officieel orgaan van de maatschappij tot bevordering van landbouw, tuinbouw en veeteelt in zeeland en noord-brabant
DE RISICO'S VAN GESPECIALISEERDE PRODUKTIE
ME
2eelMVI
VRIJDAG 13 JULI 1973
61e Jaargang - No. 3190
en tuinbouwblad
Alhoewel de land- en tuinbouw langzamerhand te kampen kreeg met de droogte en graag wat meer regen had gehad,
waren de zomerse juni en juli-dagen ideaal voor de vakantiegangers. De uitzonderlijke hoge temperaturen noden dan ook
tot het recreëren aan de waterkant.
In dit nummer o.m.:
Erf en akker - Wie
helpt Pag. 3
LCC - macht en on
macht als tegenpool
Pag. 3
OVM verzekeringen -
wat bracht ons het 1e half
jaar 1973 Pag. 4
Uit de praktijk
Pag. 5-7
Produktschap Granen,
Zaden, Peulvruchten
Pag. 6
De abeidsbehoefte bij
40-60-80 melkkoeien
Pag. 9
Demonstratie werktui
gen zomerstalvoedering
De dag van het rund- en
kleinvee op de ZLM-
tentoonstelling Pag. 10-11
Tuintips Pag. 12
Vee en vlees, Pluim
vee ,en eieren Pag. 15
De Amerikaanse exportbeperking voor 41 landbouw-
produkten betekent ongetwijfeld één van de meest ver
gaande ingrepen in het wereldmarktgebeuren van de
laatste tijd. Vooral de exportbeperking voor sajobonen
en sojameel houdt een regelrechte bedreiging voor de
grondstoffenvoorziening van de Europese en zeker ook
de Nederlandse mengvoederindustrie in. Het komt er
immers op neer dat de Amerikaanse exporteurs van
sojabonen de voor 13 juni afgesloten contracten slechts
voor 50 mogen nakomen. En dat terwijl er nauwelijks
mogelijkheden om op vervangende produkten, als vis
meel, over te stappen zijn. Met deze soja-affaire wordt
nog eens in alle duidelijkheid één van de fundamentele
zwakheden van de wereldmarkt en de internationale han
del blootgelegd. Door het eenzijdig instellen van aller
lei wettelijke maatregelen kunnen de tussen particulieren
afgesloten internationale handelscontracten in bijna alle
gevallen op losse schroeven worden gezet.
Het is dan ook logisch dat in bijna al deze contracten
in de internationale handelsketen een clausule betref
fende overmacht, onder meer als gevolg van deze wet
telijke maatregelen, is opgenomen. Weliswaar kunnen
handel en verwerkende industrie daardoor van hun leve
ringsplicht ontslagen worden, maar het betekent altijd
nog dat de uiteindelijke gebruiker de dupe wordt, ter
wijl de industrie en handel indirekt toch de gevolgen van
het niet op volle capaciteit kunnen draaien, zullen onder
vinden.
7
Dat bij het instellen van nationale wettelijke maatrege
len, als deze exportbeperking, nog steeds geldt dat het
nationale hemd nader is dan de internationale rok, blijkt
maar al te duidelijk. Bij de overwegingen die aan de
exportbeperking ten grondslag hebben gelegen, speel
den zeker de belangen van de Europese en Japanse im
porteurs en bijvoorbeeld de Nederlandse veredelings
industrie geen belangrijke rol. De dreiging van een bin
nenlands tekort aan plantaardig eiwit en het hoge Ame
rikaanse prijsniveau voor voedingsmiddelen waren vol
doende om deze maatregel in te stellen. Zeker waar een
dergelijke exportbeperking ongetwijfeld gunstig ligt in de
Amerikaanse publieke opinie, wat een niet te versmaden
politieke winst in eigen land voor de Nixon-regering kan
opleveren.
Hoe zwak men als importland wettelijk staat, blijkt uit
het feit dat minister Brouwer, ondanks sterke aandrang
van het Landbouwschap, geen mogelijkheid zag om bij
de Amerikaanse regering een formeel protest in ie die
nen. De maatregel had immers een wettelijke basis en
Nederland werd er niet door gediscrimineerd ten opzich
te van andere landen.
LERING TREKKEN
Men kan er over twisten of het al dan niet onrecht
vaardig is dat de Amerikaanse overheid het eigen be
lang hier voorrang verleent boven het algemeen belang.
Het is een feit dat in de hedendaagse praktijk van de
internationale handel in principe ieder ander land dezelf
de gedragslijn zou volgen en in de eerstkomende tijd
nog wel zal blijven volgen.
De neiging om de eigen voedselvoorziening minder
afhankelijk te maken van derde landen zou door deze
hele soja-affaire dan ook wel eens sterk kunnen toene
men. Ook al zouden daardoor een aantal voordelen van
het internationale handelsverkeer verloren gaan.
