De koppensnellers kwamen net op tijd Tuintips 12 Consulentschap voor de Tuinbouw „Goes", H. WTEDENHOFF In 1957 werd door de heer ir J. A. van Rhee het resul taat van een intensief onderzoek gepubliceerd. Dit on derzoek had betrekking op „Beschuttingsproblemen in de Zeeuwse fruitteelt". Overduidelijk werd in dit onder zoek aangetoond dat beschutting door windschermen een nuttige invloed heeft op de vruchtzetting van fruitbo men. Heel duidelijk kwam naar voren dat die nuttige invloed afhankelijk is van de scherm'hoogte. Zo toonde ir Van Rhee aan dat de gunstigste afstand tussen wind schermen in een aardappelperceel gelijk is aan 6 x de hoogte van die schermen en in een pereperceel 4 x de hoogte. Schermen met een hoogte van 10 meter zullen dus het meest gunstige resultaat bieden als ze in een appelperceel op 60 meter afstand staan en in een pere perceel op 40 meter. Bij een schermhoogte van 7 meter is dit respectievelijk 42 meter en 28 meter. Op latere datum zijn door verschillende onderzoekers nagenoeg gelijkluidende gegevens gevonden. Wel zal duidelijk zijn dat de invloedsafstand van windschermen in kustgebie den kleiner is dan meer landinwaarts. In kustgebieden zullen windschermen op kortere onderlinge afstand moeten worden geplant dan in het binnenland. Gedurende vele jaren hebben de fruittelers bij het op maken van plantschema's met de hierboven genoemde gegevens rekening gehouden, doch de laatste jaren lijkt men wat minder waarde te hechten aan de nuttige in vloed van windschermen. In verschillende beplantingen zijn dwarsschermen en/of tussenschermen verwijderd. Een enkele teler rooide zelfs de buitenschermen! De re kening voor een te lichtvaardig verwijderen van wind schermen is in het seizoen 1972 door verschillende fruit telers dan ook betaald! Omdat er in de voorgaande jaren weinig of geen na delen van de wind waren ondervonden, kwamen alleen de nadelen van de windschermen naar voren. Iedere fruitteler weet wel dat een windscherm een oppervlakte grond in beslag neemt en dat fruitbomen wortelconcur- rentie van windschermen ondervinden. Nog nadeliger is meestal de schaduwwerking van windschermen, waar door bomen en vruchten in de nabijheid van schermen ernstig kunnen worden benadeeld. Het zijn juist de wei nig of niet onderhouden schermen die de meeste scha duw geven. Niet alleen de grote hoogte maar ook de enorme breedte van dergelijke schermen spelen een be langrijke rol. ER LEEK GEEN BEGINNEN MEER AAN Het tot normale afmetingen terugbrengen van een uit de hand gegroeid windscherm is geen eenvoudig karwei; vandaar dat enkele telers besloten om dergelijke scher men geheel te rooien. Andere telers daarentegen hebben hun te zwaar geworden schermen met veel waarghalze- rij een kopje kleiner gemaakt. De meeste telers lieten hun schermen met behulp van snoeimachines opknap pen. Wie thans door de Zeeuwse en Westbrabantse fruit teeltgebieden rijdt, ziet wel heel duidelijk dat de meeste windschermen er nu keurig bij staan. In slechts één jaar tijd hebben de windschermensnoei en kopmachine van de Coöperatieve Fruitteeltmechanisatievereniging G.A. en enkele machines van loonwerkers hun rechte spoor in de windschermen getrokken. Het is wel duidelijk dat mechanisatie van de windschermensnoei thans vrijwel algemeen is aanvaard. PRESTATIE VERSCHILLEN EN KOSTEN Voor het op hoogte afzagen van windschermen heb ben in Zeeland en West Noord-Brabant twee kopmachi- nes gewerkt. De kopmachine van loonwerkbedrijf Ras uit Nieuwe Tonge is gemonteerd aan de voorzijde van een landbouwtrekker en heeft een max. afzaaghoogte van 7.30 meter. De kopmachine van de Coöperatieve Fruitteeltmecha- nisatievereniging uit Fijnaart is gemonteerd op een com bine-onderstel en heeft een max. afzaaghoogte van ruim 9 meter. Beide machines hebben zeer goed werk geleverd bij het afzagen van soms erg hoge en dikke windschermen. Afhankelijk van de kopdikte, de effenheid en de ruimte van de rijpaden, de werkhoogte en de windrichting werd door beide machines gewerkt met gemiddelde snelheden tussen 300 en 700 meter per uur. Slechts in een enkel geval moest de machine regelmatig stoppen omdat het afgezaagde hout eerst moest worden geruimd, waardoor de gemiddelde snelheid op slechts 175 meter per uur kwam te liggen. In een gunstig geval lagen de kosten op 6.75 ct