Kweekbestrijding
in
grasland
KORTE WENKEN
Vernauwingen van slokdarm bij paarden
C.R.A. - Tilburg,
J. C. VAN DE BROEK.
Kweek is een veel voorkomend onkruid in grasland.
Vooral de laatste jaren neemt kweek in veel grasland
hand over hand toe en doet de grasopbrengst sterk
dalen. Hoe beter het grasland wordt verzorgd tegen dit
onkruid, des te hoger de opbrengst. Daar komt nog bij
dat kweek gauw muf wordt, zodat de smakelijkheid sterk
wordt beïnvloed en door het vee niet graag gegeten
wordt.
Oorzaken van sterk verkweekt grasland zijn vaak de ver
nielingen van een goed gesloten zode. Slechte maaitechniek
veroorzaakt ernstige beschadiging aan de grasmat. Door
zware drijfmestgiften met als gevolg grasverstikking en
-verbranding veroorzaken kale plekken.
Bij te lang inscharen van gras wordt het gras onvoldoende
door het vee afgegeten en ontstaat er een snelle slijtage van
de grasmat, waardoor kweekontwikkeling in de hand wordt
gewerkt. Daardoor kan in een seizoen een goedopbrengend
graslandperceel veranderen in een kweekmat.
Vernielingen van de graszode dient men op de eerste
plaats te vermijden, anders heeft de geldkostende kweekbe
strijding voor beter grasland weinig zin.
BIJ GRASLANDVERNIEUWING?
MECHANISCHE OF CHEMISCHE KWEEKBESTRIJDING
Een selectieve bestrijding van kweek is niet mogelijk, zo
dat doding van de hele grasmat nodig is. Alléén ploegen of
frezen geeft onvoldoende bestrijding, meestal bevordert het
de uitbreiding. Een radicale aanpak is dan ook de aange
wezen weg. Naast de mechanische methoden van driemaal
frezen of inschakeling van een bouwlandperiode voor snij-
maisteelt, zijn de chemische bestrijdingen met dalapon en
T.C.A. effectief gebleken. Welke methode het meest in aan-
Vernauwingen van de slokdarm kunnen het gevolg zijn
van:
1. een aangeboren afwijking;
2. bijtende of irriterende geneesmiddelen die via de mond
worden opgenomen;
3. verstoppingen in de slokdarm die langer dan 48 uren
hebben bestaan;
4. uitwendige kwetsuren in de halsstreek, gezwel- en abces
vorming;
5. littekenvorming na een operatie aan de slokdarm
Achtereenvolgens zullen we deze oorzaken aan een be
spreking onderwerpen.
1. Een aangeboren vernauwing van de slokdarm wordt een
enkele keer bij jonge paarden opgemerkt. Ze komt dan
voor in het voorste deel van de slokdarm en het gevolg
daarvan is dat bij het drinken een deel van het vocht
door de neus terugvloeit. Ditzelfde verschijnsel ziet men
vaak bij een keelontsteking vooral tengevolge van goed
aardige droes. Dit verschijnsel is dan tijdelijk. Daarente
gen blijft het bij een aangeboren vernauwing van de slok.
darm gedurende het leven aanwezig. Het bestaan van de
afwijking wordt meestal pas opgemerkt wanneer het
dier droog voedsel gaat opnemen. Vooral droog voedsel
geeft bij aangeboren vernauwing wel aanleiding tot slik-
bezwaren en een minder voorspoedige groei. In een weide
met sappig gras ondervindt het paard nog de minste be
zwaren. Omdat het gevaar voor het optreden van ver
slikking en daaropvolgend een longontsteking vrij groot
is, zal de eigenaar er verstandig aan doen, zodra de diag
nose met zekerheid is gesteld, een dergelijk paard zo
spoedig mogelijk op te ruimen.
2. Sterk bijtende of irriterende geneesmiddelen kunnen het
slokdarmslijmvlies zodanig beschadigen dat het in een
bloederige ontsteking geraakt of zelfs plaatselijk wegbijt
C.A.R. - Zevenbergen
WE LEVEN SNEL EN DE EERSTE PERCELEN zwart
land, zijn al weer te zien. Deze percelen moeten benut
worden voor het inzaaien van een 2e gewas of een
groenbemestingsgewas. Grond met een goede struktuur
geeft minder gauw wateroverlast en heeft ook minder
van droogte te lijden. Op een vroege stoppel geeft een
groenbemestingsgewas 2 tot 3 keer zoveel organisch ma
teriaal als na een graangewas.