Ongetwijfeld zal dit bij de komende GATT-onderhan-
delir.gen een belangrijke rol gaan spelen. Het zou ons
dan ook niet verbazen indien de uitkomsten van deze
onderhandelingen over het terugdringen van de handels
belemmeringen tussen met name de V.S., Japan en de
E.G. nog schraler zullen zijn dan nu reeds verwacht
wordt. Zeker de E.G.-opstelling zal er, met Frankrijk aan
het hoofd, ons inziens terecht, niet soepeler op worden.
Men kan stellen dat dit zeker niet in het belang is van
ons land dat zo sterk bij het wereldhandelsverkeer is
betrokken. Aan de andere kant blijkt het nu toch wel
hoe gevaarlijk het is om een wereldhandelshuis op te
bouwen op ondeugdelijke fundamenten. Zeker wanneer
het gaat om de eerste levensbehoeften van de mens.
Naar onze mening is grote voorzichtigheid en moge
lijke enige terughoudendheid geboden bij het verder uit
bouwen van een voor eigen gebruik en export bestemde
voedselproduktie die sterk afhankelijk is van het we
reldmarktgebeuren.
Van groot belang zal daarbij zijn dat de mogelijkheid
om vervangende grondstoffen aan te wenden steeds zo
veel mogelijk aanwezig is.
Zo zijn wij van mening dat een van de gevolgen van
deze exportbeperking zal moeten zijn dat de E.G. gaat
onderzoeken of men zelf tot de teelt van sojabonen zal
moeten overgaan. Toen met name Frankrijk vorig jaar
met deze teelt een begin wilde maken, kwam er protest
vanuit de V.S. en werd van deze zijde de verzekering
gegeven dat men gemakkelijk blijvend in de E.G.-behoef
te aan soja zou kunnen voorzien. Brussel heeft toen de
Franse regering verzocht van teeltsubsidies af te zien.
De huidige exportbeperking, dus tegen alle verzekerin
gen der V.S. in, lijkt ons zonder meer een vrijbrief voor
Brussel om het licht voor een eigen Europese soja-pro-
duktie op groen te zetten. Dat zou op de lange duur
wel eens in het belang van onze eigen Nederlandse
mengvoeder producenten en -verbruikers kunnen zijn!
VOORZICHTIG MET UITBREIDING
Voor de Nederlandse veehouderij betekent de export
beperking ongetwijfeld dat er op korte termijn een moei
lijke situatie in de mengvoedervoorziening kan ontstaan.
De laatste- jaren heeft vooral de melk- en varkensvlees-
produktie zich in een snel tempo ontwikkeld, daarbij niet
in de laatste plaats gebruik makend van de goedkope
grondstoffen voor het veevoer.
Dat heeft de Nederlandse samenleving en ook de
landbouw zeker geen windeieren gelegd, wanneer we
bijvoorbeeld de inkomsten uit de daardoor opgebouwde
export bezien.
Deze groei was alleen maar mogelijk door de produk-
tie steeds minder aan de eigen grond te binden.en steeds
meer afhankelijk te worden van de opbrengsten van de
grond in andere landen, zowel binnen als buiten de E.G.
Dat deze medaille ook een keerzijde heeft, is nu wel
duidelijk gebleken. Natuurlijk is het onmogelijk om naar
de oude situatie terug, te keren of zelfs maar de hui
dige toestand te bevriezen.
Wel is het mogelijk om bij een verdere uitbouw van
de dierlijke produktie niet alleen naar de kansen op kor
te termijn te kijken, maar ook de voor- en nadelen op
langere termijn wat sterker in de overwegingen te be
trekken.
Daarbij speelt vooral de vraag of wij ongelimiteerd
moeten doorgaan met het verder opvoeren van de pro
duktie van dierlijk eiwit, zonder een gelijktijdige uitbrei
ding van de produktie van plantaardig eiwit, een belang
rijke rol. Uiteraard heeft de individuele rundvee-, var
kens- of kippenhouder, wil hij het hoofd boven water
houden, weinig keuze. Hij zal moeten doorgaan om van
de technische vooruitgang te profiteren.
Maar nationaal en vooral in E.G.-verband bezien ligt
de mogelijkheid van accentverschuiving er wel degelijk.
Bijvoorbeeld bij het vaststellen van de nieuwe Europese
landbouwprijzen voor 1973/74. Al met al blijven ook wij
voorstander van een gezonde uitbouw van onze melk
en vleesproduktie. Daarbij zal deze uitbreiding evenwel
niet alleen gebaseerd mogen zijn op enkel de afzetmo
gelijkheden voor deze produkten, maar ook op het ver
zekerd zijn van de aanvoer van voldoende grondstoffen
om deze produktie blijvend mogelijk te maken. In de
huicfige wereldmarktstiuatie betekent dat naar onze me
ning dat meer aandacht aan de eigen produktie van
plantaardige eiwitten besteed zal moeten worden!
LUTEIJN.