per meter scherm en in een ongunstig geval kwa men die op 30 ct per meter. Hierbij zijn de kosten voor het ruimen van hout niet inbegrepen. HOE VERDER? Nu het zware zaagwerk geleverd is en er veel uren zijn besteed aan het ruimen en verbranden van de vaak zeer lange en dikke takken, zal er geen teler zijn „die het nog zo hoog laat komen!" Aangezien de werksnel- heid van de machines bij het zagen van dun hout 2- jarige scheuten) wel 3 x hoger zal liggen dan bij het za gen van dik hout, verdient het zeker aanbeveling om tweejaarlijks te laten koppen. Voor het ruimen van hout zal dan weinig tijd nodig zijn. In veel gevallen zal ver snipperen goed mogelijk zijn, terwijl versnipperd jong hout snel verteren zal. Bovendien is het gevaar voor vallende zware takken dan voorgoed geweken. De ca paciteit van de koppesnellers zal dan bijzonder hoog zijn, waardoor slechts enkele machines in Nederland be nodigd zijn om de schermen rond alle Nederlandse fruit- teeltbedrijven te kunnen bewerken. Om veel heen-en-weer gereis met machines te voor komen en de kosten laag te houden, is een zeer goede coördinatie per gebied zeker op zijn plaats. Een goede coördinatie is ook onontbeerlijk bij het snoeien van de zijkanten van de schermen. VOLDOENDE HOOGTE Nu de hoogte en de breedte van windschermen met behulp van machines tegen redelijke kosten kunnen worden beheerst, is de neiging tot vroegtijdig rooien van windsingels wel weggenomen; de koppesnellers kwamen net op tijd! Bij het bepalen van de hoogte dient men terdege reke ning te houden met het door ir Van Rhee gedane onder zoek. Iedere meter lager betekent dat de gunstige in vloedsafstand van het scherm met 6 meter wordt be kort! De gunstige invloed van een scherm met een hoog te van 10 meter reikt dus 18 meter verder dan die van een 7 meter hoog scherm. Het nut van een voldoende werkhoogte moet daarom beslist niet worden onder schat. DE HYDRANGEA (HORTENSIA) Het zal er niet zo gemakkelijk ingaan om de goede naam voor deze plant te noemen. Wanneer men Horten sia zegt, bedoelt men de plant die we in huiskamer kwe ken, met zijn grote bolronde bloemballen en ze bij de bloemist of op de markt koopt. Na het uitbloeien laat men ze meestal naar de tuin verhuizen. Het is echter een Hydrangea. We zullen het even over deze Hydrangea hebben. De meeste van deze planten, die men bij de bloemist koopt, zullen het in de tuin niet al te best doen. Het grootste gedeelte van dit soort is niet winterhard; zijn ze dit wel dan worden ze slecht behandeld en wor den slordige planten. De bloemballen worden te zwaar, een mes of schaar om te snoeien komt er haast niet aan te pas en de struik zakt in elkaar. Deze planten kweekt men veel in België en Aalsmeer. De plaatselijke bloe misten kopen ze in het najaar daar en zetten ze rond nieuwjaar met pot in de kas; men trekt ze dus in bloei. Men heeft witte, rose en rode bloemen, maar geen echte blauwe, zoals men ze wel eens koopt. Bij de kweker in België en Aalsmeer heeft men ze in de loop van de na zomer reeds behandeld met aluinpoeder en hierdoor ont staan al naar de hoeveelheden die men gebruikt, de blauwgetinte bloemen. Een witte plant verdraagt deze behandeling niet. Indien u in een tuin een blauwe bol vormige Hydrangea ziet staan zit in die grond nog al wat ijzeroxide. Ik wilde het echter hebben over de klimmende Hy- drangea petiolaris. Deze koopt men bij de boomkweker. Het is echt een te weinig voorkomende plant die zelf klimt, zelfs op een half tot haast zonloze zijde van een muur of schutting die men graag aan het gezicht ont trekt. Bijzonder mooi is ze aan een zonnige zijde van de woning. Men kooot ze bij de boomkweker als kluitplant met naar alle zijden takken, soms bij elkaar gebonden, ook met losliggende takken van 30-40 cm lengte. De plant ziet er wat slordig uit, want men heeft de hecht- wortels op de oudere óf jongere takjes die ze op de kwe kerij had gemaakt losgetrokken. De zijde met meeste en mooiste takken zet u in het plantgat stevig tegen de muur of schutting aangedrukt. U spant zo over de plant heen een stukje fijn kippegaas en maakt dit op verschil lende plaatsen aan de muur of schutting vast, zo drukt men de takjes tegen de muur nadat men de takken af knipt die niet aan de muurzijde zitten. Men kan het ook doen door 2 bamboestokken vlak tegen