VOLGENS PROEVEN IS BLAUWMAANZAAD dank
baar voor een overbemesting met stikstof. Dit kan ge
beuren met 200 kg kalksalpeter/ha als de eerste bloem
knoppen zichtbaar zijn. In een droge periode kunt u beter
een Ureumbespuiting toepassen van ten hoogste 1100 kg
Ureum per ha. De Ureum wordt dan direkt door het blad
opgenomen en bevordert in de eerste plaats de zaadpro-
duktie.
merking komt, is afhankelijk van de bedrijfsvoering, als
maar wordt gezorgd, dat de bestrijding van de kweek doel
treffend is.
DRIEMAAL FREZEN
Door driemaal frezen wordt getracht de kweekwortels zo
klein te slaan, dat de daarna uitgelopen stukjes zodanig
worden uitgeput dat geen hergroei meer plaats vindt. Tel
kens als na 2 a 3 weken de kweekstukjes het 2e tot 3e blad
hebben gevormd wordt opnieuw gefreesd. De derde keer kan,
afhankelijk van de oude graszode worden gefreesd met een
„overtopfrees" of soms beter worden geploegd ter verkrij
ging van een goed zaaibed. Hierna kan herinzaai van het
graszaadmengsel en flink aandrukken plaatsvinden. Bij het
meerdere malen frezen kan structuurbederf, en bij ongun
stig weer, onvoldoende bestrijding van de kweek mogelijk
zijn.
DE BOUWLANDMETHODE
Voor rundveehouders kan het aantrekkelijk zijn om een
verkweekte graszode via de teelt van snijmais te verbeteren.
Wanneer in de herfst op het einde van de weideperiode op
kweekpercelen met 5060 kg T.C.A. per ha wordt gespoten
en ingefreesd, kan in het volgende jaar snijmais worden ver
bouwd. Bij een tijdige rijping van de mais ongeveer eind
september begin oktober kan daarna nieuwe grasinzaai in
kweekvrijland plaats hebben. De mogelijkheden van bekal-
ken en organische drijfmesttoedieningen kunnen hierbij wor
den benut. Belangrijk bij deze herfstinzaai is de verzorging
in de eerste winter t.a.v. de zaadonkruiden en de mollen
bestrijding, zodat een gesloten nieuwe graszode kan ont
staan.
DE DALAPON-METHGDE
Dalapon kan tegen kweek in grasland het beste in juli-
augustus worden aangewend. Het grasland wordt dan eerst
kaalgeweid of gemaaid.
Een stikstofgift stimuleert de hergroei van de kweek, zo
dat na ongeveer 10 dagen, als de kweek 10 tot 15 cm lang
is, wordt gespoten met 20 a 25 kg dalapon per ha. Komen
tevens veel breedbladige onkruiden voor o.a. boterbloem of
paardebloem, dan kan M.CP.A., of 2.4 - D. groeistof worden
toegevoegd. De gespoten kweekmat wordt ca. 10 diagen na
het spuiten met een „overtop-frees" gefreesd en meteen of
direct daarna opnieuw met gras ingezaaid. Bij een oude
grasmat kan eventueel ploegen de voorkeur verdienen omdat
de bovenlaag veel organische stof bevat wat het verkrijgen
van een goed vast zaaibed kan bemoeilijken.
De dalaponmethode is momenteel de snelste en goedkoop
ste methode om kweek in grasland te bestrijden. Inscharing
van met dalapon vernieuwd grasland is toegestaan. Het spui
en dit kan vooral gebeuren als deze middelen in bolus-
vorm worden gegeven en zo'n dikke pil tijdelijk ergens
in de slokdarm blijft vastzitten. Dit zal des te eerder
geschieden naarmate de bolus groter en de ruimte in de
slokdarm kleiner is, dus bij pony's eerder dan bij paar
den. Het aangetaste slokdarmgedeelte geneest wel doch
er ontstaan littekens met als gevolg ter plaatse vernau
wing. Naderhand zal dan gemakkelijk vóór de vernau
wing een verwijding van de slokdarm optreden. Hier
hoopt zich dan het voedsel op, waardoor een ernstige
verstopping ontstaat. Vooral sommige wormmiddelen
kunnen in bolusvorm schade veroorzaken.
