Rond de Schelde Problemen bij de werking van Pyramin Geen overbemesting met stikstof nodig Gunstige weersomstandigheden Hogere temperaturen zorgen voor snelle groei Extra aandacht voor schimmelziekten in granen Geen achterstand vergeleken met vorige jaren 29 Na een paar regenrij'ke dagen in het begin van deze maand, keerde op NOORD-BEVELAND het weer zich ten gunste. De weersverandering is eigenlijk net op tijd gekomen voor de granen. Door de regelmatige vocht/voorziening en niet te hoge temperaturen waren de groeiomstandigheden voor dit gewas ideaal. Leek het begin mei nog alsof de tarwe wel een overbemesting nodig zou kunnen hebben, nu staat het al zwaar genoeg zonder die extra stikstof. De gerst is zelfs al wat aan de slappe kant. Hier uit blijkt weer hoe moeilijk het is om aan het begin van het groeiseizoen de hoogte van de stikstofgift vast te stellen. De suikerbieten worden, of zijn, voor de laatste maal nog eert keer doorgelo pen om het laatste onkruid nog weg te hakken. Alhoewel de stand toch wel be ter is dan vorig jaar, zit er nog al eens een dammetje in de rij. Hierdoor is de verdeling van de planten niet ideaal. Schade tvan de bietenvlieg is er tot nu toe nog maar weinig, alhoewel er regel matig eitjes van dit insect op de onder kant van het blad te vinden zijn. De waarnemingen omtrent de ontwikkeling van de luizenpolulatie in de suikerbie ten worden al weer gedurende enkele weken uitgevoerd. Ten aanzien van het tijdstip van het jaar, vielen de resulta ten hiervan wat tegen. Hoewel op (be scheiden schaal, werden al vroeg gevleu gelde exemplaren van de zo gevreesde -groene perzikbladluis, de overbrenger van de vergelingsziekte, aangetroffen. De ontwikkeling van de gewassen is pas laat op gang gekomen. Dit is ook het geval met het blauwmaanzaad. Voor sommige percelen blauwmaanzaad lijkt een late stikstofoverbemesting ongeveer een week vóór de bloei, geen overbodige luxe. Het strooien van 'kalksalpeter kan soms moeilijk uitvoerbaar zijn in verband met het dan reeds fors ontwikkelde ge was. Bovendien kan in een droge periode de gestrooide stikstof niet tijdig genoeg worden opgenomen. Om deze reden is een ureumbespuiting beter. Hoewel het nog geen uitgesproken strandweer is, wat we de toeristen op WALCHEREN ook graag gunnen, zijn de weersomstandigheden voor de akker bouw en de veehouderij gunstig. De groei en ontwikkeling zijn goed, terwijl het werk vlot Verloopt. Vooral in de bie ten is er de laatste tijd nog flink ge schoffeld. Dit was soms wel nodig ook, ioch mede dank zij het gunstige weer is er nog veel onkruid opgeruimd. Ook in ie uien komt er op sommige percelen nogal wat onkruid voor. Zowel met che mische als met mechanische middelen wordt getracht zo vlug mogelijk van het ankruid af te komen. Ook voor de hooiwinning zijn de weersomstandigheden tamelijk gunstig. Er is een overvloedige grasgroei, zodat er nog veel gehooid kan worden. Voor het winnen van kwaliteitshooi zijn gunstige weersomstandigheden van het allergroot ste belang. Bij wat gunstig weer is ruite- ren overbodig wat veel werkbesparing geeft! Verder is ook tijdig maaien van belang, zowel voor de kwaliteit van het De meeste gewassen zijn in WEST ZEEUWSCH-VLAAND EREN de laatste veertien dagen zeer snel gegroeid. De tarwe staat nu in de aren en wellicht hébben de meeste boeren reeds een be- jpuiting tegen meeldauw en of afrijpings- ziekte uitgevoerd, alhoewel er opvallend veel minder meeldauw-aantasting is, dan ie laatste jaren het geval was. Er is dan Dok meermalen onnodig gespoten. Anders ligt het met de afrij pingsziekte in de tarwe; een ziekte waartegen men pre ventieve maatregelen kan nemen en welke bespuiting(en) men zou kunnen vergelijken met de bestrijding van bijv. aardappelziekte. Pas aan het eind van de „rit" zal blijken of chemische maat regelen nodig waren geweest, m.a.w. of er dus werkelijk afrij pingsziekten een rol van betekenis hebben gespeeld. Ook de bieten vertonen een zeer vlotte groei. Er komt wat mangaangebrek en bietenvliegaantasting voor, terwijl ook de luizen weer present zijn. Wekelijks wor den waarnemingen gedaan en gebleken