de muur lood recht in de grond te drukken ter weerszijden van de plant. Een derde bamboe (tonkin) legt men achter de 2 vorige bamboestokken, dus hoger. De takken van de Hy drangea worden dan tussen de horizontale bamboestok en de muur geklemd. De in het voorjaar uitlopende scheuten zuigen zich nu vast aan de muur, mits deze niet al te hard is. Indien ze eenmaal aan het klimmen en vastzuigen zijn, 'krijgt u een mooie 'begroeide muur van niet te snel en hoog groeiende bijzonder aardige klim plant. Op de nu reeds vastgegroeide takken gaan het volgende voorjaar de zij knoppen uitlopen, een gedeelte krijgt lange loten die tegen de muur aan klimmen, maar een groot gedeelte maakt korte scheutjes, welke de bloemknoppen na verloop van 2 a 3 jaar gaan vormen op het eind van dit takje. In begin juni daaropvolgend ziet men de bloemschermen verdwijnen. Het wordt een breed wit scherm van 18 cm doorsnee. Aan de rand van het scherm komen grote witte onvruchtbare bloe men, in het midden zitten de kleinere mn. en vr. bloe men, het scherm staat naar het licht gekeerd en ik ver zeker u dat dit mooi is. Men ziet deze plant ook wel eens geplant tegen een haast niet te verteren paal. Daaraan moet u ze los opbinden met dun koperdraad. U kunt verzekerd zijn van een mooie losse pyramidaal groeien de zuilvormige plant. Deze plant is volkomen winter hard, knip er echter over de gehele hoogte zo hier en daar van de loshangende, langere takjes in het voorjaar in, om ze als het ware te verjongen. Men kan de plant ook als bodembedekker of krui pende plant gebruiken in een grote tuin bij boerderij of grote woning. Men verkrijgt een karakteristiek groeien de groep planten, die de grond geheel gaan bedekken en op verschillende plaatsen hoger en dan weer lager groeien, dus een gegolfde groeiwijze. Hieruit volgt dat u haast geen onderhoud heeft met 't oog op het on kruid en u verkrijgt een mooie losse groep plan ten, die midden zomer prachtig bloeien met grote w;t- te schermen en veel kleurige vlinders. U kunt de groep vooraan in de heestergroep zetten of in de bloemborder Men plant ze op ruim een meter afstand van elkaar en worden dan niet hoger dan een meter misschien een enkele tak maar dan geheel of zeer kort inknippen, an ders gaat het ten koste van de bloem, indien men de heggeschaar zou gaan gebruiken. Vooral in de winter met sneeuw en ijzel is deze plantengroep zeer mooi. IJzel en sneeuw spelen bij het beplanten van de tuin een grote rol, dit wordt maar al te vaak vergeten. Ik wil van het rijke sortiment Hydrangea nog een zeer mooi soort noemen. Deze is echter wat moeilijker te verkrijgen, maar juist daarom zo belangrijk. Ze lijkt veel op de z.g. Hortensia. De juiste naam is Hydrangea macrophylla Mairiësii. Het eerste jaar na het planten ziet u reeds een enkel bloemschermpje verschijnen. Het is eten plant die in de winter graag wat turfmolm in het hart van de plant krijgt, dit krapt men in het voorjaar weer weg tussen de andere planten. Uit de eindknoppen van de oudere twijgten ontstaan korte scheuten, die aan het eind een bloemknop hebben gevormd, ook wel meer dere malen van een lager geplaatste knop ontstaat een bloemscheut. Uit deze knoppen verschijnen een scherm- vormige bloeiwijze van ruim 10 cm doorsnee. De bloei duurt verschillende weken, vanaf half juni tot het na jaar. ODe buitenzijde van het scherm heeft ook weer grote, maar nu rose bloemen, in het midden de klei nere bloemen die tot lilia verbloeien en de mn. en vr. bloemen zijn, hoe meer yzerhoudende stoffen in de tuin zitten, (het behoeven maar sporen te zijn) des te donkerder zijn dan de bloemschermen. Indien ze bloeien komen ook hierop veel mooie vlinders bij deze plant hun opwachting maken. Dit is ook ^echt een plant voor grote groepen in een grote tuin één tot drie in een kleine tuin. In het voorjaar moet men wat van de oudere twijgen en takjes tot aan de grond verwijderen, om de groei en de bloei er in te houden, maar ook om ze te verjongen en mooier te maken in de winter. Ze wordt ruim een meter hoog, dus vooraan in de heester- groep of iets van achter in de bloemborder; in de win ter geeft ze ook karakter aan de meestal geheel kaal gesneden border. Bij een goede boomkweker is deze plant zeer zeker te koop. Kr. GOUDZWAARD.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 12