3. Slokdarmverstoppingen door sterk zwellende voedermid
delen vooral gedroogde pulp en - suikerpulp komen in
de laatste jaren nog veel voor, vooral omdat vaak min
der deskundigen op dit gebied paarden gaan houden. Ook
verstoppingen die in aansluiting aan een slokdarmver
nauwing (eventueel met een verwijding ervoor) kunnen
optreden, komen meer voor dan vroeger. In de weide
wordt aan runderen en schapen wel gedroogde pulp bij
gevoerd. Men moet er dan voor zorgen dat de paarden
beslist niet bij de pulp kunnen komen. Wanneer dit wel
het geval is gaan ze er van eten en de ervaring heeft
geleerd, dat ze dan heel vaak een slokdarmverstopping
oplopen. De pulp blijft dan voor een deel in de slok
darm steken en doordat de pulp gemakkelijk vocht op
neemt, gaat dit zwellen en de slokdarm kan hierdoor ge
heel worden afgesloten. Het speeksel en het opgenomen
water kunnen dan niet meer passeren en lopen door de
neus terug. Ook kunnen er braakneigingen gaan optre
den. Een slokdarmverstopping tengevolge van pulp is
zeer moeilijk op te heffen, omdat de pulp na vochtop-
name vast in de slokdarm zit. Kan de slokdarm niet bin
nen 48 uren vrij gemaakt worden met behulp van een
slokdarmsonde of op andere wijze, dan betekent dit de
dood van het paard. De door het verslikken optredende
NU AL \DE KNOLSELDERIJ IS GEPLANT vraagt in-
sekten- en ziektenbestrijding ook weer de aandacht voor
dit gewas. In de beginperiode moet u vooral de wantsen
in de gaten houden. Deze groene insekten zitten in het
hart van de plant. Als regel is een bestrijding nodig met
Undeen, Malathion of Mevinfos. Indien nodig na 12 weken
een bespuiting herhalen.
KWADE HARTEN IN VELDERWTEN worden veroor
zaakt door Magaangebrek. Het beeld op het veld is een
bont uiterlijk van het gewas en als regel pleksgewijs een
lichte verkleuring. Om kwade harten te voorkomen moet
u 's avonds spuiten met 15 kg mangaansulfaat als de erw
ten in volle bloei zijn. Bij ernstige aantasting aan het ein
de van de bloei deze bespuiting nog een keer herhalen.
SCHADE VAN DE PEULBOORDER (wormstekigheid)
kan voorkomen op velderwten en latere soorten consump
tie erwten. Of deze voorkomt kunt u kontroleren wan
neer de onderste peulen van de randrijen beginnen aan te
dikken. Komt wormstekigheid voordan moet u spuiten
met 1,6 liter parathion, 2J5 kg diazinon, 1,5 kg of 4 l. Gar-
dona.
ten van dalapon dient bij droog en groeizaam weer te wor
den uitgevoerd.
T.C.A. PLUS STOPPELKNOLLEN OF BLADKOOL
Ook bij het gebruik van T.C.A. verdient het aanbeveling
het perceel eerst kaal te weiden of te maaien. Hergroei van
kweek is bij T.C.A. niet zoals bij dalapon noodzakelijk.
T.C.A. werkt namelijk alleen via de kweekwortels. Er wordt
gespoten met 50 h. 60 kg T.C.A. per ha. Na het spuiten wordt
het middel direct met een gewone frees ingefreesd en met
de kweekwortels en het aanwezige vocht in contact gebracht.
Voor een goede werking van T.C.A. is vochtige grond een
vereiste. Herinzaai van gras is niet mogelijk vanwege een
vrij lange wachttijd die voor T.CA. nodig is. Wel kunnen
stoppelknollen of bladkool zonder wachttijd worden inge
zaaid en in de herfst worden vervoederd of geoogst, waarna
nog inzaai van gras, of bekalking of drijfsmestgiften of het
volgend voorjaar snijmaisteelt kan plaatsvinden. Vindt een
toepassing van T.C.A. in de herfst plaats, dan kan geen in
zaai meer plaats vinden en moet minstens 3 4 maanden
dus tot in het voorjaar gewacht worden. Worden de chemi
sche mogelijkheden goed uitgevoerd, dan geven deze bij de
kweekbestrijding de beste resultaten.
ITALIAANS ZAAIGRAS
Naast de genoemde methoden is kweekgras nog te ver
dringen door de teelt van Italiaans zaaigras. Hiermede kun
nen eveneens goede resultaten worden bereikt door inten
sief 4 a 5 maal tijdig te maaien en de zode gesloten te hou
den. In de praktijk blijkt dit vaak moeilijk uitvoerbaar.