is wel, dat als men slechts één keer wil spuiten dit zowel te vroeg als ook te laat kan doen. Dus wachten op een spuitadvies lijkt ons dan ook het beste. Ook al komt men misschien in de verleiding door het spuitsein wat naar verluidt in België reeds op 8 juni zou zijn gegeven. Er is hier en daar nogal wat last in sommige gewassen van wortelonkruid. Vaak is dit de enige reden dat men hand werk aan een gewas moet geven. Wat nu soms een zeer triest beeld geeft is bijv. aardappelooslag in uien. We zagen een perceel wat heel goed kon doorgaan voor een goed aardappelveld. Een collega-boer heeft de ervaring dit voorjaar opgedaan dat als er na aardap pelen 30 cm diep wordt geploegd; een gewas erna wordt geteeld en hierna slechts 2025 cm diep op wintervoor wordt geploegd, er dan veel minder aard appelopslag voorkomt dan op welke an dere wijze dan ook. Wellicht iets voor de praktijk om dit uit te proberen! Ondanks plaatselijk veel regen, op en kort na Hemelvaartsdag, zijn in ZUID- BEVELAND de gewassen zeer snel ge groeid. Tot nog toe hebben de gewassen weinig problemen met thrips, kevers of luizen gehad. De wintertarwe begint in de aar te ko men. Er zyn duidelijke verschillen te con stateren tussen de vroeg en de laat ge zaaide percelen. In de zeer zware, meest vroeg gezaaide percelen komt duidelijk wat meer meeldauw voor als in de lich tere percelen. Ook streeksgewijze zijn er behoorlijke verschillen. Een algemeen ad vies is dan ook moeilijk te geven. Dit geldt ook voor de afrij pingsziekten. Zal hiertegen een bestrijding uitgevoerd wor den dan dient dit in ieder geval voor de bloei te geschieden. Onze eerste twee gewassen, n.l. karwij en koolzaad zijn een heel eind uitgebloeid. Gedurende de bloeitijd van de karwij is het weer en daarbij de vele regen minder gunstig geweest. Het gewas lijkt duide lijk veel minder als het vorige jaar. Ook het koolzaad heeft een mindere stand dan het vorige jaar. De suikerbieten zijn de laatste weken enorm gegroeid. De problemen rond het opéénzetten hetzij met de hand, de slin- gerdunner of de Monomat zijn voorbij en het blijkt nu dat deze anders toch zo moeilijke periode vrij vlot verlopen is. Waren er vooraf nogal wat problemen over de werking van de Pyramin, later bij warmer weer bleek het toch voldoende te hebben gewerkt. In verschillende ge vallen was dan ook de Betanal als tweede onkruidbestrijding niet nodig geweest. Op die percelen hebben de bieten door deze bestrijding nogal geleden, de groeirem- ming is duidelijk waar te nemen. Er is wederom een begin gemaakt met het tellen van de bladluizen. Hiervoor is de medewerking gevraagd van een aantal bietentelers. Tot op dit moment is 'het aantal gevonden luizen zeer gering. In de aardappelen is men begonnen met de bestrijding of eigenlijk het voorkomen van de Fytoftora. Het is gewenst om er zo vroeg mogelijk mee te beginnen. De volgende week zal onze belangstel ling uitgaan naar de Algemene vergade ring van ohze Landbouworganisatie en de te houden Tentoonstelling. Een ieder die geïnteresseerd is in het landbouwgebeu- ren en bij wil blijven zal niet nalaten een bezoek aan de vergadering en de tentoon stelling te brengen. hooi als voor de hergroei van het gras. De aardappelen zijn nu ook weer flink aan het groeien, zowel op plaatsen waar dit gewenst is en waar dit niet gewenst is. De bestrijding van het kwaad in de aardappelen moet ook weer ter hand wor den genomen. In opslag van aardappe len op storthopen is reeds de ziekte waargenomen. Deze besmettingsbronnen dienen onverwijld te worden opgeruimd. De stambonen en mais hebben een goede opkomst en stand. Voor een onge stoorde groei is veel zon nodig. We ho pen dat het aantal uren zonneschijn vol doende wordt. Bij de stambonen zijn er enkele percelen waar de bonevlieg nog al wat schade heeft aangericht. Het zaai zaad blijkt dan niet ontsmet te zijn. Dit mag een waarschuwing zijn voor een volgend jaar. We hopen op een vlot verloop van de werkzaamheden, zodat we voldoende tijd hebben voor het bezoek van de ZLM-ten- toonstelling te Kamperland. De organisa toren hebben recht op uw belangstelling! Hoewel