzameld.
pi ons land is deze ontwikkeling van veel latere da-
turn en bovendien traag op gang gekomen. Pas in
1959 werd in ons land de eerste melkkoeltank in gébruik
genomen (op een melkveebedrijf op Schiphol). Het
duurde tot 1962 voordat de tweede tank werd geplaatst,
'namelijk op de boerderij van de Landbouwhogeschool te
Wageningen. Een belangrijke stimulans voor het bekend
worden met de voordelen van de melkkoeltank zijn on
getwijfeld de proefprojecten geweest die gesubsidieerd
zijn door het Ontwikkelings- en Saneringsfonds. Deze
zeven proefprojecten, die in de periode 19651968 van
de grond kiwamen, waren verspreid over ons land. Het
onderzoek was hierbij vooral op het boerderijgedeelte
gericht. Deze projecten werden gevolgd door een 5-tal
projecten in andere gebieden, waarbij het onderzoek
zich vooral richtte op verwerking en afzet van diepge-
koelde melk; de zogenaamde doorgetrokken koellijn.
Eind 1968 was het aantal tanks gestegen tot omstreeks
1000 stuks. Tot eind 1971 steeg dit aantal tot rond 5000
stuks. Thans bedraagt dit aantal ruim 9000 stuks. Van
het totaal aantal melkleverende bedrijven in ons land
beschikt thans omstreeks 9 hiervan over een melk
koeltank. Deze bedrijven produceren circa 20 van het
totale kwantum melk.
Bij onze zuiderburen, de Belgen, is de gemiddelde om
vang van het aantal stuks melkvee per melkveebedrijf
omstreeks 12 stuks tegen 20 in Nederland. De totale
melkveestapel is daar ongeveer de helft van die in Ne
derland, namelijk resp. 1 en 2 miljoen stuks. Desondanks
zijn er in België keer zoveel melktanks op de be
drijven als in ons land!
spreken tegenwoordig wel van een snelle ontwik
keling van het aantal melkkoeltanks in ons land.
De feiten zijn echter dat we, gerekend naar de landen
met een belangrijke zuivelproduktie, met de mechanisa
tie van de melkbewaringsapparatuur in ons land achter-
aankomen wat de omvang betreft. Wel kunnen we stel
len dat de economische en organisatorische opzet als
mede de technische oplevering op een uitstekende wijze
wordt begeleid. Dit neemt niet weg dat we nog een gro
te achterstand in moeten lopen. Voor het bevorderen en
het blijvend veilig stellen van een gevestigde afzet van
onze melk- en zuivelprodukten is een sprint nodig om
deze achterstand tenminste zo snel mogelijk te verklei
nen!
In elke streek van ons land zijn thans melkkoeltanks
in gébruik. Het totaal aantal neemt nog dagelijks toe.
Vooral in gebieden met een geringe melkdichtheid zijn
de perspectieven voor het aanschaffen van een melk
koeltank het meest aantrekkelijk. Hoe eerder per gebied
100 diepgekoelde melk wordt bereikt, des te beter is
dit voor de blijvende melkers.
„Er is haast bij!"