SAMENVATTING
Vernieuwing van verkweekt grasland is op veel bedrij
ven noodzakelijk ter verkrijging van een betere op
brengst van het grasland.
Er zijn goede methoden om de kweek afdoende te be
strijden en opnieuw tot produktief grasland te komen.
Door te streven naar een langere levensduur van goed
grasland en het vermijden van fouten die kweekvorming
in grasland veroorzaken kan een hogere veebezetting
per ha worden verkregen.
Da dalapon-methode geeft in de praktijk de snelste ver
nieuwing om kweek in grasland te bestrijden.
De kweekbestrijding met T.C.A. op iets langere termijn
is eveneens aantrekkelijk, waarbij koppeling aan een
snijmaisgewas en mogelijkheden van bekalking, stop-
pelknollenteelt en drijfmesttoedieningen benut kunnen
worden om tot kweekvrij produktief grasland te ge
raken.
longontsteking verhaast dan nog de dood. Heeft een ver
stopping langer dan 48 uren bestaan, dan moet ook
bij opheffing van deze verstopping het paard meestal als
verloren worden beschouwd Het slokdarmslijmvlies
heeft dan zoveel geleden, dat littekenvorming en een
slokdarmvernauwing optreedt en zoals we eerder reeds
zagen, met ernstige gevolgen.
Bij verstopping door harde voorwerpen, b.v. hout, bieten-
koppen, kan het slijmvlies van de slokdarm nog bescha
digd worden, vooral wanneer getracht wordt het vreemde
voorwerp te verkleinen of te verplaatsen. Beschadigingen
van het slijmvlies bij het inbrengen van een slokdarm
sonde komen ook wel eens voor, vaak met dodelijke af
loop.
Ook het voederen van rundveebrok of -meel kan voor
paarden gevaarlijk zijn, namelijk als daarin een vrij hoog
percentage pulp, eventueel met een ander sterk zwellend
voedermiddel, voorkomt.
4. Zwellingen in de halsadergroeven als gevolg van uitwen
dig geweld, gezwellen of abcessen daar ter plaatse, ge
zwollen lymfeklieren vóór in de borst, b.v. bij verslagen
droes en dergelijke kunnen de slokdarm meer of minder
dicht drukken. Hierdoor wordt de passage van voedsel
bemoeilijkt met als gevolg slokdarmverstopping en ver
nauwing. Door een tijd lang vloeibaar voedsel te geven
tot de zwelling verdwenen is kan men veel onheil voor
komen. Gezwellen worden zo mogelijk verwijderd, ab
cessen geopend.
5. Operaties aan de slokdarm, bijvoorbeeld om een ver
stopping op te heffen of een vernauwing te verwijderen,
zijn in het algemeen weinig succesvol verlopen, omdat
door littekenvorming meestal weer een vernauwing en
een verwijding optreedt, of de operatiewond onvoldoende
geneest. Een verwijding van de slokdarm komt nogal
eens voor in het borstgedeelte. Omdat ze de een of ande
re dag aanleiding geeft tot verstopping, zullen dezelfde
verschijnselen optreden als bij verstopping. Een enkele
keer wordt bij veulens een aangeboren verwijding waar
genomen.
BIJ GRASKUILEN MOET HET PLASTIC en grond
direkt worden aangebracht als de kuilhoop klaar is. Na
een aantal dagen is de hoop bijgezakt, maar vaak blijkt
dat de grond niet goed is verdeeld. Wat nawerk met de
schop is dan nodig om overal het plastic te beschermen.
HET VERSCHIL IN UITBETALING tussen eerste,
tweede en derde klasse melk is van belang en bij grotere
veestapels wordt dit een flink bedrag. Vooral in de zo
mermaanden als de temperatuur hoger is, wordt de kans
op slechte kwaliteit groter. Werk secuur bij de reiniging
en gebruik de juiste dosering van het reinigingsmiddel.
HET BESTE GRAS VOOR HET INSCHAREN van het
melkvee is 10 tot 12 cm lengte. Bij lang gras is de voeder-
waarde lager en krijgt men veel vertrappingsverliezen.
De opname aan droge stof is bij langer gras ook minder,
waardoor de melkgift sterk daalt of flink krachtvoer ver
strekt moet worden. Probeer groeitrappen te krijgen, zo
dat u steeds over goed en voldoende weidegras kunt be
schikken.