de Pinksterdagen van een niet- zomerse aard waren (veel bewolking en niet al te hoge temperaturen), hebben we toch ons traditioneel auto-ritje gemaakt door THOLEN EN ST. PHILIPSLAND om te zien hoe de gewassen bij onze collega's er bij staan. Ondanks de snelle groei van de ge wassen in de afgelopen weken, moeten wij concluderen dat de ontwikkeling van de gewassen toch nog een kleine achter stand heeft tussen nu en een jaar gele den. Over het algemeen genomen staan de gewassen er goed voor. De wintertarwe is ondanks de minima le N-gift toch nog aan de gulle kant ge worden, waarbij /de overbemesting die ge pland was, op vele bedrijven niet meer is uitgevoerd. Wij krijgen de indruk dat onze collega's dit jaar bijzonder veel aandacht gaan schenken aan de bestrij ding van de schimmelziekten van het graangewas. Gezien de teleurstellende opbrengsten van de afgelopen jaren be grijpelijk, temeer nu ook de beschermen de middelen voorhanden zijn. De ver scheidenheid van geen, tot een flinke, aantasting bij diverse tarwerassen van o.a. meeldauw, is echter groot. Zo kre gen wij te horen dat in het nieuwe ras Clement (v/h C. 148) nog geen meeldauw voorkomt. De onkruidbezetting in diverse gewas sen is redelijk goed te noemen, behalve de reeds veel beschreven aardappelopslag in diverse percelen. In de uien is het dure onkruidbestrijdingsmiddel Hironion veel toegepast, om het kleine onkruid, dat ondanks een voor-opkomst-bespuiting voorkwam, op te ruimen. We krijgen de indruk dat in ons gebied nogal wat uien zijn uitgezaaid, voornamelijk de opper vlakte per teler lijkt te zijn vergroot. Zo zullen we ook wel rekening kunnen houden met een tamelijke uitbreiding van hét Blauw-maanzaad. We kregen te ho ren dat het enige onkruidbestrijdings middel dat beschikbaar is voor dit ge was, niet voor 100 op alle onkruiden voldoende werking heeft gehad, wat voor enkele telers nogal onprettige gevolgen heeft. Diverse collega's hebben de laatste weken zich nogal kritisch opgesteld over de kostenvergoeding die toegepast wordt door de P.Z.E.M., wanneer op hun be drijf een uitbreiding plaats heeft gehad op het gebied van energievoorziening. Naast de negatieve kritiek, waarvoor wij geen waardering kunnen hebben, komt de regeling, hoewel deze maar tijdelijk is, en sinds 1 maart j.l. van kracht, bijzon der onprettig en onbillijk bij vele col lega's over. Deze regeling die meer gebaseerd is op het opgestelde vermogen dan op de werkelijke afname boven de 5 KW, is wat de kostenopbouw betreft niet erg geluk kig. Verder zien ook wij geen verschil tussen een aanschaf van een huishoudelijk apparaat en een koeltechiniséh apparaat voor een bedrijf wat de norm van aan- sluitingskosten betreft. Hopelijk zal een definitieve regeling, die een redelijk en billijke regeling zal inhouden naar gelang de afname, spoedig de tijdelijke regeling vervangen! De gewassen zijn in de WESTHOEK VAN NOORD-BRABANT hard gegroeid en het komt altijd veel beter terecht dan wij denken, 't Is maar goed, dat wij het zelf niet kunnen laten groeien, want dan konden we nogal wat meer liters COC spuiten. De achterstand in de gewassen ten opzichte van andere jaren lijkt ons niet aanwezig. Voor de aardigheid hebben we de data van de laatste vijf jaar nog eens opgezocht wanneer we met de aard- appel'bespuitingen begonnen zijn. In 1968 was dit 14 juni; in 1969 23 juni; in 1970 1 juli; in 1971 18 juni en in 1972 23 juni. Gemiddeld begint de eerste bespuiting dus bij ons op 22 juni en dit jaar lijkt het ons dat we voor die datum de Eigen heimers zeker al gespoten zullen hebben. Op enkele percelen gerst en erwten hébben we nu toch wel schade geconsta teerd van de vele regens. Natuurlijk is dit een struktuurkwestie en daar is dan ook niet veel aan te doen. De verplegings- werkzaamheden vorderen zeer snel en wanneer het zo blijft, zullen we met een goede week wel klaar zijn met het wiedwerk. In het algemeen is de onkruid bezetting niet onrustbarend geweest. Al leen zij die bieten en uien op aardappel land hebben gezaaid, weten er van mee te praten. Met het optreden van het nieuwe ka binet zijn er ook voor West-Brabant