Indeling open terrein De Ruiterplaat met zijn omgeving 6 Tóedoic/ om 'reeAs /300. <Sc0i/c/e/2 \Z*r£cse. JVof/eAejarté. Een voor het gehele Veersemeer gebied vastgesteld inrichtingsplan regelde even eens de bestemming van deze droogge vallen platen. Het grootste gedeelte van de Schotsman zou bebost worden. Ook het binnengedijkte gedeelte van de On rust kreeg grotendeels een bestemming als bos. De resterende gedeelten van deze platen werden bestemd tot open terrein, eventueel begroeid met gras. en lage be groeiing. Het meest zuidelijk gedeelte van de Schotsman en het daaraan grenzend noordelijk gedeelte van de Ruiterplaat kregen een bestemming als recreatiecen trum. Dank zij deze bestemming kon de ZLM in staat worden gesteld daar zijn grote tentoonstelling c.a. te organiseren. Het grootste gedeelte van de Ruiter plaat kreeg tenslotte de bestemming als gebied voor zomerwoningen. Een gedeel te is inmiddels reeds met zomerwoningen bebouwd. De eigendom van het betrokken droog gevallen gebied berustte eensdeels bi; de ambachtsgerechtigden van Oud-Campen en anderdeels bij de Staat. Mede met het oog op de bestemming kwamen heide partijen overeen dat het voor de bouw van zomerhuizen bestemde gedeelte eigendom zou worden van de ambachts gerechtigden van Oud-Campen en dat het overige gebied bestemd voor de open bare recreatie op naam van de Staat zou worden gesteld. ONTSLUITING EN ONTGINNING De ontsluiting van het Onrust-Schots- man-Ruiterplaatgebied heeft lang op zich laten wachten. Een uitzondering hierop vormt de weg over de Ruiterplaat, waar langs het tentoonstellingsterrein kan worden bereikt. Deze weg ligt er al enige jaren. De wegaanleg over de Schotsman en de Onrust is thans in uitvoering. Deze weg komt te liggen aan de landzijde van de bebossing en zal aansluiten enerzijds op de reeds bestaande weg over de Rui terplaat en anderzijds op de provinciale weg in de Onrustpolder. Een zijtak van de aan te leggen weg zal afbuigen door het bestaande bos naar het Veerse meer en eindigen aan de rand van het bos, waar een parkeeerterrein zal worden aan gelegd. De ontsluiting van het randgebied van het Veerse meer wordt verzorgd door de Deltadienst van de Rijkswaterstaat. Laat ons thans in gedachten nog even teruggaan naar het voorjaar van 1961, toen de dienst der domeinen met de ont ginning en de rankleding van de droog gevallen staatsgronden moest beginnen. Het was bepaald geen eenvoudige taak. De gronden van de Onrust bestonden gro tendeels uit zand en zeer lichte zavel. Naar de kant van de dijk van de Onrust- polder toe werden ze slibrijker. Een klein gedeelte jonge zeeduinen werd mee biri- nengedijkt. Tussen deze duinen en de dijk van de Onrustpolder lagen schor- gronden. Op de Schotsman bestond het drooggevallen land overwegend uit lich te, minder stuifgevoelige zavelgrond. Waar men op de Onrust bang voor was, gebeurde inderdaad. Voordat de begroei ing kans kreeg zich te vestigen, vond een sterke uitdroging plaats van de boven grond. Onder invloed van harde westelij ke winden 'begon het zand zodanig te stuiven, dat men zich in een woestijn kon wanen. Geweldige zandverplaatsingen waren er het gevolg van, waardoor het verlies van enkele decimeters bovengrond geen zeldzaamheid was. Met deze boven laag woeien teven^ de voedingsstoffen mee die waren vrijgekomen door het af sterven van de talloze in de bovengrond aanwezige dierlijke organismen. Dit af sterven was weer een gevolg van het feit dat de getij de werking was opgeheven. Het resultaat van de zandverstuiving was niet alleen dat op de afgestorven plaatsen een steriele onderlaag overbleef maar tevens dat de verder landinwaarts gelegen betere gronden met zand werden overstoven. Het rijpingsproces van deze gronden ondervond daardoor ernstige moeiliikheden. Extra ontwateringswerken waren nodig om dit gestoorde proces weer op gang te brengen. Uiteindelijk kon het gehele gebied, deels onder dekvrucht, met gras worden ingezaaid. Nadat door deze begroeiing de kans op verstuiving minder was gewor den, kon met de loofhoutinplant worden begonnen. Deze inplant werd uitgevoerd door het Staatsbosbeheer, welke dienst de boskomplexen tevens een aantal jaren onderhield. Nog heden ten dage laat de begroeiing op de afgestorven plaatsen veel te wen sen over. Dat geldt zowel voor het gras bestand als voor de houtopstand. On danks deze tegenslagen en ondanks de ongunstige uitwerking van zilte zeewin den op de houtopstand mag echter het algehele resultaat niet onbevredigend ge noemd worden. HET GEBIED IN CIJFERS Ter afsluiting van dit verhaal zijn de volgende gegevens voor de lezers wellicht nog interessant: Na de afsluiting van het Veerse gat werd gerekend bij zomer- peil een oppervlakte water binnenge- dijkt, groot 2200 ha. De oppervlakte grond die droog viel, bedroeg 1800 ha. Deze gronden kregen de volgende bestem ming: Landbouwgrond 700 ha Bos 330 ha Natuurgebieden 220 ha Zuivere recreatiegebieden 440 ha Wegen en waterlopen 110 ha Ik hoop dat de ZLM Tentoonstelling op het recreatieterrein langs de oude Schei deloop zowel voor de organisatoren als voor de bezoekers aan alle verwachtingen zal voldoen. 9 TS Bandenservice BV§j Bussum

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 6