twee problemen aktueler geworden en wel de afsluiting van de Oosterschelde en het vliegveld. Het lijkt ons gewenst dat om trent beide zaken spoedig duidelijkheid komt, want wij zijn er te zeer bij betrok ken. Ook de Westhoekers zullen zeker pre sent zijn op „Delta '73" en we hopen, dat de werkzaamheden dan zo ver gevor derd zijn dat we er inderdaad een tijdje rustig kunnen toeven. De bodemherbiciden hebben over het algemeen in de hakvruchten heel goed gewerkt. Het voortdurende koude en nat te weer heeft hiertoe bijzonder bijgedra gen. Hier en daar en vooral op de lich tere gronden blijkt achteraf de dosering van de middelen aan de hoge kant ge weest te zijn en een te dunne stand van de bieten is hiervan het gevolg. Vooral bij de rijenbespuitingen zijn in deze fou ten gemaakt. Op percelen met afwisselend zware- en lichte grond en bij een afstel ling van een spuitbreedte van ongeveer 17 cm, blijkt achteraf door het plaatselijk dieper insporen van de zaaimachine met opgebouwde rijenspuit een veel smallere strook met de bodemherbiciden bespoten te zijn geweest. Een geweldige overdose ring is hiervan het gevolg geweest en soms is bijna de helft te veel aan middel verspoten. Dit alles heeft veel planten ge kost en dit kan bij het zaaien op eindaf- stand funest zijn. Rijenbespuiting bete kent in wezen besparing, maar dit voor jaar' zijn velen er niet gelukkig mee, want mede door het natte weer was de kans om goed schoffelen uiterst gering en bovendien ging het geweide onkruid odk slecht dood. Algemeen is men dan ook nu van mening, dat een vollegronds bespuiting de veiligste weg is. Bij een ge ringe arbeidsbezetting past geen onkruid meer en daarom zullen we alle maatre gelen, zowel chemisch als mechanisch, voor de volle honderd procent moeten nemen. Het klein hoefblad is in deze ook een van onze grootste vijanden en daar zullen we meer tegen moeten gaan doen. Vroeger werd al het graan met de schoffelmachine en met de hand gewied en later werd een uitgebreide stoppelbe werking uitgevoerd. In het verleden heb ben al deze maatregelen succes gehad en het is daarom goed om eens na te gaan hoe de vorige generatie de boerderij heeft schoon gehouden. Momenteel kun nen we in een gewas aardappelen met een afgeschermde rijenspuit nog heel wat bereiken, maar het klein hoefblad wordt hiermede slechts afgebrand, maar niet volledig gedood. Pas het volgende jaar in de granen kunnen we met de geëigende middelen dit lastige wortelonkruid te lijf en die kans zullen we niet aan onze neus voorbij mogen laten gaan. Aardappelopslag is momenteel ook een veel geuite klacht, maar tussen veel en weinig zit toch een groot verschil. Per celen bieten welke vorig jaar in de tar- westoppel een 2-4-D bespuiting hebben gehad, welke later door een voorbewer king en een T.C.A.-bespuiting werd ge volgd, hebben nu veel minder aardap pelopslag dan gelijke percelen waarop niets van dit alles is geschied. Waar ligt nu de oplossing? Misschien kunnen we door onze eigen ervaringen wijzer wor den. Op de proefboerderij „De Rusthoeve" lag ook een duidelijk beeld in mais, waar door meer bewerkingen dit voorjaar met de aangedreven egge, nu veel en veel minder aardappelopslag te zien was dan vlak er naast, waar in één bewerking het zaaibed voor de mais was klaargemaakt. Onbewust kunnen we misschien voor dit probleem een oplossing vinden. Voor an der nieuws kunnen we beter terecht op „DELTA '73". Het is wel eens goed ergens anders te gaan kijken en met anderen te spreken. Op Tweede Pinksterdag kon den we onze nieuwsgierigheid niet lan ger bedwingen en zijn we met de buren op Noord-Beveland eens rond gaan neu zen. Uit de artikelen in het Landbouw blad hadden we allang begrepen, dat het een grote tentoonstelling zou worden, maar dit ging onze verwachtingen verre te boven. Noord-Beveland is altijd een mooi eiland geweest en er ligt een pracht van een oogst; maar de tentoonstelling ligt wel op het mooiste plekje en we mo gen dat niet missen om te zien, dus daar om graag tot ziens op onze ZLM-tentoon- stelling!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1973 | | pagina 29